|
rima
werk, 007’, zei Miraculus door de glazen bol. James lag languit
tussen de zijden lakens in zijn bed. ‘Enig idee wanneer je weer
aan de slag zal kunnen?’
‘Helaas niet’, zei James, ‘De geneesheren hebben gezegd dat ik
het beter nog even wat rustig aan kon doen. Ik ben nogal
onderkoeld geweest en het is niet goed om dan meteen weer aan
het werk te gaan’.
‘Dat begrijp ik’, zei Miraculus. ‘Jammer, jammer. Maar ehm… nog
even over de kwestie Blo Felad’.
‘Zoals in mijn rapport al staat’, zei James, ‘Het is mogelijk
dat hij is ontsnapt, samen met Kamran Shaws. Alles is echter zo
snel gegaan daarginds. Ik mag van geluk spreken dat ik nog in
leven ben.’
‘Juist ja’, zei Miraculus, ‘Daar zijn we hier bij de Dienst ook
allemaal blij mee.’
Achter Miraculus hoorde James de Geest vloeken.
‘Misschien Quauar iets minder. Maar wees gerust, ik probeer wel
een compromis voor zijn Verdwijnend Tapijt™ te vinden’.
‘Dat is goed’, zei James en hij trok een laken over de glazen
bol heen.
‘James?’, hoorde hij nog, ‘James? Is er iets mis met de
verbinding, Quauar? Ik zie hem niet meer.’
‘Alles is in orde, ik snap er helemaal niks van’, zei de Geest.
James opende zijn nachtkastje en gooide de bol er met laken en
al in. Hij draaide zich om en keek recht in de ogen van Soli
Taire.
‘En hoe is het met mijn haremdametje?’, vroeg hij.
‘Alles is prima met mij’, zei ze, ‘Ik heb het alleen nog een
beetje koud’.
‘Daar moeten we dan snel eens wat aan doen’, zei James, terwijl
zijn lippen de hare vonden.
Er werd op de deur geklopt.
‘Bediening’, zei een stem aan de andere kant.
‘Dat is nog eens een verrassing’, zei James. Hij stond op en
liep met een laken om zijn middel naar de deur.
Hij opende de deur en liet twee bedienden binnen. Ze hadden een
houten karretje bij zich met daarop allerlei lekkernijen.
‘Met complimenten van de Pasja’, zei een van hen.
‘Zo, ik mag de Pasja wel eens bedanken’, zei James, kijkend naar
al het lekkers.
‘Waar zal ik het neerzetten, mijnheer Windad?’, vroeg de andere
man.
‘Zet maar ergens neer, mijnheer Kidad’, zei mijnheer Windad.
James zag nu dat mijnheer Kidad leren handschoenen aan had. De
bediende pakte een klein doosje uit zijn zak en haalde het
deksel er vanaf.
‘Ziet u, mijnheer Bond,’ zei mijnheer Windad, ‘u hoeft hiervoor
eigenlijk de Pasja niet te bedanken.’ Mijnheer Kidad kwam
langzaam naar James gelopen. Zijn hand verdween in het doosje.
‘U krijgt dit alles namelijk met de complimenten van een oude
vriend van u. Zijn naam is Blo Felad.’ Soli Taire slaakte een
gilletje bij het horen van die naam. ‘Hij wilde u blijkens deze
traktatie, dit galgenmaal, laten weten dat hij nog in leven is.’
James deinsde achteruit. Mijnheer Kidad haalde uit zijn doosje
een kleine, zwarte schorpioen en hield die voor zich uit. James
deinsde nog verder naar achteren, in de richting van het balkon
dat aan zijn kamer lag.
‘U kunt kiezen, mijnheer Bond’, ging mijnheer Windad verder, ‘Of
u sterft door de steek van deze schorpioen, of u zal gedood
worden door de val van het balkon.’ Mijnheer Kidad kwam nog
steeds dichterbij, met de schorpioen voor zich uit.
‘Vertel Blo Felad maar, dat ik een ander vurig verlangen heb’,
zei James en hij pakte snel zijn medaillon vast, waarvan hij de
achterkant indrukte. Uit de rode edelsteen kwam een lange
steekvlam, die mijnheer Kidad en zijn schorpioen in lichterlaaie
zette. Krijsend en wild in het rond springend probeerde de
handlanger van Blo Felad de vlammen te doven. James gaf hem een
harde trap tegen zijn rug. Mijnheer Kidad verloor zijn evenwicht
en viel brullend van pijn van het balkon.
Mijnheer Windad ging hierop direct in de aanval. Hij trok zijn
kromzwaard en maakte aanstalten om op James af gaan rennen. Doch
erg ver kwam hij niet. Met een luid geklingel sloeg Soli Taire
een grote vaas op zijn hoofd aan diggelen. Mijnheer Windad greep
naar zijn achterhoofd en viel toen op de grond.
In de deuropening verschenen twee wachters.
‘Wat is hier gaande?’, vroeg een van hen. ‘We hoorden iemand
schreeuwen.’
‘Een ongewenste indringer’, zei James, ‘Neem hem maar mee. Soli
Taire heeft, geloof ik, een nogal verpletterende indruk
achtergelaten.’
De wachters knikten en samen sleepten ze mijnheer Windad naar
buiten.
James keek naar de grond. ‘Nog jammer van de vaas, het was een
behoorlijk dure’.
‘Scherven brengen geluk’, zei Soli Taire.
‘Of ongeluk’, zei James.
‘Dat zullen we dan wel zien’, lachte Soli Taire.
James kuste haar en trok een stuk zijde over hen heen.
EINDE
Maar
James Bond zal
terugkeren in:
~ De Man met
de Gouden Lamp ~
De bij Espionage
gebruikte geluidsfragmenten zijn:
Pagina 1 - John
Barry - From Russia with Love - Opening Titles
Pagina 3 - John
Barry - On Her Majesty's Secret Service - Main Theme
Pagina 5 - John Barry - A View to a Kill - Wine with Stacy
Pagina 7 - John Barry - The Man with the Golden Gun - Let's Go
Get 'Em
Pagina 9 - John Barry - Octopussy - The Palace Fight
Pagina 11 - Marvin Hamlish - The Spy who Loved Me - Bond 77
Pagina 13 - John Barry - Moonraker - Flight into Space
Pagina 15 - John Barry - You Only Live Twice - Capsule in Space
Pagina 17 - John Barry - The Living Daylights - Hercules Takes
Off
Pagina 19 - John Barry - Diamonds are Forever - Death at the
Whyte house
|