|
lo
Felad trapte driemaal op zijn hak en uit de voorkant van zijn
laars kwam een klein mesje tevoorschijn.
‘Aan de punt van dit mes zit een gifstof, mijnheer Bond’, zei
hij lachend. ‘Zeer dodelijk. Ik geef u zelf de keus. Of u gooit
zichzelf te pletter, of u sterft door de aanraking van mijn
dodelijke stappers.
Blo Felad had nog maar nauwelijks zijn zin afgemaakt, of James
sprong al naar beneden. Maar voordat hij sprong vergat hij niet
om even het knopje van zijn zonnewijzer in te drukken.
De wijzer schoot naar het plafond en bleef daar stevig
vastzitten, terwijl de draad van Sheherezijde® ervoor zorgde dat
James niet te pletter viel, maar enkele tientallen meters boven
de grond bleef slingeren in de richting van een van de
rotswanden. Toen hij bij de wand was zette hij zich af en
slingerde hij weer terug.
Blo Felad keek verbaasd toe hoe James snel weer in zijn richting
kwam gevlogen en ging snel voor hem aan de kant. Maar wat hij
niet zag was dat achter hem Soli Taire van de andere kant aan
kwam vliegen op het Verdwijnend Tapijt™. Soli Taire trok Blo
Felad aan zijn gewaad en de schurk viel naar beneden. Maar hij
viel evenmin te pletter. Kamran Shaws, die de haremdame had
achtervolgd, maakte een duikvlucht en ving Blo Felad op in zijn
val.
‘Verdorie’, zei James, ‘Toch niet die verpletterende indruk
waarop ik had gehoopt’. Hij landde op de zonnevergroter. James
keek naar de straal en zag dat de rotswand nu bijna op instorten
stond. Hij haalde zijn zonnewijzer los en bond hem rond een van
de kettingen. Daarna activeerde hij het takelmechanisme waarop
de zonnewijzer de Sheherezijde® weer naar binnen begon te
takelen. Omdat de zonnevergroter vast zat aan de takel werd hij
mee omhoog getakeld. De straal werd hierdoor langzaam verplaatst
van het punt waarop hij gericht had gestaan en begon zich een
weg te banen door de rest van de basis van Blo Felad.
‘SIDDEL FADIL’, riep James vanaf de Zonnevergroter. Siddel keek
om. ‘GA WEG VAN HIER! HET GAAT HIER INSTORTEN!’
Siddel knikte en begon direct zijn mannen te bijeen te halen.
James liep over de zonnevergroter, om te kijken of hij er nog
meer schade kon aanrichten. Halverwege de vergroter viel zijn
oog op een hendeltje. Op het hendeltje stond een aanduiding die
liep van ‘Minimale zonvergroting’, naar ‘Maximale zonvergroting’.
Het hendeltje stond halverwege de schaal. James zette het
hendeltje op ‘Maximale zonvergroting. De zonvergroter begon te
trillen en te schudden. De intensiteit van de straal die
vrijkwam uit het apparaat was meer dan verdubbeld en de
zonnevergroter leek daar niet gelukkig mee te zijn. Aan alle
kanten begon het apparaat te roken.
Met een gigantische klap stortte een stuk van de rotswand
vlakbij de ingang door de kracht van de straal naar beneden. De
gewelven van de ruimte trilden en James moest zich goed
vasthouden.
‘Misschien toch niet zo’n goed idee’, zei James. Hij wilde het
hendeltje terug schuiven, maar dat lukte niet meer.
‘Verdorie!’, zei James. Hij keek hoe de straal ongecontroleerd
en wild alle rotswanden afging en hoe overal stukken van de
ruimte naar beneden kwamen. De straal vond langzaam zijn weg
naar het overdadige paleis van Blo Felad. Alle rijkdom en weelde
van de zakenman leken niet te zijn bestand tegen de krachten van
zijn eigen zonnevergroter. De koepels ontploften een voor een.
James voelde hoe het apparaat onder hem steeds heter begon te
worden. Hij kon echter nergens heen. Het was te hoog en hij zou
zeker te pletter vallen. Maar als hij hier zou blijven zou hij
bedolven worden onder de massa’s van het Femlinggebergte. De
situatie was hopeloos.
Totdat plotseling Soli Taire in zijn gezichtsveld verscheen. Ze
had Kamran Shaws van zich af weten te schudden en kwam op het
Verdwijnend Tapijt™ naar hem toegevlogen.
‘Hulp nodig?’, vroeg ze.
‘Nu ben ik pas echt blij je te zien’, zei James. ‘Laten we snel
maken dat we hier wegkomen.’
James stapte op het tapijt. Hij zag dat het apparaat vlam had
gevat.
‘Volgens mij gaat deze het niet zo lang meer houden’, zei James,
‘
We kunnen denk ik het beste proberen via het gat in de zoldering
naar buiten te gaan’.
Het overhalen van de hendel had de zonnevergroter helemaal op
hol doen slaan. Zijn krachtige stralen schoten de hele ruimte
door en James, die het tapijt bestuurde, moest heel goed zijn
best doen om niet geraakt te worden. Hij probeerde het tapijt
naar het gat in de zoldering te sturen, maar het bijna
onmogelijk dit veilig te bereiken. Om hen heen vielen grote
rotsblokken naar beneden. Binnen enkele momenten zouden de
eeuwenoude gewelven van de aarde naar beneden komen en hen
beiden hun permanente begraafplaats gaan bezorgen. James zag af
en toe kans weer een stukje dichter bij de ingang te komen, maar
de zonnevergroter maakte het hem erg moeilijk. Deze stond nu
recht op de rotswand onder de opening gericht. Een luid gekraak
weerklonk.
‘Kijk uit!’, riep
Soli Taire. James draaide het tapijt en wist een naar beneden
komende rotsmassa maar net te ontwijken. Het tapijt leek verder
van de ingang verwijderd te raken.
‘Alle wierookstengels nog aan toe!’, riep James. ‘We gaan het
nooit halen als dit zo door blijft gaan.’
De zonnevergroter was nu gericht op de rotswand onder de ingang.
Er kwam steeds meer rook uit de rotswanden.
‘We moeten weg van de rotswand’, riep James, ‘dit gaat niet
lukken!’,. Hij stuurde het tapijt wat verder naar beneden. De
zonnevergroter was roodgloeiend.
‘Volgens mij gaat-ie ontploffen!’, riep Soli Taire. Ze had dit
nog niet gezegd, of er kwam een vuurbal vrij, uit de voorkant
van het langwerpige apparaat, direct gevolgd door een serie
explosies uit de rest van het apparaat. De kettingen hielden het
niet meer en de zonnevergroter viel, ontploffend en wel, naar
beneden. James stuurde snel het tapijt nog wat verder naar
beneden, in de richting van het water van de ondergrondse rivier
die door de ruimte stroomde. De krokodillen die erin dreven
leken hem toe te lachen. Achter zich hoorde hij een geweldige
klap. Hij keek om, maar zag dat hij dat beter niet had kunnen
doen. De ontploffing zag er lelijk uit en de zonnevergroter kwam
in een snelle vaart naar beneden. Onder water zouden ze het
veiligst zijn, of daar nu krokodillen waren of niet.
James trok de uiteinden van het tapijt zo dicht bij elkaar, dat
het bijna dubbelgevouwen was. Ze raasden als naar beneden, maar
de vuurzee die hen achtervolgde leek hen in te halen.
‘We gaan het niet redden!’, riep James, ‘We moeten springen’.
Hij liet het tapijt los en trok Soli Taire met zich mee naar
beneden.
‘Ik hoop dat het diep genoeg is’, zei Soli Taire in hun val .
‘Dat zal toch wel?’, zei James terwijl hij haar bekeek.
‘Ik had het over het water!’, zei ze boos.
Soli Taire en James vielen met een harde klap in het koude
water, maar bij lange na niet met zo’n harde als die waarmee de
explosie enkele momenten later het water bereikte. Terwijl James
zijn adem inhield zag en voelde hij de hitte die boven hen alles
in brand zette. Maar erg lang duurde het niet. Slechts een
tiental meters langs hen viel het apparaat in het water. De
vlammen verloren de strijd met het water en langzaam doofden ze
uit.
|