|
ames
zag hoe Blo Felad de wachter van de stellage duwde. Toen vroeg
Soli Taire aan hem:
‘Wil je als-je-blieft even uitleggen hoe het komt dat wij hier
in de lucht zweven, terwijl we eigenlijk in de buiken van die
krokodillen daar beneden hadden moeten zitten? Niet dat ik dat
zo erg vind, maar ik zou het fijn vinden te weten waarom dat zo
is’.
‘Omdat je op een Verdwijnend Tapijt™ zit’, zei James, ‘Een
foefje van de Dienst.’
‘En nu we hier zo zitten’, zei Soli Taire, ‘Heb je nu ook een
manier om ons los te maken?’.
‘Daar kwam ik net op’, zei James.
Met zijn mond pakte hij het medaillon dat hij van Quauar had
gekregen. Hij boog wat voorover om het met zijn vastgebonden
handen te pakken, zodat de achterkant zou kunnen reageren op
zijn vingerafdrukken.
‘Waar ben je toch mee bezig?’, vroeg Soli Taire, die van dit
alles niets zag.
‘Ga zo ver mogelijk achteruit zitten’, zei James, ‘Voordat je
het dadelijk nog te heet krijgt.’
‘Je vleit jezelf veel teveel’, zei Soli Taire, ‘Zo’n meisje ben
ik niet’.
‘Ik maakte geen grapje’, zei James, ‘Zo’n geheim agent ben ik
niet’.
Met veel moeite wist hij het medaillon in zijn hand te krijgen.
Hij ging zelf wat achteruit liggen en richtte de rode steen zo
nauwkeurig mogelijk van onderen op het touw dat om zijn middel
zat. Toen hij dacht dat de positie goed was drukte hij de
achterkant van het medaillon in. Uit de rode edelsteen kwam een
grote steekvlam. James voelde de warmte vlakbij zijn gezicht,
maar kon net zien hoe de vlam het touw doormidden brandde. Hij
liet het medaillon weer los en trok het touw, of wat daarvan nog
over was, in twee stukken. Toen stond hij op en zei tegen Soli
Taire:
‘Houd je handen vooruit’.
Soli Taire stak haar handen zwijgend voor zich uit. James
brandde ook haar touwen door.
‘En wil je me dan NU gaan vertellen hoe het komt dat we hier in
de lucht zweven?’
James knipte met zijn vingers en het tapijt werd zichtbaar. Hij
grijnsde een keer naar de haremdame, pakte de twee hoeken aan de
voorkant stevig beet en trok ze omhoog.
De zonnevergroter was flink aan het opladen. De straal die eruit
kwam werd steeds dikker en de zon kwam ook nog steeds hoger te
staan. De rotswand, waar de straal in uitkwam, was al aan het
smeulen.
‘We moeten de zonnevergroter draaien’, zei James, ‘Voordat Blo
Felad’s plan slaagt.’
‘JAMES!’, hoorde hij iemand in de verte achter zich roepen. ‘WE
ZIJN ER!’.
James keek om en zag dat Siddel Fadil was gearriveerd, samen met
een grote troep wachters. Miraculus had toch geen woord teveel
gezegd toen hij James zei dat hij alle manschappen van de Pasja
tot zijn beschikking zou hebben.
‘VAL DE HANDLANGERS VAN BLO FELAD AAN’, riep James, ‘HIJ ZIT
HIERACHTER.’
Siddel Fadil knikte. Hij stuurde de wachters in groepjes verder
de ruimte in. James zag hoe zij begonnen de wachters van de Orde
een voor een te overmeesteren. Zij waren weliswaar met veel,
maar niet met genoeg. Blo Felad had blijkbaar verzuimd voldoende
wachters in te huren.
‘Dit is gunstig’, zei James, ‘Terwijl Siddel de wachters van Blo
Felad bezighoudt, kunnen wij de zonnevergroter onklaar maken’.
James trok weer aan de uiteinden van het tapijt en vloog naar
het langwerpige apparaat.
‘En als het nu eens niet lukt?’, vroeg Soli Taire, ‘Wat nou als
we niet slagen?’.
‘We moeten slagen’, zei James.
Het apparaat was met dikke kettingen aan het plafond bevestigd.
James nam zijn medaillon. De steekvlam zou nooit voldoende zijn
om de kettingen door te smelten.
‘Blijf hier’, zei hij. Hij sprong van het tapijt op de
zonnevergroter. Het apparaat was enkele tientallen meters lang.
James moest op zoek naar de kern waar de diamanten zaten. Als
hij die kon verwijderen, dan kon de straal geen kwaad meer aan
kunnen richten.
Terwijl hij op zoek naar de kern over het apparaat liep, zag hij
hoe de wachters van de Pasja nu ook via het gat in de bovenkant
van de ruimte naar binnen kwamen, abseilend aan lange touwen.
Hij zwaaide naar hen, maar voor hij het wist werd hij plat op de
zonnevergroter gegooid.
‘Kijk uit!’, riep Soli Taire.
‘Had je dat… oef… niet íetsje eerder kunnen zeggen?’, riep
James.
Hij keek op en zag dat Kamran Shaws met een Zwevend Tapijt™*
naar hem toe was komen vliegen, komen zweven. Hij was nu bezig
met een wijde bocht te draaien om weer terug te komen, doch Soli
Taire brak hem de pas af.
‘Zoek jij maar verder’, riep ze tegen James. ‘Ik leid mijnheer
Goudkaak wel af’.
James knikte en stond weer op. Hij zag hoe Kamran Shaws zijn
tapijt had gedraaid en achter Soli Taire aan ging. James liep
heel voorzichtig verder over de zonnevergroter. Beneden hem zag
hij hoe Siddel de strijd flink in zijn voordeel leek te zetten.
Toen James echter omkeek schrok hij. De zonnevergroter had al
een flinke bres geslagen in de rotswand. De nog immer sterker
wordende straal maakte steeds grotere stukken rots los.
Hij draaide zich weer om en wilde verder lopen, maar een nieuwe
hindernis diende zich aan. Blo Felad was geland op de
zonnevergroter. Zijn Vliegend Tapijt® was in zijn geheel gemaakt
van draden van goud.
‘Ik hoop, mijnheer Bond’, zei hij, ‘Dat u niet dacht hier
gemakkelijk mee weg te kunnen komen.’ Hij deed een deel van zijn
gewaad opzij en onthulde zo het handvat van zijn kromzwaard. Hij
nam het uit zijn schede en zwaaide het strijdlustig en
gecontroleerd in het rond. James wilde zijn eigen zwaard pakken,
maar besefte toen dat Blo Felad hem dat had afgenomen.
‘O, ben maar niet bang, mijnheer Bond’, zei Blo Felad. ‘Ik wil
mijn gevecht met u wel eerlijk houden.’
Hij deed de andere kant van zijn gewaad opzij en haalde daar nog
een zwaard tevoorschijn. Dat maakte hij los en hij wierp het
naar James toe.
‘U zult toch niet winnen’, lachte Blo Felad, ‘Ik oefen dagelijks
minstens driemaal in de kunst van het zwaardvechten en heb nog
nooit van iemand verloren’.
James pakte zijn zwaard uit de schede. ‘Ik evenmin’.
Rustig en bedaard kwam Blo Felad met opgeheven zwaard zijn
richting. Toen hij vlakbij was sloeg hij het plotseling hard
tegen dat van James, doch deze hield zich staande. Opnieuw sloeg
Blo Felad toe, maar opnieuw wist James zich te verweren. James
zag de woede in het gezicht van Blo Felad. Hij moest goed
opletten, want de schurk was uiterst bedreven in de kunst van
het kromzwaard vechten. Nu viel James zelf aan, maar Blo Felad
sloeg hard terug. Hij raakte James in zijn rechterschouder. Nu
was James rechtshandig en kan de klap van zo’n zwaard behoorlijk
hard aankomen. James hevelde het snel over naar zijn linkerhand.
De leider van de Orde van de Rode Tulband viel weer aan en leek
al zijn woede in de strijd te gooien. Tegen zulk een kracht was
geen geheim agent van de Dienst opgewassen.
Blo Felad sloeg ditmaal zo hard, dat James struikelde. Hij tolde
rond en pakte een van de kettingen vast waaraan de
zonnecollector bevstigd was. Hij kon zijn zwaard niet meer
houden en liet het vallen. Terwijl James het steeds kleiner zag
worden zag hij dat Siddel Fadil met zijn wachters nu de hele
zaal had omringd. Dat stemde hem blij, maar die blijdschap
verdween snel toen hij zag dat in de verte Soli Taire bijna werd
ingehaald door Kamran Shaws. Zijn tapijt was kennelijk nóg
sneller dan het toch al behoorlijk snelle Verdwijnend Tapijt™
van Soli Taire. Maar veel tijd om de hoogte te krijgen van de
toestand werd hem niet gegund. Hij voelde dat een harde
schoenzool tegen zijn handen tot stilstand kwam. James keek op
en zag dat Blo Felad driftig bezig was zijn handen los te
trappen van de ketting.
‘Het spijt me u te moeten mededelen, mijnheer Bond, dat u
misschien de strijd wel gewonnen hebt, maar dat voor u de oorlog
zeker verloren is’.
* Een
dochteronderneming van het Vliegend Tapijt®
|