Ton van de Ven en de Wonderbaarlijke Geschiedenis van de Efteling - 14

 

 

- pagina 14 van 18 -
Ga direct naar:
      1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11       
12  13  14  15  16  17  18

 

 

 
Pirana Ornament -|- Tekening: Ton van de Ven - De Eftelingr werd een ploeg bouwvakkers aangenomen, die er voor moesten zorgen dat de bouwwerkjes er in het echt net zo uitzagen als op papier en tegelijk zo dat ze geen afbreuk zouden doen aan het sprookjesbos en de omgeving ervan. Er moest ‘oud’ gebouwd worden, de bouwsels moesten er verjaard uitzien. Uiteraard gebeurde het een en ander onder het toeziend oog van mijzelf en de kabouter. Efteling en ik wilden ervoor zorgen dat we iets neer gingen zetten waar ons beider vriend Anton trots op kon zijn geweest. De ambachtsmannen die het geheel kwamen neerzetten namen mij en de kabouter dit niet altijd in dank af. Sowieso kon maar ongeveer een kwart de kabouter en de rest van de sprookjesbosbewoners zien. De rest had de indruk dat ik en mijn collega’s een groepje verdwaasde gekken waren en dat ze het beste af zouden zijn als deze opdracht zo snel mogelijk achter de rug was. In mijn jonge jaren in het park gingen dat soort dingen anders. Dat waren de pioniersjaren waarin de vrijheden nog groter waren en meer mensen de essentie van ons werk nog begrepen. Helaas moet ik maar al te vaak veronderstellen dat mensen niet meer in dit soort dingen geloven. Er is schijnbaar geen plaats meer voor in de maatschappij. Efteling ging altijd met me mee. Hij had overal wel op- of aanmerkingen over de werkstijl van de werklieden waar ik me wel in Pirana Ornament -|- Tekening: Ton van de Ven - De Eftelingkon vinden. Maar helaas werd ik maar al te vaak verkeerd begrepen, wanneer ik de strekkingen van de kabouter aan hen uit wilde leggen. Vaak keek de desbetreffende persoon keken mij op een uiterst onaangename manier aan die mij me een beetje deed schamen voor wat ik gezegd had. Er werd dan op een betuttelende manier met me gesproken, waarschijnlijk om maar zo snel mogelijk weer van me af te zijn. Verontwaardigd zei de kabouter me dan dat dat ‘vroeger wel anders’ was geweest.

Door de jaren heen is de kloof tussen kabouters en mensen almaar groter geworden. In deze steeds vluchtigere en sneller wordende wereld lijkt geen plaats meer te zijn voor de kleine lieden. De rust die de kleine kabouters in hun leven willen hebben is opgeslokt door de jachtigheid van onze maatschappij. Er is steeds minder natuur te vinden in ons land en de band die de mens met het groen heeft wordt krijgt een steeds minder emotionele waarde.

Wanneer de Directeur kwam kijken naar de werkzaamheden voelde ik me geen enkel moment helemaal prettig. Ik wist dat hij het allemaal maar grote onzin vond en het liefst had ik ook dat hij zo snel mogelijk weer weg was. Gelukkig bleef hij meestal niet lang, maar de blik op zijn gezicht sprak boekdelen. Al dat geld dat volgens hem naar theater had kunnen gaan werd nu gestoken in - naar zijn mening - lelijke, ouderwetse en onrealistische bouwwerken. Een keer vroeg hij me of de raampjes in het huisje van Repelsteeltje niet van dubbel glas konden zijn, dat was immers energiezuiniger. Ik probeerde hem toen uit te leggen dat dubbel glas en de daarbij behorende kunststof kozijnen niet in het concept van het sprookjesbos zouden passen en dat het daarnaast Efteling nog eens laaiend van woede zou maken. Maar de Directeur leek niet zo vatbaar te zijn voor mijn redeneringen. Waarom zouden we immers van die krakkemikkige huisjes bouwen, als er nu technieken beschikbaar waren waarmee we iets veel duurzamers neer konden zetten? Sommige mensen zullen het, denk ik, nooit begrijpen.

Lavenlaer -|- Tekening: Ton van de Ven - De Efteling

  
   

 

 

Tekst: Jorn van de Wetering. Tekeningen: Ton van de Ven. Foto's en Scans: Friso Geerlings en Bram Elstak