Kapitein Dubbelhoofd
en
Kapitein Trippelhoofd
(Dubbelhoofd 3)
(c) Het WWCW 2004
Tekst: Jorn van de Wetering
|
et
heeft… geen zin… broertje,’ lachte Kapitein Trippelhoofd. ‘Leuk…
geprobeerd… maar helaas.’
Iedereen draaide nu naar Kapitein Dubbelhoofd. ‘Jij vervloekte
algvreter,’ zei deze. ‘Wat denk je hiermee te gaan bereiken? Wil je
ons allemaal voor de rest van onze levens hier houden?’
Alle hoofden draaiden weer naar Kapitein Trippelhoofd. ‘Niet hier…
ik zat eerder te denken aan… een onbewoond eiland,’ lachte die. ‘Het
zal… gezellig… worden. Alle bemanningen… die van de Hellendoorn… de
Zes Vlaggen… de Carribean samen. En ik heb… mijn eigen… piratenvloot.’
Alle ogen waren wederom gericht op Kapitein Dubbelhoofd. ‘Jij
vervloekte…’ zei hij. Zijn hoofd was aan het opzwellen. ‘Hier kom je
niet mee weg! Ik krijg je nog wel!’ Het bovenste knoopje van zijn
jas knapte door het opzwellen van zijn nek.
Kapitein Trippelhoofd begon te lachen. Die lach kwijnde echter
bliksemsnel weg, toen hij achter zich een voor hem en Kapitein
Dubbelhoofd zeer bekende stem hoorde zeggen.
‘Maar eerst moet ik je broer eens een goede les leren.’
Alle in het vertrek aanwezige personen draaide hun hoofd naar de
persoon die dat gezegd had. En daar stond hij, de lange, oude man,
met in plaats van de gebruikelijke lap, hoed, steek of andere
zeemanshoofddeksels een indianentooi op zijn hoofd.
‘Papa!’ riep Kapitein Dubbelhoofd.
‘Ja,’ zei de man, ‘Ik ben het, jullie vader. Kapitein Opperhoofd.’
Vol spanning keek het publiek dat bestond uit piraten, Kapitein
Vendervan en de bemanning van Kapitein Dubbelhoofd toe naar wat er
komen ging.
‘Maar… we dachten… dat je…,’ zei Kapitein Dubbelhoofd.
‘Praat niet als je broer, Zwelgje,’ zei Kapitein Opperhoofd. ‘Ik ben
naar het beloofde land in het westen geweest, maar heb de schatten
die ik ging zoeken daar niet gevonden. Terwijl ik er naar zocht
echter, bedacht ik me dat ik die schatten altijd al gehad had. Dat
die gewoon thuis waren. Jullie moeder, jij en bij tijd en wijle ook
af en toe je broer.’
‘Ik kan… alles… uitleggen!’ huilde Kapitein Trippelhoofd. ‘Geef me…
nog een kans… papa!'
aar
Kapitein Opperhoofd ging ongestoord verder. ‘Toen ik terug kwam en
hoorde van de dreiging die de zeven zeeën teisterde, had ik al
direct mijn vermoedens.’ Hij keek hoofdschuddend naar Kapitein
Trippelhoofd. ‘Het is vervelend wanneer die weer eens blijken te
kloppen.’
‘En…wat… nu?’ zei Kapitein Trippelhoofd nonchalant. ‘Wat… ga je… nu
doen?’
Kapitein Opperhoofd pakte Kapitein Trippelhoofd bij het rechteroor
van zijn meest rechtse hoofd. ‘Jij vlegel! Ik neem je mee naar mijn
schip en ga je daar nog eens wat extra opvoeding geven!’
‘Auw!.. Auw!.. Auw!’ gilde Kapitein Trippelhoofd.
Kapitein Opperhoofd wendde zich tot Kapitein Dubbelhoofd.
‘Ik ben trots op je, Zwelgje!’ Met het oor van Kapitein Trippelhoofd
in zijn linkerhand gaf de getooide kapitein zijn zoon met zijn
rechterarm een omhelzing.
‘En nu?’ vroeg Kapitein Dubbelhoofd. ‘Hoe kunnen we hier wegkomen?’
‘Ik heb met mijn schip de hele basis onder schot,’ zei Kapitein
Opperhoofd. ‘Zelfs De Vliegende Hollander, van Trippeltje hier
vliegt zo naar de kelder wanneer de kannonnen van mijn schip, de
Volle Maan, beginnen te vuren.’
‘Gelukkig maar,’ lachte Kapitein Dubbelhoofd opgelucht, ‘Nou,
Trippeltje, dan zien we maar weer wie er gewonnen heeft.’
Woest rukte Kapitein Trippelhoofd zich los uit de greep van zijn
vader en riep. ‘Jij niet… in ieder… geval!’ Hij rende naar de sokkel
waarop de Gristalbol lag, griste die er vanaf en gooide de bol naar
Kapitein Dubbelhoofd. Mex Mellens sprong naar voren om Kapitein
Dubbelhoofd weg te duwen, maar het was al te laat. De bol kwam op de
planken vloer, vlak voor de voeten van Kapitein Dubbelhoofd met een
oorverdovend geklingel tot stilstand. Uit de bol kwam een explosie
van licht, in een ontlading die nog feller was dan het licht van de
zon. Eerst werd iedereen naar de lichtexplosie toe gezogen, maar de
zuigkracht werd omgezet in een bolvormig krachtveld dat iedereen
weer wegblies. Op bruuske wijze kwamen alle in het vertrek aanwezige
personen tegen een van de wanden, de vloer, het plafond, de
balustrade, de sokkel of elkaar tot stilstand.
Toen Kenny Noeth opkeek zag hij op de plaats waar de bol zojuist tot
ontploffing was gekomen enkel nog een rookwolk. Kapitein Dubbelhoofd
zag hij echter niet meer.
‘Waar is Kapitein Dubbelhoofd?’ riep Rolander van ’t Zijl.
‘Ojeetje,’ riep Ton Panieck.
‘Onvergeeflijk,’ riep Kapitein Opperhoofd tegen Kapitein
Trippelhoofd. ‘Onvergeeflijk, hoor je me, dit is onvergeeflijk.’ Hij
verkocht zijn zoon een harde, doch om zinloos geweld te voorkomen,
nog steeds belerende tik.
‘Dit kan niet waar zijn…,’ zei Chan van den Beurtal (in een keer
goed) bedeesd.
‘En Mex?’ riep Maerk ten Stoppel. ‘Waar is Mex Mellens?’
Iedereen keek om zich heen. Ook Mex was nergens te zien.
‘Hij wilde de kapitein wegduwen,’ zei Rolander van ’t Zijl.
‘Ze zullen… ze zullen toch niet dood zijn?’ vroeg Kenny Noeth.
‘Maar… waar zijn ze dan?’ vroeg Rolander van ’t Zijl. ‘Ze kunnen
toch niet zomaar verdwenen zijn?’
‘Ojeetje,’ gilde Ton Panieck.
e
stemming in het vertrek was ineens zeer bedrukt. Een paar momenten
geleden had alles er nog zo goed voorgestaan en nu waren twee van
hun beste vrienden zomaar ineens van hen weggenomen.
En toen zei Ton Vendervan, meer alsof het een mededeling was dan een
hoopvolle uitspraak: ‘Ze zijn niet dood.’
Iedereen draaide zich naar de oude kapitein, die deze zo
bemoedigende woorden had gesproken.
‘Hoe weet je dat zo zeker?’ vroeg Kapitein Opperhoofd.
‘Omdat ik dat weet, omdat ik hen al eens eerder gezien heb,’
glimlachte de immer mysterieuze kapitein. ‘Net zoals jullie hen weer
zullen zien.’
‘Bedoel je toen we je terug hebben gebracht naar Djofri?’ vroeg
Rolander van ’t Zijl.
‘Nee,’ glimlachte Ton Vendervan. ‘Nog daarvoor. Nog veel verder
daarvoor. Geloof mij op mijn woord als ik zeg dat jullie ze weer
zullen zien. De cirkel is bijna rond.’
~ Einde - voor nu althans ~
Waar of wanneer Kapitein Ton Vendervan onze onverschrokken en
heldhaftige Kapitein Dubbelhoofd eerder heeft gezien én wat daar zo
bijzonder aan is, lees je ook op het Wonderlijke WC Web - over enige
tijd dan, om precies te zijn.
|