|
|
De Gondoletta stamt nog uit een tijd vóór
het park het belang inzag van unieke, speciaal gecomponeerde
muziek bij haar attracties. Deze traditie begon eerst in
1984, bij het binnenhalen van het duo
Toon Hermans en Ruud
Bos voor de muziek van het
Carnaval Festival. Dit wil echter
geenszins zeggen dat tot die tijd niet zorgvuldig gezocht
werd naar dé perfecte melodie voor een attractie; de Dance
Macabre in het Spookslot, de Afrikaan Beat bij de Indische
Waterlelies, of de klompendans bij de
Rode Schoentjes:
allemaal zijn het immers prima passende composities, die tot
het ijzeren repertoire van het park zijn gaan behoren.
Een minder bekend exemplaar van deze “reeds bestaande”
Efteling-muziek, is te horen bij de Gondoletta. Waar
menigeen bij het horen van de melodie van het Spookslot, de
Muzikale Paddenstoelen of de Waterlelies direct aan het park
in Kaatsheuvel zal denken, is dat bij het harpconcert van de
rustige vaartocht veel minder het geval. Muziek speelt in de
Gondoletta dan ook slechts een beperkte rol. Haast onbewust
hoort de bezoeker tijdens de tweede helft van de tocht de
rustieke klanken vanaf het eilandje in de Siervijver. Samen
met het geruis van de waterval, het piepen van de
Kinderspoor-treintjes en het kwaken van eenden vormen de
klanken van harp, strijkers en fluit een aangenaam “muzikaal
decor” voor de attractie.
Het “Concerto pour Harpe et Orchestre en ut majeur” – opus
82 werd gecomponeerd in 1801, door de toen
vijfentwintigjarige Franse componist François-Adrien
Boïeldieu (1775-1834). In de Efteling horen we van het
driedelige concerto alleen het “Allegro Brillante”, het
eerste en tevens langste ― het duurt ongeveer elf minuten ―
onderdeel van het complete werk. In de concertzaal zouden
hierop nog het Andante – Lento – Attaca en het
Rondeau: Allegro agitato volgen. Het is één van de
beroemdste harpconcerten uit de muziekgeschiedenis.
Boïeldieu is als componist vooral bekend om zijn veertig
komische opera’s, waaronder werken die ook nu in zijn
vaderland nog wel eens worden uitgevoerd, zoals “Jean de
Paris” of het megasucces “La Dame Blanche”. Sprookjes waren
Boïeldieu ook niet vreemd, zoals blijkt uit zijn opera
“Le
petit chaperon rouge” uit 1818. De componist begon zijn
carrière als telg van een gegoede familie in zijn
geboorteplaats Rouen, en trok in de periode net na de Franse
Revolutie naar Parijs. Hier nam hij als artiest deel aan het
leven van de elitaire toplaag van de bevolking, en was een
gevierd concertpianist. Zijn grootste succes in die periode
was de opera “Le Calife de Bagdad” uit 1800. In 1804 vertrok
Boïeldieu naar Sint-Petersburg in Rusland, waar hij in
dienst trad als componist aan het hof van Tsaar Alexander I.
Hier was hij niet alleen ver weg van zijn Franse
geboortegrond, maar ook van zijn behoorlijk mislukte
huwelijk met een balletdanseres in Parijs.
In 1811 keerde hij, ongeveer tegelijk met de verslagen
Napoleon, terug uit Rusland naar Parijs, waar hij professor
aan het conservatorium werd en in 1820 werd onderscheiden
met een lidmaatschap van het door Napoleon ingestelde
“Légion d'honneur”. Zijn in 1829 voor het eerst uitgevoerde
opera “Les Deux Nuits” werd door Richard Wagner bewonderd om
de perfecte weergave van “... de levendigheid en
natuurlijke gratie van de Franse geest”. Boïeldieu
overleed op 8 oktober 1834 in Varennes-Jarcy.
Overigens is de Gondoletta niet de enige plek in de Efteling
waar het harpconcert van François-Adrien te horen is. De
zelfde elegante klanken van “de koningin der
instrumenten” zijn te horen bij het sprookje van
De
Kleine Zeemeermin in het hart van het Sprookjesbos. De
bevallige en zwierige melodie geeft dit sprookje een
vergelijkbare sfeer van klassieke sierlijkheid en
luchtigheid als de Gondoletta. Of bij de Zeemeermin vóór
1981 ook al deze muziek speelde is helaas onbekend. Wel is
duidelijk dat met de komst van de muziek van Droomvlucht in
1993 en de parkmuziek van Maarten Hartveldt in 2005 de harp
één van de centrale Efteling-instrumenten is geworden.
Het complete Allegro Billante uit het harpconcert is te
vinden op de cd “De Mooiste Efteling-Melodieën” (EFT 2081)
die nog altijd in het park te koop is. Wie het complete
concert graag eens hoort kan bijvoorbeeld terecht bij de
Deutsche-Grammophonuitgave “Great Works for Harp”,
gedirigeerd door Nicanor Zabeleta, uit 1993. |
|
|
Aan het pad tussen
de Brink en het Ruigrijk, op het eiland
ontsloten door de twee houten boogbruggen, is sinds 1985 de
Wensbron te vinden. De fraaie bron is met z’n ligging binnen
de lus van het Gondoletta-traject een soort
attractie-binnen-een-attractie.
Midden in de ronde, gemetselde bron is op een sokkel een
bronskleurig beeld geplaatst van een vreemdsoortige kabouter
op een grote vis. Eromheen zwemt, constant een schaaltje
voortduwend, een kleinere gouden vis aan de oppervlakte van
het water. Wie een muntje in het schaaltje weet te werpen
vanaf de rand van de bron, mag een wens doen. Althans, zo
gaat het verhaal, en dat lijkt ook logisch gezien het feit
dat we hier met een “wensbron” van doen hebben.
Het werpen van muntjes in fonteinen is niet iets dat alleen
in de Efteling gebeurt. Elk jaar werpen miljoenen toeristen
immers even zoveel muntjes, over hun schouder, in het water
van de Trevifontein in Rome. Wel bijzonder is dat van de
Wensbron bekend is waar al dat geld nu eigenlijk heen gaat.
De bron functioneert namelijk als een soort bovenmaatse
collectebus voor de stichting “Save the Children”. Een
sierlijke stèle met een inscriptie in brons, vlak naast de
bron, legt het bij monde van Kabouter Efteling uit:
Werpt hierin een enkel muntje
voor een kind in een ver land
Het is waarlijk een leuk stuntje
doe het maar met gulle hand
Kabouter Efteling
De opbrengst uit deze wensbron
komt ten goede aan
Stichting Redt de Kinderen
(Nederland)
|
Het eerste muntje ontving de Wensbron uit
een koninklijke beurs, namelijk die van Hare Majesteit
Koningin Juliana (in die tijd prinses, doordat ze een aantal
jaren eerder had geabdiceerd). Op 21 mei 1985 wierp ze in
aanwezigheid van Anton Pieck en de voltallige
Efteling-directie, een gulden in het water. Vele zouden nog
volgen.
Het is maar de vraag of de prinses, die bij deze gelegenheid
als erevoorzitter van “Save the Children” ook de begunstigde
van de bron bekendmaakte, eigenlijk wel op de hoogte was van
het feit dat het mooiste onderdeel van de Wensbron, het
sierlijke beeld van de vis en de kabouter, eigenlijk een
tweedehansje is. Vast niet, maar Juliana kennende zou ze het
vast niet erg gevonden hebben. Het beeld deed voor de
installatie op de sokkel in de Wensbron dienst als
papiervreter bij de Kanovijver, onder de naam “Visje Gijs”.
Wie de vissenbek wat beter bekijkt kan zich prima
voorstellen dat hier vroeger het afval in gestopt moest
worden, en dat de kabouter riep om papier. Met de komst van
de Piraña werd de plek van Visje Gijs aan de Kanovijver
ingenomen door Pre-Columbiaanse thematiek, en verdween de
papiervreter tot 1985 in een magazijn. Visje Gijs maakte
waarschijnlijk deel uit van een kleine serie bronskleurige,
door Anton Pieck ontworpen “papier-hiers”. Een ander bekend
ontwerp uit deze serie is dat van een in kleermakerszit
gezeten kabouter, die vanaf een sokkel wijst naar een
groepje hongerige vissen onder zich. Dit ontwerp is echter
nooit tot uitvoering gebracht.
De Wensbron is dieper dan veel Efteling-bezoekers zullen
vermoeden. Het geld dat door het stevige rooster dat de
bodem van de bron lijkt te vormen valt, valt nog zeker een
meter dieper voor het de bodem bereikt. Sinds 1985 is er in
totaal ongeveer 130.000 euro opgehaald (stand van winter
2005). Elk jaar is de bron weer goed voor een met
onderstaande tekst vergelijkbaar persbericht:
Wensbron levert 4.923,55 Euro op
In december 2005 heeft Pardoes de Tovernar de Wensbron
van de Efteling geleegd. Pardoes werd bij het legen
geholpen door leerlingen van basisschool Den Bussel uit
Kaatsheuvel. De munten uit onze wensbron zijn verzameld
en vervoerd door de firma Heijmans Wegenbouw, die de
munten in samenwerking met Rösler Benelux kosteloos
heeft schoongemaakt. De munten zijn gesorteerd en
geteld, en de totale opbrengst is € 4.923,55. Een
fantastisch bedrag!
|
Onder Efteling-liefhebbers heeft de mooie Wensbron een
legendarische status als alternatief adoratieobject in de
tijden wanneer het park weer eens gebukt gaat onder
buitensporig fangedrag voor de één-of-andere
entertainmentact. Waar Rode-Neuzenreisfans en
Efteling-on-Iceverslaafden hun liefde voor hun performers
luidruchtig en opvallend ten toon spreiden in het park en op
Internet, trekt de beschaafde en bij die gelegenheid
zelfverklaarde Wensbron-fan zich rustig terug op de stenen
bankjes rond het ronde vijvertje om aldaar de
wispelturigheid van het Efteling-liefhebberijschap te
overpeinzen. Het moet gezegd worden: de landschappelijk
fraaie omgeving van de bron maakt het er niet minder
aangenaam op. |
|
|
Gedrukte bronnen
“Kroniek van een
Sprookje” – Vanden Diepstraten, 2002
"Het Sprookje van de Efteling" –
Venmans, 1962
"KNMH 110 Jaar" – Aart Camijn, Erasmus
Universiteit Rotterdam
"Encyclopedie van de Muziek" – Redactie
Elsevier, 1956
Oude souvenirfotoboekjes de Efteling
1972 - heden
Met dank aan...
Nils Vissenberg en E.A.H. voor het
aanleveren van enkele historische
foto's van de Gondoletta.
|
Digitale bronnen
“Wikipedia” – Wikipedia
redacteuren, 2006
De archieven van Wonderchat en
Eftelist, 1998 - heden |
|
|
|
|
|
|
|