Was het u reeds
bekend dat...
...er vroeger
een sluiproute liep achter de Zeemeermin, om sneller van de
Papegaai naar Draak Lichtgeraakt te komen? Dit was de eerste
sluiproute die bij het “Oppoetsen van de parel” verdween,
aangezien het pad eigenlijk voor meer verwarring zorgde dan
dat het enig nut had.
...als vervanging van de Dansende Dolfijn, dus in plaats van
de Zeemeermin, er eerst werd gedacht aan het sprookje “de
Zes Zwanen”? Pieck maakte er al een suggestie voor, die te
vinden is in de Kroniek. |
Wanneer de zeemeerminzusjes vijftien jaar worden, mogen ze
voor het eerst de wereld boven water bekijken. Jaar na naar
komt de een na de ander met verhalen over de wereld boven.
De stralen van de avondzon op de golven, de stranden langs
de kust, de kleine boten met de vissers. De jongste
zeemeermin kan bijna niet meer wachten, maar op een dag is
ze dan eindelijk zelf vijftien. Haar eerste avond boven gaat
gepaard met storm en ontij, donder en bliksem. Ze ziet een
prachtig koninklijk schip, waarop overdag een feest werd
gegeven. Nu worstelt het om de golven te overwinnen. Een
prachtige jonge prins aan boord doet haar denken aan het
beeld in haar tuintje. Ze ziet zijn mooie ogen, sierlijke
gezicht en krachtige lichaam, en is op slag verliefd.
Wanneer de storm aanhoud en het schip vergaat haast ze zich
tussen de planken en balken door op zoek naar de prins. De
bijna verdronken jongeling drijft bewusteloos op het water,
en ze red hem door de prins in haar armen te nemen en naar
de kust te brengen waar ze hem veilig en wel op de rotsen
legt, vlak bij een klooster. Ze kust de nog bewusteloze
prins, en kijkt vanaf een afstandje dromerig toe hoe een
mooie jonge novice uit het klooster de prins vindt, die net
bij bewustzijn komt.
De kleine zeemeermin vertelt haar zussen niets over het
gebeuren. Maar de dagen en weken erna is ze nog stiller en
ingetogener dan normaal. Tot ze op een dag haar geheim niet
langer voor zich kan houden en het haar zussen en
grootmoeder verteld. Die wijzen haar waar het kasteel van de
prins ligt aan de kust, en de kleine zeemeermin is vanaf dat
moment geen moment meer ergens anders te vinden dan bij het
kasteel, starend naar “haar” prins die regelmatig op een
balkon aan de schitterende zee zit.
Op een avond, wanneer in het paleis van de Koning van de Zee
een groot feest plaats heeft, waarop de kleine zeemeermin
ook weer haar prachtige stem had laten horen, kan ze het
verlangen niet langer verdragen. Ze wil, net als de mensen,
ook een onsterfelijke ziel. En bovenal wil ze bij haar prins
zijn, als mens, met benen. Ze besluit de zeeheks, een vals
en walgelijk creatuur, levend ver weg achter maalstroom en
poliepenwoud, te vragen haar te helpen. De zeeheks stemt
toe, maar wil in ruil voor een drank die haar benen geeft,
haar stem. Wanhopig van liefde voor de prins stemt de
zeemeermin toe, ondanks de wetenschap dat ze slechts dán een
onsterfelijke ziel al krijgen, wanneer de prins haar zijn
onvoorwaardelijke liefde schenkt, en ze voor de eeuwigheid
in trouw worden verbonden. Zoniet, dan zal ze veranderen in
zeeschuim bij de eerste dageraad na het huwelijk van de
prins met een andere vrouw.
Met de toverdrank van de zeeheks bij zich zwemt ze naar de
trappen van het kasteel van de prins, waar ze het drankje
opdrinkt en haar staart zich met snijdende pijn splitst in
twee prachtige benen. Haar tong, die hield de zeeheks
achter. De prins vindt het beeldschone maar stomme meisje
daar, en neemt haar mee het paleis in. Elke stap op haar
nieuwe voetjes voelt als een stap op messen en dolken, maar
ze heeft het er voor over; eindelijk is ze bij haar jonge,
knappe prins.
Ze blijft in het paleis wonen en samen met de prins reist ze
door wouden waar de vogels zingen, naar bergtoppen en over
prachtige zonovergoten wegen door landerijen. De prins houdt
van haar zoals je van een lief, klein kind kunt houden. Maar
zijn échte liefde schenkt hij haar nog niet. Op feesten
danst de meermin als niemand anders, lichtvoetig en frêle;
beeldschoon. De prins verteld haar, als vrienden onder
elkaar, dat hij ooit een beeldschoon meisje uit een klooster
zag. Ze had “zijn leven gered” door hem te vinden op de
rotsen na een schipbreuk. Dát meisje is het mooiste meisje
dat hij ooit zag. De meermin kan hem niet vertellen dat zij
het was die zijn leven redde.
Op een dag vertrekken de prins en zijn lieve stomme meisje
naar een naburig koninkrijk omdat zijn vader graag wil dat
hij de prinses van dat land daar ontmoet. De prins heeft
weinig zin, maar gaat toch. “Zo mooi als jij of het meisje
dat me redde zal de prinses toch niet zijn.” Maar wanneer
ze, na een lange vaartocht, in het land arriveren kan de
prins zijn ogen niet geloven. De prinses is het meisje dat
hem redde, de novice uit het klooster!
Al snel maakt men voorbereidingen voor het huwelijk. En
wanneer de prins en de prinses trouwen, voelt de meermin
haar hart breken. Het echtpaar maakt een tocht over zee op
een prachtig verlichte boot. Treurig staart de meermin vanaf
het dek over het water. Eenzaam, en wachtend op de dageraad
die haar zal veranderen in zeeschuim. Dan ziet ze plots haar
vijf meermin zussen uit het water opduiken. Ze vertellen
haar dat ze hun schitterende haren lieten afknippen om de
zeeheks nogmaals te laten helpen. De kleine, treurige
zeemeermin geven ze een magische dolk. Als ze daarmee het
hart van de prins doorboort, zal ze weer meermin zijn, en
nog driehonderd jaar kunnen leven. Verslagen door haar
liefde voor de prins werpt de meermin het mes echter ver van
zich, in de oceaan. Wanneer de eerste stralen van de zon
over de horizon schijnen, veranderd ze, in zeeschuim.
Verdwenen is ze echter niet. Door haar opoffering heeft ze
een plekje verdient tussen de kinderen van de lucht, vale,
ijle geesten die koelte en wind over de wereld brengen naar
hen die het nodig hebben. Als ze, samen met haar nieuwe
zussen van de wind, driehonderd jaar lang goedheid en koelte
naar de mensen zal brengen, krijgt ze toch nog de door de
kleine zeemeermin zo zeer gewenste, onsterfelijke ziel. Voor
altijd.
De oorsprong
van het sprookje
De Kleine Zeemeermin is misschien wel het beroemdste
sprookje van de Deense sprookjesschrijver Hans Christian
Andersen. Deze bekendheid is niet in het minst te danken aan
het feit dat de zeemeermin hét symbool van Kopenhagen is
geworden. Een fraai bronzen beeldje van de meermin, met een
verlangende blik, siert daar de haven en trekt jaarlijks
duizenden toeristen. Ook de animatiefilm van Disney,
uitgebracht in 1989, droeg uiteraard spectaculair bij aan de
bekendheid van het sprookje. Trouw aan Andersens tekst is
Disney is echter beslist niet. Niet alleen veranderde Disney
de rol van de zeeheks tot rivaal van de kleine zeemeermin om
de liefde van de prins, maar ook het einde werd compleet
herschreven. In de tekenfilm wint de zeemeermin uiteindelijk
de hand van de prins, en leeft nog lang en gelukkig.
Meerminnen komen al vanaf de klassieke tijd in vertellingen
voor. Deze mythische wezens, half mens, half vis (en dus te
classificeren als chimaera’s), zien we voor het eerst voor
in teksten uit Babylonië, zo rond duizend jaar voor
Christus. De betoverende Sirenen uit de Odyssee kunnen
gezien worden als zeemeerminnen. Middeleeuwse teksten staan
vaak vol sterke verhalen over hele meerminsteden, niet in
het minst gevoed door het bijgeloof van zeelui. In allerlei
moderne fantasieliteratuur, van Peter Pan tot Harry Potter,
spelen ze nog steeds een rol.
Andersen baseerde zijn in 1837 gepubliceerde sprookje (dat
overigens tot de langere sprookjes in zijn bundels behoort),
op het Christelijke volksgeloof rond mythische wezens. Deze
zouden in tegenstelling tot mensen geen “ziel” hebben, en
dus bij hun dood in het niets verdwijnen. Hoewel zeewezens
in de folklore vrijwel altijd weergegeven worden als
verleidelijk en demonisch, geldt dit niet voor de kleine
zeemeermin. Haar romantische verlangen naar transcendentie,
en de continue opofferingen die ze maakt, duiden juist op
een goede geest waarvoor redding nabij is.
Het sprookje in
de Efteling
‘De Kleine Zeemeermin’ is in het
Sprookjesbos te vinden op een driesprong in het “oude” deel
van het bos, tussen de draak en Raponsje. Eigenlijk is het
maar de vraag of hier echt sprake is van een uitbeelding van
het sprookje van Andersen. De zeemeermin kan immers net zo
makkelijk in het rijtje van de kabouters, draak en
trollenkoning geplaatst worden: een vertegenwoordiging van
een bepaalde groep mythische wezens uit de Europese
sprookjestraditie. De laatste jaren, en met name in het
Andersen-jaar 2005, lijkt het park echter te hechten aan de
gedachte dat het hier daadwerkelijk om het cultuursprookje
van Andersen gaat.
De zeemeermin is uitgebeeld als een statische fontein,
waarbij een mooi beeld van de meermin, gezeten op een rots
voor een sierlijke barokachtergrond, statig in de verte
kijkt. Ze steunt een vis bij welke water uit de bek stroomt.
Het geheel is een ontwerp van Anton Pieck. Naar verluidt
werd de meermin zelf gemodelleerd naar de vrouw van Ton van
de Ven. Op de achtergrond van het tafereel klinkt het
Allegro Briljante van François-Adrien Boieldieu (1775 -
1834), de zelfde muziek als van het eilandje in de
Siervijver klinkt.
Al vanaf 1954 is op de plek waar nu de zeemeermin haar
verlangende dagen slijt, een fontein te vinden. In de eerste
jaren was dit de door Peter Reijnders bedachte “Magische
Liefdesbron”, waarbij twee geliefden over het vijvertje naar
elkaar konden reiken, waarbij het water middels een
kleurstof rood van liefde kleurde. In 1964 werd dit door
storingen (en wellicht Katholieke afkeuring) geplaagde
geheel vervangen door de Dansende Dolfijn. In het bassin
danste een dolfijn op de waterstralen in de rondte. Een erg
lang leven was ook dit tafereel echter niet beschoren, want
al in 1970 werd de dolfijn vervangen door het huidige geheel:
de meermin op de rots.
In 2001 werd de inmiddels behoorlijk versleten beeltenis van
de zeemeermin compleet vervangen. Men modelleerde haar
opnieuw (uiteraard wel gewoon naar de bestaande tekeningen
van Anton Pieck).
In 2006 kreeg de meermin nog een
cosmetische oppepper, dit maal in de vorm van een mooie
glanzende laklaag die haar huid eruit doet zien alsof ze nèt
uit het water is komen zetten. Sindsdien zit ze daar weer, tussen de altijd
klinkende harpmuziek, statig voor zich uit te kijken.
De Kleine Zeemeermin komt op geen enkel door het park
uitgegeven luistersprookjesalbum voor. Wel was het sprookje
van 1998 tot 2001 onderdeel van de succesvolle Sprookjesshow
in het theater op de Zonneweide en stond in de winter van
2004-2005 een groots opgezette familiemusical van het
sprookje op de planken van het Efteling-theater. De promotie
van deze Studio 100-coproductie ging gepaard met een
ongekende hoeveelheid, vaak nogal smakeloze reclame-uitingen
in het park, zoals “verboden op zeemeerminnen te
vissen”-bordjes in vrijwel alle vijvers van het park.
|