Het transportsysteem dat de kern van de attractie vormt, is door
de Efteling ingekocht bij de firma Intamin AG. Het was de eerste
attractie die het park bij deze leverancier bestelde, en vele
zouden nog volgen. De Gondoletta is een zogenaamde “Tow Boat
ride”. De door het park zelf gedecoreerde bootjes zitten vast
aan een lange stalen kabel die, middels een flink aantal grote
metalen schijven op de vijverbodem, over het hele traject is
gespannen. Overal waar de boot een bocht maakt is zo’n schijf te
vinden, die in de vijverbodem is verankerd. Om de staalkabel te
spannen (zodat deze niet van de geleideschijven loopt) is vlak
bij het Kinderspoor een zware spankabel aan een betonblok
bevestigd. Deze trekt in een hoekige bocht van het parcours
voortdurend de kabel strak.
De aandrijving van de hele attractie is, net als bij Fata
Morgana, geplaatst bij de draaischijf. Hier zet een zware
elektromotor zowel de schijf als het bootjestraject in beweging.
Vooral bij het starten en stoppen van de aandrijving is goed te
horen dat er heel wat kracht nodig is om veertig bootjes door
het water te trekken: er klinkt dan een slepend gezoem uit het
bruine houten schuurtje dat de mechanica van de attractie
herbergt. Met een snelheid van zo’n drie kilometer per uur
bewegen de bootjes zich voort over het traject van net geen
kilometer lengte. De overdekte gondels bieden elk plaats aan
maximaal negen passagiers (al wil het wel eens voorkomen dat er
een extra passagier plaats neemt op het voorsteven), wat de
capaciteit bij een vaarduur van twintig minuten brengt op
ongeveer 1100 opvarenden per uur. Hiermee heeft de Gondoletta
een duidelijk lagere capaciteit dan de trager varende Fata
Morgana. De attractie werd in 1981 in de reeds bestaande
Siervijver gebouwd voor twee miljoen gulden, 908.000 euro.
Hoewel de Gondoletta er voor velen er in herinnering altijd
precies zo uit gezien zal hebben als vandaag de dag, zijn er
toch in de loop van de ruim vijfentwintig jaar dat de attractie
bestaat wat kleine aanpassingen doorgevoerd.
Bij de opening in het voorjaar van 1981 misten de bootjes nog de
fiere vogelkop op de voorsteven, en ontbrak ook het krulornament
op de achterkant. De bootjes hadden in plaats van de gouden
“eendensnavel”-decoraties op het dak twee oranje vaantjes. Een
grasgroene bies sierde zowel de rand van het bootje zelf, als
die van het afdakje; daarnaast was het middendeel van het dakje
ook in deze kleur geschilderd. In 1994 ondergingen de
premičrebootjes hun gedaanteverwisseling; naar een ontwerp van
Ton van de Ven werden de ornamenten geplaatst en tevens
verdwenen de groene biezen en vaantjes. Het maakte de bootjes
wat minder “feestelijk”, maar tegelijk ook een stuk stijlvoller
en verhoogde de uniciteit.
Naast de bootjes van de attractie, veranderde in de loop der
jaren ook het aanzicht van de Siervijver zelf. In 1984 opende de
spoorbrug over het water, waardoor het Stroomtrein voortaan een
hele ronde om het park kon rijden. Een jaar of tien later
verdwenen de ronde kleine “bloemeneilanden” uit de siervijver.
Als bovenmaatse confettistippen van een meter of twee doorsnede
lagen deze bloembakken jarenlang fleurig in de vijver. Met de
komst van de
Pardoes Promenade
en Brink in 2000 werd de eerste
boogbrug (vanaf de Brink gezien) een heel eind opgeschoven en
gedraaid, zodat deze beter aansloot op het centrale
verdeelplein. Opvallender nog was in dat jaar de aanleg van het
vernieuwde Kinderspoor op een groot op de Siervijver
teruggewonnen stuk parkgrond.
Als typische lente- en zomersfeerattractie bleef de Gondoletta
tijdens de in 1999 gestarte
Winter-Efteling gesloten. De bootjes
werden opgeslagen in het eveneens gesloten Ruigrijk, en de
Siervijver bleef, op een enkele overblijvende eend na, leeg.
Voor de tweede Winter-Efteling bedacht het park een aardig plan
rond de Gondoletta. In plaats van de veertig gondels, werden
drie grote witte “ijsvissen” aan de onderwaterkabel bevestigd,
die door het gebruikelijke mechanisme rustig over de vijver
werden voortgetrokken. ’s Avonds werden deze vissen van
binnenuit blauwig wit flakkerend verlicht, wat een bijzonder
feeëriek en ijzig effect gaf op het mistige water. Helaas
verdween met de openstelling van het Ruigrijk tijdens de zevende
Winter-Efteling een plek om de gondels in de winter te stallen,
waardoor deze gewoon in de vijver bleven liggen, en de
kristallijnen ijsvissen zich dus niet meer lieten zien.
Een laatste verandering moet de Gondoletta volgens plan nog
ondergaan. Sinds een aantal jaren is er sprake van een plan om
de instapschijf te overkappen. Dit om de dienstdoende
parkmedewerkers en wachtende passagiers te beschermen tegen
felle zon of regen. Het plan is geďnitieerd door parkdirecteur
Olaf Vugts zelf, tijdens een “Terug op de Werkvloer”-weekje in
2001, uitgezonden op televisie door de RVU. Hoewel de
overkapping eigenlijk in seizoen 2006 gereed zou moeten zijn,
was de draaischijf bij aanvang van dat seizoen nog steeds
gelegen onder de blauwe open hemel.
Hoe mooi de bootjes van de Gondoletta ook zijn, hoe melodieus
het harpconcert ook klinkt en hoe fris de wind ook over de
Siervijver waait, de ware ster van de attractie is natuurlijk de
natuur. Planten, bloemen, bomen en ander groen spelen in wel
meer Efteling-attracties een hoofdrol (denk maar aan Droomvlucht
of het Sprookjesbos), maar nergens anders dan in de Gondoletta
is de natuur verheven tot het attractieve zélf, de reden om in
de wachtrij aan te sluiten. Jong en oud monsteren aan bij een
sloep om met volle teugen te genieten. In 1984 schreef een
Efteling-reclamekrant er al over:
“Een rondvaart door de grachtjes en de grote
siervijver heeft nog altijd grote aantrekkingskracht op veel
bezoekers. Logisch ook, want in de Gondoletta kun je even
heerlijk bijkomen van alle andere attracties. Want in de 20
minuten dat een rondvaart duurt hoeft u niets anders te doen
dan te genieten van de wonderschone bloemenpracht op de
oevers. [...] Op de klanken van een zacht muziekje wordt u
op uw tochtje begeleid door scholen vissen (waaronder veel
reuzenkarpers), zwarte en witte zwanen en allerlei eenden.”
|
Rond de vijver en op de twee eilanden in het water zijn het
de hoge loof- en naaldbomen die voor een donkergroen decor
zorgen. Ook in de winter blijft een groot deel van deze
“coulissen” van het Gondoletta-landschap ondoordringbaar voor
het oog; de naaldbomen geven met hun donkere verticale
lijnenspel zelfs dan nog een zekere fierheid aan het park. Het
mooist tooit de attractie zich echter in de lente en zomer.
Vanaf de seizoensstart zijn het de vroege bolgewassen als
narcissen die de oevers kleuren, in hun bloei gevolgd door
tulpen in ontelbaar veel bijzondere soorten en maten. In mei
worden deze op hun beurt weer gevolgd door de overvloedig
bloeiende rododendrons, die met hun zacht paarse bloemenpracht
overal rond de vijver ― zich metershoog in het vijverwater
reflecterend ― te vinden zijn. De hele zomer lang bloeien
kleurige eenjarigen in de perken, zoals afrikaantjes, vlijtige
liesjes, begonia’s, ageratum en zilverblad. Daartussenin plaatst
de Tuindienst hier en daar wat bijzondere accenten, zoals hoge
fuchsia’s, brugmansia's en andere planten die in de Efteling-kassen
overwinteren. De bloeiende plantjes en bolgewassen worden in
vrij grote vlakken gezet, keurig kleur bij kleur, waardoor zich
vanuit de bootjes gezien een soort ouderwetse lappendeken
ontvouwt op de oevers. Perken met krullende varens en kruipende
coniferen zorgen voor het nodige lage groen tussen het feest van
eenjarige kleuren.
Niet alleen bloemen, planten en bomen vertegenwoordigen de
natuur rond de Gondoletta. Ook de dierenrijkdom van de omgeving
doet niet onder voor die van het Sprookjesbos. In de
“Wonderlijke Wandelroute”, die de Efteling op haar eigen website
publiceert, lezen we bijvoorbeeld:
“In en om het water komt u verschillende dieren
tegen, o.a. de caroline-eend, de mandarijneend, de zwarte
zwaan en de Egyptische gans. Wanneer u in het water kijkt
kunt u snoeken, graskarpers en baarzen tegenkomen.”
|
Zonder moeite voegen we hier de wat minder exclusieve
loopeend, wilde eend, waterhoen, meerkoet, Canadese gans, blauwe
reiger en een heel arsenaal van lawaaierige kokmeeuwen aan toe.
Het meeste indruk van al deze vogels maakt toch meestal de
zwarte zwaan, die sierlijk over het water dobberend op zoek is
naar een vrijgevige kinderhand met broodkorst. |