Attracties - Gondoletta - Een Feest van Kleuren
 
 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4
     
 
Het kanaal vanaf de Siervijver naar de Roei- en Kanovijver had in de jaren zeventig een heel andere uitstraling, met gazons aan de oever en natuurlijk zonder transportsysteem in het water. Scan uit souvenirfotoboekje 1974. Wanneer vanaf 1952 het Sprookjesbos duizenden bezoekers naar De Efteling trekt liggen de gegraven vijvers er sierlijk bij. Jonge aanplant spiegelt zich in het heldere water (door een leemlaag op haar plek gehouden), en niets herinnert aan de zwetende huid en vermoeide spieren van arbeiders die hier in weer en wind werkten ter bevordering van het plezier van anderen. De Siervijver is de grootste watervlakte geworden. Zuidelijker, verbonden via een kronkelig kanaal, ligt de Kano- en Roeivijver. In de Siervijver ligt een eilandje dat niet met bruggen te bereiken is. Al snel vestigen zich hierop allerlei soorten vogels.

In 1953 opent aan de noordoever van de Siervijver het Café-Restaurant, een hagelwit horecacomplex dat met haar typische “sanatoriumarchitectuur” licht en luchtig overkomt. Op de terrassen is het, onder het genot van bijvoorbeeld een originele Brabantse Koffietafel, volop genieten van de omgeving. Het succes van de Efteling is duidelijk wanneer in de zomer geen plekje onder de parasols meer vrij is.

De Jaren Zestig en Zeventig
Terwijl in andere hoeken van het park ingenieuze publiektrekkers als De Indische Waterlelies en De Vliegende Fakir openen, gebeurt er in de jaren zestig en zeventig rond de Siervijver niet veel.

Bob Venmans, auteur van het aardige boekje “Het Sprookje van de Efteling”, beschrijft de situatie rond de Siervijver in 1962 uitvoerig. Een citaat:

Bob Venmans. Scan van achterplat "Het Sprookje van de Efteling"“Vanaf de toppen [van de heuvels rond de vijver, red. WWCW] hebben we steeds een prachtig uitzicht over de weidse watervlakte van het meer, waaruit zich een weelderig begroeid eilandje verheft. Van het hoogste punt van dit eiland stort zich een smalle waterval omlaag, die niet door een natuurlijk bron, maar door een onzichtbare pompinstallatie wordt gevoed. Deze pompinstallatie moet de stand van het water op peil houden, zodat in warme zomers het meer niet kan uitdrogen. Vooral voor de honderden watervogels, die op het eiland en langs de oevers van het meer hun broedplaatsen hebben, zou dat een ramp zijn. Het zijn niet alleen tamme vogels zoals eenden, ganzen, witte en zwarte zwanen en zwarthalszwanen die de wateren van het park bevolken. Ook alle soorten wilde eenden en waterhoentjes hebben De Efteling tot hun domein verklaard en broeden er tussen het riet. Behalve de Luchtfoto Siervijver in jaren vijftig. Scan uit "Het Sprookje van de Efteling"roodhalsganzen strijken ook de wilde rietganzen en vele anderen op doortocht zijnde watervogels neer op het meer, waar zij zich soms lange tijd ophouden.

Van jaar tot jaar nemen deze graag geziene en beschermde gasten van de Efteling in aantal toe. Het voeren van de vogels is voor kinderen een vermaak, dat alleen wordt overtroffen door het voeren van de vissen. Onder de bruggetjes die de engste gedeelten van de waterpartij overwelven is het wateroppervlak in constante beroering door de vette ruggen en zwiepende staarten van de tienduizenden goudvoorns en spiegel-, leer-, goud- en edelkarpers, die elkaar ieder kruimeltje brood betwisten.”

In 1976, bij het vijfentwintigjarig jubileum van het park, biedt het personeel het park een vijftien meter hoog spuitende fontein aan. Deze krijgt een plaats in de Siervijver, maar blijft daar slechts vijf jaar in al zijn imposantheid in werking. Zo weinig nieuws als de zestiger en zeventiger jaren de Siervijver namelijk bieden, des te meer actie brengen de jaren tachtig.

De 'Booming Eighties'
En zo komen we in de geschiedenis van de Gondoletta aan in de jaren tachtig. De jaren van ongebreidelde groeispurten en elk jaar weer een nieuw Efteling-wonder; 1981 bracht er twee: de Efteling-vreemde, wilde Python en de oer-Eftelingse, rustige Gondoletta. Hoe ontstond het elegante bootjestraject door zeeën van bloemen in het toenmalige parkdeel Noord eigenlijk? Laten we die vraag proberen te beantwoorden.

De ontwikkeling van de Gondoletta kent sterke verbanden met de ontwikkeling van Fata Morgana. Niet voor niets delen deze twee attracties een vergelijkbaar transportsysteem; niet voor niets bevat de “Kroniek van een Sprookje” een tekening van een majestueus Oosters kasteel op het eilandje in de Siervijver. Uw trouwe WWCW-redactie vroeg voormalig creatief directeur Ton van de Ven in het kader van de attractie Fata Morgana al eens om wat achtergrondinformatie: “Er is een aantal ontwerpen gepubliceerd voor Fata Morgana op het eiland in de Siervijver. In hoeverre was de attractie voor deze ‘oorspronkelijke’ locatie anders dan de uiteindelijke versie?”

Ton van de Ven“De ontwerpen in de siervijver betroffen een poging om te voldoen aan een verzoek van de toenmalige bestuursvoorzitter ir. Gé Rieter om het parkgedeelte Siervijver méér inhoud te geven dan een fraai landschapsbeeld. De mogelijkheden met het “1000-en-één-nacht”-thema om daar een volwassen darkride te bouwen bleken door het geringe volume en de kwetsbaarheid van het landschap te beperkt. [...]

De Gondoletta was oorspronkelijk aangelegd om te dienen als transportsysteem waarbij zowel het landschap alsook de attractie te genieten moest zijn. Het verklaart ook de enigszins merkwaardige dakvormen van de vaartuigen die toch een oosterse touch hadden. De praktijk met het gebruik van de vaartuigen wees uit dat de Gondoletta een “zelfstandige” attractie op zichzelf vormde en dat een tochtje varen van 20 minuten zeker bij de oudere gasten veel waardering oogstte.

Met de Gondoletta als een mogelijk te gebruiken transportmiddel is ook de vraag beantwoord hoe de eerste schetsontwerpen moeten worden gezien: een korte indoor-beleving met nogal wat technische beperkingen, daarnaast de landschapsbeleving.”

 

Uitsnede plattegrond 1978. Op deze plattegrond uit 1978 is de oude vorm van de Siervijver en het kanaal mooi te zien. - Scan van plattegrond.De “1001-nachtshow” werd dus als het ware uiteengetrokken tot een volledig in de openlucht geplaatste vaartocht en een compleet geconditioneerde inboorbeleving die vijf jaar na de opening van de Gondoletta haar poorten zou openen. Pas met de komst van De Vliegende Hollander in het Ruigrijk werd het oorspronkelijke concept van een gecombineerde binnen- en buitenattractie toegepast binnen het park. Ook hier neemt de bezoeker plaats in een boot om de tocht te ondernemen.

Voor de aanleg van het traject van de Gondoletta moest het landschap van de Efteling aangepast worden. Het kanaal dat sinds de grondwerkzaamheden van de jaren vijftig de Sier- en Kanovijver met elkaar verbond bood geen mogelijkheid tot het maken van een gesloten circuit. Daarom werden de Sier- en Kanovijver losgekoppeld, en werd het kanaal via een bocht teruggeleid naar de vijver. Zo ontstond een tweede “eiland” in de Siervijver, met de rest van de Efteling verbonden door twee fraaie boogbruggen. De Sier- en Kanovijver bleven wel ondergronds met elkaar verbonden, via een beheersbaar waterverdeelsysteem.

De Vaart
De Gondoletta is één van de grootste attracties van het park. Wie inscheept voor een vaart met één van de veertig gondels maakt een tocht die voert van een instap niet ver van de centraal gelegen Brink, draait richting het Anderrijk, en via de rand van Ruigrijk naar het hart van het Reizenrijk voortkabbelt. Er zijn ook weinig Efteling-attracties die de bezoeker zo lang plezieren. Minimaal twintig minuten duurt een tocht, maar vaak zal het door korte pauzes nog wat langer zijn.

Het “perron” van de Gondoletta is eenvoudig. Het was de eerste Efteling-attractie waarin het beproefde “draaischijf”-systeem werd toegepast, waardoor het mogelijk is in te stappen in continu bewegende voertuigen zonder het ongemak van snelheidsverschil tussen vaste grond en voertuig. Later kregen ook de Piraña, het Carnaval Festival en Fata Morgana een dergelijk systeem. In tegenstelling tot de situatie bij deze latere attracties, bevindt de instapschijf van de Gondoletta zich in de open lucht. De schijf is te bereiken via een stevige houten brug, met daarop een poort met een sierlijke klok. Samen met het mooie Pieckeriaanse controlehuisje en de ornamenten op de bootjes zelf, vormt deze meteen de totale decoratie die op de attractie is toegepast. De Gondoletta moet het dan ook vooral hebben van de pracht van Moeder Natuur.

Bij avond vaart een gondel tussen de bomen door. -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2006

Wanneer de bootjes de schijf verlaten zetten we koers over de Siervijver richting het kanaaltje dat vroeger de verbinding vormde met de Kanovijver. Links vormt sappig groen gras de voorgrond van de Wensbron, terwijl recht voor ons de eerste brug over het traject zichtbaar is. Wanneer we daar onderdoor zijn gevaren, zien we eerst overhellende vegetatie, waaronder grote donkere rododendrons, voordat we tussen een zee van bloemen in allerlei kleuren dobberen. Rechts, langs het pad dat het kanaal volgt, stond vroeger een grote fotospiegel waarmee het mogelijk was jezelf op de foto te zetten met de bloemenpracht van het park op de achtergrond. We maken een ruime bocht om de uiterste zuidpunt van het grote eiland binnen het kanaal, en varen met voor ons een woud van coniferen en dennen weer richting de Siervijver. Rechts van ons, op de oever, is een keur van bloemen en planten in mooie patronen geplant.

Voorbij de tweede brug varen we de grote waterplas van de Siervijver op. Hier trekt vaak de wind, die vrij spel heeft over de grote vlakte, wat aan. Met een zigzaggende beweging zetten we koers richting het Zaanse cultuurlandschap van het Kinderspoor (dat op een stuk parkgrond ligt dat teruggewonnen is op de vijver), om vervolgens helemaal om het hoog beboste vogeleiland te varen. Vanuit de hoge en volle begroeiing klinken de klanken van harp en strijkers; het harpconcert van de Gondoletta, dat alleen hier te horen is. Bij de in 1984 geopende spoorbrug aangekomen draaien we weer richting de plaats waar we onze tocht begonnen. Met wat geluk denderen net Aagje, Trijntje of Moortje, de smalspoorlocomotieven van de Efteling Miniatuur Stoomtreinmaatschappij over de brug; een fraai gezicht. Tussen de wilgen en rododendrons door stort zich vanaf het eilandje een waterval in de Siervijver. In twee trappen stroomt het water over gelaagde, donkerbruine stenen. Met de Pagode in zicht is het terras van het horecapunt hier (vroeger overigens meer in lijn met de Gondoletta "La Gondola" geheten) het laatste dat we zien voor we weer uitstappen.

Bovenaanzicht Siervijver en instapschijf vanuit Pagode. -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2006
o Vanuit de Pagode is bijna het hele traject van de Gondoletta te overzien.

 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4