Attracties - Sprookjesbos - De Vliegende Fakir

 
 
De Vliegende Fakir -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2005  
In het verre Perzië zijn de torens van paleizen en moskeeën gebouwd in de vorm van een tulpenbol. Dat komt omdat kooplieden die naar verre landen reisden ooit een paar tulpenbollen naar Perzië hebben meegenomen, waar ze sindsdien elk jaar prachtig groeien in de paleizen van rijke vorsten. De tuinen zijn zo uitgestrekt dat elke vorst een legertje tuinlieden in dienst heeft om de tuin te onderhouden, maar soms, heel soms, weten die tuinlieden zelfs geen raad en dan doen ze een beroep op een fakir.
 
De Vliegende Fakir -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005
Embleem 'De Vliegende Fakir' -|- Tekening: Bram Elstak © het WWCW 2005
Sprookje:
De Vliegende Fakir

Publicatietitel:
De Vliegende Fakir

Opgetekend door:
Efteling (Bob Venmans en Martine Bijl)

Openingsjaar:
1958, huidige fakir vanaf 1987

Ontwerp:
Anton Pieck

Ingesproken door:
-

Type sprookje:
Openluchttafereel

 

   

 

Was het u reeds bekend dat...

...je vroeger via een prachtige brede aanloop vanaf de Indische Waterlelies naar de Fakir kon lopen? Deze aanloop werd enigszins verstoord toen de nieuwe sprookjes van 1998 er voor zorgden dat de zichtlaan een sluipweggetje werd. Vanaf eind 2004 is er helemaal geen indrukwekkende aanloop meer naar het sprookje. Gelukkig is het ruime plein voor het paleis wel behouden.


...de Fakir bij de opening in 1958 eigenlijk niet echt deel uitmaakte van het Sprookjesbos, maar veel meer een “losse” attractie van het park was? Het bos hield destijds immers op bij de Prinsenpoort.


...in de agenda van Peter Reijnders al lang voor de bouw van de Vliegende Fakir plannen stonden opgetekend voor ‘De Fakir met de Dansende Goudvis’? Uiteindelijk is de Fakir los van de goudvis in het park verschenen en dook ter vervanging van de Liefdesbron de Dansende Dolfijn op.


...het oorspronkelijke ontwerp uit ging van twee losse torens zonder verbindingsmuur? Helaas bood dit geen visuele mogelijkheden om de kabels van de fakir te verbergen.


...ten tijde van de bouw van de Vliegende Fakir het park nog niet beschikte over goedgeoutilleerde werkplaatsen voor de ontwikkeling van poppen en robots, en dat de drie fakirpoppen daarom bij Peter Reijnders in Eindhoven zijn gebouwd, net als dat het geval was met bijvoorbeeld Doornroosje en Sneeuwwittje?

Zo was er ooit eens een vorst die ging trouwen in november en van zijn tuinman verlangde dat bij zijn thuiskomst de tulpen in de paleistuin zouden bloeien. Tulpen in november, dat kan natuurlijk niet, en de oppertuinman van de vorst zat dan ook met de handen in het haar. Als de tulpen niet bloeiden, dan zou hem dat wel eens zijn hoofd kunnen kosten. Na veel denken deed hij beroep op een fakir. "Waar zijn de tulpen geplant?" vroeg de fakir. "Daar, bij deze paleistoren, heb ik gele tulpen geplant, en daar, bij de andere, heb ik rode tulpen in de grond gestoken." antwoordde de tuinman nederig.

Toen deed de fakir iets heel bijzonders: hij pakte zijn fluit en begon te spelen, een heel mysterieus lied. En langzaam, heel langzaam, kwamen bij de ene palEen herfstig doorkijkje -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005eistoren alle gele tulpen naar boven. De tuinman kon zijn geluk niet op toen hij zag dat de fakir op zijn vliegend tapijt stapte en nu ook naar de andere toren vloog om daar de tulpen uit de grond te toveren. Maar wat schrok hij! Want terwijl de rode tulpen begonnen te bloeien, zakten bij de linkertoren gelijk de gele tulpen terug in de grond! Onmiddellijk vloog de fakir weer terug naar de andere toren, en begon daar weer te spelen. En zo bleef de fakir heen en weer vliegen tussen de twee torens, tot de vorst arriveerde met zijn bruid. De vorst was zo blij toen hij zag dat de tuinman de opdracht tot een goed einde had gebracht, dat hij hem een beurs geld vol met goudstukken. De goudstukken gaf de tuinman aan de fakir, maar de beurs hield hij zelf, als herinnering.

De oorsprong van het sprookje
Hoewel fakirs (of derwisjen, zoals ze in het Perzisch genoemd worden) vrij vaak opduiken in de verhalen van 1001-Nacht, is het bovenstaande sprookje geen sprookje uit deze bundel. De verhalen die Sheherazade duizend en één nachten lang aan vorst Shahriar vertelde om zo haar leven te beschermen, werden bekend in Europa in het begin van de 18de eeuw via een Franse vertaling. Hoewel in de Efteling verschillende oosterse sprookjes en attracties te vinden zijn (‘De Chinese Nachtegaal’, Fata Morgana, Vogel RoZiet u draden? Of zijn het slechtst strepen op de muur? -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005k, ‘De Vliegende Fakir’), is alleen het verhaal van Sindbad de Zeeman, dat de inspiratie was voor de donkere achtbaan Vogel Rok, daadwerkelijk afkomstig uit deze verhalenbundel. Een fakir is historisch gezien een aanhanger van het soefisme, de mystieke leer van de Islam. Hij leeft als kluizenaar of bedelmonnik. Het bekendst zijn de dansende derwisjen van de Mawlawi in Turkije, die met draaiende dansen een toestand van extase bereiken. Aan fakirs worden vaak bijzondere krachten toegeschreven: zo zouden ze ongevoelig zijn voor pijn (vandaar het spijkerbed), ze kunnen dieren betoveren (vandaar de slangenbezweerders) en ze beschikken over bijzondere krachten. Ook het vliegend tapijt is een typisch element uit verschillende verhalen van duizend en één nacht (ze worden verkocht op de markt van Fata Morgana). Anton Pieck en Peter Reijnders combineerden al deze elementen tot één sprookje, en om de mengelmoes nog completer te maken, voorzagen ze het van Indische muziek.

Bij de vliegende fakir zoals die wordt uitgebeeld in de Efteling wordt geen verhaal verteld. Het bovenstaande verhaal werd opgetekend door Bob Venmans in "Het Sprookje van de Efteling" op basis van Piecks en Reijnders uitbeelding in het park en bewerkt tot hoorspel voor de sprookjesalbums van de Efteling (je vindt het terug op de vijfde CD, CNR 100.392-2). Voor het officiële sprookjesboek van de Efteling, "Sprookjes van de Efteling", verzon Martine Bijl zelf een eigen sprookje, “De Tuinman en de Fakir”, losjes leentjebuur spelend bij ‘De Chinese Nachtegaal’, over een sultan die van een emir vier zakken tulpenbollen cadeau krijgt. Nadat de sultan ziek wordt, weten de tuinman en de fakir samen alle tulpen te doen bloeien. Bij de aanblik van al die rode en gele tulpen wordt de sultan zo ontroerd, dat hij ineens weer beter wordt.

Het sprookje in de Efteling
‘De Vliegende Fakir’ is, net als ‘Langnek’ en ‘De Indische Waterlelies’, één van die sprookjes die al jarenlang met de Efteling geassocieerd worden. Het paleis, dat voor de komst van ‘De Chinese Nachtegaal’ in 1999 het laatste sprookje was voor wie de officiële Sprookjesbosroute volgde, werd door Anton Pieck en Peter ReijHet paleis van de Fakir in zomeravondsferen -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005nders gebouwd in 1958. Pieck inspireerde zich bij het ontwerpen van het paleis op Perzische miniaturen uit de 15de, 16de en 17de eeuw. Het kasteel is gebouwd op een oppervlakte van 1.600 m² en het grootste deel is volkomen massief (zo weegt elk van de 32 kantelen 80 kilogram). Leuk detail: één van de torens van het kasteel is, tussen het groen, ook te zien in het decor van ‘De Indische Waterlelies’, dat tien jaar na ‘De Vliegende Fakir’ door Pieck werd ontworpen. De illusie van het vliegende tapijt wordt gewekt met drie verschillende fakirs. Onderin elke toren zit een fakir, en op het tapijt zit een derde, die door twaalf elektrische motoren via een ingewikkeld schakel- en beveiligingssysteem van de ene naar de andere toren vliegt, een afstand van dertig meter. Dit is overigens de langste afstand op de wereld die ooit aantoonbaar per vliegend tapijt werd afgelegd. Vlak voor de deuren in de toren sluiten nadat de fakir naar binnen is gevlogen, kun je de stoïcijnse figuur zien draaien in z’n toren, klaar voor de volgende vlucht. Dit is vooral goed zichtbaar vanaf het pad bij 'Het Meisje met de Zwavelstokjes', of vanuit het prieel in de tuin tegenover ‘De Chinese Nachtegaal’.

Het instrument waarop de fakir speelt is de shanai, een oosterse hobo. De muziek die weerklinkt is die van Sanai Gath die de Raga Kaphi speelt. De oorspronkelijke vliegende fakir had een zwarte baard (van vezels), maar die werd in 1987 vervangen door een serie moderne animatronics, naar een nieuwer ontwerp van Anton Pieck. Deze vervangende fakir kreeg een witte baard, een sierlijker tulband en ziet er een stuk ouder uit. Technisch werd de fakir iets eenvoudiger: de vingers gaan net als bij de oude fluitspelende fakir nog steeds mooi op en neer, maar de ogen van de fakir bewegen niet meer spiedend van links naar rechts.

De Fakir met zijn fluit, altijd onverstoorbaar in de weer met de tulpen in de tuin -|- Foto: Kees Iriks © het WWCW 2005

Het principe waarmee de gele en rode tulpen omhoog worden gebracht, werd bedacht door Peter Reijnders. Oorspronkelijk had Reijnders twee waterbassins ontworpen, waarin tulpen dreven op grote kurken. Het overpompen van water zorgde voor een stijging van het waterpeil in het ene bassin waardoor de tulpen door de stengels heen omhoog werden geduwd, en een daling van het waterpeil in het andere waardoor de tulpen in dit bassin weer verdwenen. Op den duur zogen de kurken echter zoveel water op dat ze zonken. Reijnders probeerde het met plastic eitjes en bekertjes en glazen monsterflesjes. Ten slotte werden de tulpen vastgemaakt op een ondergrond van lichte kunststof. De techniek van Reijnders wordt tot op de dag van vandaag nog gebruikt. De manier om de fakir onzichtbaar over kabels te laten vliegen, ontdekte Reijnders per toeval. Tijdens een bruidsreportage op een regenachtige dag, zag Reijnders glinsterende bolletjes door de lucht zweven. Het bleken waterdruppels te zijn die langs telefoondraden voortgleden. De draden waren niet te zien, want ze vielen weg tegen de voegen van een kerkmuur op de achtergrond. Het bleek dé oplossing voor een technisch probleem dat Reijnders al een tijd bezighield ― eindelijk zou hij een fakir echt kunnen laten vliegen.

Naar links, naar rechts, naar links, naar rechts... -|- Foto: Kees Iriks © het WWCW 2005

 
Wilt U mij niet Uw afval geven
Dan wil de Fakir niet meer zweven

 

‘De Vliegende Fakir’ is één van de tien afbeeldingen op de Efteling-dukaten van ‘Ezeltje Strek Je’. De muziek van de fakir staat op de "Wonderlijke muziek van de Efteling"-CD (Columns 290263) en het sprookje vind je zoals gezegd als hoorspel terug op de vijfde sprookjes-CD (CNR 100.392-2). Een heel eigen versie van Martine Bijl van het sprookje, mooi geïllustreerd door Anton Pieck, vind je terug in het sprookjesboek van de Efteling, "Sprookjes van de Efteling". Het sprookje werd ook opgenomen voor de TV-serie “Sprookjes”, verteld door Jan Decleir, en is te vinden op de tweede DVD van die reeks.

Ansichtkaart 'Natuurpark de Efteling' - De Vliegende Fakir -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2005

 


 

 

© 1998 - 2005 Het Wondere Wereld Web / Het Wonderlijke WC Web | teksten: Erwin Taets, Friso Geerlings en Paul Melssen