et
Reizenrijk is een vrolijke boel.
Jokie en zijn
carnavalskornuiten, de creaties van Loekie-de-Leeuw-schepper
Joop Geesink, brachten het Noordplein in 1984 kleur en een
bijzonder opgetogen stemming. Deze kleurenrijkdom zou vanaf
dat moment toonaangevend zijn op het plein. Later werd deze
regenboog nog benadrukt met de komst van de zwierende
kookpotten en hun meester de Kannibaal, en ook de
polychrome, mythische vogel draagt sinds enige tijd zijn
steentje bij aan de bonte lappendeken in deze hoek van het
park.
Lang geleden echter, ver voor de komst van de blauw/witte
loods waarin bezoekers onder begeleiding van de persistente
muziek van Toon Hermans en Ruud Bos een tocht door de wereld
van het feest kunnen maken, werd de zelfde plek gedomineerd
door andere kleuren. Het was het groen van weelig tierende
begroeiing, het wit van geschilderde muren én een vleugje
oranje van een parasol of markies. Die witte muren en oranje
parasols zijn er sinds 1953, het jaar waarin het Café-Restaurant-complex
werd geopend.
De geschiedenis van het Café-Restaurant is een lang verhaal,
vol ingewikkelde naamsveranderingen en een flink aantal
verbouwingen. Op de WWCW-pagina "Het Café-restaurant, een
historie in woord en beeld" is een jaartallenoverzicht te
vinden van de periode 1953 tot heden van dit grote bouwwerk.
Op de pagina die u momenteel leest echter, gaan we in op het
Café-restaurant van nu, dat onder de naam Ballonvaarder op
de plattegronden te vinden is.De blik van de Efteling-bezoeker die tegenwoordig van
Marerijk naar Reizenrijk loopt zal niet direct vallen op het
grote horecacomplex. Daarvoor is Vogel Rok te prominent
aanwezig. Gezien vanaf de andere kant echter, komende vanaf
de Pagode, is het Café-Restaurant nog net zo aanwezig als in
de jaren vlak na de opening. Het witte bouwwerk met de grote
ramen op het zuiden, de kleine ronde raampjes daarboven en
het grote dakterras vallen direct op. Wat ook direct opvalt,
is dat een groot deel van het exterieur van de
benedenverdieping niet erg harmonisch aansluit bij de rest
van het gebouw. Een verklaring vinden we in de geschiedenis:
er is hier het nodige verbouwd, maar niet altijd met even
veel architectonisch succes. Zoals de benedenverdieping
afsteekt bij de Ballonvaarder als geheel, zo steekt het
gehele complex eigenlijk af bij de gangbare stijlen binnen
de Efteling. We vinden hier geen beige stucwerk met her en
der een scheur; een element dat vrijwel elk Efteling-bouwwerk,
tot Pandadroom toe, wel kenmerkt. In tegenstelling tot de
gezellige, soms wonderlijke bouwsels van Pieck en Van de Ven,
komt dit gebouw meer over als een strenge en chique
gelegenheid. Op de een of andere manier doet het bouwwerk
ons altijd een klein beetje denken aan een sanatorium of kür-oord; een gedachte die we bevestigd zien wanneer we oude
foto's onder ogen krijgen, waarop in badpak gestoken dames
op de uitgestrekte terrassen genieten van rust en zon.
|
Hoewel over smaak valt te twisten, is het bouwwerk
nauwelijks "mooi" te noemen. De bovenverdieping, die qua
gevelwerk nog vrijwel helemaal authentiek is, komt nog het
dichtste bij een estetisch bevredigend plaatje. De
benedenverdieping is met al z'n luifeltjes, aangebouwde
glaspuien en aansluitende kozijnen een beetje een ratjetoe.
Gelukkig zien we hier normaal gesproken niet zo veel van
door het aanwezige terras dat de aandacht opeist.
Het gebouw draagt haar nieuwe luchtwaardige naam sinds 2001,
het jaar waarin het na een grondige verbouwing en
opknapbeurt heropende. Geheel in stijl met het omgevende
rijk werden voor de verschillende horecapunten die het
complex bevat voornamelijk namen gekozen die het reizen als
thema duidelijk maken. In het "Ballonvaarder"-complex vinden
we dan ook zowel een "Globetrotter" als een
"Wolkenvaarder",
en ook de naam van een prachtig natuurverschijnsel uit het
verre noorden: "Het Noorderlicht".
Qua naam een beetje een vreemde eend in de bijt is de "Florant".
Wanneer we het gebouw betreden via de wat afstandelijke
entree (nog versterkt door het hellinkje) aan het Reizenrijkplein
― vanwaar we trouwens wel een leuk uitzicht
hebben op het contour van het dak, dat, best bijzonder,
slechts heel licht helt ― hebben we al snel de keuze uit het
bezoeken van een twee- of drietal (afhankelijk van het
seizoen) horecapunten. Rechts zien we de entree tot de Florant, het bedieningsrestaurant van het
Ballonvaarder-complex. Links, via een statige trap die zo in
een TV-decor geplaatst kan worden, komen we op de
bovenverdieping van het complex, alwaar het grote Wolkenvaarder-buffet te vinden is (toegankelijk op
zomeravonden). Rechtuit is de toegang tot de Globetrotter,
het zelfbedieningsrestaurant, te vinden.
De hal waarin de trap, de hoofingang en de twee entrees tot
de horecapunten op de begane grond bij elkaar komen bevat
een erg mooie verwijzing naar de naam van het complex. Aan
de rechterkant van deze hal is namelijk een grote
luchtballon, compleet met een flinke rieten mand voor
passagiers, neergekomen. De luchtzak van de ballon zelf
hangt, half leeggelopen, ook nog in de hal. Eromheen zijn
allerlei exotische attributen te vinden. Wellicht zijn ze
meegenomen door de ballonvaarders op hun verre tochten? We
vinden hier onder andere een groot Afrikaans beeld dat
rechtstreeks afkomstig lijkt te zijn van een dorpspleintje
ergens in de binnenlanden van Kongo. Of anders toch
tenminste uit een volkenkundig museum. Achter en naast de
mand liggen oude foto's in houten lijsten en stevige antieke
koffers.
De muren van de hal, evenals die van de Globetrotter, zijn
geschilderd in de kleur van oud perkament. Daar is het
echter niet bij gebleven. Om het reizenthema kracht bij te
zetten zijn op deze muren allerlei enorm vergrote onderdelen
van oude zeekaarten geschilderd. We vinden onder andere een
in barokke krullen gevatte kaarttitel, meridianen,
coördinaten en de letters van windrichtingen. Daartussenin
konden de decorateurs het natuurlijk niet laten ook een
aantal van de welbekende Robert-Jaap-Jansen-twinkels te
schilderen, die tegenwoordig op werkelijk élk stukje Efteling-ontwerp te vinden zijn. Als geheel vormen deze
wanddecoraties een erg mooie, sierlijke maar vooral warme
sfeer.
Op verschillende plaatsen in de entreehal van het
Ballonvaarder-complex vinden we enorme kunststof logboeken,
waarin we het relaas van de reizigers uit de luchtballon
kunnen lezen. Chronologisch begint het logboek vlak bij de toegankshekjes naar de
Globetrotter:
7-12-1890: Uitgekookt!
...Vies waren we niet maar we moesten volgens de
stam wel in bad. Het water borrelde. Kokende
hitte. We smolten zowat... EN de medicijnman met
zijn parelwitte tanden bleef ons maar
vriendelijke toelachen vanaf zijn troon. Wat een
vreemd en lang bad. Het werd heter en heter...
Toen plots een windvlaag! En als bij een wonder
tilde het ballonanker ons op uit de kookpot...
|
|
Dicht bij de mand van de ballon vinden we het volgende
logboekfragment, dat zestig jaren later is geschreven:
22-1-1950: Van de Wal op de Vis - 61/40 N, 64/0 O
Brrrr... Koud hier! We landen op een mysterieus groen eiland.
Het stinkt hier naar vis! Na zes dagen verkenning, voelde we
ineens vreemde aardschokken, die steeds heftiger werden. Een
Aardbeving? Snel de de ballonmand in! Plotsklaps schoot onze
ballon met waterkracht omhoog! Veilig vanuit de lucht
sloegen we gade; per abuis waren we geland op een
monsterlijke walvis!...
|
|
Vlak bij de entree van het
Ballonvaarder-complex vinden we
het slot, dit keer ruim een halve eeuw later gedateerd:
2-5-2000: Gestrand! - 51/39 N, 5/10 O
...plotseling,-nog niet bekomen van ons vorige avontuur-
Storm! Noodweer!!! Een Woeste WestenWind voerde ons ruig mee.
Het horen en zien verging. De ballon tolde en draaide. Met
een duizelingwekkende klap knalde we hier door het plafond!
Om terecht te komen in de Efteling een wereld vol wonderen!
Een vreemde wereld... Welke avonturen liggen hier nu weer op
de loer...
|
|
|
Zowaar een reis van wel honderdentien jaren! Dat moet een
flink logboek zijn! Geen wonder dat die ballon neerstortte:
allemaal overbodige ballast. De logboeken in de hal van de
Ballonvaarder zijn wat simpel van uitvoering (het plastic is
wel heel erg duidelijk plastic, terwijl de Sprookjesboeken
in het Sprookjesbos er een stuk echter uit zien - ze kunnen
het dus wel), maar toch is deze toevoeging aan het thema van
het hele complex in onze ogen erg geslaagd. Of veel
bezoekers ook de moeite nemen om de logboekfragmenten te
lezen, is helaas maar de vraag. Wij in elk geval wel.
Overigens is voor de logboekteksten gebruikgemaakt van het
eigen lettertype van het Ballonvaarder-complex. Buiten de
logboekfragmenten wordt dit font onder andere gebruikt voor
de borden met de namen van de verschillende horecapunten, op
de menukaarten, op richtingsbordjes binnen het complex en
buiten het gebouw op het naambordje van de papierschrokop in
de Kleuterhof. Het is een zwierig lettertype, dat, hoewel
typografisch een beetje chaotisch door de lange uithalen,
wel past bij de Ballonvaarder. We kunnen ons in elk geval
prima voorstellen dat een ontdekkingsreiziger zo in zijn
logboeken schrijft.
De hele entourage met de neergestortte ballon, de logboeken
en het Afrikaanse sculptuur doen ons sterk denken aan Jules
Verne's "Vijf weken in een Luchtballon". Alleen waren de
Wolkenvaarders uit het Ballonvaarder-complex duidelijk een
stuk langer onderweg. Zo blijkt maar weer eens: met Jules
Verne kun je als decoratieafdeling alle kanten op. Daar hoef
je echt geen Disney voor te heten.
|
|
|
De
ballon is bestikt met tientalle gouden
sterren. Robert-Jaap was zeker in de buurt... |
|
|
Gestrand! Of deze lengte- en breedtegraden
ook kloppen? Tsja... |
|
|
Het
zwierige lettertype dat we overal in het
Ballonvaarder- complex tegen komen. |
|
|
|
|
|
|
Bombie
de Zombie? Of toch een voorouderbeeld? De
Wolkenvaarders zullen het weten. |
|
|
Prachtige krullen en teksten op de wand.
Sfeervol hoor! |
|
|
Opdat
we maar niet verdwalen in dit enorme
complex: wegwijzers, mét windpijl. |
|
|
Aanzicht
op (toen nog) het Café-restaurant. Foto uit fotoboekje 1972 |