De
Verboden Stad had al voor haar opening niet
te klagen over een gebrek aan publiciteit
en promotie; kranten en (jeugd-)bladen
schreven de pennen leeg over de nieuwe
oriëntaalse aanwinst van het park. Daarna
is het eigenlijk altijd wel zo gebleven dat
Fata Morgana de nodige aandacht kreeg in
publicaties van én over het sprookjespark.
Weinig Efteling-rides figureerden zo vaak
als achtergrond voor drukbekeken
TV-programma’s of zijn zo regelmatig en
uitvoerig weergegeven in de fotoboekjes. En
zeg nu zelf: het is nog immer een bijzonder
select groepje attracties dat het voor
elkaar kreeg om de guitige tovernar Pardoes
te voorzien van een passende outfit ―
geheel in stijl met het in de ride geldende
thema. Het WWCW bekeek een aantal van de
zaken die de Verboden Stad in de loop der
jaren onder de aandacht van ‘t volk bracht.
“Geen nieuwe topattractie zonder
uitgebreide featurette op de middenpagina’s
van het fotoboekje”, dat leek vanaf de
jaren tachtig het motto. Ook Fata Morgana
kreeg dan ook vanaf het openingsjaar deze
nieuwelingenbehandeling. Het boekje van
zesentachtig gunde de nieuwsgierige
bezoeker al op de voorpagina een blik in
het hart van de Verboden Stad: een fraaie
foto van de keuvelende Arabische edellieden
aan het hof van de Pasha is gevat in een
frame dat het midden houdt tussen een
hoefijzer-, driepas- en ezelsrugboog (als
trouwe WWCW-lezer weet u daar inmiddels
alles van).
Binnenin vinden we allereerst een tegen de
helderblauwe lucht genomen foto van het
voorplein en de minaret (nog zonder
overdekte buitenwachtrij). Op de volgende
pagina ligt de Pasha zelfvoldaan in zijn
troon vol kussens. De uitklappagina’s
bieden een fraaie aaneenschakeling van
foto’s van de schatkamer en reus Dzjinn; de
armenwijk in de eerste secties van de
tocht; de scheepshandelaren in de haven én
tovenaar ‘Miraculus’, hier nog zonder
gaasdoek. De randen tussen de foto’s zijn
afgedekt met uitsneden van de steunpilaren van de troonzaal. Verder vinden we in het
fotoboekje nog de marktscène en een
prachtige ‘avondschemering’-foto die ons nu
― bijna twintig jaar later ― er nog eens
fijntjes op wijst dat die gevel vroeger
écht veel mooier was.
De middenpagina’s bleven tot 1990 aanwezig
toen ze door de volgende thematische
topattractie, ‘Het Volk van Laaf’, van hun
plaats gedrukt werden. Fata Morgana kreeg
daarmee echter nauwelijks minder aandacht,
elk jaar weer neemt de Verboden Stad een
mooie plaats in tussen de
Efteling-attracties van eerder en later
datum. De nieuwste boekjes, met een
vormgeving van Robert-Jaap Jansen,
presenteren de attractie in twee pagina’s.
Opvallend daarbij: de helft van de foto’s
is nog precies hetzelfde als in het boekje
van 1986. En de flessenverkoper draagt dát
kostuum écht al jaren niet meer.
De jaren tachtig boden de Efteling een hele
nieuwe rij ‘ankers’ om hun souvenirlijnen
aan op te hangen. Niet langer maakten enkel
Kleine Boodschap, Langnek en de Fakir de
dienst uit in de winkeltjes van het park.
Joop Geesink bracht de Efteling de nog
immer lucratieve lijn van
Carnaval-Festivalfiguren en ook de Python
bleek als beeldmerk toepasbaar op een keur
aan artikelen. De figuren van Fata Morgana
zijn wat minder cartoonesk en dus als
beeldmerk lastiger toepasbaar dan die uit
de ‘Wereld vol Prrret’ aan de andere kant
van het park, maar dit weerhield de
Efteling er niet van toch een aardig aantal
specifieke Fata-souvenirs uit te brengen.
Er kwamen onder andere een
Fata-Morgana-t-shirt (tot groot genoegen
van ondergetekende netjes opgevouwen hier
in de kledingkast), een pen, een poster van
de troonzaal, een hele reeks van
ansichtkaarten, een parkeersticker (uitaard
gratis en soms ongewenst), een
Fata-Morganasprookjes-LP (deel 11 in de
reeks), en een Suske-en-Wiskestripalbum
(hierover verderop meer). Meer dan welke
andere attractie dan ook echter, bleek Fata
Morgana geschikt om allerlei aanverwante
zaken aan de man te brengen. Dit gebeurde
vanaf het openingsjaar van de Verboden Stad
in het winkeltje ‘De Bazaar’, aan het
Fata-Morganaplein.
|
o De opdruk van
het Fata Morgana-T-shirt dat eind
jaren tachtig te koop was. |
De souvenirwinkel van Fata Morgana bood
vanaf dat jaar de bezoeker een
Kaatsheuvelse miniversie van de Souk van
Marrakech of de bazaar van Bagdad.
Waterpijpen, (magische?) olielampen,
waxinelichthouders, etherische olieën,
wierrookbranders, mandjes, doosjes en
andere oosterse bijouterieën en frustels
werden hier via een balie aan de man (en
vooral vrouw) gebracht. Nog geheel in
oosterse sferen kocht menigeen hier een
aandenken aan de wereld van 1001-nacht. De
Bazaar werd onder invloed van die koopzucht
in 1995 flink vergroot. Tevens is dat jaar
de uitgang van de attractie verbonden met
de ingang van het winkeltje; de bazaar werd
― in navolging van de Droomvluchtwinkel die
twee jaar daarvoor opende ― een
doorloopwinkeltje waar het nog immer
prettig snuffelen is na de tocht vol
spanning en avontuur.
Enkele jaren na de introductie van Pardoes
als parkmascotte werd de tovernar voorzien
van een aantal nieuwe outfits. Eén hiervan
is zijn Fata-Morganaoutfit. De nar kreeg
een tulband op en een lichtblauw jasje dat
hem wat meer op zijn grote voorbeeld, de
tovenaar van de Verboden Stad, deed lijken.
Met deze ‘Oosterse-’ of ‘Fata-‘Pardoes als
nieuwe marketingtool ontwikkelde het park
uiteraard weer een flinke lading nieuwe
prullaria. Zo verkocht het park een
kindersweater met de Fata-Pardoes op een
vliegend tapijt (flying carpet – now you
will be master in sky!), een beeldje van
het figuurtje en een sleutelhanger.
In 2004 verscheen als onderdeel van de
Efteling-Pinparade een (helaas nogal
lelijke en goedkoop uitgevoerde)
Fata-Morganapin. Daarnaast werd de
Fata-Pardoes gebruikt op een hele reeks
nieuwe producten.
|
o De parkeersticker van 1986. Geen Van
de Ven, lijkt het ons zo... |
Zoals we in de inleiding van dit artikel al
stelden is er rond de opening van de
Verboden Stad heel wat geschreven over de
nieuwe attractie. De meeste kranten namen
uiteraard braaf de persberichten over die
het park ter promotie met zekere regelmaat
rondstuurde. Sommige publiceerden eigen
artikelen en brachten daarvoor een bezoek
aan Fata Morgana terwijl de attractie nog
in aanbouw was. Eén van de artikelen die
dit opleverde willen we u zeker niet
onthouden, al was het maar om de lading
knullige fouten in de tekst. Stripblad
‘Eppo Wordt Vervolgd’ keek achter de
schermen bij de bouw van de nieuwste
publiekstrekker van de Efteling. Leest u
mee?
We schrikken als we een hoek omslaan
van de felle lichtflitsen en het
plotselinge, gierende geluid dat
duizendvoudig door de betonnen wanden
wordt weerkaatst. De scherpe geur van
ozon hangt in de lucht. Een
geheimzinnige, metalen schijf komt in
beweging als we erlangs lopen en dreigt
ons tegen de hoge muur te verpletteren.
Tsja, er wordt dan ook nog hard gewerkt
aan het sprookjeskasteel: de
lasapparaten knetteren en de
cirkelzagen vreten zich een weg door
metaal, hout en gipsplaat.
Een
aantal monteurs test het enorme
aandrijfwiel dat straks, als er water
in de grachten staat, de gondels vol
toeschouwers in beweging moet houden.
Van een echte sprookjessfeer is nog
geen sprake als wij door de dik
anderhalve meter diepe en vijf meter
brede betonnen geul lopen. Maar
spectaculair en indrukwekkend is het
allemaal wel. Het is verrassend om te
zien hoe het beton op ongeveer
ooghoogte verandert in niet van echt te
onderscheiden oerwoudplanten. Of hoe
een authentiek Arabisch dorpsplein van
het ene moment op het andere overgaat
in iets wat lijkt op een fabriekshal.
De robots die in de verschillende
taferelen een rol spelen zitten er nog
bijzonder bloot bij: in hun
doorzichtige perspex lichamen zijn de
draden en stangen te zien die de zaak
in beweging moeten brengen. Het stalen
geraamte van wat een djinni (reus) moet
worden torent hoog boven ons uit.
Eenmaal boven, in de bedrijfs- en
onderhoudsruimten waar het publiek
nooit zal komen, wordt het nog
spannender. Eerst klimmen we naar de
controlekamer, hoog achterin
(Redactie WWCW: achterin?) het
gebouw. De vloer ligt er nog open:
dikke bundels elektriciteitssnoer
zorgen voor de verbinding tussen
onafzienbare rijen potentiometers en de
honderden schijnwerpers beneden.
Tussen de hoge stalen kasten vol
elektronica staat het bureau waaraan
straks de man of vrouw komt te zitten
die de complete attractie overziet.
Opnieuw tientallen schakelaars, een
microfoon en een rij videomonitors. Na
inspectie van dit technische hart van
de Verboden Stad begint een
klauterpartij à la de Klokkenluider van
de Notre Dame door de gewelven en
achter de dubbele wanden van de
attractie. Net als vanachter de
borstwering van een kasteel koekeloeren
we omlaag naar de gracht waar we
zojuist doorheen wandelden. De
toekomstige bezoeker van de Verboden
Stad mag dan denken dat hij alleen is
met medetoeristen en stel robots – wij
weten nu dat er overal tijdens de tocht
wel honderd man boven zijn hoofd kunnen
zitten, verborgen door de duisternis.
Leuk idee voor een griezel- of
detectivefilm! Elk moment verwachten we
in de een of andere hoek of gang het
skelet van een metselaar die ooit op
een van de galerijen de weg kwijtraakte
en van de honger omgekomen is.
Afijn, wij zijn er dus weer uitgekomen.
Maar er schijnen de laatste tijd wat
journalisten verdwenen te zijn.
Misschien hoor je hun klaaglijk
gejammer uit de hoge gewelven komen als
je ooit een bezoek brengt aan de
Verboden Stad...
|
o Zo'n blik op
de attractie in aanbouw hadden
wij ook wel willen hebben...
|
Duizend bezoekers per uur
Wat kan de bezoeker eigenlijk
verwachten in de Verboden Stad? Om te
beginnen een lange rij wachtenden vóór
hem. Buiten staan al hekken om
honderden mensen ordelijk naar binnen
te loodsen, maar wie denkt dat het
feest daarna begin kijkt op z’n neus:
de rij gaat gewoon door en slingert
zich via een balustrade om de ronde
vertrekhal. Daar worden de gondels
geladen met hun menselijke vracht van
telkens zestien personen. Er zijn acht
gondels, (Redactie WWCW: acht?
Veertien dus. Wellicht is het
aantal vlak voor opening nog
verdubbeld, maar logischer lijkt het
ons dat Eppo Wordt Vervolgd
gewoon haar huiswerk niet zo goed deed
als wij dat doen) en de vaartocht
duurt ook acht minuten. (Opgave:
hoeveel bezoekers “verwerkt” de
Verboden Stad per uur? Antwoord: acht
keer zestien is honderdachtentwintig
passagiers per acht minuten, zestig
minuten per uur, da’s zevenenhalf keer
acht, dus zevenenhalf keer
honderdachtentwintig is eh...
negenhonderdzestig man, vrouw, of
kind.) (Redactie WWCW: 1800 dus.
Dit rekensommetje slaat nergens op)
De inrichting van de nieuwste
Efteling-publiekstrekker is zo slim
bedacht dat de inzittenden van elke
gondel niets zien van de bootjes voor
en achter hen. Die zijn telkens achter
een bocht of poort verscholen. Je waant
je dus, op je medepassagiers na, alleen
in
de Verboden Stad. Daar zijn
verschillende taferelen te bezichtigen,
zoals een oosterse markt, een paleis en
een harem, bevolkt door kunstig
bewegende robots. En de Verboden Stad
zou wel anders heten als er ook niet
een flinke portie gegriezeld kon
worden. Maar daarvan verraden we niks,
want we willen de pret niet bederven...
De dreiging van Disney
Pretparken zoals de Efteling hebben
over belangstelling van het publiek
beslist niet te klagen. Allemaal
trekken ze per seizoen honderdduizende
of miljoenen bezoekers, die stuk voor
stuk een paar tientjes achterlaten in
de vele kassa’s. Maar het is een groep
die van jaar tot jaar vrijwel even
groot blijft, en dat betekend dat
wanneer een park als De Efteling
honderdduizend extra gasten krijgt,
Hellendoorn, Bobbejaanland of Walibi er
net zoveel minder ontvangen. De
concurrentie is dus moordend. Vandaar
elk jaar de nieuwe attracties (Verboden
Stad, kosten ƒ15 miljoen) om elkaar de
loef af te steken.
En allemaal kijken de pretparken met
bange ogen naar de erven Walt Disney,
die een Europese vestiging van
Disneyworld voorbereiden (bij Parijs).
Dat wordt dan meteen het grootste,
mooiste en drukbezochtste van Europa.
Daar kunnen geen tien Verboden Steden
tegenop. |
De Efteling is tijdens haar lange
geschiedenis regelmatig het decor geweest
voor de vaderlandsche omroepen. Het park
figureerde zelfs als sfeervolle locatie in
een enkele bioscoopfilm. Fata Morgana is
met haar prachtige gevel en plein
natuurlijk helemaal hét ideale decor voor
een romatische scène óf natuurlijk een
leuke show voor het hele gezin.
Te land, ter zee en in de lucht
De bekendste spelshow die vanuit de
Efteling is uitgezonden is het aloude,
oer-Hollandse en nog immer enorm populaire
TROS-programma “Te land, ter zee en in de
lucht”. In de eerste helft van de jaren
tachtig werd het programma uitgezonden
vanaf de vijver bij de
Piraña, maar na de
opening van Fata Morgana werd de ‘baan’ (of
schans, afhankelijk van het onderdeel dat
opgenomen werd) verplaatst naar de
Vonderplas. Als bijzonder fraaie
achtergrond deed de gevel van de attractie
uit 1001-nacht voortreffelijk dienst.
Miljoenen kijkers zagen hoe menig dapper
team compleet met inventieve installatie
roemloos te water ging bij de Verboden
Stad. Voor de Efteling natuurlijk een
uitgelezen kans om zich onder de aandacht
te brengen bij het TROS-publiek; de
‘Grootste Familie van Nederland’ en het
grootste familiepretpark van het land
vulden elkaar prachtig aan. Op de dagen dat
de opnames plaatsvonden was het op de
tribunes bij de schans een drukte van
belang. In latere jaren werd de schans
overigens weer verplaatst; deze bleef wel
in de Vonderplas, maar kwam aan de andere
kant van de plas te liggen, dicht bij de
huidige locatie van het Huys van de Vijf
Zintuigen.
|
o Zomer 1986.
Te land, ter zee en in de lucht vanuit
het Kaatsheuvelse Sprookjespark |
Way of life
De samenwerking van de TROS en de Efteling
was duidelijk een geslaagde, want naast ‘Te
land’ presenteerde de omroep in de zomer
van 1988 dertien weken lang nog een groots
opgezet spektakel vanuit het park: de “Way
of Life Show”. De show, geproduceerd met
medewerking van de Nederlandse
Hartstichting, draaide helemaal om
‘gezonder leven’. Elke week moest een groep
mannen en vrouwen uit één van de
Nederlandse provincies een ingewikkeld
parcours vol spellen doorlopen en daarbij
zo veel mogelijk punten proberen te scoren.
De presentatie was in handen van
TV-corrifee en later RTL4-kopstuk Ron
Brandsteder. De Way of Life Show werd
gepresenteerd vanuit een speciaal hiervoor
gebouwd ‘stadion’ in het midden van het
park. ‘Maar wat heeft dit alles dan te
maken met Fata Morgana?’ vraagt u zich nu
wellicht af. Wel, dat zullen wij u eens
haarfijn uit de doeken doen. Geen ander
programma heeft namelijk zo’n sterke
Fata-link als deze groots opgezette show.
|
De te winnen ‘inzet’ van het spel was ― ah!
Daar is de beloofde Fata-link al ― een
geldbuidel uit de schatkamer van Fata
Morgana’s eigen absolute heerser: 'Pasha el
Passief'. Natuurlijk was de Pasha niet
gecharmeerd van het feit dat hij steeds een
kleine 10.000 gulden moest afstaan aan de
winnaars van het spel. In een filmpje
vanuit de troonzaal van Fata Morgana sprak
hij (een verkleede acteur) dan ook elke
week de verwachting uit dat de betreffende
provincie het deze keer écht niet zouden
halen. Daarnaast had de Pasha, om deze
voorspelling een duwtje in de richting van
de waarheid te geven, een legertje mannen
ingehuurd, die de kandidaten tijdens de
spellen voortdurend voor de voeten liepen
en uit hun concentratie haalde. Die (semi-)
oosterse hulpjes waren, in onbepaalde
volgorde:
Harde Hassan, een man met
zwarte baard en een bloedrood gewaad.
Thor de Viking, een stoere
man met vikinghelm.
Sabor de Smid, een donkere
man met smidskostuum.
Brutus de Barbaar, een
stevige kerel met ontbloot bovenlijf, die
vaak in het water lag om de kandidaten bij
waterspellen te pesten.
Bastaard de Beul, een grote
kerel met kale kop, die niets liever deed
dan de kandidaten bang maken.
Van de kandidaten werd verwacht dat ze vijf
spelonderdelen afrondden. Per onderdeel
werden tussenstanden opgemaakt en
uiteindelijk streden wekelijks de drie
beste mannen en de drie beste vrouwen in
een finalespel om de geldbuidels van de
Pasha, die op het erepodium door de heerser
en diens hulpjes werden uitgereikt. De
winnaars van elke provincie namen het
tenslotte in de grote finale, aan het einde
van de reeks, tegen elkaar op. Uiteindelijk
wist de provincie Flevoland de all-time
Way-of-Lifewinnaar te worden.
Een correct werkende Flash-plugin is hier noodzakelijk.
|
Ron Brandsteder geeft vanuit de
Pagode een overzicht van wat de
kijker dertien dinsdagen lang te
wachten staat in de
"Way of Life Show".
Let vooral even op de prachtige
automobielen en de
videocamera... |
|
De vijf spelonderdelen die de kandidaten
moesten afronden, alvorens het finalespel
te kunnen spelen waren:
‘De Muur der duizend zuchten’:
meteen aan het begin moesten de kandidaten
een muur 'bestormen'. Op de muur stonden de
hulpjes van de Pasha om de kandidaten te
hinderen. Er moest overigens geklommen
worden zonder hulpmiddelen, dus men moest
elkaar over de muur helpen.
‘De keiharde keienkreek’: de
kandidaten moesten een kreek met keien
oversteken (vergelijk het met de staptegels
in het water in het Lavenlaar). Helaas
lagen enkele keien los, zonder dat te zien
was welke dat waren. Bij een stap op een
verkeerde kei was het spel afgelopen.
‘De razende rollers’: hier
moesten de kandidaten over draaiende
boomstammen rennen. Dit spel bleek echter
al vroeg in het seizoen veel te gevaarlijk;
één kandidaat liep zelfs een beenbreuk op.
Het spel werd daarom vervangen door ‘De
Reuzenrace’, waarbij kandidaten met
schuimrubberen reuzen op de rug moesten
rennen. Nog wat later kwam hiervoor weer in
de plaats ‘De Wankele Brug der Vergelding’,
waarbij kandidaten een wankelbrug moesten
oversteken, terwijl ze bekogeld werden met
skippyballen.
‘De Kashba Carrousel’: de
Kashba Carrousel stond in een bak water.
Het was een ronddraaiende molen, waarbij de
kandidaat op een uiteinde van een wiek
moest staan en af en toe moest springen om
obstakels in de vorm van nepkrokodillen te
ontwijken. Bij een val in het water was het
spel afgelopen.
‘De Duistere Deuren’: het
parcours bestond uit vier ‘muren’. In elke
muur zaten drie deuren, waarvan er steeds
één op slot zat. Bovendien zat er achter
één deur ook een vangnet. Het was hier dus
een kwestie van de juiste deuren kiezen.
Na deze zware tocht vol obstakels en
lastige keuzes volgde het finalespel: ‘De
Barre Baan van de Rollende Rotsen’. De
finalisten moesten een hellende baan
beklimmen, terwijl de hulpjes van de Pasha
schuimrubberen rotsblokken naar beneden
rolden. Bovenaan de baan moesten de
finalisten een sleutel proberen te pakken.
Degene die dat als eerste voor elkaar
kreeg, won de geldbuidel uit de schatkamer.
U begrijpt het al, waarde lezer: het
WWCW-team heeft in haar jonge jaren heel
wat dinsdagavonden achter televisie
doorgebracht om zo een glimp op te vangen
van het Kaatsheuvelse park. Amusement als
toen, neen, dat maken ze nu niet meer.
Attracties ook niet, overigens.
|
Commercials
Vanaf 1986 is Fata Morgana een vaak
terugkerende attractie in de jaarlijkse
Efteling-commercials geweest. In het eerste
jaar figureerde de ride prominent in de
reclame waarin ook cabaretier en
TV-persoonlijkheid André van Duin (met zijn
typetje Professor Zwakström) optrad. In de
‘Efteling doet Wonderen’-reeks die vanaf
1987 werd uitgezonden zijn beelden van de
parkvideo van die tijd gebruikt. Wie met
aandacht kijkt ziet vooral dat er qua
kostuums sindsdien toch flink aan de
Verboden Stad is gesleuteld. In 1989 (in de
reeks ‘Er is een wereld...’) kreeg Fata
Morgana aandacht in de vorm van de tovenaar
van de Verboden Stad aan het einde van de
spot en sfeervolle beelden vanuit de
darkride tijdens de rest van de commercial.
Vanaf 1994 is een reeks algemene
commercials uitgezonden met daarin ook vast
de nodige beelden van de Verboden Stad.
Hierover is echter weinig bijzonders te
melden. De in 1999 en 2000 uitgezonden
‘schatkist’-commercial bevatte in de reeks
beelden die uit de kist ‘opdoken’ ook een
fragment met Reus Dzjinn. De toch niet
miniem te noemen Reus Dzjinn, die zich als
‘djinni’ eerder in een olielamp zou
thuisvoelen dan in een kist, heeft zover
wij van het WWCW weten echter geen bezwaar
aangetekend tegen deze zeer onnatuurlijke
weergave van oosterse feiten.
|
Vertelden wij van het WWCW je al…
...dat in juni
2004 twee programmamakers van het
SBS6-programma 6pack de Efteling
binnendrongen en ook Fata Morgana 'onveilig'
maakten? Download de video (WMF-file)
hier. |
|
|
|
Lang, heel lang geleden, als in tijden
van storm het water van de
Gondoletta-vijver nog niet reikte tot
aan de voet van de traptreintjes, was
Pardoes nog slechts een hersenspinsel
in het hoofd van een toen nog vrij
anonieme Efteling-medewerker, wiens
bekendste werk de plattegrond van het
park was. De tovernar was er toen nog
niet om als stripheld met zijn twinkels
en even ingewikkelde als nietszeggende
spreuken het park te beschermen.
Dit betekende echter niet dat de
Efteling geheel weerloos was voor
boosaardige krachten; integendeel. Twee
àndere striphelden beschermden de
Efteling toen tegen het kwaad. We
hebben het hier natuurlijk over Suske
en Wiske, twee culturele iconen die
niet weg te denken zijn uit onze
samenleving. Dagelijks leven vele
Belgen en Nederlanders middels de krant
en de albums mee met de honderden
avonturen die het duo en hun vrienden
over de hele wereld en een enkele keer
daarbuiten beleeft.
|
Het Dynamische Duo
In 1947 verschijnt het eerste album uit
de reeks van Suske en Wiske, getiteld
‘Op het eiland Amoras’ (nr. 1, later in
kleur opnieuw uitgebracht als nr. 68).
Dit album werd voorafgegaan door ‘De
avonturen van Rikki en Wiske’ (later
opnieuw in de vierkleurenreeks
opgenomen als nr. 154), maar in dit
album was Suske nog afwezig. Het is een
van de langstlopende stripreeksen die
er zijn. De oude albums ― die later
opnieuw in de serie werden opgenomen ―
niet meegenomen staat de teller
inmiddels op ruim tweehonderd albums.
Het spreekt bijna voor zichzelf dat de
stijl van de albums met het verstrijken
van de jaren veranderd is. Anno 1947
zijn het in België magere
tijden. De tweede wereldoorlog is net
voorbij en het land is nog sterk in
wederopbouw. De albums zijn gevuld met
scherpe kritieken op met name de
toenmalige landelijke politiek, hoewel
ook de belasting het vaak moet
ontgelden. Suske en Wiske zijn
ondeugend, Lambik is eigenwijs en voor
bijna elk gat te vangen, Jerom is
vooral cynisch en tante Sidonia is
nuchter en nadenkend. De avonturen die
onze helden beleven zijn exotisch,
spannend en soms nog net op het randje.
Maar door de jaren heen worden de
striphelden steeds braver. De humor,
altijd zo’n belangrijk element in de
stripreeks, verdwijnt meer en meer naar
de achtergrond. De avonturen die Suske
en Wiske beleven worden toegankelijker
voor een groter publiek, maar ze worden
hierdoor wel minder spannend en ze
verliezen de kneuterige charme die de
albums altijd zo leuk maakten. Naast
braver worden de karakters ook vlakker
dan eerst en verliezen ze langzaam de
geheel eigen manier waarop ze altijd
reageerden.
Meer recentelijk worden er steeds meer
absurdistische elementen aan de albums
toegevoegd. De indruk wordt gewekt dat
de verhalenstroom langzaam maar zeker
op begint te drogen. Bovendien is de
teken- en verhalenstijl van de huidige
auteur in de meest recente albums
dusdanig, dat het soms lijkt alsof
Suske en Wiske vreemden zijn geworden
in hun eigen strip, omdat de nieuwere
karakters en de enscenering qua stijl
zo sterk afwijken van die van henzelf.
Het Prachtige Park
Suske en Wiske zijn geen onbekenden in
de Efteling. In 1975 bezoeken zij het
al in ‘De Vliegende Klomp’, een
speciaal promotiealbum dat uitgegeven
wordt om striplezers de provincie
Noord-Brabant te laten verkennen. Op
strook 43 en 44 brengen zij hun eerste
bezoek aan ‘een fantastische
kinderwereld waar alles kan’. Drie jaar
later keren zij er in de reguliere
stripreeks terug in ‘De
Efteling-Elfjes’ (nr. 168). Ditmaal
speelt een groter deel van het verhaal
zich in en rondom de Efteling af, als
onze helden proberen een kostbare
diamant uit de handen van aardsvijand
Krimson te houden en tevens de Heks van
de Indische Waterlelies beletten de
Elfjes nooit meer te laten dansen. In
‘De Belhamel-Bende’ (nr. 189) keren ze
in 1982 opnieuw even in de Efteling
terug (waarbij zelfs Anton Pieck nog
even zijn opwachting maakt) als Sidonia
er vermomd als Kleine Boodschap
onderduikt om te schuilen voor een
bende Belhamels uit de Oertijd. Fata
Morgana, een speciaal voor de Efteling
getekend promotiealbum uit 1988 is anno
2004 het laatst bekende avontuur waarin
Suske en Wiske des Neerlands grootste
attractieparktrots bezoeken. Het
avontuur speelt zich, evenals ‘De
Efteling-Elfjes’ (nr. 168) opnieuw voor
een groot deel af in en rondom de
Efteling.
|
De Summiere Samenvatting
Terwijl het dondert en bliksemt in de
Efteling, smeedt de boosaardige Kalief
Scheef-Eh-Tulband van Fata Morgana
snode plannen om met behulp van de
geleerdste geleerde aller tijden de
macht te grijpen in de gelijknamige
oosterse stad. Middels een betovering
zorgt hij ervoor dat de Vliegende Fakir
erop uit wordt gestuurd om deze
geleerdste geleerde te vinden. De Fakir
wordt verhuld in een bolbliksem die
zich een weg baant en terecht komt bij…
Suske, Wiske, Lambik, Jerom, professor
Barabas en tante Sidonia. Door het
inslaan van de bliksem in hun
spelcomputer, ontstaat PeeCee, een
klein robotachtig mannetje dat met zijn
ballonnetjes kan toveren.
Suske en Wiske gaan samen met PeeCee op
het tapijt van de Fakir zitten. Op dat
moment voelt de Kalief dat de
geleerdste geleerde heeft plaatsgenomen
op het tapijt en roept hij het terug.
Jerom probeert het tevergeefs tegen te
houden. Hij gaat met Suske, Wiske,
PeeCee en de Fakir mee, waarna ze in de
Efteling terechtkomen bij de Kalief in
Fata Morgana. Deze vertelt hen van zijn
plan, om samen met hem de macht te
grijpen door bij volle maan op een
naderende vrijdag de dertiende de
schatkist der wijsheid die in het bezit
is van de Pasja te openen. Suske en
Wiske slaan het aanbod af, waarna de
Kalief zijn wachters roept om hen in te
rekenen. Jerom veegt echter de vloer
met hen aan. Hij is op zijn beurt niet
opgewassen tegen de toverkracht van de
Kalief, die hem in goede oosterse
traditie in een fles tovert. Suske en
Wiske maken van de gelegenheid gebruik
om samen met PeeCee te vluchten. De
Kalief stuurt hierop zijn wachters
achter hen aan.
|
Inmiddels arriveren professor Barabas
en tante Sidonia in oosterse kledij in
de Efteling. Door de fles met Jerom
erin te kopen, iets wat zij niet weten,
mogen zij mee varen op een
koopvaardijschip dat naar Fata Morgana
vaart. Op dat moment zijn Suske en
Wiske nog steeds op de vlucht.
Geklungel van PeeCee leidt ertoe dat ze
uiteindelijk toch worden overmeesterd
door de bewakers. De Kalief zet hen aan
het werk in een oliemolen waar zij door
krokodillen bewaakt worden. Om hen vrij
te krijgen moet PeeCee op zoek gaan
naar twee diamanten waarmee de
schatkist geopend kan worden.
Professor Barabas en tante Sidonia zijn
inmiddels gearriveerd in Fata Morgana,
waar zij op de markt een onderhoud
hebben met de tandarts. Deze verraadt
hen aan de wachters van de Kalief.
Barabas wordt samen met Suske en Wiske
in de oliemolen gezet en Sidonia wordt
voorgeleid bij de Pasja, waar zij aan
het werk wordt gezet als haremdame.
Maar als de nood het hoogst is, is de
redding nabij. Lambik arriveert in de
Efteling en wordt door de vrouw van de
vliegende fakir doorverwezen naar Fata
Morgana. Na op omslachtige wijze binnen
te zijn gedrongen in de hermetisch
afgesloten Verboden Stad,
komt hij PeeCee tegen. Samen gaan zij
op zoek naar de diamanten. Eenmaal
aangekomen op de markt wil de tandarts
ook hen verraden, maar na een
achtervolging door de achterbuurten van
Fata Morgana weten Lambik en PeeCee weg
te komen door een portaaltje. Deze
leidt hen door een steeds groter
wordende grot naar de reus (Dzjinn voor
de kenners), maar een slimme inzet van
kleine middelen doet de reus op de
vlucht slaan. In de grot bevindt zich
de schatkamer van de Pasja waarin de
eerste diamant ligt.
Met een ballon vliegen PeeCee en Lambik
via een luchtschacht naar het
bovengelegen paleis van de Pasja. Hier
worden ze herenigd met tante Sidonia.
Wanneer de Pasja Lambik hoort reppen
over de tweede diamant beveelt hij hun
hoofden eraf te laten hakken. Lambik en
Sidonia ontsnappen echter, maar vallen
in de handen van de Kalief. Als deze
per abuis hoort dat zij de eerste
diamant reeds hebben, besluit hij hen
te laten ontsnappen zodat ze ook de
tweede kunnen zoeken.
In de tussentijd
ontdekt PeeCee dat de Pasja de tweede
diamant heeft verstopt bij de draak
Wakka Jawakka (die een treffende
gelijkenis met Draak Lichtgeraakt,
alias de Vliegende Draak, alias Chinese
Draak vertoont). PeeCee haast zich om
zijn vrienden te gaan bevrijden. Hij
leidt Suske, Wiske, Lambik, tante
Sidonia en professor Barabas (die nog
steeds zonder het te weten de fles met
Jerom erin draagt) naar de draak. Bij
toeval openen ze de fles met Jerom erin
en nu deze weer op vrije voeten is
rekent hij snel af met de handlangers
van de Kalief en even later met Wakka
Jawakka. De in het nauw gedreven kalief
bekent wat hij van plan was. Hij leidt
hen naar de plaats waar de kist van de
waarheid verborgen is. Suske en Wiske
plaatsen de diamanten in de ogen van de
beeltenis van een grote kat. Deze
schiet rode stralen en de kist komt
tevoorschijn.
De kist blijkt de waarheid over jezelf
te bevatten. Lambik en Sidonia houden
eigenlijk echt van elkaar, Barabas en
Jerom kunnen het ook best met elkaar
vinden en Suske en Wiske zijn gelukkig
zoals ze zijn. De Kalief echter valt
ten prooi aan de meest gruwelijke
beelden, die voortkomen uit zijn eigen
verdorvenheid. Hevig geschrokken door
deze beelden belooft hij beterschap.
PeeCee blijft bij hem om hierop toe te
zien. De diamanten worden weer
opgeborgen en eind goed al goed keren
Suske, Wiske, Lambik, tante Sidonia,
professor Barabas en Jerom weer terug
naar huis.
De Anonieme Auteur
Hoewel er op de voorkant duidelijk
Willy Vandersteen staat, is de
geestesvader van Suske en Wiske niet
verantwoordelijk geweest voor het
album. Ondanks dat Willy Vandersteen
ten tijde van het uitbrengen ervan nog
leefde, tekende hij nog maar sporadisch
een nieuw avontuur. Zo is ‘De Eenzame
Eenhoorn’ (nr. 213), het album dat op
de eerste druk van Fata Morgana vermeld
staat een van de laatste van zijn hand
afkomstige werken. Zijn werk was ten
tijde van het uitbrengen van Fata
Morgana voor het grootste deel
overgenomen door Paul Geerts, die dat
zo voortreffelijk deed. Geerts maakte
zijn Suske en Wiske-debuut met ‘De
Gekke Gokker’ (nr. 135), zijn eerste
album dat hij voor deze gelegenheid ook
helemaal zelf schreef, tekende en
inkte. Maar Geerts was evenmin
verantwoordelijk voor het scenario en
de tekeningen. Ook Marc Verhaegen, die
enkele jaren geleden Paul Geerts
opvolgde als scenarist en tekenaar van
het Dynamische Duo, was voor dit album
niet verantwoordelijk. Zijn werk begon
pas 6 albums na Fata Morgana, in ‘De
Speelgoedspiegel’ (nr. 219). Het eerste
album dat hij volledig zelfstandig
schreef en tekende was ‘De Krakende
Carcas’ (nr. 235), precies 100 albums
na het eerste album van Paul Geerts.
De persoon die wél tekende voor het
scenario en de tekeningen was Eugeen
Goossens. Goossens was al sinds ‘De
Pompenplanters’ (nr. 176) mede
verantwoordelijk geweest voor het
inktwerk van Suske en Wiske. Hij werkte
al sinds 1965 bij Studio Vandersteen,
waar hij had meegewerkt aan de strips
van De Familie Snoek, de Bessy-reeks,
de Jerom-reeks en de Karl May-reeks.
Voor Suske en Wiske verzorgde hij naast
het inkten ook enkele korte verhalen.
|
De Unieke Uitgave
Een verhaal dat zich geheel afspeelt in
en rondom één attractie in een
attractiepark is uniek in de Suske en
Wiske-franchise. De oosterse attractie
vormt het decor voor een spannend maar
vooral ook erg kleurrijk verhaal. Suske
en Wiske zijn geen onbekenden in de
setting van het verre Oosten. Ze
bezochten het in onder andere ‘Sjeik El
Rojenbiet’ (nr. 90) en ‘Prinses
Zagemeel’ (nr. 129). Het feit dat het
een van Goossens’ enige albums is valt
nauwelijks te bemerken.
Verhaaltechnisch gezien zit het prima
in elkaar en de kwaliteit wijkt niet af
van die van de reguliere reeks. Enig
verschil is dat de stijl van Goossens,
wat met name te zien is in de
lijnvoering, wat afwijkt van die van
Paul Geerts. Het album zou ook prima in
de normale reeks passen, de zestal
pagina’s die het daarvoor te kort is
daargelaten. Het is overigens met 45
pagina’s ook het langste verhaal van
een promotiealbum dat voor Suske en
Wiske is uitgebracht. Deze albums
hebben normaal gezien de lengte van de
helft van een normaal album.
Waar men hierin bij Pardoes faalt, lukt
het bij Suske en Wiske wonderwel om de
Efteling als toneel te gebruiken voor
de aktie. De aanwezigheid van
sprookjesfiguren wordt op een grappige,
doch effectieve manier benut. Onze
helden nemen actief deel in de wereld
van de Efteling. Lambik neemt op de
markt plaats in de stoel van de
tandarts en wordt aangevallen door
Djinn, Suske en Wiske moeten de
oliemolen uit de gevangenis aanduwen en
tante Sidonia mag als danseres voor de
Pasja dansen in de harem. Fata Morgana
‘leeft’ in een verhaal vol spanning en
avontuur waar achter iedere hoek weer
een nieuwe verrassing schuilgaat. De
elementen uit de attractie en de
Efteling worden op een slimme manier
verweven in het verhaal.
Ook is er plaats voor een wijze les.
Centrale spil in het verhaal is de
macht waarnaar de Kalief hunkert. Deze
kan verkregen worden door de kist van
de wijsheid te openen. Deze kist laat
iemand zichzelf zien zoals hij is. Dit
concept is echter niet nieuw in de
Suske en Wiske-reeks. Eerder al was er
in het album de ‘Knokkersburcht’ (nr.
127) een spiegel die iemands ware
gezicht toont.
Fata Morgana is zeker niet het beste
Suske en Wiske album dat ooit is
uitgebracht, doch het stijgt ver uit
boven het niveau van een gemiddeld
promotiealbum. Het verhaal mist
weliswaar de spanning en beklemming uit
de oudere albums en ook de humor is af
en toe wat flauwtjes, Eugeen Goossens
heeft er niettemin een meeslepend en
spannend verhaal van gemaakt. Zeker
wanneer je bedenkt dat hij eigenlijk
nooit zelfstandig albums voor Suske en
Wiske maakte. Fata Morgana spreekt door
zijn Efteling-gerichte verhaal zowel het
Suske en Wiske- als het
Efteling-minnende publiek aan. Zowel de
karakters uit de Suske en Wiske-reeks
als de Eftelingse elementen worden met
veel eerbied neergezet. Goossens heeft
niet geschuwd zichzelf hierbij wat
vrijheden te veroorloven en dit heeft
goed uitgepakt. Fata Morgana is een
prima album en de Efteling mag er trots
op zijn dat zij haar eigen Suske en
Wiske kan verkopen.
Overzicht uitgaven
Jaar |
Titel |
Uitgever |
Verkrijgbaar bij |
Bijzonderheden |
1988 |
Fata
Morgana |
Standaard Uitgeverij |
Albert Heijn |
Ontwerpwedstrijd
en reductiebon voor fl. 2,50
korting achterin; vermelding
hiervan in witte strook op de
voorkant.
Prijsopdruk (fl. 3,50) op
achterkant. |
1988 |
Fata
Morgana |
Standaard Uitgeverij |
Albert Heijn
(2de uitgave) |
Stempel achterin
met vermelding dat de wedstrijd
gestopt was, maar dat de
reductiebon nog geldig was.
Stempel ‘ook geldig in 1989’bij
herdistributie in 1989. |
1988 |
Fata
Morgana |
Standaard Uitgeverij |
De
Efteling |
Prijsopdruk (fl. 3,50) op
achterkant eerste druk. |
1988 |
Fata
Morgana |
Standaard Uitgeverij |
De Efteling
Wehkamp
NS |
Gratis verkrijgbaar
geweest bij een dagtocht.
Geen
acties of opdrukken |
1994 |
Fata
Morgana |
Standaard Uitgeverij |
De
Efteling |
Efteling-logo op de voorkant |
1998
(april) |
Suske en Wiske Familiestripboek |
Standaard Uitgeverij |
Elk
regulier Suske en Wiske
distributiepunt |
Geen |
|
|