Attracties - Fata Morgana, de Verboden Stad, zet haar poorten wijd open!

 
 
Naar pagina 1 Naar pagina 2 Naar pagina 3 Naar pagina 4 Naar pagina 5 Naar pagina 6 Naar pagina 7
           
             

Promotie van de Verboden Stad

Promotiefolder 1986 -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004De Verboden Stad had al voor haar opening niet te klagen over een gebrek aan publiciteit en promotie; kranten en (jeugd-)bladen schreven de pennen leeg over de nieuwe oriëntaalse aanwinst van het park. Daarna is het eigenlijk altijd wel zo gebleven dat Fata Morgana de nodige aandacht kreeg in publicaties van én over het sprookjespark. Weinig Efteling-rides figureerden zo vaak als achtergrond voor drukbekeken TV-programma’s of zijn zo regelmatig en uitvoerig weergegeven in de fotoboekjes. En zeg nu zelf: het is nog immer een bijzonder select groepje attracties dat het voor elkaar kreeg om de guitige tovernar Pardoes te voorzien van een passende outfit ― geheel in stijl met het in de ride geldende thema. Het WWCW bekeek een aantal van de zaken die de Verboden Stad in de loop der jaren onder de aandacht van ‘t volk bracht.

Fotoboekjes
“Geen nieuwe topattractie zonder uitgebreide featurette op de middenpagina’s van het fotoboekje”, dat leek vanaf de jaren tachtig het motto. Ook Fata Morgana kreeg dan ook vanaf het openingsjaar deze nieuwelingenbehandeling. Het boekje van zesentachtig gunde de nieuwsgierige bezoeker al op de voorpagina een blik in het hart van de Verboden Stad: een fraaie foto van de keuvelende Arabische edellieden aan het hof van de Pasha is gevat in een frame dat het midden houdt tussen een hoefijzer-, driepas- en ezelsrugboog (als trouwe WWCW-lezer weet u daar inmiddels alles van).

Binnenin vinden we allereerst een tegen de helderblauwe lucht genomen foto van het voorplein en de minaret (nog zonder overdekte buitenwachtrij). Op de volgende pagina ligt de Pasha zelfvoldaan in zijn troon vol kussens. De uitklappagina’s bieden een fraaie aaneenschakeling van foto’s van de schatkamer en reus Dzjinn; de armenwijk in de eerste secties van de tocht; de scheepshandelaren in de haven én tovenaar ‘Miraculus’, hier nog zonder gaasdoek. De randen tussen de foto’s zijn afgedekt met uitsneden van de steunpilaren van de troonzaal. Verder vinden we in het fotoboekje nog de marktscène en een prachtige ‘avondschemering’-foto die ons nu ― bijna twintig jaar later ― er nog eens fijntjes op wijst dat die gevel vroeger écht veel mooier was.

Avondrood in het fotoboekje van 1988 -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004De middenpagina’s bleven tot 1990 aanwezig toen ze door de volgende thematische topattractie, ‘Het Volk van Laaf’, van hun plaats gedrukt werden. Fata Morgana kreeg daarmee echter nauwelijks minder aandacht, elk jaar weer neemt de Verboden Stad een mooie plaats in tussen de Efteling-attracties van eerder en later datum. De nieuwste boekjes, met een vormgeving van Robert-Jaap Jansen, presenteren de attractie in twee pagina’s. Opvallend daarbij: de helft van de foto’s is nog precies hetzelfde als in het boekje van 1986. En de flessenverkoper draagt dát kostuum écht al jaren niet meer.

Souvenirs
De jaren tachtig boden de Efteling een hele nieuwe rij ‘ankers’ om hun souvenirlijnen aan op te hangen. Niet langer maakten enkel Kleine Boodschap, Langnek en de Fakir de dienst uit in de winkeltjes van het park. Joop Geesink bracht de Efteling de nog immer lucratieve lijn van Carnaval-Festivalfiguren en ook de Python bleek als beeldmerk toepasbaar op een keur aan artikelen. De figuren van Fata Morgana zijn wat minder cartoonesk en dus als beeldmerk lastiger toepasbaar dan die uit de ‘Wereld vol Prrret’ aan de andere kant van het park, maar dit weerhield de Efteling er niet van toch een aardig aantal specifieke Fata-souvenirs uit te brengen. Er kwamen onder andere een Fata-Morgana-t-shirt (tot groot genoegen van ondergetekende netjes opgevouwen hier in de kledingkast), een pen, een poster van de troonzaal, een hele reeks van ansichtkaarten, een parkeersticker (uitaard gratis en soms ongewenst), een Fata-Morganasprookjes-LP (deel 11 in de reeks), en een Suske-en-Wiskestripalbum (hierover verderop meer). Meer dan welke andere attractie dan ook echter, bleek Fata Morgana geschikt om allerlei aanverwante zaken aan de man te brengen. Dit gebeurde vanaf het openingsjaar van de Verboden Stad in het winkeltje ‘De Bazaar’, aan het Fata-Morganaplein.
 

T-shirtprint Fata Morgana T-shirt -|- Foto & collectie: Friso Geerlings © het WWCW 2004

o De opdruk van het Fata Morgana-T-shirt dat eind jaren tachtig te koop was.

De souvenirwinkel van Fata Morgana bood vanaf dat jaar de bezoeker een Kaatsheuvelse miniversie van de Souk van Marrakech of de bazaar van Bagdad. Waterpijpen, (magische?) olielampen, waxinelichthouders, etherische olieën, wierrookbranders, mandjes, doosjes en andere oosterse bijouterieën en frustels werden hier via een balie aan de man (en vooral vrouw) gebracht. Nog geheel in oosterse sferen kocht menigeen hier een aandenken aan de wereld van 1001-nacht. De Bazaar werd onder invloed van die koopzucht in 1995 flink vergroot. Tevens is dat jaar de uitgang van de attractie verbonden met de ingang van het winkeltje; de bazaar werd ― in navolging van de Droomvluchtwinkel die twee jaar daarvoor opende ― een doorloopwinkeltje waar het nog immer prettig snuffelen is na de tocht vol spanning en avontuur.

Enkele jaren na de introductie van Pardoes als parkmascotte werd de tovernar voorzien van een aantal nieuwe outfits. Eén hiervan is zijn Fata-Morganaoutfit. De nar kreeg een tulband op en een lichtblauw jasje dat hem wat meer op zijn grote voorbeeld, de tovenaar van de Verboden Stad, deed lijken. Met deze ‘Oosterse-’ of ‘Fata-‘Pardoes als nieuwe marketingtool ontwikkelde het park uiteraard weer een flinke lading nieuwe prullaria. Zo verkocht het park een kindersweater met de Fata-Pardoes op een vliegend tapijt (flying carpet – now you will be master in sky!), een beeldje van het figuurtje en een sleutelhanger.

In 2004 verscheen als onderdeel van de Efteling-Pinparade een (helaas nogal lelijke en goedkoop uitgevoerde) Fata-Morganapin. Daarnaast werd de Fata-Pardoes gebruikt op een hele reeks nieuwe producten.
 

De parkeersticker van 1986 -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004

o De parkeersticker van 1986. Geen Van de Ven, lijkt het ons zo...

"Eppo Wordt Vervolgd"
Zoals we in de inleiding van dit artikel al stelden is er rond de opening van de Verboden Stad heel wat geschreven over de nieuwe attractie. De meeste kranten namen uiteraard braaf de persberichten over die het park ter promotie met zekere regelmaat rondstuurde. Sommige publiceerden eigen artikelen en brachten daarvoor een bezoek aan Fata Morgana terwijl de attractie nog in aanbouw was. Eén van de artikelen die dit opleverde willen we u zeker niet onthouden, al was het maar om de lading knullige fouten in de tekst. Stripblad ‘Eppo Wordt Vervolgd’ keek achter de schermen bij de bouw van de nieuwste publiekstrekker van de Efteling. Leest u mee?
 

Eppo wordt vervolgd - De Verboden Stad in Aanbouw

We schrikken als we een hoek omslaan van de felle lichtflitsen en het plotselinge, gierende geluid dat duizendvoudig door de betonnen wanden wordt weerkaatst. De scherpe geur van ozon hangt in de lucht. Een geheimzinnige, metalen schijf komt in beweging als we erlangs lopen en dreigt ons tegen de hoge muur te verpletteren. Tsja, er wordt dan ook nog hard gewerkt aan het sprookjeskasteel: de lasapparaten knetteren en de cirkelzagen vreten zich een weg door metaal, hout en gipsplaat.

Eppo Wordt Vervolgd - voorpagina -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004Een aantal monteurs test het enorme aandrijfwiel dat straks, als er water in de grachten staat, de gondels vol toeschouwers in beweging moet houden. Van een echte sprookjessfeer is nog geen sprake als wij door de dik anderhalve meter diepe en vijf meter brede betonnen geul lopen. Maar spectaculair en indrukwekkend is het allemaal wel. Het is verrassend om te zien hoe het beton op ongeveer ooghoogte verandert in niet van echt te onderscheiden oerwoudplanten. Of hoe een authentiek Arabisch dorpsplein van het ene moment op het andere overgaat in iets wat lijkt op een fabriekshal. De robots die in de verschillende taferelen een rol spelen zitten er nog bijzonder bloot bij: in hun doorzichtige perspex lichamen zijn de draden en stangen te zien die de zaak in beweging moeten brengen. Het stalen geraamte van wat een djinni (reus) moet worden torent hoog boven ons uit.

Eenmaal boven, in de bedrijfs- en onderhoudsruimten waar het publiek nooit zal komen, wordt het nog spannender. Eerst klimmen we naar de controlekamer, hoog achterin (Redactie WWCW: achterin?) het gebouw. De vloer ligt er nog open: dikke bundels elektriciteitssnoer zorgen voor de verbinding tussen onafzienbare rijen potentiometers en de honderden schijnwerpers beneden.

Tussen de hoge stalen kasten vol elektronica staat het bureau waaraan straks de man of vrouw komt te zitten die de complete attractie overziet. Opnieuw tientallen schakelaars, een microfoon en een rij videomonitors. Na inspectie van dit technische hart van de Verboden Stad begint een klauterpartij à la de Klokkenluider van de Notre Dame door de gewelven en achter de dubbele wanden van de attractie. Net als vanachter de borstwering van een kasteel koekeloeren we omlaag naar de gracht waar we zojuist doorheen wandelden. De toekomstige bezoeker van de Verboden Stad mag dan denken dat hij alleen is met medetoeristen en stel robots – wij weten nu dat er overal tijdens de tocht wel honderd man boven zijn hoofd kunnen zitten, verborgen door de duisternis. Leuk idee voor een griezel- of detectivefilm! Elk moment verwachten we in de een of andere hoek of gang het skelet van een metselaar die ooit op een van de galerijen de weg kwijtraakte en van de honger omgekomen is.

Afijn, wij zijn er dus weer uitgekomen. Maar er schijnen de laatste tijd wat journalisten verdwenen te zijn. Misschien hoor je hun klaaglijk gejammer uit de hoge gewelven komen als je ooit een bezoek brengt aan de Verboden Stad...

Scan uit: "Eppo wordt Vervolgd" 1986 -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004

o Zo'n blik op de attractie in aanbouw hadden wij ook wel willen hebben...

Duizend bezoekers per uur
Wat kan de bezoeker eigenlijk verwachten in de Verboden Stad? Om te beginnen een lange rij wachtenden vóór hem. Buiten staan al hekken om honderden mensen ordelijk naar binnen te loodsen, maar wie denkt dat het feest daarna begin kijkt op z’n neus: de rij gaat gewoon door en slingert zich via een balustrade om de ronde vertrekhal. Daar worden de gondels geladen met hun menselijke vracht van telkens zestien personen. Er zijn acht gondels, (Redactie WWCW: acht? Veertien dus. Wellicht is het aantal vlak voor opening nog verdubbeld, maar logischer lijkt het ons dat Eppo Wordt Vervolgd gewoon haar huiswerk niet zo goed deed als wij dat doen) en de vaartocht duurt ook acht minuten. (Opgave: hoeveel bezoekers “verwerkt” de Verboden Stad per uur? Antwoord: acht keer zestien is honderdachtentwintig passagiers per acht minuten, zestig minuten per uur, da’s zevenenhalf keer acht, dus zevenenhalf keer honderdachtentwintig is eh... negenhonderdzestig man, vrouw, of kind.) (Redactie WWCW: 1800 dus. Dit rekensommetje slaat nergens op)

De inrichting van de nieuwste Efteling-publiekstrekker is zo slim bedacht dat de inzittenden van elke gondel niets zien van de bootjes voor en achter hen. Die zijn telkens achter een bocht of poort verscholen. Je waant je dus, op je medepassagiers na, alleen inScan uit: "Eppo Wordt Vervolgd" 1986 -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004 de Verboden Stad. Daar zijn verschillende taferelen te bezichtigen, zoals een oosterse markt, een paleis en een harem, bevolkt door kunstig bewegende robots. En de Verboden Stad zou wel anders heten als er ook niet een flinke portie gegriezeld kon worden. Maar daarvan verraden we niks, want we willen de pret niet bederven...

De dreiging van Disney
Pretparken zoals de Efteling hebben over belangstelling van het publiek beslist niet te klagen. Allemaal trekken ze per seizoen honderdduizende of miljoenen bezoekers, die stuk voor stuk een paar tientjes achterlaten in de vele kassa’s. Maar het is een groep die van jaar tot jaar vrijwel even groot blijft, en dat betekend dat wanneer een park als De Efteling honderdduizend extra gasten krijgt, Hellendoorn, Bobbejaanland of Walibi er net zoveel minder ontvangen. De concurrentie is dus moordend. Vandaar elk jaar de nieuwe attracties (Verboden Stad, kosten ƒ15 miljoen) om elkaar de loef af te steken.
En allemaal kijken de pretparken met bange ogen naar de erven Walt Disney, die een Europese vestiging van Disneyworld voorbereiden (bij Parijs). Dat wordt dan meteen het grootste, mooiste en drukbezochtste van Europa. Daar kunnen geen tien Verboden Steden tegenop.

Televisie
De Efteling is tijdens haar lange geschiedenis regelmatig het decor geweest voor de vaderlandsche omroepen. Het park figureerde zelfs als sfeervolle locatie in een enkele bioscoopfilm. Fata Morgana is met haar prachtige gevel en plein natuurlijk helemaal hét ideale decor voor een romatische scène óf natuurlijk een leuke show voor het hele gezin.

Te land, ter zee en in de lucht
De bekendste spelshow die vanuit de Efteling is uitgezonden is het aloude, oer-Hollandse en nog immer enorm populaire TROS-programma “Te land, ter zee en in de lucht”. In de eerste helft van de jaren tachtig werd het programma uitgezonden vanaf de vijver bij de Piraña, maar na de opening van Fata Morgana werd de ‘baan’ (of schans, afhankelijk van het onderdeel dat opgenomen werd) verplaatst naar de Vonderplas. Als bijzonder fraaie achtergrond deed de gevel van de attractie uit 1001-nacht voortreffelijk dienst. Miljoenen kijkers zagen hoe menig dapper team compleet met inventieve installatie roemloos te water ging bij de Verboden Stad. Voor de Efteling natuurlijk een uitgelezen kans om zich onder de aandacht te brengen bij het TROS-publiek; de ‘Grootste Familie van Nederland’ en het grootste familiepretpark van het land vulden elkaar prachtig aan. Op de dagen dat de opnames plaatsvonden was het op de tribunes bij de schans een drukte van belang. In latere jaren werd de schans overigens weer verplaatst; deze bleef wel in de Vonderplas, maar kwam aan de andere kant van de plas te liggen, dicht bij de huidige locatie van het Huys van de Vijf Zintuigen.
 

Te land, ter zee en in de lucht vanaf de Vonderplas -|- Foto: EAH © het WWCW 2004

 o Zomer 1986. Te land, ter zee en in de lucht vanuit het Kaatsheuvelse Sprookjespark

Way of life
De samenwerking van de TROS en de Efteling was duidelijk een geslaagde, want naast ‘Te land’ presenteerde de omroep in de zomer van 1988 dertien weken lang nog een groots opgezet spektakel vanuit het park: de “Way of Life Show”. De show, geproduceerd met medewerking van de Nederlandse Hartstichting, draaide helemaal om ‘gezonder leven’. Elke week moest een groep mannen en vrouwen uit één van de Nederlandse provincies een ingewikkeld parcours vol spellen doorlopen en daarbij zo veel mogelijk punten proberen te scoren. De presentatie was in handen van TV-corrifee en later RTL4-kopstuk Ron Brandsteder. De Way of Life Show werd gepresenteerd vanuit een speciaal hiervoor gebouwd ‘stadion’ in het midden van het park. ‘Maar wat heeft dit alles dan te maken met Fata Morgana?’ vraagt u zich nu wellicht af. Wel, dat zullen wij u eens haarfijn uit de doeken doen. Geen ander programma heeft namelijk zo’n sterke Fata-link als deze groots opgezette show.
 

Way of Life-compilatie -|- Screenshots: © TROS 1988

De te winnen ‘inzet’ van het spel was ― ah! Daar is de beloofde Fata-link al ― een geldbuidel uit de schatkamer van Fata Morgana’s eigen absolute heerser: 'Pasha el Passief'. Natuurlijk was de Pasha niet gecharmeerd van het feit dat hij steeds een kleine 10.000 gulden moest afstaan aan de winnaars van het spel. In een filmpje vanuit de troonzaal van Fata Morgana sprak hij (een verkleede acteur) dan ook elke week de verwachting uit dat de betreffende provincie het deze keer écht niet zouden halen. Daarnaast had de Pasha, om deze voorspelling een duwtje in de richting van de waarheid te geven, een legertje mannen ingehuurd, die de kandidaten tijdens de spellen voortdurend voor de voeten liepen en uit hun concentratie haalde. Die (semi-) oosterse hulpjes waren, in onbepaalde volgorde:

Harde Hassan, een man met zwarte baard en een bloedrood gewaad.
Thor de Viking, een stoere man met vikinghelm.
Sabor de Smid, een donkere man met smidskostuum.
Brutus de Barbaar, een stevige kerel met ontbloot bovenlijf, die vaak in het water lag om de kandidaten bij waterspellen te pesten.
Bastaard de Beul, een grote kerel met kale kop, die niets liever deed dan de kandidaten bang maken.

Van de kandidaten werd verwacht dat ze vijf spelonderdelen afrondden. Per onderdeel werden tussenstanden opgemaakt en uiteindelijk streden wekelijks de drie beste mannen en de drie beste vrouwen in een finalespel om de geldbuidels van de Pasha, die op het erepodium door de heerser en diens hulpjes werden uitgereikt. De winnaars van elke provincie namen het tenslotte in de grote finale, aan het einde van de reeks, tegen elkaar op. Uiteindelijk wist de provincie Flevoland de all-time Way-of-Lifewinnaar te worden.
 

Een correct werkende Flash-plugin is hier noodzakelijk.

Ron Brandsteder geeft vanuit de Pagode een overzicht van wat de kijker dertien dinsdagen lang te wachten staat in de
"Way of Life Show".

Let vooral even op de prachtige automobielen en de videocamera...

De vijf spelonderdelen die de kandidaten moesten afronden, alvorens het finalespel te kunnen spelen waren:

‘De Muur der duizend zuchten’: meteen aan het begin moesten de kandidaten een muur 'bestormen'. Op de muur stonden de hulpjes van de Pasha om de kandidaten te hinderen. Er moest overigens geklommen worden zonder hulpmiddelen, dus men moest elkaar over de muur helpen.
‘De keiharde keienkreek’: de kandidaten moesten een kreek met keien oversteken (vergelijk het met de staptegels in het water in het Lavenlaar). Helaas lagen enkele keien los, zonder dat te zien was welke dat waren. Bij een stap op een verkeerde kei was het spel afgelopen.
‘De razende rollers’: hier moesten de kandidaten over draaiende boomstammen rennen. Dit spel bleek echter al vroeg in het seizoen veel te gevaarlijk; één kandidaat liep zelfs een beenbreuk op. Het spel werd daarom vervangen door ‘De Reuzenrace’, waarbij kandidaten met schuimrubberen reuzen op de rug moesten rennen. Nog wat later kwam hiervoor weer in de plaats ‘De Wankele Brug der Vergelding’, waarbij kandidaten een wankelbrug moesten oversteken, terwijl ze bekogeld werden met skippyballen.
‘De Kashba Carrousel’: de Kashba Carrousel stond in een bak water. Het was een ronddraaiende molen, waarbij de kandidaat op een uiteinde van een wiek moest staan en af en toe moest springen om obstakels in de vorm van nepkrokodillen te ontwijken. Bij een val in het water was het spel afgelopen.
‘De Duistere Deuren’: het parcours bestond uit vier ‘muren’. In elke muur zaten drie deuren, waarvan er steeds één op slot zat. Bovendien zat er achter één deur ook een vangnet. Het was hier dus een kwestie van de juiste deuren kiezen.

Na deze zware tocht vol obstakels en lastige keuzes volgde het finalespel: ‘De Barre Baan van de Rollende Rotsen’. De finalisten moesten een hellende baan beklimmen, terwijl de hulpjes van de Pasha schuimrubberen rotsblokken naar beneden rolden. Bovenaan de baan moesten de finalisten een sleutel proberen te pakken. Degene die dat als eerste voor elkaar kreeg, won de geldbuidel uit de schatkamer.

U begrijpt het al, waarde lezer: het WWCW-team heeft in haar jonge jaren heel wat dinsdagavonden achter televisie doorgebracht om zo een glimp op te vangen van het Kaatsheuvelse park. Amusement als toen, neen, dat maken ze nu niet meer. Attracties ook niet, overigens.
 

Het plein van Fata Morgana -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2004

Commercials
Vanaf 1986 is Fata Morgana een vaak terugkerende attractie in de jaarlijkse Efteling-commercials geweest. In het eerste jaar figureerde de ride prominent in de reclame waarin ook cabaretier en TV-persoonlijkheid André van Duin (met zijn typetje Professor Zwakström) optrad. In de ‘Efteling doet Wonderen’-reeks die vanaf 1987 werd uitgezonden zijn beelden van de parkvideo van die tijd gebruikt. Wie met aandacht kijkt ziet vooral dat er qua kostuums sindsdien toch flink aan de Verboden Stad is gesleuteld. In 1989 (in de reeks ‘Er is een wereld...’) kreeg Fata Morgana aandacht in de vorm van de tovenaar van de Verboden Stad aan het einde van de spot en sfeervolle beelden vanuit de darkride tijdens de rest van de commercial.

Vanaf 1994 is een reeks algemene commercials uitgezonden met daarin ook vast de nodige beelden van de Verboden Stad. Hierover is echter weinig bijzonders te melden. De in 1999 en 2000 uitgezonden ‘schatkist’-commercial bevatte in de reeks beelden die uit de kist ‘opdoken’ ook een fragment met Reus Dzjinn. De toch niet miniem te noemen Reus Dzjinn, die zich als ‘djinni’ eerder in een olielamp zou thuisvoelen dan in een kist, heeft zover wij van het WWCW weten echter geen bezwaar aangetekend tegen deze zeer onnatuurlijke weergave van oosterse feiten.
 

  Vertelden wij van het WWCW je al…
...dat in juni 2004 twee programmamakers van het SBS6-programma 6pack de Efteling binnendrongen en ook Fata Morgana 'onveilig' maakten? Download de video (WMF-file) hier.
   

 

Suske en Wiske: Fata Morgana

Lang, heel lang geleden, als in tijden van storm het water van de Gondoletta-vijver nog niet reikte tot aan de voet van de traptreintjes, was Pardoes nog slechts een hersenspinsel in het hoofd van een toen nog vrij anonieme Efteling-medewerker, wiens bekendste werk de plattegrond van het park was. De tovernar was er toen nog niet om als stripheld met zijn twinkels en even ingewikkelde als nietszeggende spreuken het park te beschermen.
Dit betekende echter niet dat de Efteling geheel weerloos was voor boosaardige krachten; integendeel. Twee àndere striphelden beschermden de Efteling toen tegen het kwaad. We hebben het hier natuurlijk over Suske en Wiske, twee culturele iconen die niet weg te denken zijn uit onze samenleving. Dagelijks leven vele Belgen en Nederlanders middels de krant en de albums mee met de honderden avonturen die het duo en hun vrienden over de hele wereld en een enkele keer daarbuiten beleeft.

Scan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004

Het Dynamische Duo
In 1947 verschijnt het eerste album uit de reeks van Suske en Wiske, getiteld ‘Op het eiland Amoras’ (nr. 1, later in kleur opnieuw uitgebracht als nr. 68). Dit album werd voorafgegaan door ‘De avonturen van Rikki en Wiske’ (later opnieuw in de vierkleurenreeks opgenomen als nr. 154), maar in dit album was Suske nog afwezig. Het is een van de langstlopende stripreeksen die er zijn. De oude albums ― die later opnieuw in de serie werden opgenomen ― niet meegenomen staat de teller inmiddels op ruim tweehonderd albums.

Het spreekt bijna voor zichzelf dat de stijl van de albums met het verstrijken van de jaren veranderd is. Anno 1947 zijn het in België mScan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004agere tijden. De tweede wereldoorlog is net voorbij en het land is nog sterk in wederopbouw. De albums zijn gevuld met scherpe kritieken op met name de toenmalige landelijke politiek, hoewel ook de belasting het vaak moet ontgelden. Suske en Wiske zijn ondeugend, Lambik is eigenwijs en voor bijna elk gat te vangen, Jerom is vooral cynisch en tante Sidonia is nuchter en nadenkend. De avonturen die onze helden beleven zijn exotisch, spannend en soms nog net op het randje.

Maar door de jaren heen worden de striphelden steeds braver. De humor, altijd zo’n belangrijk element in de stripreeks, verdwijnt meer en meer naar de achtergrond. De avonturen die Suske en Wiske beleven worden toegankelijker voor een groter publiek, maar ze worden hierdoor wel minder spannend en ze verliezen de kneuterige charme die de albums altijd zo leuk maakten. Naast braver worden de karakters ook vlakker dan eerst en verliezen ze langzaam de geheel eigen manier waarop ze altijd reageerden.

Meer recentelijk worden er steeds meer absurdistische elementen aan de albums toegevoegd. De indruk wordt gewekt dat de verhalenstroom langzaam maar zeker op begint te drogen. Bovendien is de teken- en verhalenstijl van de huidige auteur in de meest recente albums dusdanig, dat het soms lijkt alsof Suske en Wiske vreemden zijn geworden in hun eigen strip, omdat de nieuwere karakters en de enscenering qua stijl zo sterk afwijken van die van henzelf.

Het Prachtige Park
Suske en Wiske zijn geen onbekenden in de Efteling. In 1975 bezoeken zij het al in ‘De Vliegende Klomp’, een speciaal promotiealbum dat uitgegeven wordt om striplezers de provincie Noord-Brabant te laten verkennen. Op strook 43 en 44 brengen zij hun eerste bezoek aan ‘een fantastische kinderwereld waar alles kan’. Drie jaar later keren zij er in de reguliere stripreeks terug in ‘De Efteling-Elfjes’ (nr. 168). Ditmaal speelt een groter deel van het verhaal zich in en rondom de Efteling af, als onze helden proberen een kostbare diamant uit de handen van aardsvijand Krimson te houden en tevens de Heks van de Indische Waterlelies beletten de Elfjes nooit meer te laten dansen. In ‘De Belhamel-Bende’ (nr. 189) keren ze in 1982 opnieuw even in de Efteling terug (waarbij zelfs Anton Pieck nog even zijn opwachting maakt) als Sidonia er vermomd als Kleine Boodschap onderduikt om te schuilen voor een bende Belhamels uit de Oertijd. Fata Morgana, een speciaal voor de Efteling getekend promotiealbum uit 1988 is anno 2004 het laatst bekende avontuur waarin Suske en Wiske des Neerlands grootste attractieparktrots bezoeken. Het avontuur speelt zich, evenals ‘De Efteling-Elfjes’ (nr. 168) opnieuw voor een groot deel af in en rondom de Efteling.

Scan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004

De Summiere Samenvatting
Terwijl het dondert en bliksemt in de Efteling, smeedt de boosaardige Kalief Scheef-Eh-Tulband van Fata Morgana snode plannen om met behulp van de geleerdste geleerde aller tijden de macht te grijpen in de gelijknamige oosterse stad. Middels een betovering zorgt hij ervoor dat de Vliegende Fakir erop uit wordt gestuurd om deze geleerdste geleerde te vinden. De Fakir wordt verhuld in een bolbliksem die zich een weg baant en terecht komt bij… Suske, Wiske, Lambik, Jerom, professor Barabas en tante Sidonia. Door het inslaan van de bliksem in hun spelcomputer, ontstaat PeeCee, een klein robotachtig mannetje dat met zijn ballonnetjes kan toveren.

Suske en Wiske gaan samen met PeeCee op het tapijt van de Fakir zitten. Op dat moment voelt de Kalief dat de geleerdste geleerde heeft plaatsgenomen op het tapijt en roept hij het terug. Jerom probeert het tevergeefs tegen te houden. Hij gaat met Suske, Wiske, PeeCee en de Fakir mee, waarna ze in de Efteling terechtkomen bij de Kalief in Fata Morgana. Deze vertelt hen van zijn plan, om samen met hem de macht te grijpen door bij volle maan op een naderende vrijdag de dertiende de schatkist der wijsheid die in het bezit is van de Pasja te openen. Suske en Wiske slaan het aanbod af, waarna de Kalief zijn wachters roept om hen in te rekenen. Jerom veegt echter de vloer met hen aan. Hij is op zijn beurt niet opgewassen tegen de toverkracht van de Kalief, die hem in goede oosterse traditie in een fles tovert. Suske en Wiske maken van de gelegenheid gebruik om samen met PeeCee te vluchten. De Kalief stuurt hierop zijn wachters achter hen aan.

Scan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004

Inmiddels arriveren professor Barabas en tante Sidonia in oosterse kledij in de Efteling. Door de fles met Jerom erin te kopen, iets wat zij niet weten, mogen zij mee varen op een koopvaardijschip dat naar Fata Morgana vaart. Op dat moment zijn Suske en Wiske nog steeds op de vlucht. Geklungel van PeeCee leidt ertoe dat ze uiteindelijk toch worden overmeesterd door de bewakers. De Kalief zet hen aan het werk in een oliemolen waar zij door krokodillen bewaakt worden. Om hen vrij te krijgen moet PeeCee op zoek gaan naar twee diamanten waarmee de schatkist geopend kan worden.
Professor Barabas en tante Sidonia zijn inmiddels gearriveerd in Fata Morgana, waar zij op de markt een onderhoud hebben met de tandarts. Deze verraadt hen aan de wachters van de Kalief. Barabas wordt samen met Suske en Wiske in de oliemolen gezet en Sidonia wordt voorgeleid bij de Pasja, waar zij aan het werk wordt gezet als haremdame.
Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Lambik arriveert in de Efteling en wordt door de vrouw van de vliegende fakir doorverwezen naar Fata Morgana. Na op omslachtige wijze binnen te zijn gedrongen in de hermetisch afgesloten Verboden Stad,Scan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004 komt hij PeeCee tegen. Samen gaan zij op zoek naar de diamanten. Eenmaal aangekomen op de markt wil de tandarts ook hen verraden, maar na een achtervolging door de achterbuurten van Fata Morgana weten Lambik en PeeCee weg te komen door een portaaltje. Deze leidt hen door een steeds groter wordende grot naar de reus (Dzjinn voor de kenners), maar een slimme inzet van kleine middelen doet de reus op de vlucht slaan. In de grot bevindt zich de schatkamer van de Pasja waarin de eerste diamant ligt.

Met een ballon vliegen PeeCee en Lambik via een luchtschacht naar het bovengelegen paleis van de Pasja. Hier worden ze herenigd met tante Sidonia. Wanneer de Pasja Lambik hoort reppen over de tweede diamant beveelt hij hun hoofden eraf te laten hakken. Lambik en Sidonia ontsnappen echter, maar vallen in de handen van de Kalief. Als deze per abuis hoort dat zij de eerste diamant reeds hebben, besluit hij hen te laten ontsnappen zodat ze ook de tweede kunnen zoeken.

In de tussentijd ontdekt PeeCee dat de Pasja de tweede diamant heeft verstopt bij de draak Wakka Jawakka (die een treffende gelijkenis met Draak Lichtgeraakt, alias de Vliegende Draak, alias Chinese Draak vertoont). PeeCee haast zich om zijn vrienden te gaan bevrijden. Hij leidt Suske, Wiske, Lambik, tante Sidonia en professor Barabas (die nog steeds zonder het te weten de fles met Jerom erin draagt) naar de draak. Bij toeval openen ze de fles met Jerom erin en nu deze weer op vrije voeten is rekent hij snel af met de handlangers van de Kalief en even later met Wakka Jawakka. De in het nauw gedreven kalief bekent wat hij van plan was. Hij leidt hen naar de plaats waar de kist van de waarheid verborgen is. Suske en Wiske plaatsen de diamanten in de ogen van de beeltenis van een grote kat. Deze schiet rode stralen en de kist komt tevoorschijn.

De kist blijkt de waarheid over jezelf te bevatten. Lambik en Sidonia houden eigenlijk echt van elkaar, Barabas en Jerom kunnen het ook best met elkaar vinden en Suske en Wiske zijn gelukkig zoals ze zijn. De Kalief echter valt ten prooi aan de meest gruwelijke beelden, die voortkomen uit zijn eigen verdorvenheid. Hevig geschrokken door deze beelden belooft hij beterschap. PeeCee blijft bij hem om hierop toe te zien. De diamanten worden weer opgeborgen en eind goed al goed keren Suske, Wiske, Lambik, tante Sidonia, professor Barabas en Jerom weer terug naar huis.

De Anonieme Auteur
Hoewel er op de voorkant duidelijk Willy Vandersteen staat, is de geestesvader van Suske en Wiske niet verantwoordelijk geweest voor het album. Ondanks dat Willy Vandersteen ten tijde van het uitbrengen ervan nog leefde, tekende hij nog maar sporadisch een nieuw avontuur. Zo is ‘De Eenzame Eenhoorn’ (nr. 213), het album dat op de eerste druk van Fata Morgana vermeld staat een van de laatste van zijn hand afkomstige werken. Zijn werk was ten tijde van het uitbrengen van Fata Morgana voor het grootste deel overgenomen door Paul Geerts, die dat zo voortreffelijk deed. Geerts maakte zijn Suske en Wiske-debuut met ‘De Gekke Gokker’ (nr. 135), zijn eerste album dat hij voor deze gelegenheid ook helemaal zelf schreef, tekende en inkte. Maar Geerts was evenmin verantwoordelijk voor het scenario en de tekeningen. Ook Marc Verhaegen, die enkele jaren geleden Paul Geerts opvolgde als scenarist en tekenaar van het Dynamische Duo, was voor dit album niet verantwoordelijk. Zijn werk begon pas 6 albums na Fata Morgana, in ‘De Speelgoedspiegel’ (nr. 219). Het eerste album dat hij volledig zelfstandig schreef en tekende was ‘De Krakende Carcas’ (nr. 235), precies 100 albums na het eerste album van Paul Geerts.
De persoon die wél tekende voor het scenario en de tekeningen was Eugeen Goossens. Goossens was al sinds ‘De Pompenplanters’ (nr. 176) mede verantwoordelijk geweest voor het inktwerk van Suske en Wiske. Hij werkte al sinds 1965 bij Studio Vandersteen, waar hij had meegewerkt aan de strips van De Familie Snoek, de Bessy-reeks, de Jerom-reeks en de Karl May-reeks. Voor Suske en Wiske verzorgde hij naast het inkten ook enkele korte verhalen.

Scan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004

De Unieke Uitgave
Een verhaal dat zich geheel afspeelt in en rondom één attractie in een attractiepark is uniek in de Suske en Wiske-franchise. De oosterse attractie vormt het decor voor een spannend maar vooral ook erg kleurrijk verhaal. Suske en Wiske zijn geen onbekenden in de setting van het verre Oosten. Ze bezochten het in onder andere ‘Sjeik El Rojenbiet’ (nr. 90) en ‘Prinses Zagemeel’ (nr. 129). Het feit dat het een van Goossens’ enige albums is valt nauwelijks te bemerken. Verhaaltechnisch gezien zit het prima in elkaar en de kwaliteit wijkt niet af van die van de reguliere reeks. Enig verschil is dat de stijl van Goossens, wat met name te zien is in de lijnvoering, wat afwijkt van die van Paul Geerts. Het album zou ook prima in de normale reeks passen, de zestal pagina’s die het daarvoor te kort is daargelaten. Het is overigens met 45 pagina’s ook het langste verhaal van een promotiealbum dat voor Suske en Wiske is uitgebracht. Deze albums hebben normaal gezien de lengte van de helft van een normaal album.
Waar men hierin bij Pardoes faalt, lukt het bij Suske en Wiske wonderwel om de Efteling als toneel te gebruiken voor de aktie. De aanwezigheid van sprookjesfiguren wordt op een grappige, doch effectieve manier benut. Onze helden nemen actief deel in de wereld van de Efteling. Lambik neemt op de markt plaats in de stoel van de tandarts en wordt aangevallen door Djinn, Suske en Wiske moeten de oliemolen uit de gevangenis aanduwen en tante Sidonia mag als danseres voor de Pasja dansen in de harem. Fata Morgana ‘leeft’ in een verhaal vol spanning en avontuur waar achter iedere hoek weer een nieuwe verrassing schuilgaat. De elementen uit de attractie en de Efteling worden op een slimme manier verweven in het verhaal.

Ook is er plaats voor een wijze les. Centrale spil in het verhaal is de macht waarnaar de Kalief hunkert. Deze kan verkregen worden door de kist van de wijsheid te openen. Deze kist laat iemand zichzelf zien zoals hij is. Dit concept is echter niet nieuw in dScan uit 'Suske en Wiske: Fata Morgana' -|- Scan: Jorn van de Wetering © het WWCW 2004e Suske en Wiske-reeks. Eerder al was er in het album de ‘Knokkersburcht’ (nr. 127) een spiegel die iemands ware gezicht toont.

Fata Morgana is zeker niet het beste Suske en Wiske album dat ooit is uitgebracht, doch het stijgt ver uit boven het niveau van een gemiddeld promotiealbum. Het verhaal mist weliswaar de spanning en beklemming uit de oudere albums en ook de humor is af en toe wat flauwtjes, Eugeen Goossens heeft er niettemin een meeslepend en spannend verhaal van gemaakt. Zeker wanneer je bedenkt dat hij eigenlijk nooit zelfstandig albums voor Suske en Wiske maakte. Fata Morgana spreekt door zijn Efteling-gerichte verhaal zowel het Suske en Wiske- als het Efteling-minnende publiek aan. Zowel de karakters uit de Suske en Wiske-reeks als de Eftelingse elementen worden met veel eerbied neergezet. Goossens heeft niet geschuwd zichzelf hierbij wat vrijheden te veroorloven en dit heeft goed uitgepakt. Fata Morgana is een prima album en de Efteling mag er trots op zijn dat zij haar eigen Suske en Wiske kan verkopen.

Overzicht uitgaven

Jaar Titel Uitgever Verkrijgbaar bij Bijzonderheden
1988 Fata Morgana Standaard Uitgeverij Albert Heijn

Ontwerpwedstrijd en reductiebon voor fl. 2,50 korting achterin; vermelding hiervan in witte strook op de voorkant.
Prijsopdruk (fl. 3,50) op achterkant.

1988 Fata Morgana Standaard Uitgeverij Albert Heijn
(2de uitgave)

Stempel achterin met vermelding dat de wedstrijd gestopt was, maar dat de reductiebon nog geldig was.
Stempel ‘ook geldig in 1989’bij herdistributie in 1989.

1988 Fata Morgana Standaard Uitgeverij De Efteling Prijsopdruk (fl. 3,50) op achterkant eerste druk.
1988 Fata Morgana Standaard Uitgeverij De Efteling
Wehkamp
NS

Gratis verkrijgbaar geweest bij een dagtocht.
Geen acties of opdrukken

1994 Fata Morgana Standaard Uitgeverij De Efteling Efteling-logo op de voorkant
1998
(april)
Suske en Wiske Familiestripboek Standaard Uitgeverij Elk regulier Suske en Wiske distributiepunt Geen

 
  Vertelden wij van het WWCW je al…
...dat de Efteling een jaar voor de opening van de attractie in een lokale krant een advertentie zette voor het inleveren van oude kunstgebitten? Deze zijn gebruikt om de animatronics er nog realistischer uit te laten zien.
   

Deviderornament -|- Design: Bram Elstak © het WWCW 2004

De zijgevel bij avond -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2004

Machtioge muziek en groezelig gemompel: de geluiden van Fata Morgana

Muziek speelt in veel Efteling-attracties een grote rol. Wie kan zich het Spookslot voorstellen zonder de opzwepende vioolpartijen van Saint-Saens? Carnaval Festival zonder het ijzersterke “Taa-ta-ta-Taa-ta-ta”? Wat is het Sprookjesbos zonder al een halve eeuw trouw spelende muzikale paddenstoelen? Wie ooit het vreemde en redelijk zeldzame genoegen gehad heeft de Villa-Voltahoofdshow mee te maken zonder de gebruikelijke pompeuze muzikale begeleiding, kan ons slechts steunen in de uitspraak: muziek hoort bij de Efteling als een basstem bij Ton van de Ven en als korsetbaleinen bij Peter Reijnders.

De muziek van Fata Morgana heeft dan misschien niet de bijna Nederlands cultuur-historische reputatie van de Afrikaan Beat of het Menuet in G, maar de omlijsting in klanken van de Verboden Stad behoort volgens menig kenner én Efteling-liefhebber tot het beste wat het park te bieden heeft.

Ruud Bos
De man die tekende voor de compositietaak was Ruud Bos. Bos werd geboren in 1936, en ontwikkelde zich in de jaren zestig tot één van de, zo niet dé bekendste Nederlandse componist van filmmuziek. Hij schreef de instrumentale score voor filmklassiekers als ‘Mariken van Nieumeghen’ (1974) en ‘Elkerlyc’ (1975) en componeerde de tunes van onder andere ‘De Fabriek’ (1981) ‘Ha die Pa!’ (1990) en Goudkust (1996). Bos componeerde ook regelmatig voor theatervedetten als Toon Hermans en Wim Sonneveld. In 1982 won Ruus Bos de Gouden Harp.

Ruud Bos -|- Screenshots van 'Dromen met open ogen' - edits: Friso Geerlings © het WWCW 2004

Het contact tussen de Efteling en Ruud Bos ontstond in de eerste helft van de jaren ’80. Het park besloot in 1983 om in het jaar daarop te openen met de ‘droomattractie’ van Loekie-de-Leeuw-creator Joop Geesink: “Carnaval Festijn”. Geesink is dan al enige jaren met ‘zijn’ project bezig. Bij de presentatie van de maquette in september van ’83 neuriet Geesink regelmatig het bijzonder aanstekelijke deuntje dat cabaretier Toon Hermans voor de attractie bedacht. Toon kan echter geen noten lezen en schrijven en dus laat hij Ruud Bos, waarmee hij in die tijd door het land toert, de melodie op papier zetten. Als het komt tot een definitieve goedkeuring voor het project, is het ook Bos die de opdracht krijgt om de hoofdmelodie te arrangeren tot een tiental verschillende landenthema’s. Het resultaat is van een dusdanige hoge kwaliteit dat het park de componist met graagte betrekt bij het vlaggenschipproject ‘1001-nacht’. In zekere zin is het nogal verrassend te noemen dat de componist die de Efteling binnen kwam via een project dat Ton van de Ven het liefst nooit uitgevoerd zag, binnen enkele jaren zeer gewaardeerde bijdragen zou gaan leveren aan al de topattracties die onder Ton tot stand kwamen.

Al in een vroeg stadium gaat Ruud Bos aan de slag als componist van de muziek van de Verboden Stad. Op basis van maquettes, de tekeningen van Ton van de Ven en herhaaldelijke gesprekken met het creatieve team onder leiding van Ton ontstaat een serie composities die tot op de dag van vandaag een volkomen perfecte ondersteuning en versterking van de sfeer van de attractie vormen. Ruud Bos schrijft voor de attractie verschillende melodieën, waarvan er uiteindelijk vijf opgenomen en gebruikt worden in de Verboden Stad.

Reus Dzjinn -|- Tekening: Ton van de Ven - Scan uit: 'Kroniek van een Sprookje'

o Al in een heel vroeg stadium van de ontwikkeling van een attractie gaat Ruud Bos aan de slag; hij werkt op basis van de ontwerpen van Ton van de Ven ('die zijn zo inspirerend!'), sfeerschetsen, story-boards en maquettes. Wellicht dat een deel van de dreiging in het haventhema op basis van ontwerpen voor de gruwelijke reus Dzjinn tot stand kwam.

Centraal staat natuurlijk het energieke Haremthema dat zowel in gebruik is als wachtrijmuziek buiten en ín de attractie, als als feestelijke apotheose in de troonzaal van de Verboden Stad. Met een snel percussieritme, de typerende tamboerijntik (wellicht is het zelfs een Arabische Riqq of Mazhar), een krachtige koperpartij en een complexe vioollijn vormt het in 4/4e maat gezette stuk dé herkenninsmelodie van de attractie. De grandeur van Fata Morgana kon op geen betere wijze benadrukt worden. Hoewel het stuk de potentie heeft ietwat repetatief te worden, heeft Bos de melodie op voldoende manieren onderbroken met een koper-intermezzo om de muziek voor lange tijd bijzonder verdraagzaam te maken. Wachten met het Harem-thema op de achtergrond is lang, heel lang een waar genoegen.

De ‘tocht vol spanning en avontuur’ wordt in de junglegedeeltes in- en uitgeleid door een bijna etherisch stuk orchestrale muziek. Het Junglethema begint met een Bond-achtige intro van lage violen, die al snel de begeleiding vormen van een dromerige, oosterse melodie op de klarinet. De afkomst van Bos als filmmuziekcomponist komt al snel duidelijk naar voren; met een haast Hollywood-achtige vioolpartij weet hij vrijwel elke bezoeker van Fata Morgana onmiddellijk onder te dompelen in de sfeer van de attractie. Wanneer de hoofdmelodie even later nogmaals klinkt, nu voorzien van een prachtig crescendo op de violen en een volle uitvoering op de koperblazers, is het muzikale landschap compleet. De orchestratie is overigens bijzonder gedetailleerd: harp, gong, hoorn en triangeltwinkels geven het geheel een diepgang die muzikaal alleen in het Spookslot overtroffen wordt.

De tierende man -|- Tekening: Ton van de Ven - Scan uit: 'Kroniek van een Sprookje'Het thema van de Arabische markt leunt sterk op traditionele muziek uit de regio waarbij blazers met riet en een wat nasale klank een grote rol spelen. Met een harmonica-achtige begeleiding, viool en typische, wat drukke oriëntaalse percussie op kleine op trommels, weet Bos de stemming van een Arabische markt perfect over te brengen. Elk moment verwachten we slangenbezweerders te ontmoeten wiens spuwende cobra’s op de tonen van deze melodie uit hun mand omhoog komen.

De muziek van de gevangenissen van Fata Morgana, het ‘martelgedeelte’, gebruikt een dof en daardoor dreigend trommelritme (het ritme heeft bijna een Japanse Taiko-drumklank) als basis. Lage strijkers en langgerekte trompet-klanken scheppen een onheilspellende sfeer. Wat verderop in het stuk zet Bos zijn kenmerkende uitvoerige en opzwepende vioolbegeleidingen weer in waardoor de muziek een grote volheid krijgt maar toch niks aan subtiele zeggingskracht inboet. Ook hier valt weer de uitvoerige orchestratie op: wie zorgvuldig luistert hoort cymbalen, snel aangetokkelde harp, fluit en een diep geluidsveld van scherpgerand koper.

Samen met het Haremthema vormt het Haventhema zonder twijfel het muzikale hoogtepunt van de attractie. De muziek begeleidt niet alleen de grote scène met het koopvaardijschip en de paleistuinen, maar vormt tevens het sinistere toppunt van de attractie in de zogenaamde ‘stormsequentie’ (direct na de schatkamer) en de daarop volgende kantelende kamer. De muziek van de Haven bouwt langzaam op; de melodie wordt ingezet met fluit op een kabbelende basis van strijkers en gong, maar krijgt allengs steeds meer volume. Instrument na instrument voegt zicht bij de melodie op een bijna Bolero-achtige wijze. Het verschil is hier echter de latere toevoeging van percussie en een relatief ‘stil’ tussentijds intermezzo met een subtiele, enkele viool. Net als elders in zijn Fata-Morganacomposities schuwt Bos ook hier het gebruik van de koperblazers niet, maar in combinatie met de slepende violen is het resultaat hier om kippenvel van te krijgen. Op zich is de uitwerking van het Haventhema niet buitengewoon complex, maar de trage melodie is dusdanig effectief in het overbrengen van al datgene waar Fata Morgana sterk in is: dat verdere opsmuk alleen maar negatief zou kunnen uitpakken.

De troonzaal van de Pasha -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2004

Overigens is in de attractie wat geknipt in de complete orchestratie van het Haventhema: in de havenscène speelt het eerste deel van de 4m30s durende compositie; de tweede helft is in alle pracht te beluisteren in de laaste secties van de attractie. In tegenstelling tot bij latere attracties als Droomvlucht en Villa Volta, klinkt de muziek van Fata Morgana nergens electronisch, ‘synthesizerig’. Het is tekenend voor de authenticiteit van de complete beleving dat zelfs op muzikaal gebied kosten nog moeite bespaard lijken te zijn om Fata Morgana werkelijk te maken tot het kroonjuweel van het Kaatsheuvelse attractiebestand.

Gelukkig zag de Efteling al snel in dat het werk van Ruud Bos voor Fata Morgana van een dergelijke kwaliteit is, dat het een fraai souvenir vormt van zowel de Verboden Stad als het park. Direct na de opening van de attractie verschenen dan ook delen van de muziek op Efteling-uitgaven. Vanaf 1994 kunnen bezoekers de complete muziek van Fata Morgana mee naar huis nemen door de cd ‘De mooiste Efteling Melodieën’, ook wel bekend als ‘de groene cd’, aan te schaffen. De totale hoeveelheid Fata Morgana materiaal hierop is meer dan dertien minuten. De liefhebber mag blij zijn met een dergelijk compleet geheel op één disk bij elkaar!

Halt! Gefahrlich! Zuruck! Stop! Dangerous for life!
De tapijtverkoper -|- Foto: Friso Geerlings en Bram Elstak © het WWCW 2004Fata Morgana is niet alleen qua muziek een echte Efteling-topper. Ook qua geluidseffecten is de attractie buitengewoon sterk. Nergens in het park zijn zo veel verschillende stemmen en effectgeluiden te horen. Op een enkele dissonant na (het wel erg ‘machinegeweer-achtige’ geluid dat de eerste tovenaar in de jungle weet te maken met zijn toverkracht bijvoorbeeld) klinkt alles bijzonder authenthiek. Geluidseffecten vallen wellicht niet altijd direct op, maar als ze er niet zouden zijn zou de beleving van de attractie een stuk minder intens zijn. Let er maar eens speciaal op de volgende keer dat u Fata Morgana bezoekt.

Hele mooie effectgeluiden zijn de diepe grom van reus Dzjinn, de perfect getimde ‘inslaggeluiden’ van de laserstralen in de kantelkamer, de balkende ezel en de vreemde pruttel- en plopgeluiden uit de magische flessen op de markt. De tweede tovenaar weet met een bijzonder indrukwekkende ‘dreun’ de rotsen te splijten. Een geluid met een verhaal is het lage gebrul van de krokodillen; hun ‘sample’ is afkomstig uit het Spookslot. Waar nu de Jammerende Man te vinden is gloeiden vroeger namelijk twee rode ogen op in het duister, met precies het geluid erbij dat nu in de Verboden Stad klinkt. De Brabantse Milieufederatie mag trots zijn op zo veel recyclezucht!

Via ruim 150 speakers, waarvan slechts een enkele voor het geoefende oog zichtbaar is, klinken de verschillende effectgeluiden. Het merendeel van de speakers is echter in gebruik voor de tientallen stemsamples. Brabbelende bedelaars, opdringerige verkopers en kreunende slaven: allemaal zijn ze voorzien van een eigen geluidsspoor. Slechts een klein aantal ‘voice actors’ van Fata Morgana is De man met de gier in de gevangenis van Fata Morgana -|- Edits: Friso Geerlings © het WWCW 2004helaas maar met naam bekend. Theo Hochwald, die ook zijn stem leende aan de bekende Kinderspoor-sample (“per trein mogen slechts...”), was ook voor de Verboden Stad weer actief; zijn stem is onder andere op de markt te horen. Koos de Graaf, destijds geluidstechnicus en tegenwoordig hoofd-TD, sprak ook een aantal stemmen in. We horen hem onder andere als bedelaar om centjes vragen. In de gebruikelijke Efteling-traditie zullen de overige stemmen wel voor een groot deel ingesproken zijn door allerlei medewerkers uit alle lagen van het bedrijf; TD’ers, creatief medewerkers, vormgevers, wellicht zelfs de ontwerper zelf.

De verschillende samples zijn stuk voor stuk geweldig. De attractie is enorm internationaal opgezet: het aantal engelstalige zinnen is vergelijkbaar met het aantal Nederlandse. Nog veel knapper is echter de grote zeggingskracht van de absoluut onverstaanbare delen. Arabisch-aandoende brabbels rollen de verschillende robots keer op keer over de tong en wat ze ook precies mogen betekenen, duidelijk is meteen dat, net als bij bijvoorbeeld de Trollenkoning, het níet gaat om de betekenis maar veel meer om het overgebrachtte ‘gevoel’. De beoogde stemmingsoverdracht is perfect; met de nodige plaatsvervangende Efteling-trots durven wij gerust te beweren dat Fata Morgana qua samples Pirates of the Caribbean in Disneyland Paris ver overtreft in ‘internationale genietbaarheid’.

 
  Vertelden wij van het WWCW je al…
...dat de armenwijk en het marktgedeelte de favoriete secties van Ton van de Ven zijn?
   

 
Naar pagina 1 Naar pagina 2 Naar pagina 3 Naar pagina 4 Naar pagina 5 Naar pagina 6 Naar pagina 7
           
             
             
             
 

© 2004 Het Wonderlijke WC Web | foto's: Bram Elstak & Friso Geerlings