n
vroeger jaren was het reizen per trein een stijlvolle en
enerverende bezigheid. Van Haarlem tot Heerlen, van Middelburg
tot Medemblik: de trein ontsloot stomend, glanzend van olie en
koperpoets, het ganse vaderland. Gezeten op het pluche der
eerste klasse, het deinende ritme van het staal-op-staal onder
de voeten, zelf welhaast weggedoken —
warm en weldadig achter de gordijntjes van de vensters der coupé,
rijen ondenkbaar ijle populieren / als hoge pluimen aan den
einder — nodigden de omstandigheden uit
tot hoogwaardige overpeinzingen. Men las ter spore het laatste
werk van Couperus of, voor de meer politiek geëngageerde
reiziger, een herdruk van Multatuli.
In de wereld van Anton Pieck is een centrale rol weggelegd voor
zulke fiere en hoogromantische vervoermiddelen. Ze waren ook de
idee-fixe van de Victoriaanse industrialisten, de onmiskenbare
oorzaak van diep-zwarte-roet-brakende-schoorstenen, eindeloze
kolenslakbergen en gloeiende hoogovens in het door hem zo
geliefde pastorale Engeland, maar Pieck vergaf hen onbewust deze
ongebreidelde hang naar vooruitgang. Sierlijke vormen van
krullerig gietijzer; warme maar ingetogen kleuren van
lak-op-staal; emaillen spoorwegmaatschappijmedaillons; maar ook
het harde werk van de kolenschepper en machinist, of het
geborduurde conducteurkostuum: allen pasten ze immers naadloos
binnen zijn geromantiseerde tijdsbeeld. Chique, reizende dames
met hun valiezen vol bric-à-brac, de plissérok hooghoudend bij
het betreden van een paradewagon met veel ingelegd mahonie,
braziel en kastanje: het is niet moeilijk om ze op een
imaginaire prent van Pieck te vinden.
De spoorwegromantiek is diep verweven met de geschiedenis van
het sprookjespark. De Efteling Miniatuur Stoomtreinmaatschappij
rijdt sinds jaar en dag door het park, nog altijd aangedreven
door kolen, water en tamelijk zware arbeid.
De Zeven Geitjes spelen (wanneer de Efteling gesloten is en
de wolf de deurklink moegegluurd met rust laat) met hun houten
speelgoedtrein.
Het Diorama
met zijn bruggen en tunnels, steden en stationnetjes is één
grote liefdesverklaring aan de wereld van het spoor. Het meest
intens in aanraking met de trein komt de kinderziel echter bij
het nostalgische Kinderspoor. Een beetje jammer is het wel dat
een niet onbelangrijk deel van de totale wereld van het spoor
niet langer in de Efteling te vinden is. We hebben het over de
wereld van spoorweggastronomie; die van sfeervolle
stationsrestauraties: de ultieme locatie voor een versnapering
en lekkernij tussen aankomst en vertrek.
Om bij Pieck zelf te spreken: “Geen postkoets en geen trekschuit
meer / De spoortrein voert ons heen en weer”. Vanaf 1954, amper
twee jaar na de eigenlijke start van het sprookjespark is het
zover: de traptreintjes rijden het park binnen, en krijgen hun
pied-à-terre nabij de toenmalige speeltuin, in de hoek tussen
het huidige Lavenlaar en het vernieuwde Anton-Pieckplein. Al in
1955 krijgt de immens populaire attractie een restauratie, al is
het in heel beperkte vorm: het houten hutje dat we tegenwoordig
kennen als ’t Korfje
staat dan als Stationsrestauratie
De Soete Inval in het park. Tien jaar na de opening van het Kinderspoor, in
1964, verhuist ’t Korfje naar elders en krijgt de horeca bij het
Kinderspoor een veel permanenter karakter, en wel in de vorm van
een fraai stenen bouwwerk.
Een met lichtgetint
stucwerk bedekt Stationskoffyhuis, voorzien van beige afdakrand
met Pieck-rode bies (precies de tinten van de eerder geopende
Smulpaap), opent in
dat jaar de luiken voor het eerst. Het gebouw heeft een
behoorlijke omvang. Niet alleen is er, zoals in zo veel
Efteling-horecapunten van de oude stempel, een flinke (dubbele)
uitgiftebalie, maar het Koffyhuis heeft ook een aantal half
overkapte “coupés”, waar de vermoeide traptreintjesreiziger op
de banken gezeten kan genieten van een hapje en een drankje. De
overkapping steunt op een aantal ijzeren krulornamenten, en
achter elke halfopen coupé is door een boogvormig raam het vele
groen in de omgeving te genieten. Ook vanuit het alleen voor (restauratie)personeel
toegankelijke eigenlijke gebouwtje, is de omgeving door grote
ramen goed in de gaten te houden. Bovenop de balieoverkapping is
de naam van het horecapunt in de bekende Anton-Pieckletter te
lezen, met dáár weer boven een fraai embleem in de vorm van een
stoomlocomotief en het bewust anachronistische jaartal “1843”.
Het Stationskoffyhuis is een typisch voorbeeld van de voege
jaren zestig Efteling-architectuur. Hoewel het het bouwsel
ontbreekt aan bewust aangebrachte scheuren, torentjes of daken
met onregelmatige pannetjes, is het geheel toch zonder enige
twijfel op zijn plaats in het park. De betrekkelijk strak
afgewerkte architectuur zou in het huidige Marerijk wat
dissonant overkomen, maar sloot toen prachtig aan bij het
station van het Kinderspoor en de niet ver verwijderde Smulpaap.
Het is niet moeilijk voor te stellen hoe menig ouderpaar
hier, al lurkend aan de Exota, een tête-à-tête genoot terwijl
zoon- en dochterlief zich lens trapten in locomotief de Reiger,
Zwaan of Lijster.
Of het Stationskoffyhuis ooit een typisch stationsassortiment
van croque-monsieur, tosti en suikercroissant voerde is voor ons
niet helemaal duidelijk, maar koffie schonk men er zeker. In
combinatie met het aanbieden van Brabants worstenbrood was het
natuurlijk een ideale uitspanning voor een railrendez-vous, in
perfecte harmonie met een substantiële versterking van de
innerlijke mens.
Met de komst van het Volk van Laaf in 1990 werd het
Stationskoffyhuis in een onduidelijke hoek geduwd. Een dood
spoor was bereikt. Hoewel Ton van de Ven zijn lavenmuur een
speciale slinger gaf om het huis te ontzien, had het niet meer
de klandizie van weleer.
Baby Gijsje zat er bij en huilde erom.
Ook hij kreeg — als lokale
Gijs-van-dienst — duidelijk minder
aandacht in de meer en meer verstopte hoek van het parkdeel
West. In de loop van het decennium werd het horecapunt dan ook
buiten gebruik genomen. Het definitieve einde leek al in
november 1999 in zicht, toen het Kinderspoor werd afgebroken om
te verhuizen naar de nieuwe locatie aan de
Siervijver. Het Stationskoffyhuis bleef echter nog een jaar
met gesloten luiken staan in een onbereikbaar geworden parkdeel.
Eind 2000 werd het authentieke Pieck-ontwerp met toestemming van
de gemeente Loon op Zand ontmanteld. Slechts enkele ornamentele
details bleven bewaard in de Efteling-magazijnen.
Een eigen horecapunt van het niveau van het koffyhuis heeft het
herboren Kinderspoor nooit meer gekregen. Een enkele sfeerloze
snoep- en drankautomaat doet daar nu dienst. Wie tegenwoordig
koffie wil drinken in de noordhoek van het Marerijk kan terecht
bij Den Suykerbuyk.
Hoe “Piecks” dit nieuwe verkooppunt ook oogt met zijn wit-zwarte
tegeltjes, gelakte vensterbanken en kleine ruitjes: helemaal
vergeten doet het het mooie Stationskoffyhuis niet. En wie door
de wimpers van toegeknepen ogen, op een mooie herfstdag langs de
golvende lavenmuur afkijkt en de oren spitst, hoort wellicht, net
als wij soms, het staal-op-staal van het Kinderspoor nog daar,
ziet de contouren van het gebouwtje in gedachten, en ruikt een
verse bak sterke stationskoffie. Jazeker!
|
Periode |
1964-±1995 |
Categorie |
balie |
Reden
voor sluiting |
Veranderende omgeving |
Dichtstbijzijnde
toiletten |
't Gemack |
|
|
|
|
Als in een trein, achter elkaar in een
coupé. |
|
|
Dat veel te grote ding op die paal lijkt
een lantaarn te zijn... Toch? |
|
|
De herfst maakt alles mooier dan het is,
maar zelfs in gesloten en verlaten staat
is het Koffyhuis prima te hebben. |
|
|
|