|
“Een nieuwe lente en een nieuw geluid.”, de
gevleugelde eerste woorden van Herman Gorter’s gedicht
‘Mei’ bleken in 2007 maar weer eens ruim toepasbaar op
de seizoenstart. Want na jaren van afwezigheid was hij
dan eindelijk weer terug in het park: Baby Gijsje.
Baby Gijsje werd in 1969 tegelijk met
Geeuwende Gijs bij de
Stoomcarrousel aan het park toegevoegd. Hiermee werd de
familie in één klap dubbel zo groot. Gijsje is het meest
sprekende voorbeeld van de “tweede generatie” Gijzen,
die naar een idee van Peter Reijnders, en ontworpen door
Anton Pieck, de kinderen van Gijs moest uitbeelden. In
1969 was Gijsje veruit de jongste telg van het geslacht
Gijs die de Efteling hielp schoon te houden. In 1971 zou
Moeder Gijs met haar
zuigeling-tweeling plaats nemen in haar stoel, en
daarmee was Baby Gijsje die titel kwijt.
|
|
|
Net niet de jongste Gijs op de
stamboom dus, maar veel kan hij toch nog
niet zeggen. Huilend en snotterend geeft
de kleine blijk van zijn onstilbare
honger naar papiertjes. Welopgevoed
bedankt hij na het toestoppen van wat
papier wel op een begrijpelijke manier:
“Lekke’, lekke’”, om vervolgens weer
schreiend te smeken om nóg meer. Naast
Gijsje hangt, om een en ander absoluut
duidelijk te maken, een bordje met het
opschrift: "Baby Gijsje die zit hier,
altijd hunkerend naar papier." Een
alternatief dat Anton Pieck voor deze
tekst bedacht is het nog aardigere:
"Een zoon van Gijs zit hongerig hier,
altijd hunkerend naar papier."
Baby Gijsje is één van de weinige Gijzen
van wie de hele figuur te zien is, van
voren en van achteren. Op zijn van
ijsselsteentjes gemetselde sokkel, voor
een gelijksoortige muur (die met een
boog een mooi kader vormt voor de
doerak), zit de baby met wiebelteentjes
en een fraaie muts (die alle
Gijs-kinderen overigens dragen). De
huidige versie van Gijsje heeft een
aantal fraaie details, zoals de nagels
van de tenen en kuiltjes in het
(baby)vet van de handjes. Het geluid is
verstopt in de slabber.
In zijn inmiddels veertigjarige
geschiedenis is Baby Gijsje tenminste
twee maal helemaal opnieuw gemodelleerd.
Hierbij is onder andere de maat van zijn
mond flink aangepast, en veranderden ook
zijn handjes flink. Naast de vormen
veranderden ook de kleuren en accenten
in het schilderwerk flink, maar altijd
bleef Gijsje herkenbaar als zoon van
Gijs en Anton Pieck.
In 1969 was Baby Gijsjes
“verzorgingsgebied” de omgeving van het
oude Kinderspoor. Afval werd vooral
geproduceerd door aankopen die gedaan
werden bij het
Stationskoffyhuis, een
fraaie uitspanning in de stijl van het
station van de treintjes, alwaar het
tussen de bomen prettig toeven was voor
pa en ma als de kinderen druk aan het
trappen waren. En Baby Gijsje die zat
daar, altijd hunk’rend naar...
Met de komst van het Lavenlaar in 1990
veranderde de omgeving voor Gijsje al
drastisch en het sluiten van het
Koffyhuis rond 1994 deed zijn eetgedrag
geen goed, maar in 1999 kwam werkelijk
de (bijna-)doodssteek voor deze
Gijs-telg. De Traptreintjes verhuisden
naar het Reizenrijk, en Gijsje zat
alleen, in een verlaten hoek van het
park. Zelden nog klonk zijn bedankje.
|
|
|
Baby Gijsje is vanaf 2007 weer
prima op z'n plaats in de
Nostalgische Speeltuin |
Heel wat jaren bracht Gijsje in
deplorabele staat door... |
Lieve teentjes en schattige
geluidjes. Wie wil Baby Gijsje
nu niet knuffelen? |
|
|
|
Gijsje's versbordje in de
tijdelijke
jubileumtentoonstelling van 2002 |
Op zijn oude locatie, vlak bij
de Traptreintjes en het
Koffyhuis
(uit: Mam, een Duppie voor
de kip?) |
Whèèè - Whèèè, dada dada -
Het trekt in elk geval de
aandacht |
Niet veel later werd Gijsje van zijn
sokkel verwijderd, om voor jaren te
verdwijnen. Het gouden jubileum-jaar
2002 bracht een dramatisch beschadigde
Baby Gijsje terug in het park, maar
helaas slechts als
tentoonstellingsobject in het
museum.
Gelukkig lopen ook in het sprookjespark
de zaken soms voorspoedig af. Als
parktoevoeging voor 2007 ontwierp
Efteling-ontwerpcoördinator Léon
Weterings een fraaie nostalgische
speeltuin, die tal van historische
Efteling-elementen, in de loop van jaren
stuk voor stuk verdwenen uit het park,
weer tot leven bracht. Van apenmolen tot
schommelschuitjes en van
kindervreugdbeeldjes tot de mooiste
rentrée allertijden: "Baby Gijsje: de
thuiskomst."
Het Brabants Dagblad (Joris Roes)
schreef er in april 2007 over:
Om de allerkleinsten meteen te leren
dat rommel opgeruimd moet worden, is
de tuin voorzien van 'baby Holle
Bolle Gijs', die er vroeger ook
stond.
"De originele konden we niet meer
gebruiken omdat die onherstelbaar
beschadigd was", aldus woordvoerster
Karin Koppelmans. "Dus is er een
nieuwe gemaakt."
Dat kwam goed uit. "De mond moest
anders worden. Tegenwoordig moeten
er ook blikjes en flesjes in kunnen,
dat was vroeger niet zo."
Aldus is Gijsje’s gehunker weer
dagelijks, en nu hopelijk voor goed, te
horen in het park.
Baby Gijsje, die zit hier,
altijd Hunkerend naar papier |
|
|
|