nton
Pieck en ijs. Het is alsof die twee in eerste opzicht
ongerelateerde zaken eens per halve eeuw wel moéten convergeren
tot iets groots in het voormalige Westerpark van de Efteling.
1954 bracht een ijsbord dat de frustraties van Pieck wist te
kanaliseren tot een onthullende explosie van irritatie
―
het
gevolg kennen we allemaal als de inauguratie van het Anton
Pieckplein. In 2003 was het de jonge Pieck-adept Den Dulk die
ijs en Pieck voorgoed hand in hand liet gaan met de vorming van
een heel nieuw ijsgerelateerd horecapunt. Alsof de decennialang
zacht maar onvermurwbaar voorpruttelende ondergrondse argwaan
van het park jegens ijs en andere tot onder het minpunt gekoelde
zaken voorgoed met de
―
in dit geval kille
―
deken van liefde
afgedekt zou worden, om nooit of te nimmer meer de kop op te
steken in een Wereld vol Wonderen.
Of Den Dulk zich bewust is van de onder zijn handen tot stand
gekomen ontspanning van het ijzige conflict tussen (room-)ijs
enerzijds en ingetogen, warme Piecktinten anderzijds is
onduidelijk. Wel lijkt het zeker dat een catastrofale
ijsapocalypse en de daarmee gepaard gaande exodus van bevroren
goederen uit het park niet langer tot de Kaatsheuvelse risico's
behoren. Wie wellicht wat wazig kijkt na de voorgaande tekst
kunnen wij geruststellen: de plaats van handeling van deze
bespreking is inderdaad den Suykerbuyk.
Sinds de eerste geruchten voor een nieuw danwel groter Anton-Pieckplein de kop opstaken
―
zelfs al in de vorm van het
legendarische A-veld tijdens de vroege geschiedenis van het
park
―
is er sprake van een wafel- en ijskraam binnen het bestek
van dit plan. Anton Pieck, ja heus, de grote meester zelve,
krabbelde het
―
al zal het wellicht met gepaste doch ingetogen
afkeer geweest zijn
―
reeds voorzichtig als een suggestie op zijn
schetsjes. Nu moeten wij toegeven: de van oorsprong Luikse
lekkernij werd door Pieck altijd al zeer geapprecieerd. Daarmee
was de helft van de stap tot een gerealiseerde Suykerbuyk al
Pieckeriaans gerechtvaardigd. De zoete geur van kersen,
poedersuiker en échte boter doet immers menig 'coeur battant de
nostalgie' sneller kloppen.
Den Suykerbuyk opende enige tijd na de nabijgelegen
Smulpaap II,
zoals gezegd in 2003, de deuren. Alras vlijden lieden zich in de
lommerrijke hoekjes van het plein; Koekoek zou het tafereel
welhaast in een voor hem zo kenmerkend pittoresk 'claire obscure'
hebben kunnen vastleggen. Edoch, hoe fraai de omgeving ook is,
het interieur mist toch de verfijning van perfectie. Hoe het
geheel onder de reeds lang geleden gebrevetteerde en zelfs door
Hare Majesteit geridderde voormalig Creatief Directeur vorm zou
zijn gegeven blijft gissen; gelukkig kunnen we concluderen dat
de steken die de jongeling Den Dulk liet vallen nog geen
onherstelbare schade aan het totaalbeeld hebben toegebracht.
Laten we, omwille van de goede orde, eerst de positieve aspecten
minitieus in ogenschouw nemen.
In het prachtig oud-Hollandsch aandoende interieur valt vooral
de ontroerend perfecte tegelvloer direct op. Als ware het een
decor van Vermeer of een huishouden van Jan Steen, verstopt
achter een gedrapeerd repoussoir, wisselen de
witte en zwarte tegeltjes elkaar regelmatig af. De wanden zijn
zorgvuldig voorzien van in de juiste tinten gelakte
lambriseringen. Fraaie balken stutten het puike plafond en
kandelaars, gelakt in de enige correcte tinten, maken de daarin
geplaatste peertjes tot ware lichtkunstobjecten. Overdrijven wij
in uw ogen? Werp dan eens een blik op de taarten die her en der
de bezoeker van den Suykerbuyk vast doen watertanten tijdens het
wachten op de beurt. Ook deze zijn van grote kwaliteit. Ter
afronding van de positieve aspecten golft van tijd tot tijd een
zwierige draaiorgelmelodie het etablissement binnen; de geur van
versgebakken wafel doet ons de ogen sluiten in een vlaag van
ongebreideld escapisme.
Zoals u echter al
in deze bespreking las zijn er ook minder positieve aspecten te
vermelden. Het zijn de rotte appeltjes in de kist vol blozende
goudrenetten: mits op tijd verwijderd tasten ze het totaalbeeld
niet definitief aan, maar wee degene die de zaak laat versloffen
en daarmee voorgoed de glans tenietdoet. Continuering van de
gemaakte fouten zal uiteindelijk, wanneer het uur U daar is en
de druppel de emmer doet overlopen, ijlings worden gelogenstraft
met een onmiskenbaar en onomkeerbaar afkeurend knikje onzerzijds. De goede observator weet al lang wat onze belangrijkste
rotte goudrenet in kwestie is: uiteraard hebben wij het over de
nieuwerwetse ijscounter die als een dolksteek de sfeer van het
horecapunt in tweeën klieft. Sfeerloos, koud en beslist
on-Piecks staat het ding als een gezant van andere tijden, een
waar anachronisme, te staan waar het niet zijn moet. Welke
lorejas, welke doerak of welke schobbejak pleegt toch zulk een
stijlbreuk, staat erbij en kijkt ernaar? Wij van het WWCW zouden
het wel weten: koperen, kegelvormige ijshouders met fraai
geciseleerde deksels, een handvat van ebbenhout of porselein
kunnen ons bekoren. Plastic Hertog-bakken echter niet. Neen,
beslist niet! Een andere fout betreft de bijzonder wankele
krukjes die de verder fraai uitgevoerde vensterbanken
begeleiden. Menigmaal wisten wij slechts met de grootste
inspanning het evenwicht te behouden.
Zoals menigeen echter weet zijn wij van het Wonderlijke WC Web,
ergens diep onder onze strenge en strikte buitenkant, voorzien
van een vergevingsgezind hart. Het is onze diepgewortelde
zwakheid, ingegeven door een overdosis nostalgie en een nooit
helemaal verlaten jeugdige verwondering om al het moois van deze
wereld. Den Dulk wist als een ware Cupido ons hart te veroveren
met zijn flamboyante, ja zelfs wat excentrieke verschijning en
goedbedoelde torentjesdrift. Voorlopig vergeven wij hem het
gebrek aan vuistmakerij tegen de alhier besproken 'rotte appels'
van den Suykerbuyk. Mits het geheel ooit, al is het over een
tiental jaren, met een kritische blik en een volledig ontwikkeld
estetisch Efteling-gevoel, een herbeschouwing zal krijgen.
Voor nu, drie sterren. Oma kan vanachter haar raampje tevreden
zijn. Het wordt nog wel eens wat met die ontwerpende kleinzoon
van haar.
|
Sinds |
2003 |
Categorie |
balie
(overdekt) |
Aanbod |
specialistisch & goed |
Bezetting |
ruim voldoende |
Prijs/kwaliteit |
prijzig |
Aantal
kassa's |
1 |
Omzet
(per
bezoeker per dag) |
(TBA) |
Pinautomaat? |
ja |
Smaakoordeel |
8 |
Zitjes |
ruim |
Afvalverwerking |
ruim
aantal afvalbakken
+
Moeder Gijs op 20 meter |
Dichtsbijzijnde
toiletten |
Het
Witte
Paard |
|
|
|
|
Den Suykerbuyk zelve. Duidelijk geschetst
naar Docters van Leeuwen. |
|
|
De juiste tinten, de juiste vormen: ja,
dat horecapuntje komt er wel. |
|
|
De boom die Pieck nog zag komen en gaen,
leunt nu tegen 't huysje aen. |
|
|
|
|
|
|
Noest werkt men om alle rondbuykige gasten te
behagen. |
|
Wafelijzers. Voor die ambachtelijke hoorns enzo.
|
|
Kijk, dat is nu weer wat overdreven: alleen de
vloer was genoeg geweest. |
|
|
|
|
|
Met de complimenten van de Heks van Hans en
Grietje. |
|
Evenals hier, maar nu ook met de felicitaties van
de kip-met-zakelijke-talenten. |
|
En
zowaar, nog meer nep. Taarten maken kunnen ze wel
daar in Kaatsheuvel. |
|
|
|
|
|
Leuk, die ruitjes in het houtwerk. Alleen die
kandelaartjes: wellicht iets té... |
|
In
tegenstelling tot deze. Want tsja, deze kennen we
allemaal nog wel natuurlijk. |
|
Een laagje poedersuyker maakt het plaatje 's
winters af. |
|
|
|
|
|
|
Fraaie omgevingen wegen bij het WWCW mee.
Herfstige tinten eveneens. |
|
|
|