Attracties - Sprookjesbos - Assepoester

 
 
Assepoester -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2009  
Er was eens een heel mooi meisje wier moeder ernstig ziek was. Op haar sterfbed sprak ze: "Lieve kind, blijf vroom en goed, dan zal de lieve God je altijd helpen en zal ik vanuit de hemel op je neerzien en bij je zijn.” Het meisje ging elke dag naar het graf van haar moeder, schreide daar en bleef vroom en goed.

De vader van het meisje hertrouwde met een mooie vrouw, maar met een kil hart. De vrouw bracht ook twee stiefzusters mee, die Assepoester al snel behandelden als huissloof en keukenmeid. Als ze ’s avonds na een dag schrobben, poetsen en wassen doodmoe was mocht ze niet slapen in een bed, maar in de as naast de haard.
 
Speeldoos -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009
Embleem 'Assepoester' -|- Tekening: Friso Geerlings © het WWCW 2009
Sprookje:
Assepoester

Publicatietitel:
Aschenputtel

Opgetekend door:
Gebroeders Grimm

Openingsjaar:
2009

Ontwerp:
Karel Willemen

Ingesproken door:
Isa Hoes

Type sprookje:
Volledig geconditioneerd binnentafereel

 

   

 

Was het u reeds bekend dat...

...de bovenverdieping van het landhuis waarin het sprookje te zien is, in 2008 ontworpen is als studio voor de tot op heden niet gebouwde Sprookjesboom? De stem van de interactieve babbelboom zou door een medewerker vanuit een ruimte op deze verdieping ingesproken worden.


...Assepoester niet de enige is die in het sprookje de ware vindt? In het raampje rechts achterin de show, is een duifje te zien. Vlak voor het einde van de show komt hier, heel symbolisch, een tweede duifje naast zitten.


...de Efteling achter het graf van de moeder van Assepoester een hazelaar heeft geplant, precies zoals in het sprookje van de gebroeders Grimm beschreven is?


...Assepoester in 2009 niet helemaal nieuw was in het Sprookjesbos? In het voormalige Sprookjesmuseum aan het Herautenplein was haar gouden schoentje jarenlang te zien in de vitrine met sprookjesattributen. Tegenwoordig staat deze vitrine in het Efteling-museum.
 

...Het Efteling-hotel een Assepoester themasuite heeft en dat deze eerder opende dan het sprookje zelf? En dat dit ook al met een eerdere Karel Willemen-creatie het geval was, namelijk de Vliegende Hollander?
 

...Karel Willemen met zijn eerste sprookje, Assepoester, alweer de zesde ontwerper is die een sprookje toevoegt aan het Sprookjesbos? Eerder ontwierpen Anton Pieck, Ton van de Ven, Henny Knoet, Michel den Dulk en Robert-Jaap Jansen voor het bos.


...Assepoester de exclusieve eer ten deel viel van een eigen reclamespot op de Nederlandse en Vlaamse televisie? In een fraaie 2D-animatie op de muziek van het sprookje zelf, zien we hoe de prins het muiltje aan haar voet schuift. Zover het WWCW-team zich kan herinneren, was er nooit eerder een op één sprookje gerichtte TV-commercial.
 

...op de gevels van het landhuis twaalf klokjes te vinden zijn die op twaalf uur staan?
 

...het graf van de moeder van Assepoester iets van de magie uit het sprookje laat horen aan de bezoekers van de tuin van het landhuis?


...de notenbalk in de klep van de speeldoos met de dansende Assepoester en prins, ook daadwerkelijk de melodie van het sprookje weergeeft? 

Op een dag ging de vader op een verre reis. Hij vroeg zijn stiefdochters wat hij voor ze mee moest nemen. Mooie kleren en edelstenen waren hun wensen. Maar Assepoester vroeg slechts: "Vader, als op uw terugreis een takje tegen uw hoed stoot, breng dat voor me mee." Ze plantte het meegebrachte hazelaartakje op het graf van haar moeder en huilde daar elke dag zulke dikke tranen dat het takje uitgroeide tot een prachtige boom. En in die boom zat een wit vogeltje en als ze dat vogeltje iets vroeg, dan gooide het vogeltje haar wens zo naar beneden.

Nu ging het nieuws door het land dat de koning een bal zou geven. Alle mooie meisjes van het land waren uitgenodigd want zijn zoon, de prins, zou daar een bruid zoeken. De stiefzusters van Assepoester waren door het dolle heen en trokken hun mooiste kleren aan. Maar Assepoester mocht niet mee. Toen ze bleef vragen zei de stiefmoeder: "Ik heb een schotel linzen in de as geschud, als je die in twee uur hebt uitgezocht, mag jij naar 't bal." Assepoester riep de duiven en tortelduifjes en alle vogeltjes onder de hemel om hulp en zo lukte het haar de linzen uit te zoeken. Maar het mocht niet baten. Haar stiefmoeder sprak: "Het helpt je toch niets, je mag niet mee, want je hebt geen kleren en je kunt niet dansen en we zouden ons voor je schamen."

Het landhuis  -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009

Toen haar stiefzusters naar het bal waren, ging Assepoester diep bedroefd naar het graf van haar moeder onder de hazelaar en vroeg snikkend aan het vogeltje om een mooie jurk voor het bal. Toen gooide het vogeltje een gouden en zilveren baljurk en met goud en zilver bestikte schoentjes naar beneden. Dolgelukkig ging Assepoester naar het bal, waar ze in haar prachtige baljurk, onherkenbaar voor haar stiefzusters, danste met de prins. En toen anderen met haar wilde dansen was de prins al verliefd, en zei: "Zij danst met mij."

Om klokslag twaalf verliet Assepoester haastig het bal. Op de trap van het kasteel verloor ze één van haar muiltjes. De prins, die het muiltje vond, zei: “Niemand wordt mijn vrouw, dan wie dit schoentje past." Hij trok met zijn lakeien het land door op zoek naar het meisje dat het verloren muiltje paste. Zo kwam hij ook bij het huis van Assepoesters stiefmoeder en -zusters. De oudste stiefzus ging met de schoen naar binnen en wilde hem passen. Ze kon er met haar grote teen niet in. Toen gaf de moeder haar een mes en zei: "Snijd die teen af; als je koningin bent, hoef je toch niet meer te lopen." En de stiefzus paste het muiltje en ze werd door de prins meegenomen op zijn paard. Maar bij het graf van Assepoesters moeder koerden de duiven: "Roekedekoe, roekedekoe, er is bloed in de schoen. Deze schoen is veel te klein, 't zal de echte bruid niet zijn!" En de prins zag het bloed en bracht de stiefzus terug.

Ook de tweede stiefzus deed en poging en sneed haar hiel af. Maar ook nu koerden de duiven: "Roekedekoe, roekedekoe, er is bloed in de schoen. Deze schoen is veel te klein, 't zal de echte bruid niet zijn!"

Een waar sprookjeskasteel op de achtergrond -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009

De prins vroeg aan Assepoesters vader, of er geen andere dochter was. "Nee," zei de man, "alleen is er van mijn overleden vrouw nog een klein stumperig Assepoestertje, die kan 't onmogelijk zijn." Maar de prins wilde bij elk meisje het muiltje passen, en dus ook bij Assepoester. Ze ging op een bankje zitten, deed de lompe klomp af en stak haar voet in het schoentje en dat zat als gegoten. Ze stond op, keek de prins aan en zo herkende hij het mooie meisje, dat met hem had gedanst en hij riep: "Dat is de echte bruid!"

De stiefmoeder en de beide zusters verbleekten van boosheid, maar hij tilde Assepoester op zijn paard en reed met haar weg. Toen ze de hazelaar voorbijreden, riepen de twee witte duifjes: "Roekedekoe, roekedekoe, geen bloed in de schoen! Deze schoen is niet te klein, dit moet wel de ware zijn!"

En toen ze dat gekoerd hadden, kwamen ze beiden aangevlogen en gingen bij Assepoester op de schouders zitten, de ene rechts, de andere links. En daar bleven ze zitten, een hele tijd. Op de dag van de bruiloft kwamen ook de twee stiefzusters naar het feest om zo mee te profiteren van Assepoesters geluk. Toen de bruidsstoet naar de kerk ging, ging de oudste zuster rechts en de jongste links van de bruid zitten. Maar lang konden ze hun ogen niet uitkijken, want daar, voor de kerk, pikten de duiven van elk een oog uit. En toen prinses Assepoester en haar prins weer uit de kerk kwamen, pikten de duiven elk het andere oog uit. Zo werden de stiefzusters voor hun lelijke gedrag en hun valsheid voor het leven met blindheid gestraft!

De oorsprong van het sprookje
Assepoester behoort tot één van de meer “stabiele” sprookjes in de mondelinge en later litteraire overlevering. Verhalen waarin het “Schoen passen”-motief terugkomt kennen we al uit de klassieke oudheid en komen wereldwijd voor; van het oude China en Egypte tot in India en het vroege Europa. Deze thematische kern van het sprookje grijpt waarschijnlijk terug op oude tradities waarbij een huwelijk mede wordt bekrachtigd doordat de man zijn vrouw nieuwe schoenen geeft en de oude (en daarmee tevens het ongetrouwde leven en de invloed van de schoonfamilie) wegwerpt.

Hoewel we de wortels van het sprookje in de Europese literatuur al tegenkomen vanaf 1558 in Bonaventure des Périers “Les Nouvelles Recreations et Joyeux Devis”, en als “La Gatta Cenerentola” in 1634 in Basile’s broemde “Pentamerone” (bron van zo veel sprookjes), zijn het vooral de versies van Charles Perrault (in “[...] Contes de ma mère l'Oye” uit 1697, in het Nederlands “De sprookjes van Moeder de Gans”) en de Gebroeders Grimm (in hun grote verzameling “Kinder- und Hausmarchen” uit 1815.) die nu nog bekend zijn.

Pieck of Willemen? Wie zal het zeggen... -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009De inleiding van het verhaal van de geplaagde heldin is, in al zijn versies, eenvoudig samen te vatten: de moeder van het meisje sterft; de vader hertrouwt en brengt zo een stiefmoeder en twee stiefzussen het huis binnen; de stiefmoeder en stiefzussen behandelen Assepoester slecht; de vader is ten opzichte van het lot van Assepoester óf onoplettend (want bevangen door zijn nieuwe vrouw), óf zelfs kwaadaardig (In het Engelse sprookje “Catskin”), tot doodsbedreigingen toe (in de “Cap o’Rushes” variant); het meisje voert alle smerige huishoudelijke taken uit en leeft en werkt tussen het as en de sintels van de keukenhaard (wat ons brengt tot de naam Assepoester, Cinderella, Aschenputtel, Cendrillon, Pepelluga of Allerleirauh).

Het sprookje neemt vervolgens een nieuwe wending met de komst van een magische helper: een goede fee, een toverende petemoei, een magische vogel, een betoverde boom met vogeltjes op het graf van haar moeder, een wonderkoe (ja heus!) of zelfs een tovervisje. In sommige versies is de moeder van Assepoester eerder omgetoverd in een koe (of de genoemde tovervis) en wanneer deze geslacht moet worden, vertelt ze haar dochter de botten te bewaren. Deze botten worden in het sprookje een magisch element door als toverstaf te functioneren.

In de Perrault versie (vooral bekend via Disney), komt de goede fee vanzelf de wanhopige Assepoester te hulp. De Assepoester van Grimm is een minder passief karakter; zij onderneemt zelf stappen om haar lot te verlichten. Ze vraagt de (tortel-)duiven om haar te helpen de linzen (of erwten) uit de as te pikken, een anders onmogelijke taak die haar door haar stiefmoeder is opgelegd. Grimms Assepoester is beslist geen op magische verlossing wachtend meisje, maar zet zelf de stap om haar vader om de twijg te vragen, deze te planten bij het graf van haar moeder, te bewateren, en om, wanneer de boom groeit en bloeit, deze te vragen zich te schudden om haar zo te overladen met een goud- en zilverkleed.

Het muiltje past -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009

Als een doel van het sprookje is om de mogelijkheid van het doorbreken van de grenzen van de sociale klassen aan te tonen, moet Assepoester trouwen met een man uit een hoog sociaal milieu, die haar kan bevrijden uit haar slechte omstandigheden. Het huwelijk staat symbool voor de stap naar onafhankelijkheid van de vorige generatie en de mogelijkheid om een eigen gezin te stichten. In de meeste versies van het sprookje ontmoet Assepoester haar man op een feest of bal. In de versie van Grimm bezoekt Assepoester het bal drie avonden op rij (herhalingen in drievoud zijn een typisch sprookjeselement). De stiefmoeder verbiedt Assepoester een bezoek aan het bal en geeft haar een aantal “onmogelijke opdrachten” ―een thema dat we bijvoorbeeld ook in Repelsteeltje vinden― zodat ze zeker het feest niet kan bezoeken. In verschillende varianten zien we hier het sorteren van erwten of linzen uit een bak met as; bonen uit gravel of het halen van water met lekke emmers. Assepoester roept bij deze opdrachten de hulp in van vogels (meestal zwaluwen of duiven die symbool staan voor zuiverheid).

Als de heldin uiteindelijk het bal toch bij weet te wonen, is er ―in goede sprookjestraditie― sprake van liefde op het eerste gezicht (een liefde die in Grimms drie opeenvolgende balavonden alleen maar heviger wordt). De Grimm-variant kent een bijzondere versie van het “vertrek om klokslag twaalf”, waarbij de prins de vluchtende Assepoester volgt die zich in de duiventil (of perenboom) van haar vader verstopt. De vader, als eigenaar van huis en tuin en met de gedachte dat het wellicht zijn dochter is die zich verstopt, neeDuifjes in het raamkozijn. Roekoe! -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009mt vervolgens een bijl ter hand om de duiventil om te hakken. Het is onduidelijk waarom de vader de duiventil met dochter en al neer wil halen; in sprookjes komen dergelijke vreemde elementen zonder duidelijke motivatie wel vaker voor. Bekender is het motief van het “verboden element” in de betovering: Assepoester moet om twaalf uur het bal verlaten, want dan vervalt alle magie. Bij Perrault verliest ze haar muiltje door de haast, bij Grimm blijft het schoentje plakken aan de listig door de prins met pek ingesmeerde paleistrap.

Onder sprookjes- en volksverhalenkenners is in de loop der jaren nogal een discussie ontstaan over het daadwerkelijke materiaal van het verloren muiltje. Bij Grimm is het goud, bij Perrault glas. Weer andere varianten spreken over eekhoornbont of geborduurd zijde. Het glas zou een vertaalfout van het Frans naar het Engels zijn ("pantoufle en vair" ―bont― naar “verre” ―glas―), maar daar is eigenlijk geen aantoonbare bron voor te vinden. Belangrijker dan het materiaal is de test: Grimm is hierin wat bloederiger dan Perrault; de stiefzussen bij Grimm snijden tenen en hiel af en komen daar even mee weg tot de duiven die Assepoester eerder al hielpen de prins wijzen op de bloedende schoentjes. Bij Perrault blijft het bij het simpelweg niet-passen van het muiltje bij de stiefzussen.

Het einde van het sprookje verschilt nogal tussen de verschillende varianten, maar dat is iets dat we bij meer sprookjes zien. De stiefzussen ondergaan bij Grimm een gruwelijke straf doordat de duiven hun de ogen uitpikken. Bij Perrault staat de vergevingsgezindheid van de intens goede Assepoester voorop en regelt de prinses zelfs nog twee gunstige huwelijken voor haar stiefzussen.

Het tijdloze “rags to riches”-thema en prachtige elementen als het passen van het muiltje, hebben ervoor gezorgd dat Assepoester in een eindeloze stroom van litteraire, poëtische, muzikale en filimische hervertellingen terecht is gekomen. De meest invloedrijke bewerking in de huidige collectieve herrinnering aan Assepoester is zonder twijfel de Disney-versie uit 1950. Deze op Perrault gebaseerde en flink uitgebouwde versie biedt een ideaal aan kleine meisjes te vermarketen product, maar helemaal kritiekloos doorstaat de wel erg passief afwachtende Assepoester in deze film de aandacht niet. Het is duidelijk waar de moderne term “Cinderella Complex” ―verwijzend naar een psychisch getormenteerde jonge vrouw die haar eigen lot of richting in het leven niet kan of wil bepalen― voornamelijk haar oorsprong vindt.

 

Assepoester - Interieur sprookje -|- Foto: © 2009 Sven Heinen - www.scjheinen.nl

 
  Het sprookje in de Efteling
Het is eigenlijk vreemd dat een vertelling als Assepoester zo lang op een plaats in het Sprookjesbos heeft moeten wachten; onmiskenbaar maakt het populaire sprookje immers deel uit van de “eregalerij” waarin we ook Doornroosje en Sneeuwwitje kunnen plaatsen. In de verschillende theaters van de Efteling was Assepoester eerder al een bekende verschijning; in 1998 werd in samenwerking met Endemol Events de “Nieuwe Sprookjesshow” gepresenteerd, waarin Assepoester één van de centrale sprookjes was. Vanaf eind 2007 was de bevallige sprookjesprinses ook al te zien in de musical “Assepoester” in het Efteling-theater, maar het zou tot april 2009 duren voor ze een permanente Efteling-bewoner zou worden in het hart van het Sprookjesbos.

Het graf van de moeder van Assepoester in de tuin van het sprookje -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009De Efteling koos op hoofdlijnen voor de door de gebroeders Grimm opgetekende variant van het sprookje, waarin, in tegenstelling tot het sprookje van Charles Perrault, geen goede fee voorkomt. Bij Grimm en dus in de Efteling, is het de goede geest van de overleden moeder van Assepoester die haar de prachtige jurk en zo belangrijke muiltjes bezorgt. Het Efteling-sprookje is echter niet helemaal Grimm-zuiver; zo is het muiltje in de Efteling van glas, en niet, zoals de gebroeders Grimm schrijven, van goud. Het sprookje is om begrijpelijke redenen drastisch ingekort, waardoor bloederige details als het afsnijden van hielen en tenen door de stiefzusters, om zo toch vooral maar te passen in het muiltje, niet genoemd worden.

Aan het Herautenplein, vlak achter het winkeltje Kleyne Klaroen, is het door Karel Willemen (de Vliegende Hollander, nieuwe wachtrij Vogel Rok) ontworpen landhuis van de stiefmoeder van Assepoester te vinden. Vóór het flinke bouwwerk van twee verdiepingen ligt een tuin waardoor zich een pad slingert. Wie vanaf het Herautenplein dit pad volgt komt langs het (naamloze) graf waar de moeder van Assepoester begraven is.
 

 
Lieve moeder
Moge uw liefde mij leiden door licht en duisternis

 

De ingang van het sprookje bevindt zich in een bijgebouwtje van het landhuis. Het sprookje verlaten kan via de uitgang in één van de hoekige, weinig subtiele torens De illustratie van Assepoester in de keuken, die Pieck maakte voor de Sprookjes van Grimm -|- Scan: Eftelist.nlvan het gebouw. Vanuit een verduisterde gaanderij die als een soort opbergschuur tegen het gebouw is aangeplakt, is het tafereel dat zich afspeelt in de keuken van het landhuis te zien. Voor het decor van de keuken maakte Karel Willemen gebruik van de bekende Anton Pieck-illustratie uit de Unieboek-uitgave van de Sprookjes van Grimm; vooral de loerende oogjes op het balkwerk van de keuken en de vormgeving van de kookplaats komen rechtstreeks uit de boekillustratie. Ook welhaast clichématige sprookjesboselementen als de magere Pieck-muisjes die we ook kennen van de Zeven Geitjes en het Kabouterdorp ontbreken niet. Overal in de keuken zijn fraaie details te zien die verwijzen naar elementen uit het sprookje van Grimm, zoals de klompjes van Assepoester en duiven die linzen pikken uit de as.

De uitbeelding van het sprookje is opgezet als een grootse show met bombastische maar passende muziek van René Merkelbach, die eerder ook de muziek voor de update van Vrouw Holle schreef. Het verhaal wordt middels een voice-over in retrospectief door Assepoester zelf verteld in een (helaas nogal gekunsteld) rijm.
 

Het is alweer een poos gelee, maar nooit uit mijn gedachten
Dat wonderen de prins en mij, voor even samen brachten
De prins had voor zijn bal genodigd, alle meisjes uit het land
Zo vurig hopend op de ware, die hij vragen kon, haar hand
Mijn stiefzusters, gevoed door hebzucht, waren er als eerste bij
En ik, de huissloof, mocht niet mee, moest poetsen want dát paste mij
Toen zij reeds naar het bal toe waren, huilde ik bitter op moeders graf
Een jurk van goud en glazen muiltjes waren wat háár goede geest mij gaf
Haar stem, zo hemels, sprak: "Ga snel, maar bij het schijnsel van de maan
Voor klokslag twaalven moet je vluchten, is het feest voor jou gedaan."
Ik bezocht het bal gelijk een dame. Hij vroeg mij ten dans, de prins
Wij werden daar op slag verliefd; verlegen, blozend enigszins
Toen plotsklaps, de klok sloeg twaalven, de betovering haast voorbij
Ik vluchtte weg van het bal, naar buiten, snel naar huis. Dag prins van mij
Al op mijn vlucht verloor ik daar mijn glazen muiltje bij het kasteel
De prins, hij vond het op het bordes, dit magisch, wonderschoon juweel
Door stad en land ging hij op zoek, naar mij, het meisje van zijn dromen
Slechts mij behoort het muiltje toe. Mijn tijd is nu gekomen  

Bij aanvang van de show is de keuken —waarin de twee grote figuren van een wat emotieloze Assepoester en haar roodgemantelde, geknielde prins direct opvallen— bijna donker. Delen van het decor worden tijdens de vertelling uitgelicht; de stiefzusters kakelen hun valse opmerkingen richting Assepoester van achter een deurtje rechts; een grote uil in de hoek links draait zijn kop om Assepoester en haar prins te bekijken; bij het noemen van het bal opent zich op de voorgrond van het tafereel een speeldoos, met daarin de dansende Assepoester en haar prins.

Het passen van het muiltje is technisch knap uitgevoerd, maar helaas vanuit slechts een beperkt aantal plaatsen achter de meest rechter kijkraampjes goed te zien. Nadat het muiltje zichtbaar aan de uitgestoken voet van Assepoester past, zwelt de muziek verder aan en openen op de achtergrond twee grote deuren die een blik geven op een sprookjeskasteel op een berg in de verte, badend in het warme zonlicht van een happy end. Zelfs wapperende vaandels en een naar de kasteelpoort rijdend koetsje ontbreken niet, in wat zonder twijfel de meest pompeuze climax van het complete Sprookjesbos is.

Oehoe++ -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009

Fraaie details als de (tortel-)duifjes en springerige Pieck-muisjes maken dat er tijdens de hele show wel iets aardigs te zien is in het tafereel. Het is jammer dat door een wat onhandige indeling van de kijkruimte (met brekebeen-opstapjes voor de ramen en brede pilaren die het kijkraam flink versmallen) slechts een tiental bezoekers tegelijk al deze details in zich op kan nemen. Juist een sprookje als Assepoester, waarbij de details interessanter zijn dan het grote, wat overdreven geheel, zou men meerdere keren achter elkaar goed willen kunnen bekijken.

Efteling-liefhebbers die de muziek van het sprookje graag thuis willen beluisteren, worden door de Efteling al vanaf mei 2009 op hun wenken bediend: op de nieuwe editie van de CD "Wonderlijke Efteling Muziek", is de soundtrack van René Merkelbach te vinden zonder de stemmen en geluidseffecten uit het park.

Bronnen
Giambattista Basile – Pentamerone, of “The Tale of Tales, or entertainment for little ones” (vertaling door Nancy L. Canepa), Wayne State University Press, Detroit, 2007 Gebroeders Grimm – Kinder- und Hausmärchen of “Sprookjes van Grimm” (vetaling door M.M. De Vries-Vogel) Van Holkema en Warendorf, Weesp, 1984 Charles Perrault – Les Contes de ma Mère l'Oie, of “The Complete Fairy Tales of Charles Perrault” (vertaling door Neil Philip en Nicoletta Simbrowski), Clarion Books, New York, 1993 Jack Zipes e.a. – The Oxford Companion to Fairy Tales, Oxford University Press, Oxford, 2000 Maria Taylor – Off With Their Heads! – Fairy Tales and the Culture of Childhood, Princeton University Press, Princeton, 1992 Jack Zipes e.a. – The Great Fairy Tale Tradition, W.W. Norton & Company, New York, 2001 Marie-Louise von Franz – Shadow and Evil in Fairy Tales, Shambhala Publications, Boston, 1995

 

Assepoester - Interieur sprookje -|- Foto: © 2009 Sven Heinen - www.scjheinen.nl

 


 

 

© 2009 Het Wonderlijke WC Web | tekst:Friso Geerlings | foto's: Ramon Heeren | groothoekfoto's: © Sven Heinen - www.scjheinen.nl