|
|
|
|
|
|
In 1996
doet de eerste Efteling Sprookjesshow haar intrede en
creëert daarmee de basis voor wat een hele reeks aan grote
live-entertainment sprookjesshows in de Efteling zal gaan
worden. In de eerste editie worden de verhalen van Roodkapje, de
Indische Waterlelies en Doornroosje elke dag verschillende keren
voor het publiek op een musical-achtige manier op de planken
gezet, en deze formule blijkt een groot succes te zijn voor de
Efteling. De show is een productie van Creative Entertainment
Productions in samenwerking
met wederom de Maria More Dancers (inmiddels van naam veranderd
in “Maria More Entertainers”) die we eerder tegenkwamen bij
“Showtime met Pardoes”.
De show begint met een stel sprookjesfiguren die dansend op het
podium worden voorgesteld door middel van een lied. Onder
anderen Hans en Grietje, de boze fee, de Gelaarsde Kat en een
grote roze draak laten van zich horen, om, vreemd genoeg, verder
in de show niet meer terug te keren. Na deze inleiding wordt het
donker in de zaal, en verschijnt er een lachend spookje op het
podium dat het publiek aan het schrikken probeert te maken.
Natuurlijk lukt dit niet (wie is er immers bang voor een
vriendelijk grijnzende witte doek?). Na wat pogingen stelt het
vliegende beddenlaken dan maar het eerste sprookje voor dat op
het podium te zien zal zijn. Na enkele duffe versprekingen is
het hoge woord eruit: Roodkapje bijt het spits af.
Achter het publiek, helemaal bovenaan in het theater zien we een
klein bouwvallig huisje staan vanwaar we de stem horen van de
moeder van Roodkapje. Ze stuurt in goede sprookjestraditie haar
dochter op pad om wat boodschappen naar haar Grootmoeder in ’t
bos te brengen. Op dat moment zien we het rood bemutste meisje
het huisje uit lopen, om via de trap tussen de tribunes naar
beneden te lopen. Terwijl zij het — onder Efteling-liefhebbers
zelfs tegenwoordig nog meer dan bekende — lied met de
‘hoogstaande’ tekst: “Roodkapje, Roodkapje, dat ik dat ben dat
snap je” zingt, komt ze op haar weg naar het podium een groot
wit konijn tegen dat haar vergezelt
op weg naar haar grootmoeder. Onderweg komen ze een groep wilde
aardbeien tegen die óok nog een lied en een dansje hebben. Een
aardig detail is dat de aardbeienpakken die hier gebruikt worden
in 2003 weer terugkeren in de affreuze act van Gerrit
Groentenboer met zijn aardbeien Babs, Brit en Bonnie op het
Reizenrijkplein. Toch handig, zo’n kledingmagazijn.
Intussen heeft ook de Boze Wolf zijn intrede gedaan in de zaal.
We zien deze in het huisje van grootmoeder, links op het podium,
zijn gedeelte van het nog steeds doorlopende lied zingen waarin
hij duidelijk maakt dat Roodkapje hem een prima hapje lijkt. Ook
zien we hem in het open huisje op het trapje zitten, met een
kleed over zich heen en grootmoeders bril op zodat Roodkapje hem
niet zal herkennen als ze binnenkomt. Als Roodkapje eenmaal bij
het huisje is aangekomen blijft het konijn buiten zitten, en het
arme meisje zelf begeeft zich naar binnen alwaar ze natuurlijk
met huid en haar opgevreten wordt door de nogal traditioneel
ingestelde wolf. Het konijn schrikt zich dood en rent wat voor
het publiek langs, waar de redding nabij lijkt…
Rechts van het publiek komt namelijk een jager tevoorschijn die
het witte knaagdier vraagt waar de Boze Wolf dan wel niet is.
Bij het zien van het grote beest in het huisje van grootmoeder
lijkt de jager even af te haken, maar het konijn krijgt hem
zover dat hij zich vermant, om vervolgens samen de buik van het
dier te openen. Na dit nogal hilarische moment waarbij de buik
van de Wolf onder begeleiding van droge cartoon-geluiden wordt
opengesneden, zien we Roodkapje en Grootmoeder weer heelhuids
tevoorschijn komen. Als afsluiter zingen de sprookjesfiguren met
z’n vijven nog een lied op de goede afloop. De Boze Wolf komt er
met een vermaning van de jager vanaf.
Nadat
het applaus uit de zaal in ontvangst is genomen zien we een
oosters figuur het podium betreden die, gestoken in een prachtig
kostuum, de inleiding vertelt van het sprookje van de Indische
Waterlelies. Hij vertelt het verhaal over de oerlelijke Heks met
de stem van goud. Nadat de oosterse maharadja klaar is met zijn
relaas, zien we de heks zelf het podium betreden. Ze brengt met
haar prachtige stem een lied ten gehore over het feit dat ze
graag wat mooier zou willen zijn, zelfs zó mooi als een
sterrenkind van de Maangodin. Midden in het lied komen er zeven
sterrenkinderen het podium op, die samen met de maangodin een
sierlijke dans opvoeren. Een mooi effect hierbij is de schuine
spiegel die boven de danseressen hangt zodat je niet alleen het
voor-, maar ook het bovenaanzicht van de dans kunt zien. Wanneer
de zon op komt, en de vogels beginnen te fluiten, beveelt de
maangodin de sterren mee terug te gaan. Maar de heks betovert de
sterrenkinderen met haar prachtige stem, waar zelfs de Maangodin
niet tegen opgewassen is. Enkele sterrenkinderen weten nog te
ontsnappen, maar voor de overgebleven sterren is het te laat. Ze
veranderen in een waterlelie, om voor altijd op het meer te
drijven.
Na deze mooie uitbeelding van het sprookje van Koningin Fabiola
van België zien we twee sprekende bomen op het podium staan, die
met elkaar aan de praat raken. Samen vertellen ze het sprookje
van Doornroosje in geuren en kleuren. Opvallend is dat bijna het
héle sprookje al verteld wordt, inclusief een deel van einde.
Vanaf dan gaat het verder, compleet met uitbeelding, op het
toneel. Een blonde Prins die wel wat van Hans Klok weg heeft
verschijnt ten tonele en zingt een rock ‘n roll-achtig nummer
waarbij twee dansers hem visueel ondersteunen.
De Prins is een beetje gespannen, want de honderd jaren zijn
bijna om, en met behulp van een klok telt de prins samen met het
enthousiaste publiek af tot op de laatste seconde van het
honderdste jaar precies.
Achter op het podium verschijnt in de verte een groot kasteel
waar Doornroosje met haar familie en hofhouding woont. De
lichten worden gedoofd, en we zien het doek met het kasteel erop
plaats maken voor een grote houten poort die toegang tot het
kasteel zou moeten geven.
De blonde Prins klopt als een gek op de poort, totdat deze
langzaam open gaat. Achter deze poort verschijnt een mooi
koninklijk decor, met als blikvanger een grote, statige trap in
het midden. We zien de Koning en de Koningin in diepe slaap op
hun troon zitten, en ook enkele leden van de hofhouding zijn nog
steeds, na honderd lange jaren, onverstoorbaar in dromenland. De
Prins sluipt voorzichtig en stil het kasteel door op zoek naar
zijn Doornroosje. Als hij boven aan de trap komt vindt hij haar,
en kust haar uiteraard wakker. Grote zware kerkklokken beginnen
te luiden en het hele paleis ontwaakt door deze magische kus.
Zoals
het een échte Efteling-show betaamt, hoort ook in de eerste
Sprookjesshow een romantisch lied, waarin elkaar eeuwige trouw
en liefde wordt beloofd; ook deze show is daarop geen
uitzondering. De Koning, Koningin, Prins en Doornroosje zingen
een lied waarin het prinselijk huwelijk aangekondigd wordt. Niet
veel later keert Doornroosje terug naar haar eerste plaats,
bovenaan de trap, maar inmiddels is ze gehuld in een
sprookjesachtige trouwjurk met een werkelijk meterslange sleep.
Het romantische lied zet zich voort en het huwelijk wordt ter
plekke voltrokken, waarna het tijd is voor een groots feest
zoals dat hoort in prinsessensprookjes. De kleurrijke hofhouding
en enkele narren verzamelen zich vooraan het podium voor een
playback-tapdans (ook iets wat we wel vaker terug zullen zien in
sprookjesshows) en de finale van de show: twee aan twee komen de
sterren uit de show naar voren om het applaus in ontvangst te
nemen, waarmee de sprookjesshow tot een feestelijk einde komt.
De
Efteling Sprookjesshow duurde 35 minuten en draaide twee hele
seizoenen lang, (1996-1997) in het Efteling-theater. Drie keer
per dag werd de show opgevoerd, namelijk om 13.00, 15.00 en
17.00 uur. In het hoogseizoen waren de aanvangstijden aangepast
in verband met een extra show: 14.00, 16.00, 18.00 en 20.00 uur.
Deze show was tevens de eerste Efteling-show die op video en cd
verscheen, zodat men het spektakel thuis nogmaals kon beleven.
|
|
|
|
In 1998 begon de
Efteling een samenwerking met Endemol Events — het latere
Wentink Events — en deze coöperatie mondde uit in een nieuwe
Efteling Sprookjesshow. De Wolf en de zeven Geitjes, de Kleine
Zeemeermin en Assepoester mochten het stokje in 1998 overnemen
van hun sprookjescollega’s uit 1996 en 1997, en dat deden ze
zeker niet onfortuinlijk. De Nieuwe Efteling Sprookjesshow zou
een bijzonder gedenkwaardige show worden met een ongekend (en
volgens velen onovertroffen) groot succes, maar daarover later
meer. Eerst halen we wat herinneringen op met een bezoekje aan
de show.
Voor aanvang van de show wordt het donker in de zaal, en het
geluid van vogels die tijdens het binnenkomen van het publiek
luid aan het kwetteren waren gaat over in een zweverig muziekje.
Al snel blijkt de muziek een bewerking te zijn van Vivaldi’s “De
vier seizoenen”. Enkele dansers, verkleed als dieren, komen het
podium op en dansen op de muziek terwijl op het podium twee
enorme eieren staan. Aan het einde van de dans breken de eieren
open, en er komen twee kuikens uit tevoorschijn. Deze twee
kuikens zetten het bijzonder aanstekelijke liedje “Waar zijn we
nou” in, en zijn daarmee persoonlijk verantwoordelijk voor een
soort collectieve brain wash van de bezoekers van de show.
Tijdens het lied komt ook de Wolf op, en hij maakt duidelijk dat
hij op zoek is naar de zeven geitjes, wat natuurlijk een prima
opstap is op weg naar de verdere uitbeelding van het sprookje
“De Wolf en de Zeven Geitjes”.
|
De Wolf gaat in de weer met een grote zak op wielen, die hij vol
van voorpret en genoegen over het podium duwt in de richting van
een huisje, links op het podium. Op dat moment zien we een
effect dat veel mensen verbaast: het binnenste van het huisje
van de Zeven Geitjes —wat een doodnormaal huisje lijkt te zijn,
maar schijn bedriegt zoals wel vaker in de Efteling — licht op,
en we kunnen door de muur naar binnen kijken, waar we de zeven
geitenkinderen en hun moeder zien staan. Moeder Geit vertelt
haar kinderen dat ze boodschappen moet doen, en dat ze vooral op
moeten passen voor de Grote Boze Wolf. Na haar vertrek ziet de
wolf zijn kans schoon, en klopt op de deur van het huisje. De
schobbejak beweert dat hij een tante is van de kinderen. Door
een van de ramen in het huisje verschijnt een geitje, dat de
Wolf om zijn witte poot vraagt om zo te kunnen controleren of
degene voor de deur wel écht een geitentante is. De Wolf die
zo’n witte poot natuurlijk niet heeft, verzint snel een list, en
probeert het geitje wijs te maken dat hij uit Suriname komt.
Maar helaas voor de hongerige wolf: daar trappen de geiten
natuurlijk niet in. De frustratie van de Wolf wordt verhaald in
een ontzettend leuk en aanstekelijk nummer, waarin de Wolf
vastberaden aan het publiek mededeelt dat hij de geitjes zeker
wel zal krijgen…
Na het liedje gaat de Wolf op bezoek bij de bakker die rechts
van het podium is verschenen in een klein huisje. De poot van de
Wolf wordt daar zo wit gemaakt als een fles geitenmelk, en het
vraatzuchtige dier waagt een tweede poging bij het geitenhuis.
Deze keer trappen de arme geitjes helaas wél in de snode plannen
van de Wolf, en hij vangt alle geitjes in de grote mobiele zak.
Als moedergeit weer thuis komt van de boodschappen wordt ze door
het jongste geitje dat zich pienter in de klok had verstopt,
ingelicht over de gruwelijkheden die zich hebben afgespeeld in
het huisje. Met een spectaculair stroboscopisch effect van het
licht, rennen het geitje en haar moeder over het podium op zoek
naar de Wolf. Als ze hem — slapend tegen een boom — hebben
gevonden, maken ze de goedgevulde zak van de Wolf open, en laten
alle geitjes weer ontsnappen. Nu de zak leeg is, moet deze
uiteraard weer gevuld worden met stenen, en Moeder Geit beveelt
de geitjes dan ook om stenen te zoeken. Ook roept ze de
Mensenkinderen in de zaal op om haar geitenkinderen te helpen
met het zoeken van stenen voor in de zak. Kinderen weten de
stenen meestal immers wel te liggen, volgens moeder. Voor
aanvang van de show kon het publiek, vooraan bij het podium, al
een “steen” (lees: kunststof rotsblokje) pakken, om deze tot dit
moment van de show te bewaren en vervolgens samen met de geitjes
terug richting het podium te brengen. Een leuk stukje interactie
dat jaren later nog eens toegepast zal worden, maar dan met
hooibalen. Net als in 2002 waren het overigens wel voornamelijk
de regelmatige bezoekers die deze “stenen” wisten te
bemachtigen. Oh, die onbedwingbare behoefte aan meedoen…
|
Als de zak gevuld is met de stenen wordt de Wolf wakker, en
druipt “met zeven kilo stenen in zijn maag” verslagen af. Alle
geitenkinderen zijn weer vrij, en dit loopt uit op een zang- en
dansspectakel (“Wij zijn vrij!”) van de Zeven Geitjes met alle
andere dieren uit het Sprookjesbos.
Na afloop van het lied moeten de Geitenkinderen naar bed, maar
niet voordat moederlief eerst een verhaaltje verteld heeft, en
wel dat van de kleine zeemeermin.
Op dat moment gaan de blacklights aan in de zaal, en de doeken
aan de zijkant van de tribunes veranderen van een bos- in
onderwatertafereel. Ook vanaf het plafond komen vissen naar
beneden die onder invloed van de blacklights oplichten. Het
mooiste effect van deze “we gaan nu onder water”-scčne, dat
overigens ook voor de meeste verwondering onder het publiek
zorgt, is het grote golvende vlak van laserstralen dat de
illusie schept van een beweeglijke waterspiegel. Door de golven
steeds hoger door de zaal te laseren lijkt het of het publiek
onder water zakt; een prachtige overgang naar het volgende
sprookje. Als de golven eenmaal ver boven het publiek bewegen,
komt er van achter uit de zaal een mooie Zeemeermin aanzwemmen.
Hangend aan een rail (die we ook al bij “Showtime met Pardoes”
tegenkwamen) “zwemt” de Zeemeermin boven het publiek en zingt
—live! — het prachtige nummer “Ga met me mee”. Walt Disney zou
er vast óók een warm gevoel van in zijn hart krijgen.
De Zeemeermin zakt al zingend af naar de rechterzijde van de
tribunes waar op het zijtoneel een schip zichtbaar is geworden.
In de kajuit van het schip feest een aantal zeelieden dat het
een lieve lust is. Lallend brallen ze onder het genot van vaten
vol alcohol. Een van de zeelui, een heuse prins, zondert zich
af, en verlaat de kajuit om op het dek te gaan kijken. Juist op
dat moment komt de Zeemeermin voorbij gezwommen, en zien ze
elkaar. Op het moment van het oogcontact begint het echter hevig
te onweren en het schip lijkt te bezwijken onder de krachten van
Moeder natuur. Een mooi effect tijdens deze storm en onweersbui
is het gebruik van échte regen die vlak voor het hoofdpodium
naar beneden klettert als inleiding op een lasershow die het
middenstuk van het sprookje van de Zeemeermin zal gaan
uitbeelden: schitterend. In de laseranimatie zien we
achtereenvolgens een aantal dramatische gebeurtenissen. Het
schip vergaat krakend in de woeste golven van de storm, en ook
de prins raakt te water. De Zeemeermin, zeer onder de indruk van
de zeevarende jongeling, red hem echter en brengt hem veilig en
wel aan land op een stand. Daar nemen ze met een laatste zwaai
afscheid van elkaar. De Zeemeermin die de prins van haar dromen
natuurlijk niet kan vergeten neemt haar toevlucht tot de
Zeeheks. De lasershow is overigens in de loop van de vier jaar
waarin de show liep een paar keer aangepast qua vormgeving, iets
wat de kwaliteit overigens uiteindelijk erg te goede is gekomen.
De lasershow eindigt met het beeld van de gemene zeeheks, die we
na het lichtspektakel ook in het echt op het podium zien staan.
Ze geeft de Zeemeermin een toverdrank waarmee ze haar droom,
mensenbenen in plaats van de meermin-vin kan krijgen, maar
waarschuwt tegelijk dat ze altijd van de zee zal zijn, tenzij ze
gekust word door een échte prins. Als de lichten op het
hoofdpodium gedoofd zijn, gaat het doek van het linkerpodium
omhoog en zien we een klein palmstrand waar de Zeemeermin ligt
te slapen. De man die ze tijdens de lasershow uit het woeste
water van de kolkende zee had gevist maakt haar wakker met een
kus, en ze komt tot de ontdekking dat ze werkelijk benen heeft!
De drenkeling van eerder in de show moet dus wel een Prins zijn,
wie anders kan daar immers voor zorgen? Ze besluiten voor altijd
samen te blijven en zingen ter ere van dit feit hét lied der
sprookjesshowliederen: “Dat komt door jou”
De show wordt afgesloten met het sprookje van Assepoester, dat
op het linker zijpodium begint met het openingslied van dit
sprookje “Kijk eens wat ik heb”. De stiefzussen en moeder van
Assepoester vertrekken naar het bal in het kasteel, en het arme
schaap van de familie blijft huilend achter. Dan verschijnt de
Goede Fee op het podium, die Assepoes omtovert van een arme
sloeber met oude vieze kleren tot een beeldschone jonge vrouw.
Ze tovert zelfs een prachtige koets bespannen met paarden om mee
naar het bal te gaan.
Eenmaal op het grote bal aangekomen steelt ze meteen de show met
haar prachtige verschijning, en de Prins valt uiteraard als een
blok voor het bescheiden maar beeldschone meisje. Als tijdens de
dans tussen de Prins en Assepoester de klok twaalf uur slaat
wordt de betovering van de goede Fee verbroken en rent
Assepoester in grote haast het kasteel uit. In wederom een
stroboscopisch aangelichte scčne verliest ze haar fraaie glazen
muiltje, recht voor de poort van het kasteel. De Prins vindt het
sierlijke schoeisel, zijn enige houvast voor het terugvinden van
de vrouw van zijn dromen…
|
Na deze scčne komt er direct een lakei het podium op, die na een
kort trompetsalvo de mededeling heeft dat de Prins zo spoedig
mogelijk wil trouwen met degene die het glazen muiltje past. Een
lange rij van tuttige jonkvrouwen en andere dames van niveau,
allen in de prachtigste jurken, proberen het schoentje
tevergeefs te passen. Als Assepoes vraagt of zij het misschien
ook mag proberen, wordt ze door iedereen uitgelachen. Behalve
door de Prins, die haar een kans geeft het muiltje te passen.
Natuurlijk weet het publiek al lang hoe het hyperromantische
sprookje verder gaat: het schoentje past, en de goede Fee tovert
Assepoester weer om tot de mooie dame die de Prins zo wist te
betoveren op het bal. Direct start het eindlied van de show in.
In de introductie van dit lied vind de huwelijksvoltrekking
tussen Assepoester en haar prins plaats, en het tweetal zingt
een leuk gerijmd duet (“Ik ben bevrijd van het getreiter van
mijn zussen / nu komt de tijd die in het teken staat van
kussen”) dat vrij vlug overgaat in wederom een bijzonder
aanstekelijk lied. Het is zelfs dusdanig aanstekelijk dat het
bij menigeen zelfs nu nog regelmatig ronddwaalt in het geheugen.
“Tijd voor de taart”, dat is het zeker na zo veel vreugde en
goed-afgelopen vertellingen, en het feest is dan ook compleet
wanneer er daadwerkelijk een levensgrote taart uit het podium
omhoog komt. De voltallige cast van de show neemt al zwaaiend
het applaus in ontvangst, waarna de wervelende show helaas tot
een einde is gekomen.
De
“Nieuwe Efteling Sprookjesshow” duurde zo’n 35 minuten en
draaide maar liefst vier seizoenen lang (van 1998 tot en met
2001), drie maal per dag het hele seizoen door. In het
laagseizoen kon men om 13.00, 15.00 en 17.00 uur in het
omgebouwde zwembad genieten van de show, en in het hoogseizoen
kwam daar nog een extra show om 19.00 uur bij.
In 1999 kreeg de Nieuwe Efteling Sprookjesshow de “Big-E Award”
tijdens de IAAPA-award uitreikingen van dat jaar; een prijs met
de omschrijving “beste pretparkshow ter wereld”. Nu worden er
door de IAAPA (International Association of Amusement Parks and
Attractions) zo ontzettend veel prijzen weggegeven in werkelijk
tientallen categorieën en subcategorieën, dat het nu niet echt
een erg hoogstaande prijs te noemen is, maar toch: het staat
ontzettend leuk in de inmiddels aardig gevulde prijzenkast bij
de receptie van het park. De Efteling weet dergelijke prijzen
ook over het algemeen middels een persberichtje wel om te zetten
in de nodige media-aandacht voor het park; iets dat uiteindelijk
wellicht wel weer tot uitdrukking komt in een kleine stijging
van de bezoekersaantallen.
Nu moeten we ook wel toegeven dat deze show gewoonweg prima in
orde was. Het feit dat de productie zonder grote aanpassingen
maar liefst vier achtereenvolgende jaren op de planken stond,
geeft wel aan dat het geheel bijzonder goed in de smaak viel bij
het publiek. In de resultaten van parkenquętes kon de show zich
meten met publiekslievelingen als Droomvlucht en Villa Volta,
een toch zeker niet te negeren prestatie. Zelfs in 2001, het
laatste jaar voor de Nieuwe Efteling Spookjesshow, wist de
productie zich uitstekend staande te houden tegenover het meer
commerciële geweld van “Efteling on Ice”, een in samenwerking
met Holiday on Ice geproduceerde show in een afzichtelijke tent
op de picknickweide, vol schaars geklede dames en strak bepakte
heren die zich op het ijzeren schoeisel in de meest curieuze
posities manoeuvreerden ten behoeve van de gunst van hun
publiek. Op 28 oktober 2001 nam de (toen inmiddels niet meer zo)
Nieuwe Efteling Sprookjesshow na vier seizoenen trouwe dienst
voorgoed afscheid van het park. Honderdduizenden bezoekers
genoten vijfentwintighonderd voorstellingen van een show met een
razend tempo, knappe special effects, aanstekelijke liedjes en
een maximaal gebruik van de (beperkt) beschikbare middelen in
het tijdelijke theater. Het jaar 2002, het Gouden Jubileumjaar
van de Efteling, bracht niet alleen een splinternieuwe en rijk
geoutilleerde theaterzaal, maar eveneens een nieuwe,
“Wonderlijke” Efteling-show. |
|
|
|
|
|
|
|