Attracties - Sprookjesbos - Doornroosje

 
 
Doornroosje -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2005  
Een koning en een koningin die jarenlang naar kinderen hebben verlangd, zijn zo gelukkig wanneer eindelijk een prinsesje geboren wordt, dat het hele land wekenlang feestviert. Ze dopen het prinsesje Doornroosje, naar de vele doornrozen in de paleistuin waar de koningin dol op is. Ze geven een groot feest, waarvoor ze alle belangrijke mannen en vrouwen van het land uitnodigen.
 
Zicht op het kasteel -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005
Embleem 'Doornroosje' -|- Tekening: Bram Elstak © het WWCW 2005
Sprookje:
Doornroosje

Publicatietitel:
La belle au bois dormant

Opgetekend door:
Charles Perrault

Openingsjaar:
1952, verbouwing in 1981

Ontwerp:
Anton Pieck en Ton van de Ven

Ingesproken door:
-

Type sprookje:
Openluchttafereel en behuisd loertafereel

 

   



Was het u reeds bekend dat...

...Ton van de Ven als kind, bij zijn eerste bezoek aan de Efteling, het meest onder de indruk was van de grote karpers in de vijvers van het park, én de bewoners van het kasteel van Doornroosje?


...bij de renovatie van het kasteel in 1981 er enkele decoraties in het interieur verloren gingen, waaronder fraaie slapende gezichten die als reliëf aangebracht waren op de schoorsteenmantel?


...de slapende wachter buitengewoon grote handen heeft? Dit valt vooral goed te zien aan de rechterhand die absoluut niet in verhouding is met de rest van zijn lichaam.


...zelfs de kaarsen (hangend) en het varken aan het spit (de ogen gesloten) in een diepe slaap verzonken zijn?

 

 

In het land leven dertien feeën. Nu eten feeën alleen maar uit gouden borden en omdat de koning maar twaalf gouden borden heeft, besluit hij een fee niet uit te nodigen. De twaalf uitgenodigde feeën spreken op het feest elk een wens uit voor Doornroosje, maar nog voor de laatste fee haar wens kan uitspreken, verschijnt de dertiende fee. Die is zo kwaad dat ze niet is uitgenodigd, dat ze het prinsesje vervloekt: wanneer Doonroosje zestien wordt, zal ze zich prikken aan een spinnewiel en sterven. De twaalfde fee, die haar wens nog niet heeft gedaan, kan de vervloeking niet ongedaan maken, maar wel verzachten: in plaats van te sterven, zullen Doornroosje en iedereen in het kasteel voor honderd jaar in slaap vallen.

Wanneer Doornroosje zestien wordt, ontdekt ze in een toren van het paleis een oude vrouw die draad aan het spinnen is. WanneerHet kasteeltje van Doornroosje in de vroege jaren tachtig -|- Foto: E.A.H © het WWCW 2005 Doornroosje vraagt of ze het zelf eens mag proberen, prikt ze zich aan de spoel. Alles en iedereen in het kasteel valt in slaap: Doornroosje, de koning en de koningin, de lakeien, de hofdames, de schildwachten, de kok en zijn hulpje... Honderd jaar lang is het kasteel gehuld in een diepe slaap en overal klinkt gesnurk. Omdat ook de tuinmannen in slaap gevallen zijn, groeien de doornrozen in de paleistuin steeds hoger en hoger, tot ze een grote, bijna ondoordringbare haag rond het kasteel hebben gevormd.

Eerst dan wanneer honderd jaar later een prins zich een weg door de doornhaag weet te banen, het kasteel binnendringt en Doonroosje wakker kust, ontwaakt iedereen en gaat verder met zijn werk alsof er geen ogenblik is voorbijgegaan. De prins en Doonroosje trouwen en leven nog lang en gelukkig.

De oorsprong van het sprookje
‘Doornroosje’ of ‘De Schone Slaapster’, zoals dit verhaal ook wel wordt genoemd, is een sprookje dat voor het eerst in z'n huidige vorm werd opgetekend door Charles Perrault in 1697 als "La belle au bois dormant". De gebroeders Grimm gaven het prinsesje voor het eerst een naam, Dornröschen, in hun "Kinder- und Hausmärchen". Ze voegden er ook een nieuw begin aan toe (waarbij de koning en de koningin een bad nemen in deDe slapende wachter van Doornroosje -|- Foto: Bram Elstak © het WWCW 2005 vijver in de paleistuin en een kikker hen de geboorte van hun dochtertje voorspelt) en kortten het einde in (in Perraults versie is de moeder van de prins een reuzin die de twee kinderen van Doornroosje en de prins wil doden maar hierdoor uiteindelijk zelf komt te sterven).

De versie die uit de Vlaamse verteltraditie bekend is, bevat elementen uit zowel de versie van Perrault als de versie van Grimm; in Nederland is het sprookje in de orale traditie nooit opgetekend. De versie van Perrault zelf gaat terug op een verhaal uit de Pentamerone van Basile uit 1636. De versie van de Pentamerone is echter sterk verschillend: hier prikt Doonroosje zich aan hennepsplinter en wordt na honderd jaar in haar slaap bevrucht door de prins. Ze wordt pas wakker nadat een van haar kinderen de splinter uit haar vinger zuigt. De oorsprong van het sprookje moet wellicht worden gezocht in de Oudgermaanse mythe van de walkure Sigfrida, die zich prikt aan een slaapdoorn om door Sigurd weer tot leven te worden gewekt, nadat hij door een muur van vlammen is getrokken om haar te bereiken. De 14de-eeuwse Catalaanse tekst “Fayre de Joy e Sor de Placer” bevat eveneens een vergelijkbare basis. Hier is de vertelling opgetekend als “Troylus e Zellandine”.
 

 

Ansichtkaart 'Natuurpark de Efteling' - De Slapende Koks -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2005

 
  Het sprookje in de Efteling
Het kasteel van Doonroosje was dé trekpleister die door Anton Pieck ontworpen werd voor de opening van het Sprookjesbos in 1952. Op de affiche die voor de opening van de Efteling werd gedrukt, tekende Pieck een artistieke impressie van het kasteel, met op de voorgrond een van de herauten van De Magische klok. Op een kunstmatig aangelegde heuvel werden eerst met houten palen de vijf torens van het kasteel geconstrueerd; daarna werden de muren gebouwd, trappen aangelegd en werd de heuvel beplant met bomen en heesters. Er werd gekozen voor een klimopbegroeiing:De dertiende fee aan het spinnewiel -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005 niet alleen groeit klimop sneller dan klimrozen, klimop blijft ook langer groen. Bezoekers die het kasteel niet willen bezoeken, kunnen via een poortje ook langs het kasteel om. Daarvoor bedacht Anton Pieck de ondertussen legendarische spreuk "Zijt gij soms moe of slecht ter been, Dan kunt g'ook langs het kasteeltje heen."

In 1952 was er alleen maar een kasteel; de interieurs zouden later volgen. In 1953 ontwierp Pieck de keuken met de slapende kok en zijn hulpje, de schildwacht en de slaapkamer van Doornroosje. Toen het kasteel in 1981 helemaal werd vernieuwd (de oude constructie bestond uit houten palen, gaas en veel stucwerk hieroverheen en was na jaren aan vervanging toe), ontwierp Ton van de Ven een animatronic-robot van de dertiende fee met haar spinnewiel en een nieuwe slapende schildwacht (die in 1997 opnieuw werd vernieuwd). Ook het interieur van de andere twee kamers werden gedeeltelijk opnieuw ontworpen. De torens kregen een verweerder aanzicht, het pleisterwerk werd in een andere stijl, over echte baksteentjes overgedaan en ook de daken werden opnieuw gelegd. Het eindresultaat was een kasteel dat samen met het Spookslot getuigt van een periode in de geschiedenis van het park waarin de architectuur van een weergaloze kwaliteit was. In 1999 werd aan de voet van de trap naar het kasteel het sprookjesboek toegevoegd waarop in vier talen het sprookje van Doornroosje staat afgebeeld.

Het wapenschil op de poort bij Doornroosje -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005Een krantenartikel uit begin 1952 meldt dat Peter Reijnders van plan was in de avonduren een heks tussen de torens van het kasteel heen en weer te laten vliegen. Het idee is nooit tot uitvoering gebracht. Misschien maar goed ook, want het zou moeilijk in de context van het sprookje te plaatsen zijn.

Het kasteel van ‘Doornroosje’ staat afgebeeld op een van de tien Efteling-dukaten van ‘Ezeltje Strek Je’. In de Efteling wordt het sprookje niet verteld, maar je vindt het wel terug op de derde CD met Efteling-sprookjes (CNR 100.390-2) en in het Sprookjesboek van Anton Pieck en Martine Bijl. De Sprookjesshow die in 1996 en 1997 in het park liep, sloot de voorstelling af met dit sprookje. In het Efteling-theater stond in de winter 2003-2004 de musical “Doornroosje” op de planken. Het was de eerste avondvullende voorstelling die het park buiten haar reguliere openingstijden plande. Het sprookje is eveneens te vinden op CD 1 van de nieuwe serie luistersprookjes die in 2004 werden uitgebracht door ReDi Entertainment.

Alsof dit alles nog niet genoeg is, is ‘Doornroosje’ eveneens opgenomen in de TV-serie “Sprookjes”, en te vinden op de tweede DVD hiervan. Scènes van de serie zijn opgenomen bij en in het kasteel zelf, maar ook in het Victoriaans Theater van het Carrouselpaleis.
 

 
Zijt gij soms moe of slecht ter been
Dan kunt g'ook langs het kasteeltje heen

 

 

Ansichtkaart 'Natuurpark de Efteling' - De Slapende Doornroosje -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2005

 


 

 

© 1998 - 2005 Het Wondere Wereld Web / Het Wonderlijke WC Web | teksten: Erwin Taets, Friso Geerlings en Paul Melssen