|
De
Steenbok opende in 1987 in het Zuiderpark als
evenbeeld van de
Smulpaap in West. Ook hier hebben we te maken met
een flinke vreetschuur, waar friet en snacks het
vaderlands pretparkpubliek bekoren met hun vette walmen.
De familie Gijs kon deze lokkende dampen natuurlijk niet
weerstaan, en stuurde daarom in 1988 een verre neef naar
dit deel van het park om de afvalproblematiek beter in
toom te houden: Tiroler Gijs was een feit.
|
|
|
Ton van de Ven ontwierp Tiroler Gijs
met het thema van de drie jaar eerder
geopende Bob —met zijn
alpenland-stationsgebouw en jodelmuziek—
in het achterhoofd. Een slaperige
Oostenrijkse Gijs was het resultaat. Een
échte Gijs ook, die na het
obscure
offerbeeld bij de
Piraña weer een volwaardige
toevoeging aan het inmiddels ruim dertig
jaar oude familie-Gijs concept van Peter
Reijnders was.
Naast de uitgang van de Bob, hangend uit
een (slaapkamer-)raam met houten luiken
(compleet met uitgesneden hartjes!),
vinden we Tiroler-Gijs. Met zijn blauwe
slaapmuts nog op, en de ogen dicht,
lijkt hij verstard te zijn in een
smakelijke gaap. Gijs draagt nog (of al)
zijn nachtpon, en achter hem zijn de
gordijntjes gesloten, zodat het tafereel
vrij vlak kon blijven. Een bordje met
een rijm ontbreekt helaas, zodat we
verder geen “achtergrondinformatie”
krijgen over deze papierslokker. Wel
lijkt deze Gijs zowaar nog slaperiger te
zijn dan Anton Pieck’s
Geeuwende
Gijs aan het Carrouselplein.
Overigens noemt de Efteling Tiroler Gijs
in sommige publicaties juist Geeuwende
Gijs, wat de verwarring over
wie-nu-wie-is zo groot maakt, dat we dat
hier met graagte negeren.
Aan de stem van Tiroler Gijs is niet
echt te horen dat hij net uit bed stapt,
of er juist in wil gaan. Hij gaapt niet,
slaapt niet en snurkt niet. Geluid en
uiterlijk sluiten daardoor niet zo goed
op elkaar aan als bij de andere Gijzen.
Tiroler Gijs spreekt met een sterk
faux-Duits accent: "Jah? Hal-lo! Hal-lo!
Papierrr brrrengen! Hal-lo!" en ook de
bedankjes zijn in die stijl opgenomen:
“Danke schön”. Daarmee is Tiroler Gijs
wel de enige Gijs die voornamelijk in
een vreemde taal spreekt; Ton van de Ven
wilde in eerste instantie Inca Gijs
Spaans laten spreken, maar dit is nooit
uitgevoerd. De stem van Tiroler Gijs is
terug te beluisteren op Efteling CD 1.
|
|
|
Half slapend slokt hij toch
alles door zijn keel |
Zo veel hapklare snacks, zo
dichtbij!
Een tantaluskwelling
voor Tiroler Gijs? |
Tiroler Gijs, gapend in
zijn slaapkamerraam |
Een eerder voorstel van Ton van de
Ven voor de Gijs op deze locatie
bereikte een behoorlijk vergevorderd
stadium in het ontwerpproces, voordat
Tiroler Gijs, vooral om praktische
redenen, de defintieve keuze werd. Meer
over het eerdere ontwerp, de
Holle Bolle
Alphornblazer, is te lezen op de
pagina met nooit gerealiseerde Gijzen. Tiroler is de laatste “normale” Holle
Bolle Gijs die aan het park werd
toegevoegd. Na hem volgde nog slechts de
niet-papierslikkende
Station Gijs
en het
Nijlpaard van Knoet. Het is jammer
dat Tiroler Gijs in een wat suf,
onbeschut hoekje tussen de Bob en de
Steenbok ligt, waardoor hij niet altijd
de aandacht krijgt die hij verdient. |
|
|