Attracties - Het Spookslot: te Gast bij de Geesten

 
 
         
 

1987 - 1990

 
“Tijd voor wat verandering!” moet de Efteling gedacht hebben in ’87. Het Spookslot kreeg een flinke renovatie in zowel de voorshow als hoofdshow. De krokodil achter tralies werd vervangen door een jammerende man, wiens prachtige geweeklaag door bijna de gehele duistere entreehal te horen is. De katachtige geluiden in de ronde zaal moesten (helaas) plaats maken voor diverse horrorgeluiden; een vreemde combinatie van vallende guillotines, krijsende dames en gewurgde mannen. Ze zijn tot op de dag van vandaag nog te horen in de pauze tussen het doorlopen van het voorshow programma van Oosterse Geest, verhaal, en Vlederiken. Meestal althans, want vreemd genoeg blijkt dit een nogal ‘kwetsbaar’ effect te zijn. Soms werken ze maandenlang niet, om vervolgens als bij toverslag weer op te duiken. Alsof de geesten er mee spelen… Bij de Oosterse Geest aangekomen kunnen mensen vanaf 1987 in alle rust wachten. Het verhaal dat in 1979 toegevoegd werd is vanaf dit jaar namelijk weer verdwenen. De nieuwe showtijden zouden niet meer te combineren zijn met de tijden van het verhaal en de show van de Oosterse Geest. Een prachtig broodje-aap-verhaal natuurlijk, realistischer is de gedachte dat het herprogrammering van de Spookslot-besturing gewoon te veel werk was. Ook kan de wens tot internationalisering van het park meegespeeld hebben in het besluit om het Nederlandstalige verhaal in de ban te doen. De meandering bij de ingang van het slot, vanaf waar bezoekers in groepen de entreehal werden binnengelaten, behoort vanaf dit jaar ook tot de verleden tijd. Iedereen kan vanaf nu meteen het slot in lopen om pas echt te hoeven wachten in de buurt van de Ronde Zaal of de Oosterse Geest.

Bij de hoofdshow aangekomen konden bezoekers ‘genieten’ van een geheel ander Spookslot, want zowel muziek (zie elders onder “In trans door de danse”) als de programmering waren compleet vernieuwd. Voor de nieuwe lichteffecten waren enkele nieuwe, grote spots in de show aangebracht.
 

Schedels -|- foto: Bram Elstak & Friso Geerlings © Het WWCW 2003

De grootste verandering was te ontdekken in het razende tempo van het nieuw geprogrammeerde geheel: de Betoverde Kraai was nog niet klaar met bellen, of daar kwamen de monniken al aan die als gekken hun lied begonnen te zingen “Oooooh oh oh oh oh oh!”, om direct daarna de deur achter zich dicht te smakken. Na de monniken viel er echter een nogal lang ‘dood punt’ in de show (gniffel), waarna dan toch eindelijk de Danse Macabre inzette. Een nieuwe, kwalitatief hoogwaardige versie van Saint-Saëns' compositie galmde door de speakers.

Waar deze plotselinge verandering voor nodig was is niet helemaal duidelijk. Misschien vond het park dat de populariteit van de attractie wel erg drastisch omlaag ging door de komst van Fata Morgana, of misschien werd de oude show als te amateuristisch en te ouderwets gezien. In ieder geval was het publiek (en de creatieve afdeling van het park stiekem net zo goed) niet Avondschemering op het Witte Walvisplein  -|- foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003echt te spreken over deze verversing van het slot. Nog geen twee jaar later werd er daarom besloten om alles weer te veranderen. Er kwam weer nieuwe muziek, de verbeterde Danse bleef echter gelijk aan die van 1987, alleen de prelude waarin het middernacht wordt werd dus vervangen door een versie van Ruud Bos. De programmering van het licht en de bewegingen werd ook weer aangepast, en als je wilt weten hoe deze versie van de show er uit ziet hoef je alleen maar nu naar het park te gaan om het met je eigen ogen te aanschouwen, na 1989 is de show namelijk nooit meer opnieuw geprogrammeerd.

Een leuk feit om te vermelden is wel dat men er bij de ontwikkeling van de Trollenkoning aan zat te denken om de besturing en techniek van de Scandinavische monarch eigenlijk te gebruiken voor een extra figuur in de hoofdshow. Er werd gedacht om de dirigent uit Tons oorspronkelijke ontwerp toch nog toe te voegen in de vorm van een animatronic met zeer geavanceerde, soepele bewegingen op basis van een hoogwaardig en complex mechaniek. Uiteindelijk werd echter toch besloten om de Trollenkoning als sprookje te ontwikkelen op basis van de nieuwe bewegingstechnieken, omdat een figuur met zulke bijzondere techniek wel een eigen, opvallende uitbeelding verdiende. Het trilsteenmechaniek dat eerst was uitgezocht voor de Trollenkoning is dan wel weer naar het Spookslot verhuisd. De baspijp die hiervoor was aangeschaft bleek namelijk iets te aanwezig voor gebruik in de buitenlucht van het Sprookjesbos. Tot in de verre omgeving zou de dreun nog te horen en te voelen zijn, en dat moest de Efteling natuurlijk niet hebben. Het is daarom ook dat er sinds 1989 een tweede donderslag in de hoofdshow is opgenomen, waarbij de tribune hevig meetrilt.

 

 

Het Spookslot in Media en Reclame

 
Het Spookslot stond al vroeg in zijn bestaan ‘in the picture’. Het is zelfs een attractie waar geweldig veel media-aandacht voor is geweest wanneer we het vergelijken met andere attracties. Het begon al goed met de Kate Bush-special. De special start met een speciaal gemaakte grafsteen waar de wind wat verdorde bladeren van af waait. In het spookachtig blauwe maanlicht kunnen we daar vervolgens in het bekende Pieck-lettertype “Kate Bush” zien staan. Het eerste nummer uit de special heet ‘Moving’ en werd opgenomen op het voorplein van het slot. Hierbij werd zelfs gebruik gemaakt van een kraancamera. Na dit nummer werd vervolgd met de hit ‘Wuthering Heights’, waarvan de clip zoals die voorkwam in de special volledig was opgenomen in de hoofdshow van de attractie. Kate Bush, gehuld in een lange witte jurk, kwam tevoorschijn uit de graftombe rechts van de show en begon te dansen tussen de grafstenen alhier. Hierbij kwamen ook rookeffectenWaterspuwer  -|- foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003 te pas, die in de werkelijke show nooit zijn gebruikt. Vervolgens danst de popster onder andere ook nog in de monnikengang, bij de schedels linksvoor deze gang en in de catacomben op de plek van de dolende geesten. De special bestond verder nog uit de nummers ‘Them Heavy People’ (opnames bij de Oosterse Geest en ingang Indische Waterlelies), ‘The Man with the Child in His Eyes’ (toenmalige Kanovijver, waar nu de Piraña is), ‘Strange Phenomena’ (Voorshow Spookslot, interessant is hier dat de nis met schedels leeg is, waarschijnlijk waren deze nog niet geplaatst bij de opnames van de special die natuurlijk voor de opening van het Spookslot waren gemaakt) en ‘The Kick Inside’ (toenmalige Roeivijver).

Het is geen toeval dat de opnames van deze muzikale uitzending in de Efteling plaatsvonden, en ook nog eens zo veel in het splinternieuwe Spookslot. De producer van de special was namelijk de Nederlander Rien van Wijk, die al lang voor de opening van de attractie interesse toonde voor deze locatie om het idool, dat hij mocht introduceren in Nederland, bekend te maken. Deze goedbekeken special zal veel hebben bijgedragen aan de bekendheid van Kate Bush, maar natuurlijk net zo goed aan de Efteling en het Spookslot in het bijzonder. Het park probeert ook zelf op allerlei manieren reclame te maken voor de nieuwe aanwinst. In 1978 lanceert men de reclameslogan “De Efteling, voor sprookjes en spookjes” en er verschijnen televisie- en radioreclames en advertenties in kranten en tijdschriften. De slogan die op het Spookslot sloeg werd zelfs nog in de radioreclame uit 1983 gebruikt, waarvan de kolkende Piraña eigenlijk het middelpunt was. Veel publiciteit werd ook verkregen door de laatste aflevering van ‘Voor de Vuist Weg’, de talkshow van Willem Duys. Dit was een programma met constant hoge kijkcijfers en wordt wel gezien als hét praatprogramma van de jaren ’70.

In de allerlaatste ‘Vuist’ waren enkele minuten tijd beschikbaar gesteld voor Ton van de Ven. Hij verschijnt midden in het programma in de gedaante van een verschijnend en verdwijnend spook dat er in slaagt het glaasje jus d’orange van Duys leeg te drinken. De ontwerper begint: “Ik ben Ton van de Ven, in m’n vrije tijd geest of eh, als zodanig praktiserend. Sorry, mag ik even schrapen?” Duys: “Ja, schraap maar.” Het was een warrig geheel; Duys had zich namelijk door een helikopter bij de studio laten afzetten (omdat het de laatste aflevering was) en bijna al z’n vragen vergeten. Hierdoor kreeg Van de Ven bijna tien minuten de tijd om over zijn slot te vertellen en zo veel reclame te maken voor de Efteling. Ton vertelt in het gesprek onder andere over de spookverschijnselen die hij heeft bestudeerd: Spiritisme, occultisme, elevaties en (wat is het toch een grapjas) feminisme. Bovendien wordt ook een greep uit zijn ontwerpwerk aan de camera getoond. Duys vraagt hierbij naar de bekende weg:”Dit is een fraaie prent. Is dit een echte Anton Pieck, de medegrondlegger van de Efteling?” Van de Ven: “Eh, nee, dat is werk van mijzelf. Het draagt wel een Anton Pieck-karakter. Maar het is een vergissing die vaak gemaakt wordt in publicaties.”

De Efteling heeft het slot in de eerste jaren van zijn bestaan op talloze manieren naar voren weten te schuiven in persberichten, folders en brochures. Enkele voorbeelden uit 1984 van het soort teksten dat de Efteling gebruikte om de ruïne aandacht te geven (afkomstig uit een in Brabant huis-aan-huis verspreidde speciale Efteling-seizoenskrant):
 
“Even buiten Kaatsheuvel, bij Tilburg, staat een oud, bouwvallig slot, dat door omwonenden wordt omschreven als het griezeligste Spookslot dat er bestaat. Regelmatig schijnen er doden op te staan uit hun graftomben, zijn er de meest afgrijselijke kreten te horen en worden er wezens gesignaleerd die je alleen maar kunt betitelen als spoken. Voor deze krant reden om op onderzoek uit te gaan.

     
Macabere muziek!

Bij aankomst is het ons meteen duidelijk: dit is een bouwval zoals je maar zelden ziet. Als de zware deuren achter ons dichtvallen, bekruipt ons een onbehaaglijk gevoel. Voor ons doemt een grote kroonluchter op die wordt geschud door een losse hand. Koude lucht stroomt langs onze wangen.

Dan horen wij plotseling een uiterst macabere muziek. Kraaien krassen hoog in de toren. Vleermuizen scheren vlak over ons heen. Dan komen er plotseling een paar handen uit de grond. En verder zien wij inderdaad iemand uit z'n graf oprijzen. Hoog bovenin verschijnen opeens 3 geesten.

Dit kan niet waar zijn, hier moet een wetenschappelijke verklaring voor zijn. Maar waarom staan we dan met kippenvel angstvallig dicht op elkaar?”

In 1992, het jaar van de uiteengespatte Droom(vlucht), schreef het park als volgt over haar dan al weer veertienjarige kasteel:

“Als het nacht is, zo’n inktzwarte nacht, en als de torenklok slaat, hoor je het kraken van hout en gaan de graven langzaam open.
 
Ook de bewoners van het nachtrijk hebben recht op een uur van de dag: het spookuur. Ze strekken de benen in het Spookslot. En wie ’t aandurft kan daar de koude adem van de geesten voelen.”
 
 

         
           
 

© 2003 Het Wonderlijke WC Web | tekst: Ramon Heeren & Friso Geerlings | foto's: Bram Elstak & Friso Geerlings