De
hoofdshow van het Spookslot is thematisch gezien
opgetrokken als een kloostertuin, wat eigenlijk
totaal geen verband houdt met het gebouw en de donkere
hal van waaruit we als bezoekers de show hebben
bereikt. Waarom is er ooit gekozen voor zo’n opzet?
Misschien omdat de hoofdshow grotendeels is gebaseerd
op ideeën en schetsen van Pieck, en omdat Ton dit
concept klakkeloos heeft overgenomen, zonder echt na
te denken over de rode draad van de attractie; de
eenheid tussen kasteel en show? Juist doordat er geen
verhaal achter de samenstelling van het gehele plaatje
zit, en er ook echt geen logische verklaring te geven
is voor de reden waarom je vanuit een oude 'Keltische'
ruïne opeens zou belanden in een overwegend Gotische
kloostertuin, zou dit ‘smetje’ op het slot eigenlijk
zo goed mogelijk weggemoffeld moeten worden. Maar, met
een dosis goede wil en een nog veel grotere dosis
fantasie werd er toch, enige tijd na de opening, een
verhaal bedacht om tenminste de verschillende
elementen van de hoofdshow een beetje aan elkaar te
praten. Het komt wat kunstmatig over, en voegt
eigenlijk weinig toe aan een schouwspel dat het toch
voornamelijk moet hebben van de rijke verzameling
occulte verschijningen en spookachtige nissen en
schaduwen, maar ach; als stemmingmaker voldoet het
meer dan prima. Wel heel erg vreemd is overigens wel
het feit dat het verhaal geheel voorbij gaat aan het
concept ‘kloostertuin’. Over de monniken, een toch
niet onbelangrijk element in de show, wordt met geen
woord gerept, en Visculamia verbrandt opeens toch ‘in
de oostelijke vleugel van het slot’, terwijl er van
een slot toch eigenlijk geen sprake meer is in de
hoofdshow. Laten we de hele hoofdshow onder de loep
nemen, inclusief de verklaringen die het — dus
ongetwijfeld later bedachte — verhaal geeft voor de bepaalde figuren en objecten.
|
1. Linkerkant
gebied: de kapel en de tuin voor de kapel
figuren: tuinman (klokluidende gehangene), uil,
Esmeralda (dochter van de graaf)
objecten: altaar, preekstoel, klapperende deur,
zingende bloemen, wiebelende grafstenen
beste te zien vanuit:
raam 1 en 2
We kijken hier tegen de kapel van het klooster aan,
die grotendeels is ingestort (zodat we er goed in
kunnen kijken). Achterin, achter drie gotische
spitsbooggewelven, bengelt de tuinman die Visculamia
verklikte bijna de gehele show lang aan het
klokkenkoord, vreemd genoeg alleen in het begin van de
show vergezeld van twaalf klokslagen. Vooraan zien we
de dochter van de graaf die middenin de show de deksel
van haar grafkist haalt, waarop de tekst “PVELLA
INNOCENTA” staat te lezen, wat zoveel betekent als
“onschuldig meisje”. De jaartallen op de dekplaat van
het graf gaven in het verleden al veel stof voor
allerhande weetjes en wist-je-datjes onder
Efteling-liefhebbers, aangezien het arme kind in het
graf achteruit geleefd moet hebben…
2. Middenachter
gebied: de zolder, de monnikengang en de tuin voor de
monnikengang
figuren:
3 rechters, 5 monniken
objecten: waterspuwers, schedels, bewegende grafstenen
beste te zien vanuit: raam 2 t/m 4
Boven zien we het dak van het klooster met een
zolderraam annex dakkapel, waaruit drie monsterlijk
uitziende figuren kijken. Volgens het verhaal zijn dit
de drie rechters die weeklagen, en wie goed kijkt ziet
inderdaad dat de engerds redelijk netjes gekleed zijn.
Ze komen in actie in het begin van de show en blijven
nog wat heen en weer wiebelen in hun spotlight tot
ergens tegen het einde van het middenstuk van de Danse
Macabre. In de prachtige kloostergang onder hen lopen
vijf monniken van links naar rechts helemaal aan het
begin van elke voorstelling. Ze verdwijnen achter een
dichtslaande deur. Dezelfde route lopen de religieuze
fantomen overigens ook weer terug wanneer de show is
afgelopen en de bezoekers weer naar buiten gaan. Zowel
de waterspuwers als de schedels (knekelhoop) op de
grond bewegen wat voorzichtig, maar daardoor wel erg
subtiel.
3. Middenvoor
gebied: de catacomben en het bordes
figuren: de graaf die zijn dochter achter na snelt
('de geestenmolen'), kikkers
objecten: zwevende viool, handen uit de grond, twee
ademende graven, dansend sierhekje, zingende, wiegende
bloemen
beste te zien vanuit: raam 2 t/m 4
De eigenlijke binnentuin van het klooster is
grotendeels ingestort waardoor we in de daaronder
gelegen catacomben kunnen kijken. We zien hier vier
figuren die elkaar achterna rennen. Volgens het
verhaal zijn dit de geesten van de dochter en de graaf
die elkaar achterna snellen zonder elkander ooit te vinden, maar toch zijn zowel de twee mannen
als de twee vrouwen verschillend van elkaar. Ook ziet
de ‘dochter’ er meer uit als een ouderwetse tante. De
spookachtige, halftransparante weergave van deze
geesten is geen ‘hologram’, zoals veel bezoekers
plachten te verklaren, maar een toepassing van het
zogenaamde "Pepper's
Ghost"-effect, dat ook te zien is in
het Spookslot in de voorshow (bij de Spinnenvreter en
de Oosterse Geest) en in de hoofdshow verder nog is
toegepast voor het creëren van de spookillusie bij
Visculamia en de zwevende viool.
Dit laagvliegende instrument bevindt zich naast de in
immer in kringetjes dolende geesten. Het instrument
wordt bespeeld door een op z’n hand na onzichtbare
violist, die verder geen enkele rol speelt in het
verhaal van Visculamia. Het is de enige nog
overgebleven figuur van het orkest dat de Danse zou
moeten spelen, maar het is dan ook wel de meest
belangrijke, en het meest lugubere. Zowel de viool als
de geestenmolen zijn tijdens bijna de gehele Danse
Macabre zichtbaar. Alleen het slot van het muziekstuk
wordt enkel en alleen door de dan eenzame viool
gespeeld.
Op het bordes (waarvan de tribunes waarop de bezoekers
plaatsnemen een voortzetting zijn) vóór deze
catacomben, is een lange en lage balustrade te zien, zoals we
die kennen uit chique paleistuinen in Franse stijl.
Dansend op de maat van de muziek wiegt het heen en
weer. Tussen het bordes en de kelders zijn wat (nogal
plastieken) kikkers te aanschouwen bij twee uit de grond
oprijzende handen (die in vroeger jaren ook heel mooi
strekten en kromden) en twee graven die op en neer
deinen.
4. Rechts van het midden
gebied: de beltoren en het pad
figuren: de boze kraai (duiveltje)
objecten:
dansend sierhekje, zingende bloemen,
afgebrokkelde pilaar
beste te zien vanuit: raam 3 t/m 5
Naast de catacomben ligt een wandelpad met enkele
zingende bloemen en nog een dansend bouwwerkje in de
vorm van een balustrade van decoratieve balusters.
Beide komen ze voor in het verhaal. Het pad lijdt naar
de toren van het klooster, waarin zich een grote
houten poort bevindt met een daarboven een bel. De bel
wordt geslagen door een duiveltje, de ‘Betoverde
Kraai’ uit het verhaal. De kraai is bijna de gehele
show zichtbaar, echter alleen tijdens de inleiding van
de show wordt de bel ook daadwerkelijk door het
creatuur geluid.
5. Rechterkant
gebied: de rechtervleugel met de brandstapel, de
sarcofaag en de begraafplaats
figuren: Visculamia,
de Vierde Burggraaf (herrijzende
dode), uilen
objecten: waterspuwer, grafstenen, klapperende deur
(brand en wind)
beste te zien vanuit: raam 5 en 6
Helemaal rechts in de kloostertuin tenslotte is een
begraafplaatsje te zien met enkele dansende stenen.
Visculamia wordt hier elke tien minuten ritueel
verbrand op een pijnbank. De vlammen die aan de heks
likken worden door middel van roterende
projectieschijven op de muur geprojecteerd, en zelf
verdwijnt de toverkol door middel van wederom een
Pepper's Ghost terwijl de wind door de dorre takken
waait (een eenvoudige tafelventilator doet het werk).
Uit de oer-Gothische sarcofaag die zo uit Westminster
Abbey lijkt te zijn gehaald, komt een skelet te
voorschijn dat zich al in een verregaande staat van
ontbinding bevindt. Terwijl de geest van de graaf zijn
dochter nasnelt vinden zelfs zijn stoffelijke resten
geen zielenrust… Overigens zou deze kist
oorspronkelijk leeg blijven. Het is het werk van
enkele voortvarende technici dat we nu toch kunnen
genieten van dit rottende schouwspel.
|
|