Gasten die heden
ten dage de Efteling betreden en er wellicht een jaar of
tien niet zijn geweest (en ja hoor: zulke mensen bestaan best,
hoewel wellicht onvoorstelbaar voor de bezoeker van deez’ site)
zullen weinig terugzien van de nostalgische Ingang West uit hun
herinneringen. Via het magistrale Huys van de Vijf Zintuigen,
dat dé perfecte opmaat vormt tot een dag in de Wereld vol
Wonderen, komen ze uit op het wat rommelige Dwarrelplein. Van
daaruit ontvouwt de Promenade zich als een weidse laan recht
naar het hart van het park.
De Promenade begint bij een schuifhek dat de afscheiding vormt
tussen Dwarrelplein en Pardoes Promenade. Een duidelijke grens
hier is de spoorlijn die de Promenade kruist. De houten hekjes
links en rechts moeten er ’s morgens vroeg zorg voor dragen dat
bezoekers niet via het spoor alvast
de rest van de Efteling gaan
verkennen. Een paar meter verderop blokkeren twee mooie krullige
hekken de toegang tot het Sprookjesbos en de laan richting Fata
Morgana. Even na tienen openen deze hekken zich zodat gebruik
gemaakt kan worden van deze routes.
|
o Avondschemering - even is het
écht een sprookje |
Het eerste deel van de Promenade oogt nogal kaal. De protserige
en wat plompe Wonderwachters met zijarmen kunnen dit slechts ten
dele goed maken. Na een vijftigtal meters is links een verbreding
van de Promenade waar in 2000 een heel ‘bijzondere boom’ geplant
werd. Deze bovenmaatse bonsai had echter duidelijk last van
plein- danwel promenadevrees, en hield het al spoedig voor
gezien. De volgende boom die hier geplant werd waaide tijdens de
storm van oktober 2002 bij om. Duidelijk geen plaatsje waar het
groen welig wil tieren, wellicht uit wraak om zo veel bomen die
hier geveld werden tijdens
de aanleg van de laan.
Het gebouw aan de rechterhand negerend komen bezoekers al snel
uit op wat tegenwoordig in de ‘volksmond’ het Sterrenplein is
gaan heten. Het is één van de mooiere stukjes Pardoes Promenade.
Rechts biedt een Knoeteriaans-enge poort met enorm slot toegang
tot het
Spookslot-plein
en links is een sierlijke
muur te vinden met daarin een aantal waterelementen en een
zonnewijzer. De waterspuwers in de muur bevestigen de link
tussen Sterrenplein en Spookslot nog eens extra: het zijn
namelijk afgietsels van de Vlederikken die de ronde zaal van het
Spookslot al een kwarteeuw onveilig maken. Een grote boom biedt
hier de nodige schaduw die herinneringen doet opleven aan een
tijd vér voor de komst van de Promenade toen de hele wandelroute
omzoomd was met fris geurend groen.
Langs de hele Promenade en op de Brink klinkt overigens de
speciaal gecomponeerde muziek van René Merkelbach. Hoewel het
speelse karakter misschien niet helemaal past bij de weinig
speelse Promenade is het zeker één van de positieve aspecten van
het geheel.
Vanaf het Sterrenplein splitst de Promenade zich in twee
parallelle laantjes aan weerszijden van een waterbak met daarin
waterboogjes die herinneren aan het oorspronkelijke plan voor
springend water langs de laan. Dit tweede deel van de Promenade
mondt uit op het pleintje waarop Pardoes de Tovernar een
prominente plaats in neemt. Zijn beeld staat op
een schijf met
tekens uit de zodiak, en draait in een uur een volledig rondje
om de eigen as. Ieder kwartier licht de bol in zijn hand op en
klinkt er een Merkelbach-riedeltje dat de toverkrachten van de
vrolijke gastheer van de Efteling benadrukt. Onverstoorbaar tikt
het beeld vervolgens weer verder om na een kwartier weer even
het genoemde showtje van licht en geluid op te voeren. Op
zomeravonden en tijdens de donkere uurtjes van de
Winter
Efteling is dit overigens een heel mooi gezicht;
overdag gaat
het effect grotendeels verloren.
Vanaf het Pardoesbeeld lopen veel bezoekers direct via de afslag
alhier door naar publiekslieveling Droomvlucht. ’s Morgens vroeg
kan dit echter nog niet omdat een houten poort de doorgang
blokkeert. Rechtdoor kan dan echter wel, waarbij
de Schatkist
van Henny Knoet en ABN-AMRO het volgende opvallende object is
dat de Promenade opsiert met natuurlijk wederom een bronzig
kleurtje. Soms is het hier een drukte van belang met kinderen
die allemaal de Eftelingse variant van de Arthur-legende willen
naspelen, helaas zonder dat de sleutel
-als ware het Excalibur-
uit de rots te krijgen is.
Voor Efteling-bezoekers met een sterke agorafobie is het
verstandig bij de Schatkist rechtsomkeer te maken, want het
volgende dat wacht is de gro(o)t(s)e vlakte van de Brink
|
Zoals
gezegd: vanaf de Schatkist staat de bezoeker in een paar stappen
op wat ooit een nostalgische dorpsbrink moest worden, maar
vooralsnog niet veel meer is dan een bestraat grasveld met her
en der een perkje en een grachtje rondom. Waar de Promenade door
velen al gezien word als een kale, steriele laan, niet passend
bij de Efteling en haar sfeervolle gevoel van kneuterigheid en
ouderwetse gezelligheid, weet de Brink nieuwe records te zetten
als het gaat om het creëren van een lege en klinische sfeer.
De Brink heeft een wat ovale vorm. Vier sierlijke hekken sluiten
kleine bruggetjes af die leiden naar de vier parkdelen. Om tien
uur ’s morgens openen deze hekken zich waarna de bezoekers
uitwaaieren naar voornamelijk Marerijk. De poorten richting
Ruig-, Ander- en Reizenrijk zijn zelden zo druk als die van het
voormalige parkdeel West. De Promenade-poorten richting het
Spookslot (aan het Sterrenplein) en de laan richting het
Diorama
(aan het pleintje met het Pardoesbeeld) kunnen overigens rekenen
op ongeveer even grote drukte. En hoewel een bord met
tenenkrommende rijmpjes anders beweert, gaan deze beide
‘sluiproutes’ meestal gewoon om 10:00 open en niet 10:10.
De grote vlakte van de Brink wordt in het midden onderbroken
door een flinke hoop rotsblokken met daaromheen een zelfde hekje
als rond het beeld van Pardoes de Tovernar. Bij een nadere
beschouwing (of beter eigenlijk: een beschouwing vanuit hogere
sferen, bijvoorbeeld die van de Pagode) is te zien dat midden in
die berg rotsblokken vreemde glasachtige brokken steen vanuit
het middelste van de aarde naar boven zijn gekomen. Waren het
Laven die hier ook even hun luimige hoofden boven de grond
uitstaken op hun verkenningen van de ondergrondse wereld vol
wonderen? Gelukkig hoeven we niet zo lang met deze vraag rond te
lopen, want een sis en een luide ‘pfft’ zijn de voorbode van een
flinke geiserachtige waterstraal. We hebben hier te maken met de
zogenaamde ‘Levensbron’.
Volgens Ton van de Ven is de Levensbron de verbinding tussen die
diepe spelonken van de aarde en het oppervlak. Als centrum van
het park is het de bron van alle sprookjes, een bewering die ook
in de openingsact van 2002 naar voren kwam. Hoewel in
verschillende Efteling-publicaties uit 2000 te lezen is dat het
functioneren van de bron afhankelijk is van het weer (hoe minder
wind, hoe hoger de bron spuit), is dit
het WWCW-team in elk
geval nooit echt opgevallen. Regelmatig waait er een aardige
hoeveelheid water uit de Levensbron uit over de Brink, en op
sommige warme dagen werkt de bron gewoon helemaal niet: geen
echte logica dus. De beloofde misteffecten zijn overigens ook
nooit daadwerkelijk in werking getreden. Of ze wel geïnstalleerd
zijn is ons niet bekend.
Bezoekers die in de
loop van de dag over de Brink lopen kunnen hier genieten van een
weldadige rust. Hoewel vast niet helemaal de bedoeling van de
directie, is de Brink geworden tot een oase van stilte, overdag
slechts doorbroken door het gesis en gekletter van de
Levensbron. Als centraal punt van waaruit het park in alle
richtingen bezocht kan worden doet het dan ook nauwelijks dienst:
alleen in de ochtend vervult het plein deze functie enigszins,
maar zelfs dan gaan de meeste bezoekers tóch
wel
de zelfde richting
in.
’s Avonds is de Levensbron overigens prachtig om te zien. De
Brink baadt dan in een zachte witte licht van de Wonderwachters
terwijl de begroeiing eromheen met groene spots sfeervol
aangelicht wordt. Met spots in het hart van de bron worden de
waterstralen omgetoverd in sprookjesachtige twinkelstralen.
Wanneer de Pagode zich dan ook nog eens als een sublieme kroon
verheft boven de schemerige Wereld vol Wonderen is het op het
plein even gewoon echt genieten. Dat de betovering de volgende
dag -als ware er een muiltje verloren-
weer verbroken zal zijn, is
dan even iets om te vergeten.
“Een landingsbaan naar een leeg hart”, zo omschreef een
prominente
Efteling-kenner
het stelsel van Brink en Pardoes Promenade
niet lang na de opening. Een uitspraak die tegenwoordig, een
aantal jaren later, nog even steekhoudend is als toen.
Natuurlijk: alles went, zelfs een laan die baadt in het brons.
Klachten over geluidsoverlast van opstijgende en landende
vliegtuigen zullen omwonenden hier echter niet zo snel hebben.
En die muziek staat zo hard niet. Jammer
genoeg blijft de
Promenade samen met de Brink een stuk Efteling dat, op het
Sterrenplein na, eigenlijk alleen in het donker mooi genoeg is
om te passen tussen de wonderen die het sprookjespark haar
populariteit en daarmee bestaansrecht geven.
Rond 1990: de eerste concrete plannen tot
aanleg centrale hup en laan vanaf de Vonderplas
ontstaan.
1992: uitgave van het jubileumboekje “Mam, een
Duppie voor de Kip” met daarin onder andere een
kaartje van de ‘Wereld van de Efteling’, waarop de
Promenade in vrijwel precies de huidige vorm te zien
is.
1995: de komst van het Huis van de Vijf
Zintuigen en het Dwarrelplein. De laan tussen het
Dwarrelplein en het Spookslot gaat functioneren als de
belangrijkste toevoerroute van publiek in het park.
1998: de laan Dwarrelplein-Spookslot krijgt
extra decoraties in de vorm van vaandels en lampjes,
in afwachting van de aanleg van de Pardoes Promenade
een jaar later.
1999: naar aanleiding van de slechte financiële
resultaten van het Vogel Rok-jaar 1998 besluit de
Efteling de Promenade een jaartje uit te stellen. Wel
duikt de naam Pardoes Promenade op op de plattegrond
van dit jaar, waarmee de komst wel definitief lijkt.
2000: begin 2000 word begonnen met de aanleg
van de Promenade. In de loop van het seizoen (1 juli
om precies te zijn) opent ook de Brink en worden de
muurtjes achter het winkeltje
Kogeloog en bij het
Spookslot gebouwd.
2001: net voor en tijdens het begin van het
seizoen worden de in de Filippijnen gemaakte
Wonderwachters geplaatst. Aan het begin van de zomer
plaatst men ook het Pardoesbeeld waarmee de Promenade
de huidige vorm aanneemt.
2002: in verband met de komst van Pandadroom
worden er enkele kleine aanpassingen gedaan. Een
‘prachtig’ (proeft u de ironie?) mozaïek siert de
Promenade-kant van de Pandadroom-bunker en
een klein
terrasje biedt hier voortaan de mogelijkheid om ook
voor opening van de rest van het park vast wat koffie
met gebak te nuttigen. Tijdens de Winter Efteling van
2002 op 2003 sieren stijlvolle bronzen ‘living
statues’ (natuurlijk in de onvermijdelijke bronskleur)
de laan.
2003: tijdens de “Lente Efteling” van dit
seizoen weet de Efteling nieuwe niveaus van
belachelijkheid te bereiken door over de Promenade
steltlopers in de vorm van bloemen en bladeren, maar
ook een hoppend ei en een paarse rups te laten lopen.
Meerdere keren belemmeren deze ondergetekende de weg,
waardoor de frustratie over zoveel onbenullig
entertainment alleen maar toeneemt. Vroeg in het
seizoen opent ook
de Schatkist, waarmee de Promenade
een interactief element krijgt.
|
|
|