Pardoes de Tovernar en het Verdwenen Licht - 4

 
 

 

Pardoes de Tovernar en het Verdwenen Licht - schildje -|- Edits: het WWCW 2002
 

 
pagina 4 van 4

ga direct naar:

1  2  3  4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

  Hij en Pardijntje volgden ZoekGoed de trap af. Deze was ontzettend lang en ging erg diep de grond in. Aan de muren hingen hier en daar oude, verweerde schilderijen en overal zaten spinnenwebben. Al snel konden ze niets meer zien en ontstak Pardoes een van de oude fakkels die aan de muur hingen en die vroeger de trap hadden verlicht. Hij vond het wel een beetje eng. Het was eeuwen geleden dat hij hier was geweest en alhoewel de hele wereld om hen heen veranderd was, leek hier alles nog hetzelfde te zijn gebleven, alhoewel de tand des tijds hier en daar toch duidelijk haar sporen had achtergelaten.
Na een afdaling die een eeuwigheid leek te duren eindigde de trap. Ze openden een vermolmde deur en kwamen in een gang, die zich links en rechts van hen uitstrekte.Voor hen kon Pardoes vaag een gang onderscheiden. Hij kon zich herinneren dat dit deze gang rechts naar de troonzaal leidde, waar de vijf troons van de vijf broers hadden gestaan. De gang leidde links naar de oude ingang. Toen Pardoes deze kant uit keek, zag hij dat de gang hier helemaal was ingestort.
"Pas op, het riekt hier naar Rattar en Pantagor", zei hij.
"Waar zit Pantagor ergens, in de troonzaal?", vroeg Pardoes?
ZoekGoed knikte. "We moeten KWAAK stil zijn, anders hoort Pantagor ons."
Heel stil en heel langzaam schuifelde het drietal in de richting van de oude troonzaal. De deuren waren dicht. Langzaam, heel langzaam opende Pardoes de deur. Voorzichtig keken hij en Zoekgoed naar binnen. Daar was niemand te zien. Toch was de hele ruimte goed verlicht. De kaarsen waren ontstoken. Vreemd.


Heel stilletjes, zonder ook maar een enkel geluid te maken, liep het drietal naar de troonzaal in. Aan het uiteinde stonden nog altijd de vijf tronen, en aan de zijkanten stonden stoelen voor de hofhouding. In het centrum van de zaal was in een grote een enorme ster met vijf punten gemaakt van goud in de vloer verwerkt.
Voorzichtig liepen ze in de richting van de tronen.
"Waar zit Pantagor?", fluisterde Pardijntje bijna onhoorbaar.
Voordat Pardoes iets kon zeggen hoorden ze alle drie een suizend geluid. Pardoes keek omhoog, maar het was al te laat. Er kwam een enorm net uit de lucht vallen.
"Gevaar, pas op! Dit gaat mis!", riep hij angstig.
En toen hoorde Pardoes die akelige, kille stem, die hem vanbinnen helemaal koud maakte. De duistere gestalte van Pantagor stapte uit de schaduwen voor hen.
"Hehehe, dag Pardoesje, ik wist wel dat je vroeg of laat wel een keer je walgelijke gezicht zou laten zien!"
"Wat wil je bereiken, Pantagor?", vroeg Pardoes, "Wil je meer macht?"
"Was het maar zo simpel, narretje, was het maar zo simpel. Wat ik wil is walgelijke wraak. Eens heeft de sprookjeswereld mij verstoten, nu is het tijd dat zij boeten voor hun wandaden, bij zwelgende zwavel. Rattar heeft je Twinkelvanger gestolen en ik heb de twinkels met donkere magie betoverd zodat het zwarte tovertwinkels werden. Een oude vorm van zwarte magie die me in het verleden al vaker van pas is gekomen. Nu wil ik de sprookjes ermee vernietigen, zodat ik eindelijk rechtvaardigheid zal krijgen!"
"Maar Pantagor, sprookjes zijn de spiegel van de menselijke ziel. Ze mogen nooit en te nimmer verdwijnen!", schreeuwde Pardoes.
Pantagor begon zich zichtbaar te ergeren: "Je vergist je, stomme, walgelijke nar, je vergist je. Wanneer mensen geen sprookjes meer hebben kunen ze hun dromen niet meer najagen. Ze zullen ongelukkig zijn en verdeeld raken. Dan zal het mijn tijd zijn, ik zal opstaan als leider van de nieuwe wereld en een nieuwe, duistere periode zal aanbreken waarin ik heerser zal zijn van alles!"
"Niet als wij daar een stokje voor kunnen steken", riep Pardijntje naar Pantagor.
"Ah, juist, en daarom zal ik jullie als eerste uit de weg ruimen. Bij donker en duister, Rattar, rampzalige rat, luister!" Uit de schaduwen verscheen nog een gestalte, die van Rattar. Rattar was de slaafse lakei van Pantagor, die alles deed om het Pantagor naar de zin te maken.
"Ja, mijn meester?", zei het ongure heerschap op onheilspellende toon.
"Bind die drie daar vast".

En zoals hem het verteld was, deed Rattar. Hij haalde een touw uit zijn zak, en bond Pardoes, Pardijntje en ZoekGoed vast aan elkaar. Pardoes wendde zijn gezicht af toen Rattar hem vastmaakte. Het beest was in kwalijke onwelriekende zwaveldampen gehuld en de stank was ondraaglijk. De zak met mysterieuze inhoud die Pardijntje al die tijd met haar mee had gedragen nam hij haar af. Pantagor kwam aanzetten met een enorme zak, die helemaal bol stond. Zijn ogen flonkerden.
"Deze is gevuld met zwarte tovertwinkels. Ik ga deze over jullie heengooien, zodat het licht van magie in jullie meteen gedoofd zal worden en ik binnen enkele tellen van jullie walgelijke verschijningen af zal zijn."
Rattar trok aan zijn gewaad.
"Wat is er, rampzalige rat?", snauwde Pantagor.
"Wat moet ik hiermee doen?" vroeg de kruiperige rat op onderdanige toon.
"Wat is het?", vroeg zijn meester.
"Het is een zak met daarin de laatste tovertwinkels van Pardoes", zei Pardijntje op neerslachtige toon. Maar toen Pardoes haar aankeek knipoogde ze snel.
"Ja, eh, die had ik meegenomen om ze tegen je te gebruiken", zei de tovernar snel.
"Waaargh! Niet die ellendige tovertwinkels!", schreeuwde Pantagor. "Wat walgelijk, ik moet ze snel vernietigen".
Pantagor opende de zak en meteen riep Pardijntje: "Knuppeltje uit de zak".

Knupeltje... uit de zak! -|- Foto: Friso Geerlings (c) het WWCW 2001De knuppel schoot onmiddellijk uit de zak. Hij keek rond, zag Pantagor, vloog op hem af, en begon hem flink af te ranselen.
"Auw, auw! Wat walgelijk, wonderlijk, waaaah, onhebbelijk onmogelijk." Stop, stop. Pantagor ging op de grond liggen, terwijl Rattar probeerde de knuppel aan het stoppen te krijgen. Dit lukte niet al te best, want de pogingen de knuppel aan het stoppen te brengen leken deze alleen maar woester te maken met als gevolg dat de knuppel ook Rattar begon af te ranselen. Pantagor, die enkele momenten geleden nog zo groots en machtig had geleken, lag nu op de grond te krijsen.
Ondertussen was ZoekGoed erin geslaagd met zijn bevliesde voeten een brievenopener te pakken te krijgen, die nog kwam uit de tijd dat het Huis in zijn volle glorie geweest was. Hij was bezig het touw door te snijden en al snel was hij los. Hij maakte ook Pardoes en Pardijntje los. Pardoes keek om zich heen. Zou Pantagor al zijn tovertwinkels betoverd hebben?
"Help me, help me, bij zwelgende zwavel."
"Wat heb je met mijn Twinkelvanger gedaan?", vroeg Pardoes.
"In de hoek, hij staat in de auw hoek, waaargh!", jammerde Pantagor.
Pardoes liep met ZoekGoed naar de hoek, waar de Twinkelvanger stond. Deze was helemaal gevuld met Twinkels. Pardoes vulde snel zijn zakje met tovertwinkels en nam een handjevol mee naar Pantagor.
Hij knikte naar Pardijntje en die zei: "Knuppeltje, in de zak".
De knuppel sloeg nog even door en keek Pardijntje kwaad aan. Toch keerde hij terug in de zak, maar duidelijk met tegenzin.
"Dit roept om walgelijke wraak, waaargh!", brulde Pantagor.
Maar Pardoes zei: "Een andere keer, Pantagor" en hij wierp een handjevol tovertwinkels op de meester van het kwaad. Meteen begon deze samen met Rattar weg te twinkelen.

Maar Pantagor balde bij zijn verdwijnen zijn vuist en riep: "Wacht maar, Pardoesje, hehehe, je bent nog niet van mij af. Bij zwelgende zwavel, dat zweer ik je. Ik, Pantagor, de allergrootste meester van het duistere kwaad."
En enkele momenten later was het kwaad verdwenen. Waar Pantagor nu zit weten we niet, maar waarschijnlijk zit zich op dit moment te verschuilen achter kometenbanen, terwijl hij nieuwe plannen bedenkt om nog meer macht te krijgen.
In ieder geval werd de knuppel, die in zijn zak onrustig door was gegaan met bewegen, weer rustig, wat betekende dat Pantagor ver weg was gegaan.
Pardoes nam de Twinkelvanger en Pardijntje de zak met de knuppel.
Na een lange klimtocht kwam het gezelschap weer boven. De lucht was nog steeds grijs, maar toch was de sfeer minder drukkend.
Pardoes floot een keer en Belletje Bel kwam aanvliegen. Hij fluisterde de bel wat in zijn oren en de bel vloog weer weg.
Even later hoorden ze geflap van vleugels en de gekleurde duiven van Genoveva kwamen aanvliegen met elke een zakje op hun buik. Pardoes vulde alle zakjes met Tovertwinkels en de duiven vlogen een voor een weer op. Waar ze vlogen verscheen weer kleur en stukje bij beetje verdween de grijze lucht weer. De grauwe sfeer verdween als sfeer voor de zon. Het licht der magie keerde terug in de sprookjes.
Pardoes ging hand in hand met Pardijntje naar Fata Morgana, terwijl ZoekGoed voor hen uitsprong. In de verte zag hij al dat de immense vogel weer op was gestaan.
Hij zag dat ook Pardoma, Pardotje, Paddeltje, Pietertje en zelfs Pardopa op het plein waren. Ze zwaaiden naar Pardoes toen die aan kwam lopen en Vogel Rok krijste van blijdschap.
"Is alles weer goed?", vroeg Pardoes aan Paddeltje.
"Ja, de spoken zijn weer zichtbaar geworden, de spiegel doet het weer en in het sprookjesbos is iedereen weer naar buiten gekomen. Het enige vervelende is dat je Tovertwinkels in de veren van de duiven zijn blijven zitten. Die zijn nu helemaal wit en zelfs het kaboutervrouwtje krijgt het er niet meer uit."
 
Vogel Rok -|- Foto: Friso Geerlings (c) het WWCW 2001
 
Maar natuurlijk was dat niet zo erg. Er werd flink gefeest en Pardoma bakte samen met de bakkers van het Volk van Laaf wel 30 sprookjesbosbessentaarten. Dat kwam ook voor een gedeelte omdat de reus Djinn er 20 had opgegeten, maar natuurlijk was dat niet erg.
Alles was dus goed gekomen.

Alles? Nou, ook weer niet helemaal. Want wie een rit op Vogel Rok maakt zal merken dat niet alle zwarte tovertwinkels uit zijn veren zijn verdwenen. De lichtstralen die je tijdens je vlucht moet zien zie je namelijk niet altijd. Maar ach, een enkeling die zich daar druk over zal maken.

Pardoes de Tovernar - twinkeldecoratie -|- Tekening: Bram Elstak - Het WWCW 2002

Naar pagina 3