neens
hoorde Pardoes een luide: "KWAAK" en hij slaakte een zucht
van opluchting. Het was kikker ZoekGoed, de beste speurder
van het park. Hij was goed bevriend met Pardoes en hij had
al meerdere malen bellen van de muts van Pardoes
teruggevonden, tot grote ergernis van andere
sprookjesbosbewoners, die het liefst de bellen van Pardoes
aan Holle Bolle Gijs zouden voeren, om er maar vanaf te zijn.
Kikker ZoekGoed was ook geen gewone kikker. Hij kon praten
en had de gestalte van een mens, met een hoofd dat net zo
groot was als dat van Pardoes. Hij was ooit een prins
geweest die in een kikker was veranderd, maar die bij de
terugverandering ergens was blijven hangen tussen kikker en
mens in. In sprookjes loopt nou eenmaal niet altijd alles
goed af. Maar, in ieder geval, kikker ZoekGoed was een
voortreffelijke speurder.
"KWAAK, Pardoes, daar ben je", zei ZoekGoed.
"Par doe pie doe, ZoekGoed, je laat Pietertje en mij
schrikken", zei Pardoes, die Pietertje instemmend zag
knikken.
"KWAAK, sorry Pardoes, dat was niet de bedoeling, maar ik
heb KWAAK wat gevonden wat jou wel zal interesseren".
"Goed gedaan, partner", zei Pardoes, "Wat is het?"
Zoekgoed liet zijn hand in het licht, en Pardoes zag dat hij
iets vasthield. Hij opende zijn hand en Pardoes zag een
hoopje Tovertwinkels liggen.
"Trammelant Tovertwinkels, dit is niet goed", zei Pardoes, "Waar
heb je die gevonden?"
"KWAAK, bij de Spiegel van de stiefmoeder van Sneeuwwitje.",
zei Zoekgoed met zijn krakerige stem. "Heb jij die daar
KWAAK neergegooid?"
"Nee, natuurlijk niet, zei Pardoes". Hij greep naar zijn zak
met Tovertwinkels om te kijken of er misschien een gaatje
inzat. Toen besefte hij plotseling dat zijn zak wel erg
licht aanvoelde. "Er is iets mis", zei hij. Hij tastte met
zijn hand in de zak. Leeg.
"Iemand heeft mijn Toverwinkels weggehaald", zei Pardoes
ontzet.
"Wat, hoe kan dat?", vroeg Pietertje Muis.
"Dat weet ik niet", zei Pardoes, "Maar laten we hier weggaan,
het bevalt me hier niets."
Pardoes ging met ZoekGoed en Pietertje het Spookslot uit.
Hij was blij toen ze weer buiten waren. Het beviel hem maar
niets daar in de donkere krochten van dat kasteel te zijn en
vooral niet als het er zo donker was en er zulke rare dingen
gebeurden. Toen ze buiten waren viel het Pardoes op dat het
licht begon te worden. Maar dit was geen normaal licht. Het
was meer een grijze gloed. Het bos zag er maar somber en
akelig uit op deze manier.
"Wat is er toch aan de hand?", vroeg Pietertje, die
duidelijk hetzelfde had gezien als Pardoes.
"Ik KWAAK weet het niet", zei ZoekGoed, die blijkbaar ook de
mistroostigheid had opgemerkt.
"Laten we naar mijn Sterrenkamer gaan, misschien dat we daar
iets wijzer worden", opperde Pardoes, "We kunnen dan wat
Sprookjesbosbessentaart eten, ik heb honger".
at
vonden ze alledrie een goed idee en ze gingen op weg naar de
Sterrenkamer. Onderweg zagen ze ineens in de verte Paddeltje
naderen. Wat er ook gebeurd was, het kon niet iets goeds
geweest zijn. Het gezicht van Paddeltje was bleker dan
normaal, terwijl het normaal al vrij bleek was. Hij was
zichtbaar blij toen hij Pardoes, ZoekGoed en Paddeltje zag.
Hij kwam snel aanrennen.
Hij was helemaal buiten adem toen hij zich bij het groepje
voegde.
"Ik… ik… het is verschrikkelijk" hijgde hij.
"Wat is er dan?", vroeg Pardoes.
"Nou, ik was samen met Vogel Rok een vlucht aan het maken,
gisteravond. Alles ging goed, we gingen hoger en hoger, maar
ineens begon Rok te krijsen en toen werd ineens alles donker.
Normaal zie ik altijd die prachtige groene stralen waar hij
je tijdens zijn vlucht langs leidt, nu zag ik niets. Rok
ging harder en harder vliegen en ineens viel hij neer. Het
is verschrikkelijk. Djinn heeft hem naar Fata Morgana
gedragen en daar ligt hij nu op het plein te rusten, terwijl
de tovenaar probeert hem weer wakker te krijgen. Hij is in
een nogal diepe slaap."
Pardoes verschrok bij het horen van dit nieuws. "Kom, kom,
we gaan op weg. Naar Fata Morgana."
|
ogel
Rok lag op zijn zij op het plein. De omvang van de vogel was
monsterlijk. Hij ademde onregelmatig en zag er ziek uit. De
tovenaar stond te praten met een paar mensen, maar toen hij
Pardoes zag kwam hij meteen naar hem toe.
"Pardoes, ben jij toevallig wat tovertwinkels kwijt?", vroeg
de tovenaar, terwijl hij de tovernar bedenkelijk aankeek.
"Ja, dat is wis! Ik ben er enkele kwijt, hoezo?"
"Kom maar even mee" en de tovenaar gebaarde het groepje hem
te volgen. Hij leidde hen naar de buik van de immense vogel,
alwaar hij zijn hand ophield, waarmee hij hen gebaarde te
stoppen.
"We moeten rustig zijn, ik weet niet zo goed wat er zou
kunnen gebeuren", zei hij.
Rustig liepen ze naar de buik van de vogel. Daar zagen ze
dat er een zak was vastgemaakt aan de buik van de vogel. De
zak zag er leeg uit, maar de tovenaar stopte zijn hand erin.
Toen hij hem eruit haalde zag zijn hand er zwart uit, met
een glinsterende gloed. Hij liet zien wat de inhoud van de
zak was. Pardoes verschrok en hij zag de anderen ook
verschieten. Er was geen twijfel mogelijk, dit waren
Tovertwinkels. Maar waar normale Tovertwinkels wit waren,
waren deze zwart. Er was mee geknoeid.
"Hoe… hoe kan dit, stamelde Pardoes".
"Ik weet het niet, maar er schuilt een groot gevaar in deze
Twinkels. Iemand heeft bewust de zak op Vogel Rok
vastgemaakt, omdat hij wist dat de vogel zo deze
kwaadaardige Tovertwinkels over de hele wereld kon
verpreiden. Er is een zeer kwaadaardige opzet in dit spel.
We moeten uiterst voorzichtig zijn. Ik zou het maar eens
nazoeken in je boeken, Pardoes, er is iets vreselijks gaande.
Zie je de lucht? Die is vandaag helemaal grijs. Dat duidt op
naderend onheil. Zonder twijfel worden de grijze lucht en de
mistroostige sfeer veroorzaakt door de kwaadaardige
tovertwinkels. We moeten voorzichtig zijn en bijzonder goed
opletten. Wie de veroorzaker is van dit kwaad weet ik niet,
maar het is een zeer machtig persoon, die zijn wegen in de
toverkunst goed weet te bewandelen."
|