Pardoes de Tovernar en het Verdwenen Licht - 2

 
 

 

Pardoes de Tovernar en het Verdwenen Licht - schildje -|- Edits: het WWCW 2002
 

 
pagina 2 van 4

ga direct naar:

1  2  3  4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

  Nadat ze een tijd hadden gewandeld kwamen Pardoes en Pietertje bij het Spookslot. Normaal hield Pardoes er al niet van hier naar binnen te gaan, maar nu was het helemaal eng. Er was iets aan de hand, dacht Pardoes, normaal was het kasteel ’s nachts in een groene gloed gehuld. Nu was het enige licht dat het kasteel verlichtte afkomstig van zijn eigen lantaarn. Pardoes en Pietertje gingen naar binnen. Binnen was het helemaal donker. De lantaarn verlichtte de oude muren. Het was opvallend donker op dit moment. Zelfs de spinnenvreter, die normaal een groene gloed uitstraalde, was niet te zien. Hoe verder hij en Pietertje het kasteel inliepen, hoe angstiger Pardoes begon te worden.
"Kom, kom, we gaan weg.", fluisterde Pardoes, "Als ik fluit, komt Belletje Bel, die vindt de weg wel."
Maar Pietertje gebaarde hem niets te zeggen. Hij bracht zijn rechterhand met een sierlijke boog naar zijn mond en deed met een uitgestoken vinger: "SSSSSTTTTTT!".
Ze liepen nog een stuk en kwamen bij de nis van de Oosterse Geest. Pardoes verlichtte de nis met zijn lantaarn. Waar normaal de Geest zijn verhaal vertelde, alhoewel hij dat ook enige jaren niet gedaan had, was nu niets te zien. De nis was leeg.
"Hoe…", maar Pardoes kreeg niet de gelegenheid zijn zin af te maken. Achter hen klonk namelijk een vreemd geluid. Het waren vreemde bonken met een splatgeluidje erbij en het kwam dichterbij. Omdat het zo donker was, kon Pardoes niet zien hoe ver de naderende persoon nog was. Het geluid kwam steeds dichterbij en hij begon nog banger te worden. Hij en Pietertje zaten hier in de val. Ze konden nergens heen, deze gang liep dood. Het geluid en zijn veroorzaker waren nog maar enkele meters van hen verwijderd. Pardoes keek in het donker maar kon nog steeds niets zien. Het geluid stopte. Wie het ook was die het geluid veroorzaakte, de onbekende kwam niet meer dichtbij...
 

Het Spookslot -|- Foto: Anton Nomiem 2002

 
Ineens hoorde Pardoes een luide: "KWAAK" en hij slaakte een zucht van opluchting. Het was kikker ZoekGoed, de beste speurder van het park. Hij was goed bevriend met Pardoes en hij had al meerdere malen bellen van de muts van Pardoes teruggevonden, tot grote ergernis van andere sprookjesbosbewoners, die het liefst de bellen van Pardoes aan Holle Bolle Gijs zouden voeren, om er maar vanaf te zijn. Kikker ZoekGoed was ook geen gewone kikker. Hij kon praten en had de gestalte van een mens, met een hoofd dat net zo groot was als dat van Pardoes. Hij was ooit een prins geweest die in een kikker was veranderd, maar die bij de terugverandering ergens was blijven hangen tussen kikker en mens in. In sprookjes loopt nou eenmaal niet altijd alles goed af. Maar, in ieder geval, kikker ZoekGoed was een voortreffelijke speurder.
"KWAAK, Pardoes, daar ben je", zei ZoekGoed.
"Par doe pie doe, ZoekGoed, je laat Pietertje en mij schrikken", zei Pardoes, die Pietertje instemmend zag knikken.
"KWAAK, sorry Pardoes, dat was niet de bedoeling, maar ik heb KWAAK wat gevonden wat jou wel zal interesseren".
"Goed gedaan, partner", zei Pardoes, "Wat is het?"
Zoekgoed liet zijn hand in het licht, en Pardoes zag dat hij iets vasthield. Hij opende zijn hand en Pardoes zag een hoopje Tovertwinkels liggen.
"Trammelant Tovertwinkels, dit is niet goed", zei Pardoes, "Waar heb je die gevonden?"
"KWAAK, bij de Spiegel van de stiefmoeder van Sneeuwwitje.", zei Zoekgoed met zijn krakerige stem. "Heb jij die daar KWAAK neergegooid?"
"Nee, natuurlijk niet, zei Pardoes". Hij greep naar zijn zak met Tovertwinkels om te kijken of er misschien een gaatje inzat. Toen besefte hij plotseling dat zijn zak wel erg licht aanvoelde. "Er is iets mis", zei hij. Hij tastte met zijn hand in de zak. Leeg.
"Iemand heeft mijn Toverwinkels weggehaald", zei Pardoes ontzet.
"Wat, hoe kan dat?", vroeg Pietertje Muis.
"Dat weet ik niet", zei Pardoes, "Maar laten we hier weggaan, het bevalt me hier niets."
Pardoes ging met ZoekGoed en Pietertje het Spookslot uit. Hij was blij toen ze weer buiten waren. Het beviel hem maar niets daar in de donkere krochten van dat kasteel te zijn en vooral niet als het er zo donker was en er zulke rare dingen gebeurden. Toen ze buiten waren viel het Pardoes op dat het licht begon te worden. Maar dit was geen normaal licht. Het was meer een grijze gloed. Het bos zag er maar somber en akelig uit op deze manier.
"Wat is er toch aan de hand?", vroeg Pietertje, die duidelijk hetzelfde had gezien als Pardoes.
"Ik KWAAK weet het niet", zei ZoekGoed, die blijkbaar ook de mistroostigheid had opgemerkt.
"Laten we naar mijn Sterrenkamer gaan, misschien dat we daar iets wijzer worden", opperde Pardoes, "We kunnen dan wat Sprookjesbosbessentaart eten, ik heb honger".

Dat vonden ze alledrie een goed idee en ze gingen op weg naar de Sterrenkamer. Onderweg zagen ze ineens in de verte Paddeltje naderen. Wat er ook gebeurd was, het kon niet iets goeds geweest zijn. Het gezicht van Paddeltje was bleker dan normaal, terwijl het normaal al vrij bleek was. Hij was zichtbaar blij toen hij Pardoes, ZoekGoed en Paddeltje zag. Hij kwam snel aanrennen.
Hij was helemaal buiten adem toen hij zich bij het groepje voegde.
"Ik… ik… het is verschrikkelijk" hijgde hij.
"Wat is er dan?", vroeg Pardoes.
"Nou, ik was samen met Vogel Rok een vlucht aan het maken, gisteravond. Alles ging goed, we gingen hoger en hoger, maar ineens begon Rok te krijsen en toen werd ineens alles donker. Normaal zie ik altijd die prachtige groene stralen waar hij je tijdens zijn vlucht langs leidt, nu zag ik niets. Rok ging harder en harder vliegen en ineens viel hij neer. Het is verschrikkelijk. Djinn heeft hem naar Fata Morgana gedragen en daar ligt hij nu op het plein te rusten, terwijl de tovenaar probeert hem weer wakker te krijgen. Hij is in een nogal diepe slaap."
Pardoes verschrok bij het horen van dit nieuws. "Kom, kom, we gaan op weg. Naar Fata Morgana."

Het Fata Morganaplein -|- Foto: Friso Geerlings (c) het WWCW 2002

Vogel Rok lag op zijn zij op het plein. De omvang van de vogel was monsterlijk. Hij ademde onregelmatig en zag er ziek uit. De tovenaar stond te praten met een paar mensen, maar toen hij Pardoes zag kwam hij meteen naar hem toe.
"Pardoes, ben jij toevallig wat tovertwinkels kwijt?", vroeg de tovenaar, terwijl hij de tovernar bedenkelijk aankeek.
"Ja, dat is wis! Ik ben er enkele kwijt, hoezo?"
"Kom maar even mee" en de tovenaar gebaarde het groepje hem te volgen. Hij leidde hen naar de buik van de immense vogel, alwaar hij zijn hand ophield, waarmee hij hen gebaarde te stoppen.
"We moeten rustig zijn, ik weet niet zo goed wat er zou kunnen gebeuren", zei hij.
Rustig liepen ze naar de buik van de vogel. Daar zagen ze dat er een zak was vastgemaakt aan de buik van de vogel. De zak zag er leeg uit, maar de tovenaar stopte zijn hand erin. Toen hij hem eruit haalde zag zijn hand er zwart uit, met een glinsterende gloed. Hij liet zien wat de inhoud van de zak was. Pardoes verschrok en hij zag de anderen ook verschieten. Er was geen twijfel mogelijk, dit waren Tovertwinkels. Maar waar normale Tovertwinkels wit waren, waren deze zwart. Er was mee geknoeid.
"Hoe… hoe kan dit, stamelde Pardoes".
"Ik weet het niet, maar er schuilt een groot gevaar in deze Twinkels. Iemand heeft bewust de zak op Vogel Rok vastgemaakt, omdat hij wist dat de vogel zo deze kwaadaardige Tovertwinkels over de hele wereld kon verpreiden. Er is een zeer kwaadaardige opzet in dit spel. We moeten uiterst voorzichtig zijn. Ik zou het maar eens nazoeken in je boeken, Pardoes, er is iets vreselijks gaande. Zie je de lucht? Die is vandaag helemaal grijs. Dat duidt op naderend onheil. Zonder twijfel worden de grijze lucht en de mistroostige sfeer veroorzaakt door de kwaadaardige tovertwinkels. We moeten voorzichtig zijn en bijzonder goed opletten. Wie de veroorzaker is van dit kwaad weet ik niet, maar het is een zeer machtig persoon, die zijn wegen in de toverkunst goed weet te bewandelen."
 

Naar pagina 1  Naar pagina 3