|
pagina 1
van 4
ga direct naar:
1
2
3
4
|
|
|
|
et
was een typische herfstdag in de Efteling. Zo’n dag waarop de
Indische Waterlelies hun lelies extra dichttrekken, de geitjes
het vuur extra opstoken bij hun zoveelste partijtje ganzenborden
en Roodkapje maar ietsje dichter onder het afdakje van het
huisje van haar grootmoeder gaat staan, om een beetje uit de
regen te blijven. De regen was, als we Pardoes tegenkomen in het
bos, eventjes opgehouden, zodat hij even tijd heeft om
Pardijntje en Pardoma te zoeken. Pardijntje was namelijk een
stukje met Pardoma gaan wandelen, maar was na 2 uur nog steeds
niet teruggekeerd. Pardoes maakte zich een beetje ongerust waar
ze bleven. Er zou toch niets gebeurd zijn?
|
rammelant
Tovertwinkels, dit is niet goed", zei onze tovernar. Plotseling
hoorde hij iets in de bosjes. Pardoes greep naar zijn zak met
tovertwinkels. Nog eens ritselden de bosjes. Voorzichtig liep
Pardoes op de bosjes af en langzaam gleed zijn rechterhand hand
in zijn zak met tovertwinkels. Met zijn linkerhand duwde hij de
bosjes opzij. Niets. Pardoes draaide zich om en Paddeltje stond
achter hem. Pardoes verschrikte zich een ongeluk.
"Sorry", zei Paddeltje.
"Pardoe Pie Doe, Paddeltje, je liet me schrikken", zei Pardoes.
"Ik wilde je niet laten schrikken", zei Paddeltje, "maar er is
iets vreselijks gebeurd".
"Wat is er dan gebeurd?", zei Pardoes, "Is er iets met Pardoma?".
"Nee, dat is het niet," zei Paddeltje, "De Spiegel van de
stiefmoeder van Sneeuwwitje doet niets meer. Vanochtend wilde
Sneeuwwitje’s stiefmoeder weten of ze nog wel knap was, en toen
ze ervoor stond en vroeg:
"Spiegeltje, Spiegeltje, aan de wand, wie is de mooiste in het
land?"
reageerde de spiegel niet. Toen ze daarop vroeg:
"Spiegeltje, Spiegeltje, aan de wand, wat is er met je aan de
hand?"
reageerde de spiegel nog steeds niet. De spiegel straalde enkel
een doffe gloed uit. We zijn allemaal een beetje bang en weten
niet wat we moeten doen. Pardijntje en Pardoma zijn nu al een
uur bezig de stiefmoeder te troosten."
ardoes
ging met Paddeltje mee naar de spiegel. Onderweg kwamen ze langs
het huis van Hans en Grietje. De heks was juist bezig te voelen
hoe dik de vingers van Hans waren, maar omdat ze zo slechtziend
was kon ze niet zien dat Hans eigenlijk een kippenbotje
gebruikte, om net te doen alsof zijn vingers helemaal niet
dikker waren geworden. Pardoes moest een beetje lachen. De heks
van Raponsje had immers al zo vaak gezegd dat ze een nieuwe bril
moest nemen, maar de heks van Hans en Grietje zei dat ze
helemaal geen bril nodig had. Ze kon immers prima zien.
Eigenwijze oude vrouw, dacht Pardoes. Het viel Pardoes op dat
het huisje wat minder straalde dan normaal, maar ach, dacht hij,
dat zal wel komen omdat de zon niet schijnt.
|
oen
hij en Paddeltje in het kasteeltje bij de spiegel kwamen, zag
Pardoes eindelijk Pardijntje weer. Hij gaf haar een knuffel.
"Ik was een beetje ongerust", zei Pardoes. Hij keek naar de
stiefmoeder. Doordat haar make-up was uitgelopen zag ze er niet
uit en Pardoes had geen toverspiegel nodig om haar te vertellen
dat ze niet meer de mooiste van het land was.
“Dit kan niet waar zijn”, huilde ze.
De spiegel zelf zag er maar vreemd uit. Niet alleen deed de
spiegel het niet meer, je kon zelfs je spiegelbeeld er niet in
zien."Vreemd", zei Pardoes, " Ik kan zo niet zeggen wat het is,
ik moet daarvoor in mijn boeken kijken."
"Ik ga wel met je mee.", zei Pardijntje.
"Tot Twinkels!", zei Pardoes tegen Pardoma.
Toen Pardoes en Pardijntje buiten stonden, zei Pardijntje: "Ze
is erg overstuur, ik hoop dat we de oplossing vinden. Zullen we
snel gaan?". Ze geeuwde een keer flink.
"Pardoe pie doe nog aan toe, ben je soms moe?" Vroeg Pardoes.
"Ik weet niet wat het is. De laatste tijd ben ik een beetje
slapjes, het zal wel door de herfst komen."
Pardoes ging met Pardijntje naar zijn Sterrenkamer. Daar had hij
een uitgebreide bibliotheek, een oude eiken boekenkast, vol met
oude boeken die een kaft van fluweel of leer hadden. Uren en
uren waren hij en Pardijntje bezig. Nergens kregen ze wat
gevonden. Zelfs in het Boek der Zeven Waarheden kreeg hij niets
gevonden.
Op een gegeven moment stond Pardijntje op: "Ik ga weer, we
krijgen hier niets gevonden en misschien helpt het als we er
even niet aan denken en even wat uitrusten."
ardoes
begon zelf ook een beetje moe te worden, dus hij vond het een
prima idee. Hij liet Pardijntje naar buiten en ging weer terug
naar de Sterrenkamer. Nog even verder zoeken, dacht Pardoes,
misschien vind ik nog wel wat.
Midden in de nacht werd hij ineens wakker. Er was gebonk op de
deur. Pardoes wist eerst niet waar hij was, maar toen besefte
hij dat hij nog steeds in de Sterrenkamer was. Hij moest in
slaap gevallen zijn boven een van zijn weetboeken. Hij keek om
zich heen. Het was donker in de Sterrenkamer, hij kon zelfs niet
eens de sterren zien. Weer gebonk op de deur. Pardoes ontstak
een kaars, stond op en ging naar de deur, om die open te doen.
Hij deed de deur open en daar stond Pietertje Muis.
"Er is iets heel vreemd, je moet meteen komen", zei hij.
"Wat is er dan?", vroeg Pardoes.
"Kom maar mee, ik laat het je wel zien."
Pardoes ontstak een lantaarn en ging mee met Pietertje Muis. Hij
voelde zich ontzettend vermoeid. Het viel hem op dat het zo
donker was. Nergens waren lantaarns aan, en ook in de huisjes
die in het bos stonden was geen licht te zien. Er moest wel een
flink wolkenpak boven de Efteling hangen om voor zoveel
duisternis te zorgen, want ook de sterren en de maan waren
nergens te bekennen. Hij en Pietertje struikelden een paar keer
over uitstekende boomwortels.
"Waar gaan we heen?", vroeg Pardoes.
"Naar het Spookslot", mompelde Pietertje.
|