Well, sir, I thought I had only found a cook, but it
was a crew I had discovered. Between Silver and
myself we got together in a few days a company of
the toughest old salts imaginable--not pretty to
look at, but fellows, by their faces, of the most
indomitable spirit. I declare we could fight a
frigate.
|
Treasure
Island, Robert Louis Stevenson |
ieve lezer,
de messen in de scheepskeuken zijn geslepen. De ιιn wilde dat we
het sujet vilein zouden fileren, de ander stond een meer
bruuskerende behandeling voor. Lastig, allemaal, aangezien uw
trouwe recensenten bijkans voor pampus lagen door de eerste
definitieve aanblik van het onderwerp van deze bespreking. Een
resuscitatie middels een infuus van vloeibare Pieckeriaanse
decoraties bracht onze Efteling-harten echter weer op gang.
Esthetische reanimatie, zo u wilt. Welnu, laat ons daarom ook
niet langer dralen en van wal steken.
Wie zich een beetje verdiept in de avonturenliteratuur van het
fin de siθcle van de negentiende eeuw weet dat dat de
hoogtijdagen van de piratenroman waren. Tropische eilanden,
volgeladen galjoenen met duizenden glanzende dubloenen,
spierwitte schedels op gitzwarte vaandels, koene kanonniers:
allemaal vormen ze de epische achtergrond voor menig jongensboek
uit die tijd. Het bekendste boek uit deze categorie is zonder
twijfel "Schateiland" van Robert Louis Stevenson. Deze
"bildungsroman" rond de eigenzinnige maar onzekere Jim Hawkins
en een begeerlijke schat op een al even fraai eiland, weet al
meer dan een eeuw menig avontuurlijk jongenshart op hol te
brengen. Oorspronkelijk heette het in 1883 gepubliceerde boek
"The Sea Cook or Treasure Island", en het moge dan ook duidelijk
zijn dat het karakter Long John Silver scheepskok, doch
bovenal een onbetrouwbare en reuze charmante charlatan een
centrale rol speelt. Als scheepskok houdt Silver zich met de
protagonist van het verhaal natuurlijk veelal op in de keuken
van het schip; de "Kombuis" als plaats van handeling.
De Efteling heeft sinds zomer 2005 haar eigen scheepskeuken. Dat
doet de naam van het nieuw opgetrokken horecapunt in het in rap
tempo vernautiserende Ruigrijk althans vermoeden. Of Long John
Silver, als romanfiguur authentiek tot op het bot zich in
dit bouwwerkje net zo op z'n plaats had gevoeld als in de
bruingelakte krochten van Stevensons scheepsverhaal is echter
maar de vraag.
De Kombuys werd in het voorjaar van 2005 opgetrokken in het
Ruigrijk. Het horecapunt was de eerste incarnatie van een
element dat hoort bij "De Vliegende Hollander", de nieuwe
attractie die het park in 2006 bij haar attractiearsenaal voegt.
Tot in 2004 kon men op ongeveer deze plek een bezoek brengen aan
"De Kurketrekker": een horecapunt dat zich door naam en
kleurschema natuurlijk niet aan het toekomstige spookschip
conformeerde, maar aan het troetelkind van Lex Lemmens: de
double-loop-corkscrew "Python". Hoewel velen nostalgisch getinte
herinneringen dragen aan de Kurketrekker, stonden wij op zich
niet negatief tegenover een thematische toevoeging bij de nieuwe
attractie. Stoer scheepvaartsentiment is immers behoorlijk
Eftelings te noemen (zie immers
hier,
hier,
hier
en hier). Echter, anders hadden wij
geoordeeld als we toen, in 2004, al hadden geweten dat het
machiavellisme van de Efteling-directie nieuwe hoogtes zou
bereiken.
De Kombuys werd geen zorgvuldig doordacht annex bij een
legendarische nieuwe attractie passend als Vrijdag bij
Robinson Crusoe of Vergilius bij Dante Alighieri maar een
stijltechnisch voorbeeld van wansmaak. Pure, onvervalste
directiedonquichotterie. Elk denkbaar scheepvaartattribuut, van
giek tot kraaiennest, van stormlantaarn tot anker, van wrakhout
tot takelage werd op een hoop gegooid en getransformeerd tot
iets uitermate curieus. Het geheel heeft nog het meest weg van
een soort betimmerde bouwkeet met een apekooi als dak. Dat
speelse primaten van Stevensons Schateiland het geheel als
klauterterrein hooglijk zouden waarderen onderschrijft slechts
onze afkeer.
Wellicht dat men in 's parks burelen dacht iets bij te dragen
aan de kwaliteit van het sprookjespark door thematisch helemaal
los te gaan; dat een zeil met gotische VOC-belettering in elke
context een pre is; dat een aardige investeringssom per
definitie bijdraagt aan de uniciteit van de Efteling. Eilaas! De
verantwoordelijk ontwerper slaat de plank goed mis, en kan
dezelfde plank beter benutten om een traditionele piratenstraf
zιlf te ondergaan. Wij overdrijven niet wanneer wij beweren dat
onze eigen
Kapitein Dubbelhoofd van driemaster "De Halve Maen"
het kot stuurs voorbij zou zeilen, zelfs in tijden van
scheurbuikepidemie onder zijn trouwe bemanning.
Met de komst van de Kombuys wordt ons opnieuw op pijnlijke wijze
duidelijk gemaakt hoezeer de Efteling haar weg is kwijtgeraakt.
Uit het boek van flaters, een schrijven dat begon met de kwestie
Vogel Rok, dat verder ging met het
Witte-Paardincident en waarin
een ongekend dieptepunt bereikt werd met het Pandadroom-debacle,
wordt hier slechts het zoveelste triestige hoofdstuk
voorgelezen. Want wederom laten de verantwoordelijken uit zowel
het ontwerp- als het directieteam ons zien geen grip te hebben
op het fenomeen Efteling en alles waarvoor het staat.
Het wordt de hoogste tijd dat de heren Olaf Vugts en Ronald van
der Zijl hun directiewerkzaamheden overdragen aan een volgende
generatie. Eιn die wιl begrijpt wat wel en niet kan in voor de
Efteling; die wιl ziet dat bloemenbankjes en V&D-thematisering
er niet thuishoren; die gezien zou hebben dat het pact met het
WNF recht uit de onderwereld afkomstig was. En die de moed gehad
zou hebben over te gaan tot realisatie van het nu afgekeurde
ontwerp van Sergej Karnet voor een luxueus havenrestaurant. Nu zitten we met de Kombuys. Het horecapunt is een allegorie voor de
richting waarop het park nu afstevent. Het is verworden tot een
stuurloos schip, met een stuurman zonder enig benul van de
juiste richting, en een kapitein die een hekel heeft aan varen.
Hoeveel lantaarns men ook plaatst op de keet, hoe zoet men de
suykerspinnen ook spint, hoe spranklend men de dranken ook
schenkt: het mag niet baten. Een vlag op een modderschuit weet
immers slechts een grimas op ons gelaat te fourneren.
|
Sinds |
2005 |
Categorie |
balie |
Aanbod |
standaard |
Bezetting |
zeer
goed |
Prijs/kwaliteit |
normaal |
Aantal
kassa's |
3 |
Omzet
(per
bezoeker per dag) |
n.n.b. |
Pinautomaat? |
ja |
Smaakoordeel |
6 |
Zitjes |
ruim voldoende |
Afvalverwerking |
afvalbakken
rondom |
Dichtsbijzijnde
toiletten |
Achter
de Meermin |
|
|
|
DRANKEN |
Koffie klein/groot |
1,50/2,50 |
Thee klein/groot |
1,50/2,00 |
Cappucino klein/groot |
1,70/2,70 |
Warme chocolademelk
klein/groot |
1,60/2,60 |
Diverse flesjes frisdrank
|
2,20 |
Blikje Fristi/Chocomel |
1,70 |
Appelsientje
appel/sinaasappel |
1,70 |
Blikje Red Bull |
2,00 |
Blikje Dommelsch Bier |
2,00 |
|
SNACKS |
Diverse donuts |
1,60 |
Suikerspin |
1,70 |
Emmertje Suikerspin |
1,90 |
Supersuikerspin |
2,75 |
Zakje popcorn |
1,60 |
Pringels Original |
1,25 |
Pringels Paprika |
1,25 |
Pringels Hot & Spicy |
1,25 |
Pringels Sour Cream & Onion
|
1,25 |
Snoep vanaf |
1,00 |
|
IJSSPECIALITEITEN |
Softijs kind |
1,00 |
Softijs klein |
1,50 |
Softijs groot |
2,00 |
Milkshake klein/groot
|
1,95/2,35 |
Slush puppie klein/groot |
1,60/2,00 |
|
|
|
|
|