|
Voor velen zal dit de eerste
kans zijn om een foto van Henny
Knoet te zien en de eerste keer dat ze iets over hem te weten
komen. Vooral bekend van Pardoes natuurlijk en het zal
dus moeilijk te geloven zijn dat-ie heeft meegewerkt aan
het Spookslot en Fata Morgana. We komen er hier ook nog
eens even achter dat niet alleen Monsieur Cannibale, de Doolhof, de Kleuterhof, Pardoes, de Herberg en het
Kasteeltje van zijn hand zijn, maar ook de Game Gallery.
Wie al eens goed keek naar de borden daar, had toch moeten
zien dat het muisje bij Rol Risk veel weg heeft van
Pietertje Muis en dat de Holle Bolle Gijzen bij de Holle
Bolle Ballentent ook veel Pardoesachtige trekjes hebben.
Toch vreemd dat iemand die zoveel voor het park heeft
betekend, en zelfs nog met Pieck heeft samengewerkt,
zoiets als Pardoes bedenkt. |
Anecdotes als die van de shirtsponsoring, het schedelverhaal van
de Bob of de gevallen rode neuzen van Carnaval Festival
komen in het interview met Marc Taminiau aan bod.
Er is
natuurlijk maar één persoon die dubbel zoveel ruimte
krijgt voor het interview dan de andere medewerkers, en
dat is Ton van de Ven. In net geen hele pagina vertelt Van
de Ven hoe hij bij de Efteling is gekomen en wat hij in de
eerste jaren heeft gedaan. Daarna heeft de ontwerper het
over twee van zijn vrienden, Jan Verhoeven en Henk
Smulders. Het laatste gedeelte van de tekst gaat over hoe
Ton tegen de Efteling aankijkt. Daarin schuilen dingen
die voor ons allemaal wel van toepassing zijn: we hebben
toch allemaal wel een plek in de Efteling waarbij je
tijdens een rotbui ogenblikkelijk wat vrolijker wordt, door de
kracht van emoties die die plek voor je heeft. Simpelweg
gezegd is dat voor mij eigenlijk de hoofdreden waarom ik
fan ben, ik moet er om de zoveel tijd gewoon zijn, dat
voelt gewoon erg goed.
Als je
nu al zo ver in het boek bent, zal je zijn opgevallen dat
er van één onderwerp toch wel erg weinig materiaal in
staat, namelijk de schetsen en tekeningen van Ton van de
Ven. Het grootste deel van de in dit boek te bezichtigen
illustraties zijn dan ook, net als bij “De tekenende hand
van Anton Pieck”, te vinden in een eigen hoofdstuk, hier
getiteld “Een werkmap van Ton van de Ven”. Deze map begint
op pagina 157 met twee foto’s van de heer Van de Ven. De
onderste is echt een feest om te ontdekken, wie namelijk
goed kijkt ziet hier vele ontwerpen van attracties aan de
muur hangen.
|
De
eerste dubbelpagina met tekeningen is grotendeels ingeruimd voor het Volk van Laaf. We zien hier de schetsen
voor een keukenapparaat uit het Lariekoekhuys, twee
aanzichten van een lavenhoofd, ontwerpen voor de slakken
van de monorail, het interieur van Lot’s Kraamhuys (inclusief
Funny Village-stickertje), het eerste ontwerp voor het
Lurk- en Limoenhuys en een schetsje voor het Lavenlaar
toen het nog in de Luilekkerlandfase zat. Villa Volta
krijgt hier de enige schets die er in het hele boek van te
vinden is, een eerste schets van Hugo die hier nog de naam
Lodewyk kreeg, maar dan wel doorgekrast. Een schets
waarvan het maar raden is naar wat het voorstelt is Wang
Po, zoals het op het gebouwtje zelf te lezen staat. Was
dit de eerste schets voor de Chinese Nachtegaal of
misschien stiekum al een schets voor het Chinese project?
De daaropvolgende dubbelpagina bevat
wel alleen maar
tekeningen van één attractie: het Spookslot. Over de
gehele lengte en breedte is een schets geplaatst van de
hoofdshow, met daar overheen geplaatst de hoofdingang, een
spuiter, de nooit gerealiseerde dirigent (die ziet er echt
mooi uit, hoe simpel de schets ook is), de drie rechters
(met een wat ander uiterlijk) en de spookbloemen (ook niet
op deze manier gerealiseerd).
Fata
Morgana volgt met op de achtergrond een zijaanzicht van
het decor van de marktscène, de hier overlappende schetsen
zijn van wat naamloze figuren, de Pasja, zijaanzichten van
de havenscène, een aanzicht van het gebouw (dit keer op de
uiteindelijke plek, maar niet in de vorm waarin het gebouw
er is gekomen) en vele Dzjinn-schetsen. Bij de
Droomvluchtpagina’s zien we wat vaag op de achtergrond een
bovenaanzicht van de Elfentuin. Duidelijker zijn de
overlappende tekeningen: de aan de tak hangende trol, vele
probeersels voor de entreepoort van Droomvlucht, bomen,
kastelen, de hemelburchten (waarbij te zien is hoe
eenvoudig die eigenlijk zijn opgebouwd met huis-, tuin- en
keukendingen als kerstballen, wijnglazen en trechters) en
de harpspelende faun. De laatste ontwerptekening staat op pagina 166, het is een schets van het Huis van de Vijf
Zintuigen.
|
Eerst
het goede nieuws: veel tekeningen hier zijn nog nooit
eerder gepubliceerd en geven informatie over eerdere
gedachtenspinsels voor de attractie. Dan het slechte nieuws:
het zijn eerlijk gezegd nogal weinig schetsen, en nu is
het wel te begrijpen dat het niet mogelijk was om een
pakket van duizend tekeningen bij te voegen (want ja, er
is echt nog zo ongelooflijk veel meer materiaal
beschikbaar), maar het is toch zeer triest dat we van
Villa Volta maar 1 (!) afbeelding in dit hele boek vinden
die
ook maar wat weg heeft van een ontwerpschets. Ook zijn er
verder geen achter-de-schermen- of bouwfoto’s te ontdekken
in het boek van Hugo’s vervloekte huis.
Het is
net of de Efteling gewoon geen bouwfoto's meer heeft van
Villa Volta en dat Ton een keer zo gefrustreerd was, dat
ie al z'n huiskamer- en voorshowschetsen heeft weggegooid.
Daar geloof ik echter toch echt niet in.
Positief bekeken is het toch een aardige verzameling
Ton-van-de-Vennetjes. Vooral de niet-gerealiseerde
details en decors als het eerste ontwerp voor het
Lavenlaar, de dirigent van het Spookslot en de eerste
ontwerpschetsen voor de ingang van Droomvlucht zijn toch
wel prachtig om te zien en om bij te bedenken hoe de
attractie zou zijn geweest als dit wel was gerealiseerd.
|
Een erg
informatievol interview is het interview met Reinoud
van Assendelft de Coningh. Daarin geeft hij onder andere ook
toe dat de ruimtevaarttentoonstelling geen goed
idee was, vertelt hij over de mislukte opening van de Pegasus en
onthult hij het
verhaal achter de ontvangst van de Applause Award. Tevens wordt hier de puzzel van het sprookje van Walt Disney
die persoonlijk
eens in de Efteling zou zijn geweest opgelost.
|
Dit is
toch wel een erg leuk verhaal (met foto) dat Robert-Jaap
ons vertelt. Als ik het goed
begrijp zou het dus zomaar mogelijk kunnen zijn dat hij
als - door Anton Pieck nog wel persoonlijk zo genoemd - 'grootste
Eftelingfan' ook lid is van Wonderchat, Eftelist en
Themepark? Nu zal dat wel niet, maar als hij geen
ontwerper was geworden toch zeker wel. Dat geeft je toch
een andere kijk op deze man. Sprookjes nabouwen, geluid
uit het park opnemen, Piecktekeningen overtrekken, hij
heeft het allemaal gedaan.
In de
tekst staat ook dat hij bijvoorbeeld de tentoonstelling
van tien jaar geleden heeft ontworpen en dat hij altijd de
wil heeft gehad om de Efteling te verbeteren. Ik ben in
één keer fan van Robert-Jaap. Ik moet nu even al
zijn ontwerpen en foldertjes inlijsten. De volgende keer
dat RJ iets lelijks fabriceert kunnen we dus zeggen dat
niet hij, maar zijn opdrachtgever hier de schuld van is.
|