Een schets met drie aanzichten en een
plattegrond van het Kabouterhuisje prijkt bovenaan pagina
94, het is namelijk één van de nieuwe aanwinsten van 1972.
De andere nieuwe aanwinst is het Victoriaanse Theater (wat
meteen betekent dat het Carrouselpaleis nu de volledige
voorkant heeft met links het Waterorgel en rechts dus het
theater). Ik vind dat dit jaartal goed wordt behandeld, met
Van der Heijden als laatste keer nog eens in het
middelpunt.
Het A-veld keert nog eens terug
hier. De Efteling heeft dit nooit uitgevoerd, het is
een project dat jarenlang toch in de hoofden van de
directie heeft gespeeld. Ik denk dat dit project echt nog
steeds bestaat, nu omgedoopt in 'Breugelbrink'. De vraag
is nu alleen wanneer de Efteling de stap durft te nemen om
in één keer dit prachtige romantische plein aan te leggen,
met alles er op en er aan.
Keep your fingers crossed!
|
Het jaar 1973 wordt kort verwoord met de
prijsverhoging, manege "Duyksehoef" (de eerste keer
dat daar over word gesproken in een Eftelingpublicatie
naar mijn weten) en de toevoeging van de Wolf en de Zeven
Geitjes. Opmerkelijk is dat, in tegenstelling tot veel
andere sprookjes in de Kroniek, de sprookjes van '72, '73 en '74 hun beeldmateriaal allemaal bij het goede
jaartal hebben staan. Hier krijgen we van de Wolf en de
Zeven Geitjes twee bouwfoto's en een foto van het complete
tafereeltje met de ganzenbordende geitjes. De Pieckse muis
zorgt dan weer voor een mooie touch op de pagina. |
|
De hele hoofdtekst van dit jaartal gaat
over de komst van de heer Ten Bruggencate, maar daarover
later meer bij het interview met hem. Ik vind pagina 99
hier namelijk interessanter. Een tekening van Pieck van de
Musicerende Kabouter prijkt bovenaan de bladzijde en
daaronder worden alle nieuwe wonderen van 1974 opgesomd.
De advertentie waar al deze informatie uitkomt is te
vinden op pagina 120.
In het boek wordt soms ook iets
vermeld over andere attractieparken, zo ook hier even bij
de tegenvallende bezoekersaantallen. Zoals bij veel onderwerpen wordt er ook op dit
onderwerp niet verder ingegaan in het boek. Het had
toch ook interessant kunnen zijn om te weten hoe nu
precies de verhouding is tussen de Efteling en parken als
de Beekse Bergen, Duinrell en Disneyland Parijs. De meeste
informatie daarover is nog wel te vinden op pagina 105,
waar duidelijk wordt gemaakt dat de Nederlandse parken
samenwerken tegen overheidsmaatregelen in de vorm van de
RECRON, wat vroeger de Club van Elf was.
De toekomstplannen voor de Efteling
werden vanaf dit jaar uitgedokterd, wat zich het eerst
uitte in het Spookslot. Het Witte Paard wordt ongelooflijk
slecht behandeld: geen beeldmateriaal, te
weinig info en volgens mij zelfs foutieve info, want in
het boek staat dat de naam Theehuis later verdween en werd
vervangen door het Witte Paard, maar die naamsverandering
had toch al plaats bij de verbouwing van 1975? Nu vind
ik het best dat er niet echt veel horeca-info in het boek
is te vinden, maar van de twee grote horecapunten die toch
ook al 50 jaar in het park staan (Café-Restaurant en het
Witte Paard) had ik toch echt wel wat meer informatie
verwacht.
|
Dan het afscheid van Pieck aan
de Efteling, wat eigenlijk geen afscheid was, aangezien
Pieck nog heel lang de Efteling bleef bezoeken na zijn
vertrek. De foto onderaan is een heel bijzondere, deze is
van zijn 90-ste verjaardag. Van deze bijzondere
dag zijn zelfs filmopnamen (die helaas niet in de
documentaire voorkomen) en vele anecdotes te vertellen,
waarvan er een aantal in het personeelsblad Efteldingen
hebben gestaan. Ter verduidelijking, de foto komt uit 1985
en bevat veel bevriende personeelsleden van de illustrator
en ontwerper die hier ieder verkleed zijn als een creatie
van Pieck.
De lay-out van pagina 101 is erg
slordig, de lege ruimte links onderaan had toch makkelijk
opgevuld kunnen worden met een foto van het Witte Paard?
En wat doet die schatkistfoto hier? De Golfparkplannen
zijn dan toch weer indrukwekkend. Ik heb nooit begrepen
waarom de Efteling zo'n groot veld heeft aangelegd voor de
saaiste sport ter wereld, maar blijkbaar is dit idee al
net zo oud als de sport zelf.
|
|
Het meest verwarrende zilveren jubileum
ooit gevierd is dat van de Efteling, want het werd in 1976
gevierd voor het personeel (dat hier een fontein voor
aanlegde in de Siervijver, deze is er nog steeds, maar is
met de komst van de Gondoletta wat meer verplaatst
richting Café-Restaurant) en in 1978 voor de bezoekers met
de komst van het Spookslot. Dan te bedenken dat uit het
oogpunt gezien van de telling van tegenwoordig eigenlijk
1977 het juiste jaar was voor de viering.
De Wankelbrug krijgt aandacht in
het boek, dat vind ik echt geweldig, inclusief foto.
Alleen die laatste zin bevalt me niet zo: "De Wankelbrug
bestaat inmiddels niet meer." Had dat niet kunnen zijn "De
Wankelbrug is met de komst van de Piraña in 1983
verplaatst naar de Python en in 1991, met de komst van de
Pegasus, vervangen door een stabiele houten brug."? Ik
vind het zo onaf om alleen het jaar van herkomst te
vermelden en niet het jaar van verplaatsing en verdwijning.
Het boek bevat vaak echt leuke
anecdotes, krantenknipsels meer, die iets met de Efteling
te maken hebben, maar nog niet eens echte informatie
verschaffen (en dat hoeft natuurlijk ook niet). Zo ook het
verhaal van de twee Belgische kinderen, op zoek naar het 'Kleinmannekesbos'.
In eerste instantie vind ik het vooral erg knap dat kinderen van 5 en 8 zo ver weten te reizen, dat zou
tegenwoordig echt onmogelijk zijn, bij de eerste de beste
trein die de kinderen zouden nemen zou hen al een
kinderlokker staan op te wachten. Hopelijk gebeurt dit
dan ook nooit meer. |
Het verhaal van de voetbalvereniging
DESK krijgt hier dan zijn einde en ook de vermelding van
een seizoen dat één week langer duurt is hier te vinden.
De grootste nieuwigheid van de Efteling is In den Ouden
Marskramer (de Efteling weet gelukkig nog wat de complete
naam is van dit winkeltje), maar zoals verwacht, ook
hiervan geen verdere info. Wel informatie over de
toekomstplannen, die steeds meer vorm krijgen. De plaats
in het park waar alle nieuwe attracties zouden moeten
worden gerealiseerd wordt hier dan voor het eerst genoemd:
de zuidoostkant.
Wat valt er te vertellen over de
opvallende foto op pagina 105? Ik had in ieder geval nog
nooit gehoord van Dio Obers, dus een beetje meer info dan
alleen "Eftelings eerste nar" was wel welkom geweest.
Grote meutes mensen dringen zich in het
Spookslot. Een illusie? Nee, werkelijkheid in 1978, het
jaar van de opening voor deze attractie die hier wordt
omschreven. Ook komen we hier in
de hoofdtekst te weten dat Fata Morgana (hier nog
1001-nachtshow) en de Gondoletta (hier 'de botentrack')
als één attractie waren bedacht voor de Siervijver. We
kenden die Informatie al, maar die is niet vaak door de
Efteling vermeld, dus het is goed dat dat nu hier wordt
gedaan.
De postzegelafbeeldingen zijn voor
mij wel nieuw, ik heb nooit geweten dat de Efteling al eens
postzegels heeft uitgebracht. Echt mooi vind ik deze
zegels niet, zijn deze door Pieck ontworpen? Ze zijn zo
donker en duur, postzegels van 5 gulden, ik wist ook
daarvan het bestaan niet af. Ik ben ook geen
filatelist. Iets anders dat bij dit jaartal (en bij de
tekst over het Spookslot) duidelijk wordt, is de
belangstelling van de media voor het 25-jarig bestaan en
de opening van het Spookslot.
|
Het informatieve hoofdstuk dat geheel
gewijd is aan het Spookslot begint met het ook in "Mam,
een duppie voor de kip?" besproken verhaal van de laatste
aflevering van Voor de Vuist Weg. Gelukkig wordt er hier
niet zo diep op ingegaan als bij "een duppie", want daar
werden heel wat bladzijden aan dit blijkbaar
indrukwekkende televisiemoment besteed (waarom is dit dan nooit
door de AVRO herhaald, terwijl er toch al veel herhalingen
van de talkshow van W.O. Duys zijn geweest de laatste
twintig jaar?).
Verderop in de tekst is te lezen
dat het Spookslot een kleine keuring is ondergaan om te
weten of de voorstelling wel geschikt is voor kleine
kinderen. Nu heb ik altijd al het idee gehad dat het
Spookslot twintig jaar geleden een stuk enger werd
gevonden dan nu, gewoonweg omdat we tegenwoordig veel meer
gewend zijn. Hoeveel kinderen zijn er tegenwoordig nog
bang van het Spookslot? Minder dan voor Villa Volta, een
attractie die ik nooit eng heb gevonden, maar waar zelfs
nog meisjes van 18 nog even van kunnen gaan huilen of
krijsen (altijd leuk om te zien, ik kan mijn lachen
meestal niet inhouden). Voor het Spookslot ben ik
echter wel eens ooit bang geweest, in de tijd dat ik nog
in de buggy zat. De kinderen die tegenwoordig in die
irritante rijdende obstakels zitten, hebben meestal minder
angst dan ik had destijds.
Echte feitelijke weetjes staan er
gelukkig ook in dit hoofdstuk. De precieze datum waarop er door Bart Jutte
werd besloten op de decorafdeling te
besparen bijvoorbeeld, waartegen veel weerstand kwam van Ton
van de Ven. Ton heeft dit wel vaker gedaan en daar moeten
we hem toch dankbaar voor zijn. Het is toch ook
bespottelijk om te bezuinigen op de thematisering van een
gebouw of attractie? Verder in de tekst nog wat
getallen, waaronder ook de verbazingwekkende vermelding
van 500 spots en andere lichtbronnen. Ik heb van vele
Eftelingfans gehoord dat ze dit niet geloven. Volgens mij
kan dit best wel, er staat immers niet dat alle
verlichting voor de belichting van de voorstelling is. Tel
dus ook bijvoorbeeld de verlichting achter de schermen en de
nooduitgangbordjes er bij op, dan zou het toch
moeten kloppen lijkt mij.
|
Het fotomateriaal is hier wel wat
klein afgebeeld en de enige foto die ik echt interessant
vind is de maquette. Die heb ik ooit kort gezien en toen
vond ik hem indrukwekkender dan hier op de zwart-witfoto.
Opmerkelijk aan de maquette is dat er geen figuren (zelfs
geen bloemen of dansende hekjes) in staan en dat de
verbrokkelde pilaren die van het plafond naar beneden
lopen hierin helemaal tot aan de grond komen. Dit moet ook vroeger
daadwerkelijk zo zijn geweest, maar doordat het zicht
blijkbaar te slecht werd voor de bezoeker, moet er al zeer
snel zijn besloten (waarschijnlijk rond 1978/1979) om de
pilaren door te zagen en weg te halen. De halve pilaren
bieden de bezoeker meer kijkruimte, maar betrekken je
natuurlijk minder in de show, dan het effect van
doorlopende pilaren moet hebben gehad.
Een erg goed hoofdstuk, het waarom van
de verdwijning van het Zwembad wordt hier uit de doeken
gedaan, ook al wordt het Zwembad in 1979 nog niet gesloten.
Natuurlijk weer de vermelding van de nieuwigheden: Ingang
West wordt de hoofdentree (alleen wordt nergens in het
boek het jaar van herkomst vermeld), Langnek wordt
vernieuwd zodat hij nu de look heeft die hij nog steeds
heeft (er wordt melding gemaakt van een nieuw lijf en
langere nek, maar van wanneer zijn nieuwe hoofd is wordt
niet… je weet wel) en Draak Lichtgeraakt. Intrigerend is
daar de vermelding van een Dwergkoning, de voorloper van
de Trollenkoning. Daar had ik toch graag wat schetsjes van
gezien.
Dat er leden van het koninklijk
huis de Efteling hebben bezocht, dat wisten we wel. De
Belgische vorstin Fabiola bij de Indische Waterlelies in
1967, prinses Juliana bij de Wensbron in 1985 en prins
Bernard bij de officiële opening van PandaDroom. Dat
(toen nog) prinses Beatrix ook het park heeft bezocht, dat
wist ik niet. Het hele verhaal erachter is te vinden
onderaan pagina 110. Nu alleen Alex en Máxima nog zou ik
zeggen. Wat valt er nu te zeggen van een Nederlander
die beweert nog nooit van de Efteling te hebben gehoord,
het park vervolgens in 1979 bezoekt en dan in 1986 zelfs
Fata Morgana mag openen? Joseph Luns heeft het allemaal
meegemaakt.
Het roer ging nu voor eens en altijd om
in de Efteling, met de bouw van de Double Loop Corkscrew (toch
een leuk iets aan het boek, bij veel attracties wordt de
projecttitel genoemd). Natuurlijk komt het hele verhaal
over die zeikerds van de Milieufederatie weer aan bod,
maar erg interessant is het hele ontstaansverhaal van de
Piraña, dat tussen de regels te vinden is bij de
hoofdstukken over 1980, 1981, 1982 en 1983.
De andere nieuwigheden worden
onduidelijk behandeld bij het kopje "Concurrentie van de
moderne tijd". Het Kabouterdorp krijgt een nieuw deel (er
wordt niet gezegd dat dit de twee paddestoelenwoningen aan
de linkerkant van het pad zijn), de Fietsenmolen is nieuw
en de radiografisch bestuurbare bootjes op de Vonderplas
ook. Zoals bij zoveel attracties wordt ook hier nergens
in het boek verteld wanneer deze zijn verplaatst
naar hun huidige locatie. De andere twee
wetenswaardigheden zijn dan weer goede vermeldingen.
Een echt heel erg indrukwekkend en
intrigerend hoofdstuk. De Python wordt in dit jaar geopend
en Van der Heijden overlijdt en deze gebeurtenissen
blijven dan ook niet onbesproken. Wat er wordt
verteld in de laatste alinea van de hoofdtekst op pagina
114, vraagt gewoon om meer informatie. Wat was
bijvoorbeeld het Carcassonne-project? Of Gullivers Reizen?
Deze twee ideeën spreken toch behoorlijk tot de
verbeelding, maar er wordt verder absoluut geen letter
meer over gerept in het boek. Over de andere projecten dan
natuurlijk wel: de rapid-ride die dus eerst voor 1982 was
gepland en de 1001-nachtshow voor 1983 of 1984. Carnaval
Festival werd daar al snel bijgezet als de attractie van
1985. Het is uiteindelijk allemaal op een wat andere
volgorde en in andere jaren gerealiseerd dan de bedoeling
was, maar dat is uiteindelijk alleen maar gunstig geweest.
Waarom de Efteling dan zonodig even wat 'vluggertjes'
moest bouwen (Halve Maen en Bob) is mij niet helemaal
duidelijk. Vooral de Bob is achteraf gezien geen goed idee
geweest, door de snelle keuze van de locatie. Het is
natuurlijk ook maar de vraag of de Bob nu echt zoveel
bezoekers minder had getrokken in de jaren '80 als de attractie er niet
zou zijn gekomen.
Naast het logo van de Python van
tegenwoordig had volgens mij ook nog het oude logo gepast
(met die witte belettering en groene kronkelende slang),
maar helemaal onbegrijpelijk vind ik de grootte van de
illustratie op pagina 115. Eén van de weinige keren dat er
best wat overlapping mogelijk was (met oude Pythonfoto's,
daar zijn er toch genoeg van), maar blijkbaar werd de
spuuglelijke tekening al goed genoeg gevonden.
De strategisch goed bedachte andere
attracties van '81 komen op pagina 116 aan bod: de Game
Gallery (die samen met de Python de hele kermissfeer van
het Ruigrijk moest beginnen op te roepen) en de Gondoletta
(zodat ook de ouderen nog wat te doen hebben).
Poffertjeskraam De Spreeuwenpot blijkt nu In den
Spreeuwenpot te hebben geheten. (Ter informatie: een
spreeuwenpot is een soort urnvormige vaas met twee gaten
die in bomen werd gehangen om spreeuwen te vangen die wel
in de pot konden, maar er niet meer uit. Na een tijdje
werd zo’n pot in de oven gelegd en wat er met die
spreeuwen toen gebeurde hoef ik natuurlijk niet uit te
leggen.) Wanneer deze eetgelegenheid veranderd is in een
frietkot wordt ook nu weer niet gezegd (maar dat was dus
in 1984). Uit de vele informatie over Joop Geesink in het
boek (zo ook hier op pagina 116) en in andere bronnen,
valt nog op te maken dat Van de Ven en Geesink niet
echt vrienden waren.
|
|