Informatie banner -|- (c) Het WWCW 2001

  Recensie - Kroniek van een Sprookje - 5
 
 


Jan Verhoeven - Zo ge 't maokt, zo hedde 't

Jan Verhoevens eerste project was de Indische Waterlelies, daarover vertelt hij dan ook het meest. Zo ook de anecdote over het blank staan van de attractie op de dag van de opening. Als je dat leest, krijg je gewoon medelijden met al die keren dat er iets kapot is in de Efteling. Misschien zit er bij de lasers van Vogel Rok ook wel een verhaal achter waarom die het niet altijd doen. Interessant is ook het feit dat Diender de ontwikkeling van de horeca belangrijker vond dan de bouw van nieuwe attracties.

Dré Broeders - Een tijd van priegelwerk en experimenteren

Dré BroedersDit vind ik toch echt een erg interessant interview, want na al die jaren worden de technische geheimen van de Put van Vrouw Holle, het Knuppeltje uit het Sprookjesmuseum en de tulpen van de Fakir uit de doeken gedaan. Dré Broeders mag van mij wel een eigen boek schrijven over alle mysteries die de attracties in het park rijk zijn.

Jarenlang heb ik als kind geprobeerd te achterhalen hoe die knuppel nu toch werkte, want de ene keer deed ie het wel en de andere keer deed ie weer niets. "Even proberen om met die zware bal te rollen, nee niets. Dan maar even hier vastpakken. Weer niks. Ach laat ook ma… hé, hij beweegt." Velen die zich het museumpje van voor 1999 nog herinneren herkennen dit wel. Nu blijkt dus gewoon dat het op de weerstand werkte die ook bij de ingang van een pick-up zit (maar die ingangen zitten ook gewoon op een cd-speler). Het is jammer dat de knuppel bij de verhuizing naar de herberg ook meteen op een andere manier is gaan werken, namelijk bij het betreden van de herberg. Hierdoor heeft de knuppel ook veel populariteit moeten afgeven.

De plattegrond van 1967/1968

Een plattegrond die niet als tekening moet worden beschouwd, maar als een echte kaart die de indeling van het park duidelijk weergeeft. De plattegrond bevat echter geen jaartal en het is daarom moeilijk te zeggen wanneer ze is uitgebracht. Aangezien er echter op de plattegrond nog geen sprake is van een treinrails, maar wel van de Indische Waterlelies, denk ik dat ze uit 1967 (misschien '68) moet komen. Aangezien de voorkant dezelfde illustratie kent als die van de 1966-versie, denk ik dat dat wel moet kloppen.

De plattegrond van 1967/1968

Om er een makkelijk te begrijpen verhaal van te maken zal ik even alle dingen opnoemen die mij opvallen aan de plattegrond:

- Looproute Sprookjesbos is met pijltjes aangegeven.
- Langnek heet hier Lange Nek.
- Het pad van de Rode Schoentjes naar wat nu de Pardoespromenade heet, bestond nog niet. Wel was er een pad daar naartoe vanaf de plek waar nu Boekanier Gijs staat.
- Waar nu de Trollenkoning staat was toen een pad richting Vrouw Holle.
- De Dansende Dolfijn stond niet op de plek waar nu de Zeemeermin staat, maar langs het pad dat een paar jaar geleden is verdwenen.
- Er stond een gebouw in de Siertuin (noordkant van het pad), maar er staat niet bij wat dit was.
- De waterorgelfoyer zat niet vast aan het Carrouselpaleis, deze stond zelfs op de plek waar nu het Diorama is.
- Ten noorden van het Anton Pieckplein was een grote plas water.
- De Speelweide was vroeger een stuk groter, doordat er nog geen dubbelweg was ten noorden van het grasveld.
- Waar nu de Fotospiegel staat was toen een Uitzichtpunt.
- De verharde wegen zijn grotendeels dezelfde als die van nu, maar de wegen in het wit zijn er nu grotendeels niet meer en ze liepen kriskras door het park.

Naast deze plattegrond vinden we een luchtfoto van eind jaren '50/begin jaren '60. De zwart-witfoto laat zien hoeveel grote vierkante open plekken, vooral sportvelden, er rond het Sprookjesbos waren. Ook het Herautenplein, het kasteel van Doornroosje, de Stoomcarrousel en het Café-Restaurant zijn duidelijk te onderscheiden.

Hans de Rooy - Je raakt bezeten van de Efteling

Hans de Rooy en het hoofd van Langnek De twee interviews hier zijn ook al met twee techneuten van het park. Naast het verhaal van hoe Hans de Rooy bij het park kwam, weet hij ons ook te verblijden met wat kleine ontstaansverhalen van attracties, namelijk van het Spookslot en de Dansende Dolfijn.

Mari van Heumen - Niks onder het kistdeksel? Dat kan niet

Nu heb ik in mijn recensie van de documentaire al gezegd wat ik van dit schoorsteenverhaal bij Mari van Heumen vind. Hij zegt het hier eigenlijk ook al zelf: het "kon er ieder moment afdonderen". Ik denk dat dat ook is gebeurd en dat er meteen een nieuw pijpje op kwam met wat minder beschadigingen. Mari heeft echter een hele bladzijde en dus vertelt hij ook wat andere (en interessantere) dingen waaronder weer veel over het Spookslot. Mari vertelt zelfs dat de milieubeweging al voor de komst van de Python, namelijk al bij het Spookslot, tegen de bouw van grote attracties was. Mari weet zich nog goed in te houden door te zeggen dat hij er niet goed tegen kon, maar ik zou wel eens met zo'n gast van de milieuclub willen discussiëren. Wat een ongelooflijke muggenzifters zijn dat. Tegenwoordig zijn er nog steeds van dit soort mensen. Pas nog bij de bouw van Villa Pardoes en nu met het Droomrijk klagen deze milieuactivisten dat de bouw van deze projecten het bos vernielt. Alsof de Efteling een natuurreservaat is met beschermde diersoorten (alhoewel er nu natuurlijk wel panda's zijn).

 
TerugVerder
 

 

 

Tekst: Ramon Heeren - 2002