In dit jaar geen grootse nieuwigheden, daarom besteedt de
Efteling in dit jaar haar tijd aan het toevoegen en
verbeteren van kleine dingetjes.
Door deze rust weet de Efteling zich ook goed voor te
bereiden op latere attracties, zoals de Indische
Waterlelies, hier nog Fabstu geheten. Een erg slimme zet,
iets wat de Efteling gewoon moet blijven doen. Neem nu
PandaDroom, het voorbeeld van een attractie die in
enkele maanden is bedacht en gebouwd. Het is gewoon niet
te vergelijken met de Indische Waterlelies qua planning,
bouw en uiteindelijke resultaat. De Indische Waterlelies
is een attractie waarbij over ieder detail is nagedacht. We
kunnen uit het laatste stukje tekst van dit jaartal ook
opmaken dat de Efteling in 1962 al een soort van
meerjarenplan had voor de jaren '60. Een manier van
plannen die de Efteling vaker heeft gebruikt, maar vanaf
ongeveer Vogel Rok jammergenoeg niet meer toepast.
Dan is er nog dat Kogeloogbeeld. Het is nooit goed
duidelijk gemaakt waar het beeld heeft gestaan, waarom het
er heeft gestaan en vooral waarom het ooit is weggehaald.
We krijgen voor alle verdwenen attracties (Zwembad,
Nachtegaal, Dansende Dolfijn, noem maar op) wel een
verklaring, behalve voor deze. In "Mam, een duppie voor de
kip?" staat nog wel kort vermeld dat-ie in de beginjaren
pal naast Langnek stond. Blijkbaar bestaat er over dit
beeld weinig in het archief van de Efteling.
Een aantal metamorfoses van Langnek prijken op pagina
64, het zijn ze niet allemaal en ze staan ook op zo'n
vreemde plek in het boek, maar het is toch altijd leuk om
te zien hoe de bekende Sprookjesbosbewoner er in de loop
der jaren beter uit is gaan zien. Die oude versies zien er
uit alsof ze van klei en papier-maché zijn gemaakt.
Vanaf dit jaar werden de bekende grammofoonplaatjes van de
luistersprookjes verkocht. Het is een souvenir dat
voor vele Nederlanders een aandenken aan de Efteling was
voor thuis. Op de vermelding van deze hoorspelen na,
wordt echter ook over dit verder niets gezegd, er staan zelfs
geen afbeeldingen van in het boek.
Het verhaal over hoe Kleine Boodschap is gestolen, blijft
een wonderlijk verhaal. Meteen bij het lezen hiervan wilde
ik wel even weten of ook de meest recent gestolen
sprookjesfiguur, Roodkapje in 1998, wordt vermeld. Daar
zat immers ook een vreemd verhaal achter. Vreemd genoeg
ontbreekt dat verhaal dan weer in het boek. Misschien is
er met opzet besloten om alleen de meest idiote
beroving op te nemen, want anders kun je ook wel
vertellen hoe vaak de Rode Schoentjes al zijn
gejat en de figuren in Carnaval Festival al zijn onthoofd.
Het jaar van de verdwenen attracties,
want zowel de Dansende Dolfijn, de Veulenweide als het
Stationskoffyhuys zijn er niet meer (waarvan in het boek
nooit wordt vermeld wanneer deze werden afgebroken).
Vooral het feit dat vanaf dit jaar dieren belangrijk
worden vind ik interessant. De pauwen die nog steeds door
de Efteling fladderen zijn er dus al vanaf '64 bij.
|
Op pagina 64 zien we een stukje
tekst uit de folder van 1964, en ik vind dit erg vreemd. Het was toch een kleine moeite geweest om
die folder gewoon af te beelden? Ik ben erg nieuwsgierig
naar de lay-out en de foto's die ervoor zijn gebruikt.
Van het Ganzenhoedstertje zien we daarboven *wel* een
afdruk van het oorspronkelijke krantenartikel.
Na een kleine blik op pagina 69 vallen de vele getallen
en bedragen meteen op. Overslaan dus. Bij het hokje met de
kop "Indien artistiek verantwoord" wordt je erg
nieuwsgierig naar die Miniatuurkermis van Van de Velde.
Als dat iets in de geest van het Diorama was, dan had ik
het toch graag in de Efteling willen hebben, maar voor hetzelfde geld was juist het feit dat de Miniatuurkermis niet
naar de Efteling kwam de reden voor Pieck om een
eigen grote miniatuurwereld te creëren.
De begintekst hier zegt het al: "Na jaren van relatieve
stilte presenteert de Efteling in 1966 weer een
spectaculaire attractie." Die attractie is natuurlijk
de Indische Waterlelies. De hoofdtekst en de tekstjes in de
kaders vermelden hier even kort hoe de
bezoekersaantallen gingen groeien en dat Koningin Fabiola
het sprookje één jaar later zelf bezocht (maar meer over
de Indische Waterlelies en het bezoek staat op de
pagina's 71 t/m 74).
Wauw! Er wordt ongelooflijk veel verteld over de Indische
Waterlelies, van de auteursrechten tot de plaats in het
park, van de muziekkeuze tot het niveauverschil in de
vloer. Vele achter-de-schermen-foto's maken de drie
pagina's compleet. Geweldig, en ik blijf het jammer vinden
dat dit soort pagina's niet wat vaker in het boek opduiken.
Gelet
op de locatie die aanvankelijk werd gekozen voor de Indische
Waterlelies kunnen we meteen concluderen dat de Efteling
dit ten eerste als een grootse attractie zag, en niet zo
zeer als een sprookje voor in het Sprookjesbos. Nu blijft
de Indische Waterlelies nog steeds een vreemde eend in de
bijt (en nu ook de Chinese Nachtegaal) voor het
Sprookjesbos, omdat het een heel andere soort van
uitbeelden is dan van alle andere sprookjes
hier. De vraag is natuurlijk of de Indische Waterlelies wel
goed had gepast als het als een attractie ergens anders in
het park was geplaatst en dan vooral als het op de plaats
was gebouwd die hier in het boek wordt genoemd. Die plaats
is waar nu het Diorama staat en ik denk dat het een grote
fout was geweest als de Efteling dat had doorgezet. De
beste plaats is dan ook gewoon het Sprookjesbos, en dat
vindt ook directeur Diender, die de attractie monumentaal
wilde laten aandoen.
De Indische Waterlelies kan worden beschouwd als de
voorloper van attracties als het Spookslot, Fata Morgana
en Droomvlucht. Een beleving met een gethematiseerd gebouw
waarbinnen muziek en animatronics het sprookje laten
leven. Het is ook nog eens het eerste project van vele
bekende medewerkers, zoals Ton van de Ven en Jan Verhoeven.
We kunnen Ton zien op de middelste foto van pagina 73.
Deeze foto's zijn allemaal bekend van het vorige
jubileumboek en van de viering van het 35-jarig bestaan
van het sprookje in 2001, maar het is desalniettemin geweldig dat ze hier zijn geplaatst.
Er zijn een aantal anecdotes die altijd de revue moeten
passeren en die iedere Eftelingfan uit het hoofd kent, zo
ook het bezoek van Koningin Fabiola op 21 juni 1967, maar
het is toch ook iets om trots op te zijn. Hoeveel
attractieparken in de wereld kunnen nu zeggen dat ze een
attractie hebben die bedacht en bezocht is door een
vorstin? Het onderwerp wordt zowel in de documentaire als
in het boek erg uitgebreid behandeld, meer dan ooit zelfs.
Bij dit jaartal wordt het gekissebis over de sportvelden
duidelijk verhaald. Toch een onderwerp waar nooit op is
ingegaan en hier erg duidelijk wel. Ik heb me jarenlang
afgevraagd waarom, wanneer en hoe het Sportpark uit de
Efteling is geslopen. Het antwoord wordt hier eindelijk
gegeven.
Dan de vermelding van meer Gijzen in het park. Ik had
gehoopt dat nu duidelijk zou worden gemaakt wanneer iedere
Gijs in het park is gezet, maar dat wordt het dus niet. De laatste zin geeft in ieder geval de
hint dat vele Gijzen na 1967 pas zijn geplaatst, waaronder
in ieder geval Baby Gijsje. In dit artikeltje wordt ook
nog melding gemaakt van een horecapunt uit vervlogen
tijden: "Het Dorstig Hert". Deze heeft een terras gehad en
moet naast Geeuwende Gijs hebben gestaan, vermoedelijk dus
waar nu 't Poffertje is. Helaas ook over oude en
nieuwe horecapunten geen duidelijkheid.
Pagina 77 bevat een foto van het oude tafereeltje van
Sneeuwwitje. Hier ben ik erg blij mee, want ik
heb tot nu toe alleen maar onduidelijke zwart-witbeelden
van dit sprookje gezien. Hier is dan het
complete tafereeltje duidelijk afgebeeld.
Als we dan de saaie tekst van pagina 77 hebben
doorgeploegd, wordt onze moeite op de pagina's daarna
beloond met het hele verhaal van hoe Stoomtrein Aagje
in de Efteling terecht is gekomen en hoe Karel van Tuijn werd
aangesteld als lid van het stichtingsbestuur en een
paginagroot artikel over het A-veld! Er wordt bij het
Aagje-artikel melding gemaakt van een heus dagboek dat
werd bijgehouden bij de zoektocht naar de juiste
locomotief en we zien een foto van hoe het treintje op een
lader het park inkwam.
Oh mijn god, wat een geweldige schets staat er op pagina
79. Ik zie dit al helemaal voor me, plak de poort
onderaan de schets vast aan het Anton Pieckplein en de
poort links aan het Vogel Rokplein. Wie heel goed op de
schets kijkt kan zwanen zien zwemmen in
twee verschillende vijvers voor dit plein. Deze zouden dan
op de plek liggen waar nu de bomen tussen de twee wegen van
het Vogel Rokplein
naar het Carrouselplein zijn komen te staan. Zou dit
plein niet een geweldige toevoeging zijn, en dan vooral
met de Zomeravonden en de Winter Efteling, met de gezellige
drukte en verlichting? Een groots plein met kleine
attracties, gezelligheid, entertainment en vele Pieckse
huisjes, daarvan kunnen er toch nooit genoeg zijn? De
tekst verhaalt zelfs over de bijna-aankoop van een
achtbaan in 1967 en over een doolhof die als uitloper van
een spookslot zou dienen. Helaas zijn geen van deze plannen
uitgevoerd, ook al zijn vele attracties toch nog in een
andere vorm in het park verschenen.
Een tijdje geleden haalde Ton van de Ven al in een
interview aan dat ook hij graag meer van dit soort lanen
en pleinen in de Efteling had gehad, maar dat er niet
genoeg applaus voor is. De gezelligheid en drukte van
de Winter Efteling bewijzen mijns inziens echter het
tegendeel. Waarom
wil de Efteling wel geld besteden aan Wonderwachters en
niet aan dit soort verfraaiing van de routes in het park?
We zullen het wel nooit te weten komen.
Een jaar dat altijd is voorgeschreven als attractieloos, maar de tekst hier vermeldt toch vele
nieuwigheden, waaronder het entertainment. Al in 1969 was
er een circustent op de Speelweide. Dat is toch echt iets
nieuws voor mij, ik dacht dat dat iets van de laatste
jaren was.
Ook over de hoofdtekst hier weet ik maar weinig te zeggen,
een erg droge tekst over de verhoudingen met de directeur.
Leuk om eens te weten, maar absoluut geen interessante informatie die je koestert.
Pagina 83 geeft een vreemd stukje informatie, Peter
Reijnders wordt hier namelijk belicht vanuit zijn te wilde
ideeën. Tot nu toe werd altijd gezegd dat Reijnders het
vanaf 1966 rustiger aandeed, maar blijkbaar heeft hij
zich nog tot aan zijn dood met de Efteling bemoeid. De
bouw- en openingsfoto van Hans en Grietje vinden we hier,
helemaal verdwaald in het boek.
De dubbelpagina 84/85 bevat een volledige afbeelding van de
parkplattegrond die in 1966 in het park werd verkocht. De
achter- en voorzijde (waarom hebben de tegenwoordige
plattegronden die niet?) hebben een illustratie van Langnek
met in sierlijke letters "Plattegrond van het Natuurpark
De Efteling, Kaatsheuvel" en een outline van Nederland met
de Efteling afgebeeld als een kasteeltje met vlaggetjes
net boven Tilburg. De binnenzijde bevat vervolgens een
zeer uitgebreide legenda, waarop zelfs zaken als de
Heksenpoort, de Kip en de draaimolens in de speeltuin
ieder apart als attractie staan aangegeven.
|
De Sprookjesbosroute is met een rode pijl aangegeven,
ook voor nu zou dat geen overbodige luxe zijn. Je kunt
duidelijk zien dat de Efteling vroeger iets groter was aan
de noordkant. We zien vele paden en lanen die kriskras
door het park liepen en picknickplaatsen waar nu grootste
attracties pronken. Toch geeft de plattegrond op pagina 90
een duidelijker beeld van hoe de Efteling er eind jaren '60 uitzag, dus verderop meer daarover.
|
De opening
van de grootste, bekendste en beste schuilplaats van
de Efteling, de Dioramahal, blijft niet onbesproken in
het boek. De rede en de opening, door de kleindochter
van Pieck, worden hier vermeld. Iets wat mij dan weer
moet opvallen (echt heel stom van me) is dat de klok
op de achtergrond bij de foto onderaan pagina 86, dezelfde is als bij de bouwfoto's van de Indische
Waterlelies (p. 72 en 73). Als je zo lang in het boek
zit te speuren, begin je een beetje kippig te worden… |
|