e
abdij was tot de nok toe gevuld met gouden kelken en kandelaars. Ik
wist hoe gevoelig Hugo en zijn mannen daarvoor waren. Al die
kostbaarheden vormden een prima lokaas. Toen ik aankwam was er geen
licht achter de ramen. Ik ging door de deur naar binnen en ik
ontstak de kaarsen, zodat zij de kapel van verre zouden kunnen
zien.
Ik
ging aan de deur staan wachten, goed luisterend of ik hen kon horen.
Buiten hoorde ik echter niets. Even was ik bang dat ‘de
Bokkerijders’ niet in mijn val zouden lopen. Er was daarbuiten
alleen het geluid van ik krekels en kikkers, maar verder kon ik geen
andere geluiden onderscheiden. En toen, ineens, hoorde ik in de
verte paarden galopperen. Toen de
zon was weggezakt kwamen ze aan bij de kapel.
Ik besloot
dat het beter zou zijn mijzelf aan het zicht te onttrekken en ik
maakte mezelf onzichtbaar. Een gave die ik al vanaf mijn jonge jaren
beheers. Ik was er geen seconde te laat mee. Een paar van Hugo’s
mannen keken naar binnen. Ik zag aan de gretige blikken in hun ogen
dat zij zich verwonderden over de vele rijkdommen die binnen te
vinden waren. Niet lang daarna werd de deur op brute wijze geramd.
De deuren openden in mijn richting en ik moest oppassen om niet
geraakt te worden. Ik schrok. Wat als mijn plan nu zou gaan
mislukken? Langzaam begonnen ‘de Bokkerijders’ binnen te stromen. Ik
zag Hugo met een uiterst behoedzame blik de kapel betreden. Zijn
waakzame en oplettende blik verdween echter toen hij zijn oog op het
altaar liet vallen, waar de glinsterende kostbaarheden stonden. Zijn
mannen kraakten het offerblok, en hijzelf leegde het altaar. Mijn
angst maakte meer en meer plaats voor woede en toen die woede het
kookpunt bereikte besloot ik mijzelf weer zichtbaar te maken,
eigenlijk niet nadenkend over de gevolgen.
Ik aarzelde even, maar na even
nadenken legde ik mijn slanke hand op zijn schouder. Hij keek om en
hij schrok. Allen zagen
mij en het gerinkel verstomde. Woedend als ik
was wilde ik er niet omheen draaien en ik sprak tot hem:
“Gij,
Hugo van den Loonsche Duynen,
gij ontheiligt hier dit huis.
Zo kom
tot inkeer,
en roep niet de toorn des Heren over u af....”
Maar Hugo
overwon hij zijn angst.
Hij hoonde mij weg met schampere lach en stootte mij ruw terug. En
hij droeg gewoon zijn mannen op te gaan. Ten einde
raad was ik, mijn plan was mislukt. Ik onttrok mij weer aan zijn
zicht.
Het enige logische dat ik kon
doen was hem volgen. Vroeg of laat moest hij terugkeren naar zijn
huis, Villa Volta, en dan zou ik klaar voor
hem zijn. Ik moest hem voor zijn en een passende straf vinden. Erg
lang hoefde ik daar niet over na te denken. Hij had het naar mijn
mening gewoon niet verdiend om zijn dagen rustig te slijten. Ik
bedacht mijn straf en haastte mij naar zijn huis.
Ik kwam
al redelijk snel aan bij zijn huis, maar Hugo had er zijn tijd voor
genomen. Het duurde een dag voordat hij zijn huis bereikte. Helemaal
buiten zinnen was ik tijdens het lange wachten op zijn voorgevel
gaan staan. Ik wilde op hem neerkijken terwijl ik zijn straf aan hem
kenbaar maakte. Hij zag mij en de moed die hij gisterenavond had
getoond zonk diep in zijn gestolen schoenen. Om de angst nog meer
luister bij te zetten sprak ik tot hem via zijn gedachten en maakte
mijn straf kenbaar:
“Nergens in uw eigen huis,
noch waar ook ter wereld,
zult gij rust
of vrede vinden,
nu gij Gods huis geschonden hebt...
Eerst dan,
wanneer een edel mens,
met het reine geweten van een pasgeboren kind,
uw woonstede zal betreden,
dan zult gij vrede vinden,
in uw huis en
in uw hart...”
Zo! Dat
was eruit. Lijkbleek keek hij omhoog en haastte hij zich naar
binnen.
En daar zit hij vanaf die dag
te wachten, nooit rust of vrede vindend. Tot de doem valt van zijn
huis en zijn ziel de rust verkrijgt waarvan ik weet dat hij er zo
hevig naar verlangt. Er is tot nu toe niemand geweest wiens ziel zo
rein was dat hij Hugo heeft kunnen redden. En eerlijk gezegd, ik zit
er niet zo mee. Villa Volta staat er nog steeds. Wanneer u er ooit
langskomt, treedt dan binnen, misschien kunt u hem wel helpen. Maar
keer om wanneer uw geweten knaagt. Slechts hij die zonder zonden is
is in staat om deze ban te verbreken...
|