De
Efteling op televisie zien is niet zo zeldzaam, want buiten de
talrijke TV-reclames zijn er ook nog eens heel wat
programmamakers die de Efteling maar wat graag als sfeervol
decor voor hun uitzending gebruiken. Dat begon al in de jaren
‘80 met spelprogramma's als “Sterrenslag” en “Ter land, ter
zee en in de lucht” en ging tot op heden door met “Het
staatslot op locatie”, “Man bijt hond” en talrijke andere
programma’s. De Efteling zélf als centraal element in een TV-programma
is echter heel wat zeldzamer. Op “Dromen met open ogen” uit
1992 na was de Efteling nooit echt duidelijk het onderwerp op
tv. Gelukkig is daar sinds het jubileumseizoen 2002
verandering in gekomen. Veel nieuwsprogramma's hebben aandacht
gegeven aan PandaDroom, de nieuwe attractie voor 2002, en aan
het feit dat het Kaatsheuvelse sprookjespark al vijftig jaar
bestaat. De Efteling zelf vond het blijkbaar ook tijd worden
om de geschiedenis van het park aan een groot publiek te
vertellen en deed dit in de vorm van een documentaire voor de
publieke omroep. Deze documentaire werd op 9 mei 2002 om
ongeveer 18.15 op Nederland 2 uitgezonden door de TROS en is
nu te koop in de winkeltjes van het park als VHS-tape.
De documentaire vertelt de geschiedenis van het park in
chronologische volgorde, maar behandelt, in tegenstelling tot
het jubileumboek, niet ieder jaartal uitvoerig. Soms wordt
niet eens vermeld in welk jaar iets gebeurde of een attractie
werd geopend en is het wachten tot dat de commentaarstem (Thom
Hoffman, bekend acteur, die volgens het personeelsblad
Efteldingen alle teksten op 3 mei heeft ingesproken) naar het
volgende onderwerp gaat, waar dan meestal wel een
tijdsindicatie bij wordt gegeven. Op die manier is nog
enigszins te achterhalen in welk jaar het vorige gebeurde. Dit
had simpelweg voorkomen kunnen worden door jaartallen in beeld
te laten verschijnen zoals dit ook met de namen van personen
is gedaan.
De documentaire (met -lang leve de sluikreclamewet- op tv de
titel "50 jaar Sprookjes in Kaatsheuvel" en op band de naam
"50 jaar Sprookjes in de Efteling") begint met het bespreken
van de herkomst van de naam “Efteling”. Er wordt verteld dat
de etymologie hiervan nog steeds een raadsel is, net zoals men
dit schrijft in het jubileumboek “Kroniek van een Sprookje". Ik had altijd gedacht dat
de Efteling er in 1999 helemaal uit was waar haar bijzondere
naam vandaan kwam, en daarom de herberg van Tafeltje dek je
"De Ersteling" noemde, maar als beide jubileumpublicaties dit
nu tegenspreken, ga ik er maar vanuit dat het nog steeds niet
honderd procent zeker is. De documentaire vervolgt met het
bekende van-sportpark-tot-speeltuin-verhaal, met daarbij wel
flink wat zwart-wit beelden die nog nooit eerder vertoond zijn.
Uiteindelijk komen de drie dochters van Van der Heijden aan
het woord. Nouja, twee ervan vertellen tijdens de uitzending
wat. Zeer uniek zijn de beelden van Burgemeester Van der
Heijden en van Peter Reijnders, want hoe kort ze ook zijn, ik
durf te wedden dat dit ongelooflijk graafwerk moet hebben
gekost in de archieven van de Efteling, de gemeente Loon op
Zand, of van de families Van der Heijden en Reijnders.
Ook de drie dochters van Peter Reijnders komen aan het woord
en in tegenstelling tot de dochters van burgemeester Van der
Heijden willen deze drie dames maar al te graag laten merken
dat ze aanwezig zijn; als er één iets vertelt, zitten de
andere twee er door heen te gniffelen (en eventjes zelfs wat
door heen te murmelen). Dit is beslist niet negatief bedoeld
hoor; het lijkt me geweldig als deze dames eens gezellig op de
thee komen. In het begin komen er nogal wat brieven en
tekeningen in beeld, wellicht omdat er niet voldoende
oorspronkelijk filmmateriaal is om aan te sluiten bij datgene
dat door de commentaarstem verteld wordt. Ingrid van de Weijer,
de nogal Vlaams klinkende biograaf van Anton Pieck, vertelt
kort hoe de werkkamer van Pieck er uit heeft gezien. Toen ik
dit zag dacht ik meteen "Waar ken ik dit van. Dit heb ik
eerder gezien". En ja hoor: dit beeldmateriaal komt
rechtstreeks van de Anton Pieckdocumentaire die in 1995 werd
uitgezonden en gedurende het Jubileumseizoen te zien was in
“In den bonte Harlekeyn”.
Chris Sprangers is de eerste Eftelinger die in de
Ballonvaarder word geïnterviewd, of in ieder geval in beeld
komt tijdens de documentaire. Hierna komt dan de bouw van het
Sprookjesbos aan bod. De bouw van Doornroosje, Langnek, het
Herautenplein, Sneeuwwitje en Kabouter Kleine Boodschap: stuk
voor stuk passeren ze de revu. De gezusters Reijnders
vertellen wat leuke anecdotes over Doornroosje en Sneeuwwitje.
Het is toch wel bijzonder om die dingen die we al lang wisten
te horen uit de mond van mensen die ook daadwerkelijk lang,
heel lang geleden, betrokken waren bij dat alles. Wat hierna
volgt is een verslag van de opening van het Sprookjesbos, ook
weer geïllustreerd met uniek beeldmateriaal. Het zal wel geen
echt beeldmateriaal van 31 mei 1952 zijn, maar gelukkig
duidelijk wel van die allereerste beginperiode.
Wanneer de documentaire aankomt bij het jaar 1953 wordt
aandacht gegeven aan de komst van het Zwembad. Bij zwart-wit
beelden van een dame die in het water duikt zien we ook nog
even het Café-Restaurant (het huidige Ballonvaardercomplex),
dat in hetzelfde jaar gereed kwam, boven de bomen uit steken.
Vervolgens worden er door bezoekers gemaakte homevideo-opnames
danwel 8mm-filmbeelden vertoond. Heel erg vervelend is het
feit dat deze bezoekers zelf hun verhaal mogen doen op een
bank vóór hun unieke beelden (met behulp van chromakeying
zoals we dat kennen van Erwin Kroll), waardoor ik gewoon de
enige beelden die ik ooit heb gezien van de oude Chinese
Nachtegaal niet goed te zien krijg. De vader vertelt dan nog
even, laconiek bedoeld, dat je je vroeger niet in ontbloot
bovenlichaam in de Efteling mocht begeven. Leuk en wel, maar
dit heeft bijna vijftig jaar lang in het parkreglement gestaan.
Het Kinderspoor wordt op een zelfde manier voorgesteld: weer
met unieke beelden. Spontaan komen er mooie jeugdherinneringen
boven. Daarna de Poppenkast: wat een ongelofelijk irritant
stemmetje horen we hier. Het piepstemmetje dat de
poppenkastspeler opzet blijft je gewoon achtervolgen op een
erg vervelende manier. Ze hadden deze man ook zonder problemen
kunnen gebruiken om horrorfilms in te spreken. Brrr. Nog geen
minuut later krijgen we nog een piepstemmetje te horen,
ditmaal van één van de dochters van Reijnders die even heel
droog vertelt hoe ze de stem van de heks heeft ingesproken.
Erg leuk is dat een kleinere attractie ook wordt voorgesteld;
de Kip aan het Anton
Pieckplein. Natuurlijk krijgen we alweer
het verhaal over de eiervullende fraters uit Tilburg te
verwerken. Echt zo’n anecdote uit het ijzeren reportoire van
“leuke verhalen van lang geleden”. Gelukkig wordt het woord
toch snel weer gegeven aan een van de giebelende dochters van
Reijnders, die ons vertelt dat haar vader de reactie van
kinderen erg belangrijk vond.
Hierna wordt er toch duidelijk wat meer tempo in de
documentaire gezet. De komst van de Stoomcarrousel (zeker voor
Anton Pieck een geweldig moment) wordt slechts kort genoemd,
terwijl er in het jubileumboek toch een hoofdstukje aan wordt
gewijd. Ezeltje-strek-je komt ook nog even kort voorbij (maar
toch ook weer met uniek beeldmateriaal) en dan krijgen we het
verhaal van een bezoeker die zelf als kind niet was weg te
slaan bij de Fakir en precies het zelfde gedrag herkent bij
zijn eigen kind, jaren later. Was de Efteling maar bij
iedereen erfelijk...
Nu komt er een gedeelte waar mijn broertje echt hard om heeft
moeten lachen. Het moet voor bezoekers van nu, gewend aan
horeca alom, ook een vrij lachwekkend beeld zijn: dikke
dametjes die gewoon een heel brood en broodmes meenemen en op
de picknickweide net doen of ze in de keuken staan (en dan ook
nog eens dat melige muziekje eronder). Dat dit vervolgens een
inleiding blijkt te zijn op Holle Bolle Gijs, had ik wel
verwacht. Helaas helaas, weer gaat de Efteling hier, net als
in het jubileumboek, lomp in de fout met hun legendarische
schrokop: te weinig aandacht en het verkeerde jaartal. De
bezoeker die hierna aan het woord komt wil ik liever niet in
een al te slecht daglicht stellen; misschien heeft de goede
man een ziekte of afwijking en het zou erg sneu zijn om zo
iemand dan hier de grond in te boren. Het is ook meer de
schuld van de Efteling zelf. Ze hadden toch maar beter
de
frisse dochters het verhaal kunnen laten vertellen. De
inleiding van de goede man komt uit bij de Muzikale
Paddestoelen. En zo zijn we al weer beland in 1962. De
paddenstoelen krijgen zo wel een erg late vermelding. Ik zou
toch zweren dat die al vanaf 1952 van de partij zijn.
De Indische Waterlelies krijgen gelukkig, in tegenstelling tot
veel eerdere (en latere) projecten, weer echt de aandacht die
het grootse sprookje verdient. Unieke en erg bijzondere
beelden (met een heel houterige heks) vullen het scherm. De
dochters van Reijnders vertellen weer lekker verder en er zijn
zelfs beelden van het incognitobezoek van koningin Fabiola!
Geweldig! We krijgen te horen dat Peter Reijnders het vanaf nu
voor gezien houdt. Bij Anton Pieck, wat verderop in de
documentaire, wordt dit toch heel wat minder duidelijk verteld.
Ton van de Ven komt dan nu ook voor het eerst in beeld en daar
smullen we weer allemaal van. Had hij maar de documentaire
ingesproken in zijn eigen woorden... Wat er dan volgt is zeer
bijzonder (en ook helaas erg vaag) beeldmateriaal van de bouw
van het Diorama. Het is een vreemd gezicht om al die huisjes
en kasteeltjes nog gewoon in hun oorspronkelijke
piepschuimkleur te zien. En Ton die daar volop rokend middenin
zit.
Vervolgens worden we getrakteerd op de zoveelste versie van
het kromgeslagen-schoorsteenverhaal, dit keer persoonlijk
verteld door de enige overlevende betrokkene, Mari van Heumen.
Soms is het net of het het enige bijzondere is wat hij heeft
meegemaakt, want iedere keer dat hij op tv is of in een blad
staat vertelt hij hetzelfde verhaal. Dat we in
het
jubileumboek eindelijk ook eens een andere gebeurtenis kunnen
lezen, en na het schoorsteenverhaal in de documentaire ook nog
even het waslijnverhaal te horen krijgen, mag een wonder heten.
Maar goed, even terug naar dat schoorsteenverhaal zelf; we
krijgen het schoorsteentje te zien en ik ben zelf ook vaak
gaan kijken naar dat pijpje op het dak van het Kabouterhuisje:
het staat helemaal niet scheef en er is bijna geen deuk (drie
kleintjes maar) in te ontdekken! Mari zal hem destijds wel zo
naar z'n mallemoer hebben geholpen dat er meteen een nieuw
schoorsteentje op kon. Nou ja, hij weet het in ieder geval wel
enthousiast te vertellen.
We hebben deel één van de documentaire er nu op zitten. De
documentaire bestaat namelijk duidelijk uit twee delen. De
eerste periode, van 1952-1972, wordt vooral besproken aan de
hand van uniek beeldmateriaal van vroeger, bezoekers die een
eigen bandje laten zien en daar iets over vertellen, en
interviews met de dochters Reijnders en Van der Heijden. Voor
de vroege periode is, zoals vaak in Eftelingpublicaties, weer
het grootste deel van de beschikbare tijd uitgetrokken. Dit
heeft tot effect dat deel twee, de periode 1976-2002 (ja, er
worden even drie onbelangrijke jaren uitgegooid), echt een
afraffeling en race tegen de klok is geworden. Veel attracties
worden gewoonweg helemaal niet besproken en van uniek
beeldmateriaal is bijna geen sprake meer. Wel moet gezegd
worden dat dit deel op de VHS-versie van de documentaire die
in het park te koop is (en uitgezonden is door Omroep Brabant)
echt stukken beter is dan de TROS-versie. In de langere versie
van de documentaire komen we namelijk heel wat meer te weten
over een aantal attracties en bovendien komt Lex Lemmens (met
zijn naam - enorm slordig - verkeerd gespeld in de
onderschriften) ook nog eens heel wat meer aan het woord. [redactie
WWCW: en van de heer Lemmens kun je nooit genoeg
beeldmateriaal en quotable tekst beschikbaar hebben...]
Lex komt meteen lekker in zijn gebruikelijke verteltempo en
begint ons enthousiast te vertellen over de techniek van het
Spookslot, met al zijn excentriekjes en wat niet dies meer zij.
Na wat mooie oude beelden van de bouw van het slot (!) is het
beeldmateriaal van de voorstelling in de kloostertuin helaas
erg teleurstellend. Geen beelden anno 1978, maar gewoon van de
parkband geplukt spul. Toen de documentaire op televisie werd
uitgezonden was ik hier in toch echt erg teleurgesteld, maar
ik moet zeggen dat Lex in de videoversie toch heel wat
goedmaakt door te vertellen hoe in teamverband de mooiste
dingen zijn ontstaan bij het bedenken en bouwen van deze voor
die tijd enorme attractie. Wat daarna wordt verteld over de
Python vind ik dan weer absoluut onduidelijk; er had veel meer
moeten worden verteld over het feit waarom de Python er moest
komen en welke strijd de Efteling heeft moeten leveren om de
achtbaan er te laten komen. De beelden stellen dan weer niet
teleur: foto's van de bouw én ook nog eens een oud
onride-filmpje.
Na het Spookslot en de Python gaat de documentaire weer een
flinke stap bergafwaards. We zien slechts wat korte beelden
van de schipschommel “de Halve Maen”, om daarna meteen door te
gaan naar Fata Morgana. Van de attracties die in de periode
tussen deze twee projecten werden gebouwd wordt slechts een
deel nog even genoemd. Voor het Carnaval Festival, de Oude
Tufferbaan en de Polka Marina is zelfs het noemen van de naam
schijnbaar te veel moeite. Al eerder in de documentaire is
heel wat overgeslagen; de Stoomtrein, Draak Lichtgeraakt en de
Gondoletta: geen van allen krijgen ze een vermelding. Verderop
zal het zelfde lot de Pagode, de Pegasus, het Doolhof en zelfs
het Huis van de Vijf Zintuigen treffen. En wat te denken van
de nieuwere sprookjes? Alleen de Trollenkoning en de Reus &
Klein Duimpje worden nog besproken en getoond. Van sommige
attracties vind ik het begrijpelijk dat die geen aandacht
krijgen, maar attracties als de Piraña en Carnaval Festival
zijn toch wel bijzonder genoeg om er iets van te laten zien?
Fata Morgana krijgt, in vergelijking met de rest, gelukkig
aardig wat welverdiende seconden. Vooral de beelden van de
kelders met de inmiddels legendarische schijven zijn voor
zowel fans als de gemiddelde bezoeker erg intressant. Toch
wordt de meeste tijd opgevuld met beelden vanuit de scenes
zelf. Als je goed kijkt is te zien dat deze ook nog eens erg
recent zijn, maar niet van de parkband afkomstig zijn. De
beelden komen wat onprofessioneel over. Een attractie als Fata
Morgana is vast en zeker mooier in beeld te brengen. Ik had
ook hier liever beelden uit 1986 gezien, compleet met het
publiek dat toen helemaal overdonderd de attractie uit kwam.
De Trollenkoning komt natuurlijk ook nog even aan bod, want de
robot heeft hele dure en mooie machinerietjes en dus moet hij
in beeld.
Bij het Volk van Laaf wordt net als bij Fata Morgana
beeldmateriaal gebruikt dat erg recent is en
Ton van de Ven
weet mij hier weer te verblijden met een zin waardoor mijn
woordenschat is aangevuld: “Hovaardij” of iets dergelijks; ik
weet niet eens hoe je het schrijft. Peter Koppelmans (twee
jaar geleden kende ik de man nog niet eens van naam en nu is
het net of hij alles voor de Efteling deed en doet) vertelt
nog wat voor een leuk werkje het was om de Laven, waarvoor
slechts enkele mallen gebruikt zijn, toch allemaal
verschillend te maken. Hierna volgt dan Droomvlucht, nog
steeds de trots van het park. Ik geloof dat deze attractie op
de videoversie van de documentaire het meest uitgebreid wordt
behandeld van alle grote attracties, maar dat komt ook omdat
het beeldmateriaal in die versie is aangevuld met beelden van
de documentaire “Dromen met Open Ogen” Sommige andere beelden
waren duidelijk bedoeld voor deze Droomvluchtspecifieke
documentaire, maar zijn hier uiteindelijk niet in terecht
gekomen. De twee jongetjes op de bank ("Ik zou er wel vijf
keer per dag naar toe willen") konden maar beter achterwege
gelaten worden. De rechter van het stel zegt niet echt veel
bijzonders en de linker wil duidelijk alleen maar op tv komen.
Ton sluit Droomvlucht gelukkig af met een pracht van een zin,
met nog een aanstekelijk lachje ook.
Het mooie van de videoversie is dat je kunt doorspoelen. Dat
doe ik na de bespreking van Droomvlucht dan ook met genoegen.
Die “reclames” voor het Hotel en het Golfpark die we ook al op
de parkband tegenkomen kan ik écht niet meer zien. Terug op
normale snelheid vallen we midden in de Sprookjesshow, die met
beelden van het nummer "Wij zijn vrij" uit de versie van de
afgelopen vier jaar aan bod komt. Ik kan me wel wat betere
gedeeltes voorstellen, maar oké, we hebben al veel moeten
verdragen tijdens deze documentaire, dit kan er nog best bij.
De behandeling van een attractie met de geschiedenis van en
het omvangrijke ontwikkeltraject als Villa Volta is te slecht
voor woorden en ook Vogel Rok mag blijkbaar vooral niet te
lang in beeld (Goh...) Maar waarom dan juist de Reus van Klein
Duimpje wel? In het jubileumboek krijgt deze reus ook al zo
veel aandacht in het beeldmateriaal. Wat is dat toch met die
bovenmaatse polyesterklomp? Repelsteeltje wordt overgeslagen
en de jaren 1999, 2000 en 2001 worden voor het gemak ook
gewoon maar geskipt. Nahja, op de komst van de Winter Efteling
na dan. En net wanneer bijna het hele geheim van de Efteling
is ontrafeld, probeert decorateur Henk Harting wat krampachtig
in de rol van het sprookje te blijven.
De laatste beelden van de documentaire zijn gereserveerd voor
het jubileumjaar 2002. Het nieuwe Eftelingtheater komt niet in
beeld, want ja, dat is natuurlijk nog niet af. Van de Wonderlijke Eftelingshow met magiër Hans Klok wordt de reclame
vertoond en van PandaDroom vind ik het beeld van de zaal met
die rookpluim erboven wel leuk. Het is net of er iemand van
woede is ontploft. Sommige eerder genegeerde attracties komen
nu pas in beeld (met beelden die ook gewoon van de parkband
afkomstig zijn). De documentaire eindigt gelukkig met het
beste: het levensmotto van
Ton van de Ven voor de Efteling.
Hij spreekt dit duidelijk niet alleen omdat hij erg bescheiden
is, maar omdat hij het ook echt meent.
De Efteling laat met deze documentaire helaas toch echt een
uitgelezen kans liggen. Er was zoveel mogelijk. Ik weet wel
dat de tijd die beschikbaar is voor een televisie-uitzending
kort is, maar dit had een heel wat uitvoeriger versie op
koopvideo toch niet in de weg hoeven staan? Het ergste van
alles is misschien echter wel het feit dat de documentaire
weer alleen op VHS en niet op DVD te koop is. Vrijwel alle
instellingen en bedrijven geven tegenwoordig hun
beeldmateriaal op DVD uit, maar de Efteling niet. Zou er hier
in Nederland echt zo weinig vraag zijn naar een mooie DVD met
Eftelingmateriaal, dat het niet winstgevend is om dit uit te
brengen? Ik heb echt m’n twijfels. Laatst zag ik zelfs wat B-tekenfilms
van onbekende studio's in de aanbiedingsbakken van de Free
Record Shop: op DVD. Ik denk dat de Efteling gewoon te bang is
om het risico te nemen, want kans lopen op een verliesje, al
is die nog zo klein, mag in deze dure tijden natuurlijk
absoluut niet gebeuren.
Kijkend naar de inhoud van de documentaire denk ik dat we
ondanks de genoemde gebreken, waaronder met name het
afraffelen van de tweede helft van de Eftelinggeschiedenis,
wel aardig tevreden kunnen zijn. Voor een uitzending die niet
langer mocht duren dan 47 minuten heeft de Efteling toch de
belangrijkste aspecten van haar historie weten te vertellen.
De vele momenten met uniek beeldmateriaal en de interviews met bekende Eftelingers (Ton van de Ven toch weer in het bijzonder)
zijn beelden die iedere Eftelingfan gezien moet hebben. Samen
met het jubileumboek “Kroniek van een Sprookje” toont
deze documentaire toch wel aan dat de Efteling interesse heeft
in tenminste de beginjaren van haar geschiedenis. Alles bij
elkaar heeft het park toch aardig de moeite genomen om haar
liefhebbers en bezoekers te plezieren met zoveel
jubileumsouvenirs: het herdrukte openingsaffiche,
het
jubileumboek, de jubileumpostzegels, de
jubileumtentoonstelling in de Bonte Harlekeyn en ook deze
documentaire. Dit alles samen is in ieder geval een troost
voor eenieder die niet zo weg is van de jubileumattractie zelf.
|
|
|
|
|