De Geschiedenisrubriek ~ Een onvervalst stukje geschiedvervalsing (1952-1961 vervolg)
 

 


De Jaren Vijftig (Vervolg)

1957
Om het eerste lustrum van het park te vieren wordt de Ingang van het Sprookjesbos geopend. Burgemeester van der Heijden vond al sinds de opening van de Efteling in haar nieuwe opzet dat het hart van het park een waardige entree verdiende, grootser dan de eenvoudige poort met de twee heksen. De nieuwe entree komt er, in de vorm van een door Anton Pieck ontworpen bouwwerk waarin twee poorten verwerkt zijn. De onder een trapgevel gelegen rechterpoort is de hoofdingang van het Sprookjesbos en leidt naar het kasteel van Doornroosje, terwijl de links gelegen en tevens grootste poort leidt naar achterliggende parkdelen. Boven de rechterpoort prijkt in drie dimensies een beeltenis van Klein Duimpje, die zijn hoed afneemt en zo de bezoekers verwelkomt. Links van de linkerpoort staat dan nog een schuilhut met daarin een fontein, waarboven een beeld van een kabouter bezoekers naar de ingangspoort van het Sprookjesbos wijst. Op de muren van de schuilhut zijn als prelude op wat er komen gaat verweerde wandschilderingen van de sprookjes te zien.
    Op het Kastelenplein kunnen bezoekers voor het eerst de Gekleurde Duiven van Genoveva bewonderen. Achter de grot van Sneeuwwitje is een duiventil gebouwd waar de duiven zijn ondergebracht. De duiven worden vier keer per jaar met een speciale verf in verschillende kleuren geverfd.
    Achter de Stoomcarrousel opent de Efteling de Schuilloods annex Rolschaatsbaan, waarin bezoekers tijdens hevige regenval kunnen schuilen. De loods wordt in 1971 omgebouwd tot de Dioramahal.

De Ingang van het Sprookjesbos Klein Duimpje, op de gevel van de Ingang van het Sprookjesbos De Gekleurde Duiven van Genoveva

1958
Al jaren is Peter Reijnders op zoek naar een manier om een vliegend tapijt te introduceren in het Sprookjesbos, maar geen enkele bestaande techniek doet hem erin slagen de illusie van vliegen op te wekken. Reijnders weet eindelijk toch weer het onoverkomelijke te overkomen en vindt een manier om De Vliegende Fakir te laten vliegen.
    Op een regenachtige dag ziet hij tijdens een bruidsreportage voor een kennis glinsterende bolletjes in de lucht zweven. Het blijken waterdruppels te zijn die langs telefoondraden voortglijden. De draden lijken onzichtbaar omdat ze wegvallen tegen metselvoegen van een daarachter gelegen kerkmuur. De verbindingsmuur tussen twee al eerder geschetste torens waartussen de fakir op en neer moest vliegen wordt aldus op dezelfde manier ontworpen, waarbij de horizontale voegen in de muur en de baan van het vliegende tapijt samenvallen.
    Ook voor de duizend rode en duizend gele tulpen in de tuin schudt Peter Reijnders weer een verbazingwekkend simpele techniek uit zijn mouw. Door het water vanuit het bassin met de gele tulpen over te pompen naar het andere bassin lijkt het net alsof de rode tulpen gaan bloeien en de gele verdwijnen en vice versa. De tulpen dreven in eerste instantie door middel van een kurk op de waterspiegel. Op den duur namen de kurken echter zoveel water op dat ze zonken. Er werden daarna nog proeven gedaan met onder andere kurken met een lijmlaagje, plastic eitjes, glazen monsterflesjes en plastic bekers.
    Uiteindelijk kan de Fakir tussen zijn twee torens op en neer vliegen, terwijl hij door het spelen van zijn bezwerende muziek twee bloemenperken met rode en gele tulpen boven de grond probeert te houden. De muziek die hij speelt op zijn Shanai, een oosterse hobo, is een oud-perzische melodie, de ‘Sanai Gath’.
    Op het Anton Pieckplein verschijnt een wel heel bijzonder uurwerk. Onder een grote, gouden klok is in miniatuur een dorpspleintje te zien. Ieder kwartier komt hier een dolle stoet voorbij, met helemaal voorop Domoor die De Gouden Gans draagt. De luikjes bij het raam van het kasteel in het midden gaan open en het prinsesje begint te lachen. Doeltreffende Reijnders-eenvoud.

Reijnders en zijn vrouw controleren de Fakir aan de hand van Pieck's schetsen Voorstudie voor De Gouden Gans De Gouden Gans in aanbouw in de
ateliers van de Efteling

1959
De vele bezoekers die jaarlijks het park bezoeken brengen ook veel rotzooi met zich mee. Holle Bolle Gijs helpt vanaf 1959 de parkmedewerkers een handje met het opruimen van alle troep. Peter Reijnders bedenkt de onverzadigbare schrokop op basis van een oud kindergedichtje. Een kabouter roept om papier en wanneer kinderen dat de altijd hongerige Gijs geven, dan bedankt hij hen daar vriendelijk voor.
    Speeltuin Gijs is de eerste, maar zeker niet de laatste telg van de Familie Gijs die een plaatsje vindt in het park:

 
Overzicht der Holle Bolle Gijzen in 't park


Geeuwende Gijs vindt al snel een ligplaatsje tegenover het Carrouselpaleis.
De twee kinderen in de armen van Moeder Gijs schreien in de speeltuin om papier.
De kleine Baby Gijsje staat eerst eveneens in de Speeltuin maar wordt eind jaren ’90 verplaatst naar de Breughelbrink.
Wagen Gijs vraagt bij de Bosbewaker in het Sprookjesbos in vier verschillende talen om papier.
Boekanier Gijs wijst even verderop sinds 1973 naar zijn kanon voor ‘Papierrr daarrr!’. Het kanon lost een schot wanneer aan deze wens wordt voldaan.
Opa Gijs en zijn krassende kraai vragen op het Kastelenplein om papier. Zijn woord van dank, dat is ingesproken door Ton van de Ven, lijkt vanuit het diepst van de aarde te komen.
Bij de Kanovijver staat de bronzen Nauta Gijs, die al gorgelend vraagt om papier voor zijn twee bronzen vissen.
De kabouter op de rug van Zwijntje Gijs vraagt vanaf 1972 op de Breughelbrink om papier. Wanneer men dit verzoek honereert maakt het zwijntje een knorrend geluid als teken van dank.
Visje Gijs vraagt eerst bij de roeivijver om papier, maar wordt in 1984 verplaatst omdat daar Inca Gijs komt. Daarna wordt hij geplaatst op het plein tussen de Halve Maen en de Koggenmolen.
Draakje Gijs begint uit zijn neusgaten te roken als men hem papier toestopt. Gelukkig voor de bezoekers heeft de Efteling een kleine kabouter op zijn rug gezet, die het beest in bedwang weet te houden.
De ietwat brutale Matroos Gijs krijgt in 1977 een plaats achter het Spookslot.
De fakir bij de sissende Python Gijs vraagt sinds 1981 om papier en dankt de bezoekers vriendelijk wanneer men zijn slang voedert.
Inca Gijs siert in 1984 Uru Bamba op. Men hoort een plons wanneer men hem papier heeft toegediend.
Tiroler Gijs vraagt vanaf 1986 bij de uitgang van de Swiss Bob, tegenover ‘In den Vergulde Kobold’ om papier.
De op zes tonnen zittende kabouter bij Dronkaard Gijs vraagt vanaf 1997 bij het Dorstig Hart in het Uitpark om papier.
Olifant Gijs vraagt vanaf 2002 bij het Theater om papier en oude theaterprogrammas.
 

Heb je wel gehoord van die hollebollewagen, / Waar die Hollebolle Gijs in zat? / Die kon slokken, grote brokken / Een koe en een kalf / En een heel paard half / Een os en een stier / En zeven Tonnen bier / En een schuit met schapen / En nog kon Hollebolle Bijs / Van de honger niet slapen...

     
Nauta Gijs bij de Kanovijver Dronkaard Gijs bij het Dorstige Hart Zwijntje Gijs op de Breughelbrink
Python Gijs en Olifant Gijs bij het Theater Moeder Gijs in de speeltuin De kabouter bij Geeuwende Gijs

1960
De houten beeltenis van Roodkapje in het Sprookjesbos wordt vervangen door een meer omvangrijke uitbeelding van het sprookje. Een links en rechts door rotsen afgeschermd pad leidt naar het Huis van de Grootmoeder van Roodkapje. Roodkapje zelf staat buiten bij de deur en op een boomstronk achter haar zit Krakeeltje De Tamme Kraai zenuwachtig te kraaien. In het huisje zelf zit de wolf te likkebaarden, nadat hij zojuist Roodkapje’s grootmoeder heeft opgegeten. Terwijl uit luidsprekers het sprookje klinkt bewegen de figuren mee om het vertelde uit te beelden. Het effect wordt bereikt door middel van een voor de bezoeker onzichtbaar schijvensysteem met inkepingen dat in de kelder van het huisje staat. Het systeem is vergelijkbaar met het principe dat bij orgels gebruikt wordt. Zorgen de inkepingen daar voor muziek, hier worden er bewegingen mee verkregen.
    In navolging van het succes van de eierleggende Stenen Kip bezorgt de Efteling de fraters van Tilburg nog meer werk met de toevoeging van de Gekroonde Eend aan het parkaanbod. De eend legt in vijftien seconden eitjes met zilveren snoepjes erin, dezelfde die banketbakkers gebruiken om hun taarten te versieren. De fabriek waarbij ze besteld worden kan de enorme vraag nauwelijks aan en dreigt er zelfs van over de kop te gaan. De eerste twaalf jaar staat de Gekroonde Eend voor Het Theehuis, later wordt ze verplaatst naar de Breughelbrink, omdat de eierleggende kip te dicht in de buurt staat.


Hier is een eend / Die knipogend zegt / In 't ei zit zilver / Door mij gelegd

     
Het huisje van de grootmoeder
van Roodkapje
Interieur van het huisje Techniek voor De Gierige Vrek,
door Peter Reijnders

    Op het Anton-Pieckplein verschijnt een wel heel erg speciale wisselautomaat. In een klein huisje, ongeveer zo groot als dat van Speeltuin Gijs, woont de Gierige Vrek, een simpel gemaakte maar goed werkende wisselautomaat. Gooit de bezoeker 1 gulden in de automaat, dan krijgt hij er 9 dubbeltjes voor terug. Een nu zacht giechelende pop van een heks houdt ter vergroting der frustratie achter haar raam nog even het ingehouden dubbeltje omhoog.

1961
Het liefdeslaantje wordt aangevuld met de Dansende Dolfijn, die pal tegenover de liefdesbron op de muziek van ‘Old Man River’ (Klik hier om de muziek te beluisteren) waterfiguren spuit en zeer natuurgetrouw op en neer beweegt. Bovendien zingt de dolfijn zachtjes mee met de muziek. Anton Pieck ziet, perfectionistisch als altijd, persoonlijk toe op het realisme en de authenticiteit van de beweging.
    Een andere nieuwigheid is de interactieve plattegrond de Automatische Informateur. Als de bezoeker op een van de taalknoppen op het ervoor geplaatste paneel drukt begint een stem te vertellen hoe de vele attracties van de Efteling het gemakkelijkst te bereiken zijn, terwijl aanflitsende lichtjes op een grote, glazen plattegrond de besproken plaatsen markeren. Ook buitenlandse bezoekers kunnen van de diensten van de automatische informateur gebruik maken, want bij het indrukken van met English, Deutsch of Français gemerkte knoppen blijkt dat de spreker naast het Nederlands ook zijn vreemde talen uitstekend beheerst.


Wilt ge in 't park niey verdwalen / Dan kunt ge hier uw weg bepalen

    Voor de vele bezoekers, hongerig van al het spelen in de speeltuin, worden aan de balies van de Smulpaap vanaf dit jaar voor het eerst frites en snacks verkocht. Onder de voor de balies gelegen overkapping kan het snelvoer onder het rijm van Piet de Smeerpoets opgegeten worden.

Piet smijt alles in het rond; Papier en schillen op de grond; Alsof geen prullenmand bestond; Foei, zegt ieder die dat ziet,
Wat ben jij een smeerpoets Piet!; Zo iets doet men immers niet!!!
 
Reijnders' Automatische Informateur; immer behulpzaam. De fraaie ijskar die door het park trekt. Een vaste ijsstek was Pieck wellicht te veel? De Smulpaap op de Smulpaap.

    Ter gelegenheid van de viering van het decennium dat de speeltuin in gebruik is wordt tegenover de Siertuin een stenen beeld van een balletdanseres geplaatst met het opschrift “10 jaar kindervreugde”. Het beeldje is door vrienden van de Efteling aan het bestuur aangeboden en symboliseert de vreugde van de vele kinderen die in de eerste tien openingsjaren het park bezochten.

Kraanven

Op 23 mei 1961 wordt enkele kilometers ten zuiden van de Efteling bungalowpark Het Kraanven in exploitatie genomen. Op zestien hectaren bosterrein, gelegen op de grens van bossen en akkers zijn 40 luxe bungalows, een Café-Restaurant, een driedelig verwarmd Openluchtzwembad, een Speelvijver en een Tennisbaan gerealiseerd. Het stichtingsbestuur van de Efteling neemt zelf het initiatief tot de bouw van het park. Het bestuur wil door de realisatie van extra accommodaties verder groeien dan alleen een attractiepark.
    In de beginjaren zijn er voornamelijk op het organisatorische vlak problemen, maar wanneer deze kinderziektes worden opgelost weet Efteling-directeur Salet het park tot grote bloei te brengen. Door de jaren heen wordt de capaciteit van het bungalowpark te klein en raken de bungalows gedateerd. Er wordt daarom in 1981 besloten tot revitalisering en uitbreiding van het park. In later jaren wordt het Kraanven geïntegreerd in de plannen die de Efteling heeft voor de ontwikkeling van de Wereld van de Efteling, wat in 2002 opnieuw resulteert in een forse uitbreiding.
 
Plattegrond 1961, klik voor een vergroting -|- Kaart: Bram Elstak, © het WWCW 2005

 
Terug naar 1952          Verder naar het Navigatiescherm

 
 
© Het Wonderlijke WC Web, 2002 - 2005. Tekst: Jorn van de Wetering. Cartografie: Bram Elstak. Grafisch: Friso Geerlings