Om het eerste lustrum van het park te vieren wordt de Ingang
van het Sprookjesbos geopend. Burgemeester van der Heijden
vond al sinds de opening van de Efteling in haar nieuwe opzet
dat het hart van het park een waardige entree verdiende,
grootser dan de eenvoudige poort met de twee heksen. De nieuwe
entree komt er, in de vorm van een door Anton Pieck ontworpen
bouwwerk waarin twee poorten verwerkt zijn. De onder een
trapgevel gelegen rechterpoort is de hoofdingang van het
Sprookjesbos en leidt naar het kasteel van Doornroosje, terwijl
de links gelegen en tevens grootste poort leidt naar
achterliggende parkdelen. Boven de rechterpoort prijkt in drie
dimensies een beeltenis van Klein Duimpje, die zijn hoed afneemt
en zo de bezoekers verwelkomt. Links van de linkerpoort staat
dan nog een schuilhut met daarin een fontein, waarboven een
beeld van een kabouter bezoekers naar de ingangspoort van het
Sprookjesbos wijst. Op de muren van de schuilhut zijn als
prelude op wat er komen gaat verweerde wandschilderingen van de
sprookjes te zien.
Op het Kastelenplein kunnen bezoekers voor het eerst de
Gekleurde Duiven van Genoveva bewonderen. Achter de grot van
Sneeuwwitje is een duiventil gebouwd waar de duiven zijn
ondergebracht. De duiven worden vier keer per jaar met een
speciale verf in verschillende kleuren geverfd.
Achter de Stoomcarrousel opent de Efteling de Schuilloods
annex Rolschaatsbaan, waarin bezoekers tijdens hevige
regenval kunnen schuilen. De loods wordt in 1971 omgebouwd tot
de Dioramahal.
|
|
|
De Ingang van
het Sprookjesbos |
Klein Duimpje,
op de gevel van de Ingang van het Sprookjesbos |
De Gekleurde
Duiven van Genoveva |
Al jaren is Peter Reijnders op zoek naar een manier om een
vliegend tapijt te introduceren in het Sprookjesbos, maar geen
enkele bestaande techniek doet hem erin slagen de illusie van
vliegen op te wekken. Reijnders weet eindelijk toch weer het
onoverkomelijke te overkomen en vindt een manier om De
Vliegende Fakir te laten vliegen.
Op een regenachtige dag ziet hij tijdens een bruidsreportage
voor een kennis glinsterende bolletjes in de lucht zweven. Het
blijken waterdruppels te zijn die langs telefoondraden
voortglijden. De draden lijken onzichtbaar omdat ze wegvallen
tegen metselvoegen van een daarachter gelegen kerkmuur. De
verbindingsmuur tussen twee al eerder geschetste torens
waartussen de fakir op en neer moest vliegen wordt aldus op
dezelfde manier ontworpen, waarbij de horizontale voegen in de
muur en de baan van het vliegende tapijt samenvallen.
Ook voor de duizend rode en duizend gele tulpen in de tuin
schudt Peter Reijnders weer een verbazingwekkend simpele
techniek uit zijn mouw. Door het water vanuit het bassin met de
gele tulpen over te pompen naar het andere bassin lijkt het net
alsof de rode tulpen gaan bloeien en de gele verdwijnen en vice
versa. De tulpen dreven in eerste instantie door middel van een
kurk op de waterspiegel. Op den duur namen de kurken echter
zoveel water op dat ze zonken. Er werden daarna nog proeven
gedaan met onder andere kurken met een lijmlaagje, plastic
eitjes, glazen monsterflesjes en plastic bekers.
Uiteindelijk kan de Fakir tussen zijn twee torens op en neer
vliegen, terwijl hij door het spelen van zijn bezwerende muziek
twee bloemenperken met rode en gele tulpen boven de grond
probeert te houden. De muziek die hij speelt op zijn Shanai, een
oosterse hobo, is een oud-perzische melodie, de ‘Sanai Gath’.
Op het Anton Pieckplein verschijnt een wel heel bijzonder
uurwerk. Onder een grote, gouden klok is in miniatuur een
dorpspleintje te zien. Ieder kwartier komt hier een dolle stoet
voorbij, met helemaal voorop Domoor die De Gouden Gans
draagt. De luikjes bij het raam van het kasteel in het midden
gaan open en het prinsesje begint te lachen. Doeltreffende
Reijnders-eenvoud.
|
|
|
Reijnders en
zijn vrouw controleren de Fakir aan de hand van Pieck's
schetsen |
Voorstudie voor
De Gouden Gans |
De Gouden Gans
in aanbouw in de
ateliers van de Efteling |
De vele bezoekers die jaarlijks het park bezoeken brengen ook
veel rotzooi met zich mee. Holle Bolle Gijs helpt vanaf
1959 de parkmedewerkers een handje met het opruimen van alle
troep. Peter Reijnders bedenkt de onverzadigbare schrokop op
basis van een oud kindergedichtje. Een kabouter roept om papier
en wanneer kinderen dat de altijd hongerige Gijs geven, dan
bedankt hij hen daar vriendelijk voor.
Speeltuin Gijs is de eerste, maar zeker niet de
laatste telg van de Familie Gijs die een plaatsje vindt in het
park:
|
|
|
|
|
|
Nauta Gijs bij de Kanovijver |
Dronkaard Gijs
bij het Dorstige Hart |
Zwijntje Gijs op de
Breughelbrink |
|
|
|
Python Gijs en
Olifant Gijs bij het Theater |
Moeder Gijs in
de speeltuin |
De kabouter bij
Geeuwende Gijs |
De houten beeltenis
van Roodkapje in het Sprookjesbos wordt vervangen door een meer
omvangrijke uitbeelding van het sprookje. Een links en rechts
door rotsen afgeschermd pad leidt naar het Huis van de
Grootmoeder van Roodkapje. Roodkapje zelf staat buiten bij
de deur en op een boomstronk achter haar zit Krakeeltje De Tamme
Kraai zenuwachtig te kraaien. In het huisje zelf zit de wolf te
likkebaarden, nadat hij zojuist Roodkapje’s grootmoeder heeft
opgegeten. Terwijl uit luidsprekers het sprookje klinkt bewegen
de figuren mee om het vertelde uit te beelden. Het effect wordt
bereikt door middel van een voor de bezoeker onzichtbaar
schijvensysteem met inkepingen dat in de kelder van het huisje
staat. Het systeem is vergelijkbaar met het principe dat bij
orgels gebruikt wordt. Zorgen de inkepingen daar voor muziek,
hier worden er bewegingen mee verkregen.
In navolging van het succes van de eierleggende Stenen Kip
bezorgt de Efteling de fraters van Tilburg nog meer werk met de
toevoeging van de Gekroonde Eend aan het parkaanbod. De
eend legt in vijftien seconden eitjes met zilveren snoepjes erin,
dezelfde die banketbakkers gebruiken om hun taarten te versieren.
De fabriek waarbij ze besteld worden kan de enorme vraag
nauwelijks aan en dreigt er zelfs van over de kop te gaan. De
eerste twaalf jaar staat de Gekroonde Eend voor Het Theehuis,
later wordt ze verplaatst naar de Breughelbrink, omdat de
eierleggende kip te dicht in de buurt staat.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het huisje
van de grootmoeder
van Roodkapje |
Interieur
van het huisje |
Techniek
voor De Gierige Vrek,
door Peter Reijnders |
|
Op het Anton-Pieckplein
verschijnt een wel heel erg speciale wisselautomaat. In een
klein huisje, ongeveer zo groot als dat van Speeltuin Gijs,
woont de Gierige Vrek, een simpel gemaakte maar goed
werkende wisselautomaat. Gooit de bezoeker 1 gulden in de
automaat, dan krijgt hij er 9 dubbeltjes voor terug. Een nu
zacht giechelende pop van een heks houdt ter vergroting der
frustratie achter haar raam nog even het ingehouden dubbeltje
omhoog.
Het liefdeslaantje wordt aangevuld met de Dansende Dolfijn,
die pal tegenover de liefdesbron op de muziek van ‘Old Man
River’ () waterfiguren spuit en zeer natuurgetrouw op en neer
beweegt. Bovendien zingt de dolfijn zachtjes mee met de muziek.
Anton Pieck ziet, perfectionistisch als altijd, persoonlijk toe
op het realisme en de authenticiteit van de beweging.
Een andere nieuwigheid is de interactieve plattegrond de
Automatische Informateur. Als de bezoeker op een van de
taalknoppen op het ervoor geplaatste paneel drukt begint een
stem te vertellen hoe de vele attracties van de Efteling het
gemakkelijkst te bereiken zijn, terwijl aanflitsende lichtjes op
een grote, glazen plattegrond de besproken plaatsen markeren.
Ook buitenlandse bezoekers kunnen van de diensten van de
automatische informateur gebruik maken, want bij het indrukken
van met English, Deutsch of Français gemerkte knoppen blijkt dat
de spreker naast het Nederlands ook zijn vreemde talen
uitstekend beheerst.
|
|
|
Voor de vele bezoekers, hongerig van al het
spelen in de speeltuin, worden aan de balies van de Smulpaap
vanaf dit jaar voor het eerst frites en snacks verkocht. Onder
de voor de balies gelegen overkapping kan het snelvoer onder het
rijm van Piet de Smeerpoets opgegeten worden.
|
Piet smijt alles in het rond;
Papier en schillen op de grond;
Alsof geen prullenmand bestond;
Foei, zegt ieder die dat ziet,
Wat ben jij een smeerpoets Piet!;
Zo iets doet men immers niet!!!
|
|
|
|
Reijnders'
Automatische Informateur; immer behulpzaam. |
De fraaie
ijskar die door het park trekt. Een vaste ijsstek was
Pieck wellicht te veel? |
De Smulpaap
op de Smulpaap. |
|
Ter gelegenheid van de viering van het decennium dat de
speeltuin in gebruik is wordt tegenover de Siertuin een stenen
beeld van een balletdanseres geplaatst met het opschrift “10
jaar kindervreugde”. Het beeldje is door vrienden van de
Efteling aan het bestuur aangeboden en symboliseert de vreugde
van de vele kinderen die in de eerste tien openingsjaren het
park bezochten.
Kraanven
Op 23 mei 1961 wordt enkele kilometers ten zuiden van de
Efteling bungalowpark Het Kraanven in exploitatie
genomen. Op zestien hectaren bosterrein, gelegen op de grens
van bossen en akkers zijn 40 luxe bungalows, een
Café-Restaurant, een driedelig verwarmd
Openluchtzwembad, een Speelvijver en een
Tennisbaan gerealiseerd. Het stichtingsbestuur van de
Efteling neemt zelf het initiatief tot de bouw van het park.
Het bestuur wil door de realisatie van extra accommodaties
verder groeien dan alleen een attractiepark.
In de beginjaren zijn er voornamelijk op het organisatorische
vlak problemen, maar wanneer deze kinderziektes worden
opgelost weet Efteling-directeur Salet het park tot grote
bloei te brengen. Door de jaren heen wordt de capaciteit van
het bungalowpark te klein en raken de bungalows gedateerd.
Er wordt daarom in 1981 besloten tot revitalisering en
uitbreiding van het park. In later jaren wordt het Kraanven
geïntegreerd in de plannen die de Efteling heeft voor de
ontwikkeling van de Wereld van de Efteling, wat in 2002
opnieuw resulteert in een forse uitbreiding. |
|
|
|