De tekst van het Fata Morgana-Haremthemalied ('Wie
gaat er mee naar de Fata Morgana?'') gaat als
volgt:
Wie gaat er mee naar de
Fata Morgana?
Kom ga je mee in de Fata Morgana?
Ergens ver weg aan een
plein in het Anderrijk daar is een lang verboden
stad
Ton, Henny, Mari, Jan en Dré die hebben daarvoor
heel erg veel tijd gehad.
Fata Morgana opende de poorten in
negentienzesentachtig.
Ton, Henny, Mari, Jan en Dré die vonden het vast
allemaal echt prachtig!
Maar Lex Lemmens,
Die deed eigenlijk niet zo veel
Maar Lex Lemmens,
Die deed eigenlijk helemaal niks!
Ergens ver weg aan een
plein in het Anderrijk daar is een lang verboden
stad
Ton, Henny, Mari, Jan en Dré die hebben daarvoor
heel erg veel tijd gehad.
Fata Morgana opende de poorten in
negentienzesentachtig.
Ton, Henny, Mari, Jan en Dré die vonden het vast
allemaal echt prachtig!
Fata Mor -Fata Morgana!
Fata Mor- Fata Morgana!
Fata Mor- Fata Morgana!
Daar gaan wij, daar gaan wij heen!
Muziek:
Fata Morgana Haremthema © Ruud Bos.
Tekst: Wie gaat er mee naar de Fata
Morgana © Het WWCW & Fans - Jorn van de Wetering,
Bram Elstak, Paul Melssen, Ramon Heeren, Friso
Geerlings, Boukje Koop, Danny Kock, Wessel Wit
en Bram Verhoof
De gebaren voor het verhaal van Hugo zijn niet
zo moeilijk. Per zinsdeel is er één gebaar en/of
beweging, waarvan een aantal een paar keer terugkomt. Enkele voorbeelden:
bij het woord
'hart' legt u de hand op uw hart, bij het woord
'huis' vormt u met uw handen een dakje boven uw
hoofd, en bij het 'pasgeboren kind' maakt u met
beide armen een wiegende beweging. Let ook op de
meer dramatische momenten: steek op de juiste
momenten uw armen in wanhoop in de lucht, en
probeer de bijbehorende gezichtsuidrukkingen te
maken. Voor een volledige oefening in de Villa-Volta-pré-twee-bewegingen kunt u het beste
contact opnemen met een gecertificeerde
liefhebber die u de fijne kneepjes kan leren.
De Villa-Voltahoofdshowdans is eveneens zo
geleerd. Denk eraan dat u volledig op moet gaan
in de muziek. Het begin van de show wordt
ingeleid met allerlei handbewegingen die
precies op de klanken van de muziek passen,
gevolgd door een minuut lang vriendschappelijk
inhaken en lustig meedeinen in de eikenhouten
banken. Vervolgens, bij de vele
spanningsopbouwende crescendo’s en
decrescendo’s, weer wat extreme handbewegingen (probeer
de achtergrondviolen ook eens te volgen!), met
aan het slot weer wat armgezwaai ― dit keer
steekt u uw handen helemaal in de lucht, maar
niet te ver naar achteren natuurlijk ― terwijl u
geniet van de laatste klanken van het
synthesizergezang, waarna de Villa weer tot
rust komt.
In het Spookslot gaat u, net als Ton van de Ven
tijdens het programmeren van de show, staan op
de tribune en wijst, genietend van de prachtige
muziek van Saint-Saens, op exact de juiste
momenten de verschillende elementen van de show
aan die zich in beweging zetten. Vergeet u de
spots niet? Let ook op subtiliteiten als de
zingende bloemen en het bewegen van de uilen in
de nokken van de hoofdshow. Oog voor detail is
de basis van elk überfandom.
Carnaval Festival vergt natuurlijk allereerst
een vrolijke glimlach en een flinke portie
kinderlijke verbazing over al die gekke figuren
en hun clichématige voorstellingen. Bij het
Aziatische deel zult u merken dat er een
duidelijk trommelritme in het arrangement van Ruud
Bos te horen is. U maakt hier als liefhebber
natuurlijk gebruik van door éxact in de maat uw
voet te laten meetappen in uw wagentje. Tevens
dient u, zoals het een welopgevoede
Efteling-fanaat betaamt, bij het langskomen van
de buigende Aziatische heren hun beweging
(compleet met tegen elkaar gevouwen handen) in
spiegelbeeld na te doen. Direct daarna een
quasi-worstelbeweging uitvoeren is op zich ook
een delicatesse, maar slechts voorbehouden aan
zij die die buiging al tot vervelens toe gemaakt
hebben. |