Plaat 9 - Spoken op de Efteling |
|
|
Plaat 9 is
een typisch voorbeeld van een bijzonder geslaagde productie.
Hoewel niet gebaseerd op bestaande, traditionele sprookjes, zijn
de vertellingen toch van een hoog en vooral consistent niveau.
De plaat heeft als hoofdthema het Spookslot (dat hier
vreemdgenoeg regelmatig Spookkasteel genoemd wordt). In drie van
de vier verhalen speelt het slot dan ook een rol. Het vierde
verhaal speelt zich af rond de Stoomcarrousel. Het lijkt alsof
men, om dit verhaal toch nog een beetje in te passen binnen het
spokenthema van de plaat, heeft gekozen om de hoofdrollen
hiervan te laten vertolken door een heks en een vervelende
kabouter.
Opvallend is het feit dat het verhaal dat in het Spookslot zelf
te horen is - dat van de graaf van Kapelle van Kaatsheuvel, zijn
dochter Esmeralda en de heks Visculamia - niet op deze plaat
voorkomt. Eerlijk is eerlijk: we missen het ook niet echt.
Hoewel dit verhaal namelijk een voortreffelijk ingesproken en
verder aardige moodsetter is binnen het slot, is het als op
zichzelfstaande vertelling een nogal incoherent prutswerkje. De
vertellingen die wel op de plaat terecht zijn gekomen zijn
gelukkig een stuk beter doordacht en veel minder gekunstelt.
De liedjes van deze plaat zijn van een ongekend niveau binnen de
complete serie Efteling LP's. Het kinderkoor dat ze in heeft
gezongen is duidelijk een stuk "moderner" dan van de eerste
platen uit de reeks en probeert minder om onze trommelvliezen
keer op keer te doen springen. Ook de muziek onder de liedjes is
best ok. Samen zorgt dit voor een aantal hoogtepunten uit de
collectie sprookjes LP's. We noemen hierbij speciaal "Jannes,
vertel es" en "Er gaat een jongen op reis om het griezelen te
leren".
Bijzonder intressant is het gebruik van een flink aantal
originele Spookslotgeluiden op deze LP. Een aantal van deze
geluiden is zelfs inmiddels niet meer te horen in de Efteling
zelf! Zo horen we onder andere vrij aan het begin van "Het
spookkasteel" enkele katachtige geluiden (kabouter Jannes hoort
ze vanuit het kasteel). Deze geluiden waren oorspronkelijk te
horen in de ronde zaal (met de kroonluchter) voor deze vervangen
werden door de wat goedkope horrorgeluiden van nu. In het
verhaal "De jongen die op reis ging om het griezelen te leren"
horen we tegen het einde ook het originele geluid van de
monniken uit de kloostertuin. Deze klonken vroeger niet zo
"gregoriaans" als tegenwoordig, maar meer als vreemde achteruit
afgespeelde platen.
Al met al is plaat 9 zeker één van de beste uit de serie.
Misschien zelfs wel dé beste. Maar daar is zelfs het WWCW-team
nog niet helemaal uit...
|
|
|
|
Het spookkasteel |
|
Vier oude kaboutervaders waren een hele dag op pad door het donkere
bos om een stuk vruchtbare grond te zoeken om vruchtenboompjes in te
planten. De Kabouterkinderen waren zo dol op vruchten dat ze aan hun
eigen bomen niet genoeg hadden. De Kabouters waren een heel eind van
huis geraakt op hun zoektocht en ze waren erg moe van de wandeling.
‘s Avonds besloten ze om te gaan slapen in een konijnenhol, maar
kabouter
Jannes, Jannes ging de wacht houden. Tijdens deze wacht hoorde hij
enkele vreemde geluiden in de verte. Hij besloot op onderzoek uit te
gaan en volgde de angstaanjagende geluiden en raakte nog verder in
het bos dan dat hij al was. Toen hij steeds dichterbij kwam ontdekte
hij een groot wit spookkasteel met een grote toren, een dikke deur
en vlak voor de deur een kerkhof. Hij ging snel terug naar de andere
kabouters om het grote nieuws te melden en ze gingen met z’n drieën
terug naar het spookkasteel. Kabouter Hazenhart bleef achter om de
wacht bij het konijnenhol te houden, want hij vond de verhalen té
griezelig.
Aangekomen bij het spookkasteel waren de andere kabouters erg onder
de indruk van wat ze zagen en ze besloten om naar binnen te gaan
door de grote zware deur. Binnen zagen ze de meest angstaanjagende
dingen, ogen die hen volgden, een grote kandelaar die dreigend heen
en weer
bewoog, maar bang
waren de kleine moedige kabouters niet, zelfs niet voor de Oosterse
Geest. Het was griezelig wat ze zagen, maar aan de andere kant
hadden ze geen reden
om bang te zijn, want het had allemaal ook iets vriendelijks. In de
grote zaal van het kasteel waren ze zo verbaasd dat ze geen woord
meer konden uitbrengen, want daar dansten de schimmen, zwierden de
geesten en dartelden
de duiveltjes. De oude kaboutervaders hadden nog nooit zoiets
spannends gezien maar ze besloten toch om zo onopvallend mogelijk
het kasteel weer te verlaten.
Eenmaal buiten liepen ze snel naar kabouter Hazenhart om alles te
vertellen wat ze gezien hadden. Hazenhart had intussen ook niet
stilgezeten, in het konijnenhol had hij een boek gevonden, een boek
van een ridder die vroeger in het kasteel woonde. Daarin schreef hij
dat alle spoken en geesten van de wereld in het kasteel woonden en
de ridder had ze gedresseerd zodat ze niemand kwaad konden doen.
Maar voor de kabouters was het dubbel feest, want in het boek stond
dat er velen
stukken vruchtbare
grond rondom het kasteel lagen,
dus hadden ze toch nog gevonden wat ze zochten.
|
Instrumentale versie van
"Vier oude kaboutervaders" |
|
Vier oude
kaboutervaders
Vier oude kaboutervaders,
gingen op zoek
naar een nieuw stuk grond.
Ze zochten zich de mik-mak,
maar niemand die 't vond.
Niemand die ‘n nieuw stukje grond vond
|
Download
de MP3
|
|
Download de MP3
|
Zangtips: - |
|
Zangtips: - |
|
|
|
Jannes vertel es
Jannes vertel es,
is het echt zo griezelig,
Jannes vertel es,
hoe ziet het daar nou uit.
Jannes vertel es,
zijn daar ook echte spoken,
Jannes vertel es,
wat voeren zij daar uit.
|
|
Gezang van de
"oude" monniken |
Download de MP3
|
|
Download de
MP3 |
Zangtips: denk aan
Uw kindertijd en herinner dat moment dat moeder thuis kwam met
een kindersurprise terwijl U meezingt |
|
Zangtips: oefen in
het Latijn, neem het op, vertraag en speel achteruit af. Voila! |
|
|
|
Iedereen mag komen kijken
Iedereen mag komen kijken,
naar het Spookslot, naar het Spookslot.
Iedereen mag komen kijken,
het is spannend echt waar.
Lekker lekker lekker griezelen,
griezelen maar!
|
|
|
Download de MP3
|
|
|
Zangtips: zing als
een 16-jarig ventje dat thuis een mini-spookslotje heeft. |
|
|
|
|
|
|
De jongen die op reis ging om het griezelen te leren |
|
Er was
eens een oude vader met twee zoons. De oudste was slim en verstandig,
maar de jongste was dom en kon helemaal niets leren, maar het
raarste van alles… hij kon niet griezelen en dat wilde hij wél graag
leren. Zijn vader stuurde hem daarop naar de koster toe, want die
kon het hem vast wel leren. De koster vertelde hem dat er boven in de
klokkentoren een spook zat, dus als de klok begon te luiden, moest
de jongen maar naar boven klimmen om het spook een lesje te leren.
De koster ging echter met een wit laken over zijn hoofd naar boven
om de jongen te laten schrikken en begon de klok te luiden. De
jongen was helemaal niet bang en duwde het ‘spook’ naar beneden
waardoor de koster zijn been brak. De jongen werd meteen ontslagen
dus had hij nog steeds niet geleerd hoe je moest griezelen.
Na een hele tijd lopen, kwam hij een paard en wagen tegen en de man
erin bood hem aan om in te stappen. De jongen vertelde de man dat
hij op weg was om het griezelen te leren. De man zei dat hij op het
paleis van de koning moest zijn. In het bos van de koning stond
namelijk een spookkasteel en als je daar drie dagen en nachten kon
blijven, mocht je zijn dochter trouwen. Naast zijn verblijf in het
spookkasteel moest hij de tweede regel van een liedje afmaken;
"Spoken en geesten en duivels en draken …"
De jongen ging naar het spookslot voor zijn eerste dag en nacht
tussen de spoken en geesten. Hij zag vreemde dingen zoals
doodshoofden die naar hem knikten. Maar hij schrok er niet van. Ook
de grote kaarsenkroon die bijna op zijn hoofd viel was niet te eng
voor hem. Hij ging terug naar de koning om verslag te doen van zijn
eerste dag en nacht, maar de tweede zin van het liedje wist hij nog
niet, dus moest hij weer terug naar het kasteel.
Nu zag hij een grote Oosterse Geest die een zacht licht uitstraalde
en een bol in zijn handen hield. In die glazen bol zat het hoofd van
een meisje, maar na een tijdje veranderde deze in een doodshoofd. De
jongen moest er wederom erg om lachen toen hij zijn belevenissen aan
de koning vertelde. Maar de tweede zin van het liedje wist hij nog
steeds niet, dus moest hij voor de laatste keer terug naar het
kasteel. Nu zag hij het meest spannende… de grote zaal van het
kasteel, vol met spoken, geesten, enge geluiden en lichtflitsen. Ook
hier moest hij hard om lachen en hij vermaakte zich kostelijk. Toen
hij de poort van het paleis door liep schoot hem de tweede zin van
het liedje hem te binnen: "Spoken en geesten en duivels en draken..."
"Kunnen mij nooit aan het griezelen maken!". Dat was precies de
regel die de koning wilde horen en de hele hofhouding zong het
liedje uit volle borst mee. De jongen mocht trouwen met de prinses,
maar ze vond het maar raar dat hij nog nooit had gegriezeld. Daarom
legde ze op een avond drie kikkers in zijn bed. De jongen schrok
hiervan zo erg dat hij nu toch nog wist wat écht griezelen was.
|
Instrumentale versie van
"Er gaat een jongen op reis..." |
|
Er gaat een jongen op reis...
Er gaat een jongen,
op reis om het griezelen te leren.
Angst en bangigheid kent hij niet.
Als een ander beeft,
en bibbert van ellende,
fluit hij nog vrolijk,
het hoogste lied.
Want griezelen… kan hij niet.
|
Download de MP3
|
|
Download de
MP3
|
Zangtips: - |
|
Zangtips: - |
|
|
|
Zal hij schrikken...
Zal hij schrikken van de geluiden,
van het gillen van het spook.
Van de draken op de daken,
van het vuur van de rook.
We zullen wel zien,
we zullen wel zien.
|
|
Geluiden uit de voorshow |
Download de MP3
|
|
Download de MP3
|
Zangtips: zing als
iemand die een hele slechte grap heeft voorbereid en een beetje
angstig is voor de uitvoering ervan. |
|
Zangtips: slechts
zorgvuldig sterven met de nodige vervloekingen en vervolgens als
ondode terugkeren zal u in staat stellen dit te immiteren. |
|
|
|
Gezang van de
"oude" monniken
|
|
Spoken en geesten...
Spoken en geesten
en duivels en draken,
kunnen mij nooit
aan het griezelen maken.
|
Download de MP3
|
|
Download de MP3
|
Zangtips: oefen in
het Latijn, neem het op, vertraag en speel achteruit af. Voila! |
|
Zangtips: - |
|
|
|
Eindelijk, eindelijk
Eindelijk, eindelijk
is hij geschrokken,
eindelijk, eindelijk
was hij toch bang.
‘T was heel bijzonder
en ‘n heel stuk gezonder,
en zij leefden nog lang,
griezelig lang.
|
|
|
Download de MP3
|
|
|
Zangtips: zing zoals
je zou zingen als dat ellendige steentje uit je schoenen is na
een dag lopen. |
|
|
|
|
|
|
Spoken op de Efteling |
|
Jaren geleden werd de Efteling geplaagd door enkele vreemde wezens.
Ze hadden grote vleugels en ze leken op enorme vleermuizen. Ze
heetten "Vlederikken" en ze waren heuse plaaggeesten voor alle
bewoners van het altijd zo vredige sprookjesbos. Ze maakten de
sprookjesbosbewoners bang en ze werden brutaler en brutaler.
Op een dag zag Langnek dat het niet meer verder kon op deze manier
en hij riep het hele sprookjesbos bij elkaar om te bespreken hoe ze
de Vlederikken weg konden jagen. Kabouter Spillebeen kwam met het
idee om de Fakir te vragen of hij wilde helpen door met zijn magische
fluit de Vlederikken te betoveren en ze weg te jagen uit de Efteling.
Doornroosje en Kabouter Spillenbeen gingen naar de Fakir toe om zijn
hulp te vragen. De Fakir stemde in, en stelde zijn nederige krachten
beschikbaar om de sprookjesfiguren te helpen. Iedereen hoorde de
wonderschone muziek van de Fakir en de Vlederikken vlogen betoverd
door de magische klanken achter hem aan, tot ver buiten het
Sprookjesbos. Maar helaas, de volgende nacht waren ze er weer en ze
waren wederom de plaaggeesten van de sprookjesfiguren.
Doornroosje en de Kabouter gingen wederom naar de Fakir, en deze
bood weer aan om te helpen. Hij lokte met zijn muziek nogmaals alle
Vlederikken achter zich aan en de Fakir vloog nog verder weg op zijn
tapijt dan de nacht ervoor. Na enkele dagen waren de gemene
Vlederikken wéér terug en zorgden voor een waar schrikbewind over de
sprookjesbosbewoners. Voor de derde keer gingen Doornroosje en
Kabouter Spillenbeen naar de oude wijze Fakir toe om hem nogmaals om
raad te vragen. Hij probeerde voor de derde keer om de boze
Vlederikken te verjagen, maar deze keer had hij een heel ander plan
met deze kwelgeesten. De Fakir vloog naar het grote spookkasteel van
de Efteling. Hij vloog lager en lager met de Vlederikken achter zich
aan. De deur van het kasteel ging open,en de Vlederikken vlogen
betoverd door de fluit één voor één het kasteel binnen, waarna de
deuren met een grote klap dicht sloegen. De Vlederikken waren
voorgoed opgesloten in het spookslot en de sprookjesbosbewoners
konden weer veilig en vredig verder leven.
|
Instrumentale versie van
"Daar zijn de Vlederikken" |
|
Daar zijn de Vlederikken
Daar zijn de vlederikken in de nacht.
Ze vliegen, gieren, graaien, kraaien.
Pas maar op ze willen jagen,
midden in de nacht.
|
Download de MP3
|
|
Download de MP3
|
Zangtips: - |
|
Zangtips: - |
|
|
|
Is er dan niemand...
Is er dan niemand die ze verjagen kan,
weg uit het sprookjesbos?
Wie jaagt ze op de vlucht?
Wie jaagt ze op de vlucht?
|
|
De poort is gesloten
De poort is gesloten,
’t gevaar is voorbij.
Weg zijn de plaaggeesten,
iedereen is blij.
Overal dansen de elfjes,
met de kabouters,
Tiereldidij.
Overal dansen de elfjes,
met de kabouters,
Tiereldidij.
|
Download
de MP3
|
|
Download de MP3
|
Zangtips: denk aan
Uw nachtelijke irritaties bij een muggenplaag, en zing dan mee. |
|
Zangtips: haak in
met de dichtstbijzijnde persoon in Uw omgeving en maak een
vreugdedansje terwijl U dit lied meezingt. |
|
|
|
|
De Stoomcarrousel |
|
De Stoomcarrousel in de Efteling draait al jaren en jaren vrolijk in
het rond en geeft de kinderen al die jaren ook al ontzettend veel
plezier. Als het volle maan is in de Efteling, mogen ’s nachts, als
alle mensen weg zijn, ook de sprookjesfiguren een ritje op de
carrousel maken. Alleen vriendelijke, plezierige figuren mogen
erop… voor het gespuis is de draaimolen verboden. Zo ook voor de
Heks van Hans en Grietje en de treiterkabouter Kobold.
Toen ze elkaar op een avond tegenkwamen smeedden ze samen een slinks
plan om ook een keertje op de carrousel te kunnen draaien. De
Treiterkabouter dacht en dacht en kwam tot de oplossing. Hij zou
gaan spieken bij de carrouselbaas om stiekem te kijken hoe die
bediend
wordt en zo konden ze samen op de carrousel als er niemand anders
meer was. Op een donkere avond vlogen ze samen op de bezem van de
heks naar de carrousel om te kijken hoe het apparaat werkt. Door een
gat konden ze precies zien hoe de baas van de draaimolen het
apparaat bestuurde en de kabouter wist na een tijdje precies hoe de
carrousel werkt.
De volgende nacht vlogen ze wederom naar de carrousel, maar nu niet
om stiekem te spieken, maar om erop te rijden. De Kabouter zette de
carrousel aan en de heks trok per ongeluk aan de stoomfluit wat een
enorm lawaai maakte. De draaimolen begon te draaien en ze hadden
ontzettend veel plezier, want het was immers de eerste keer dat ze
op de molen zaten. Maar wat gebeurde er…? De carrousel begon
harder en harder te draaien en de Kabouter en de Heks wisten niet meer wat ze
moesten doen. Ze maakten zo’n lawaai dat iedereen in het sprookjesbos
er wakker van werd. Ze schreeuwden van paniek en vroegen de Fakir om
vergiffenis en om het apparaat te laten stoppen, maar de Fakir wilde
er niks van weten en liet de draaimolen draaien en draaien. De Heks
en de Kabouter vroegen het nog eens en de Fakir zei dat hij alleen
zou helpen als Kobold en de Heks nooit meer zouden plagen en
treiteren. De Heks en de Kabouter beloofden dat, en de Fakir stopte
de carrousel. De Heks en de Kabouter werden weer terug gezet op hun
eigen plek in het bos en ze zijn er nooit meer vanaf gekomen.
Want… de carrousel is immers voor de kinderen en niet voor boze,
kwade sprookjesfiguren!
|
De stoomcarrousel draait
De stoomcarrousel draait,
en het orgel speelt.
De schommeltjes zwieren en zwaaien.
Tingeling stap maar in,
want we hebben wel zin.
Stoomcarrousel ga maar weer draaien.
|
|
Wat moet dat daar?
Wat moet dat daar?
Wat moet dat daar?
Zie je dat wel,
bij de stoomcarrousel?
Midden in de nacht,
is dat niet verdacht?
Wie heeft dat ding nou
op gang gebracht?
|
Download de MP3
|
|
Download de MP3
|
Zangtip: stop een aardappel in Uw keel, en zing uit volle borst
mee. |
|
Zangtip: zing als een TD’er die midden in de nacht een stel
Eftelingfreaks snapt. |
|
|
|
De stoomcarrousel draait
(reprise)
De stoomcarrousel draait,
en het orgel speelt.
De schommeltjes zwieren en zwaaien.
Tingeling stap maar in,
want we hebben wel zin.
Stoomcarrousel ga maar weer draaien.
|
|
|
Download de MP3
|
|
|
Zangtips: let op uw
Leidse errr. |
|
|
|
|
|
|
Teksten: ©
het WWCW 2001 - Muziek: © de oorspronkelijke rechthebbenden |