“Walt Disney spent a great deal of time studying
Pieck's work at Eftling before beginning his own parks.”
Dit citaat is afkomstig uit een folder van de IAAPA, de
grote internationale organisatie van bedrijven in de
amusementsbranche. Behalve dat men er in slaagt de naam
Efteling verkeerd te spellen, rakelt dit korte zinnetje
ook een verhaal op dat geregeld de kop opsteekt onder
Eftelingliefhebbers: voordat hij Disneyland (Anaheim,
Californie) in 1955 opende stak Walt eerst uitgebreid zijn
licht op in een aantal Europese parken. Daarbij, aldus dit
verhaal, bezocht hij ook de Efteling en daar vond hij
inspiratie voor zijn eigen park.
Zo op het eerste gezicht lijkt het nog niet eens zo
ongeloofwaardig: in 1952 opende het Sprookjesbos, waarmee
de kiem gelegd werd voor het park de Efteling zoals we dat
nu kennen. Disneyland opende drie jaar later, in 1955, en
in de vroege jaren vijftig maakte Walt diverse reizen naar
Europa. Waarom zou hij op een van die reizen gaan lucht
gekregen hebben van dat pas geopende sprookjespark in
Kaatsheuvel?
|
|
Maar hoe mooi het verhaal ook klinkt, iedereen die de
moeite neemt te zoeken naar bewijzen ervoor zal al snel
getroffen worden door het volkomen ontbreken van ook maar
het geringste aanknopingspunt. De reisdagboeken van Walt
maken nergens melding van de Efteling. Die dagboeken geven
een aardig inzicht in Walt's reizen, maar zijn helaas erg
summier waar het zijn Europese uitstapjes betreft. Leven
en werk van Walt zijn echter ook elders gedocumenteerd, en
nergens kan men dan ook beter terecht dan bij de doorgaans
buitengewoon goed geïnformeerde Walt Disney Archives in
Burbank, Californië. Ook daar is echter niets bekend over
een mogelijk bezoek aan Kaatsheuvel. Nergens in Walt's
correspondentie uit de eerste helft van de jaren vijftig
valt de naam van de Efteling. Hij is wel degelijk in
Nederland geweest. In de zomer van 1951 om precies te
zijn. Maar voor bekend bezocht hij toen alleen Amsterdam.
De Nederlandse kranten maakten nauwelijks melding van dit
bezoek, en de precieze gangen van Walt zijn niet meer na
te gaan. Maar De Efteling bestond toen nog uit niet meer
dan een theehuis met speeltuin, zodat het
vrijweluitgesloten is dat hij zich daardoor heeft laten
inspireren.
Volgens 'Admiral' Joe Fowler, jarenlang een van Walt's
naaste medewerkers, waren er twee Europese parken die Walt
altijd met name noemde. Eén daarvan is Tivoli in
Kopenhagen, dat hij op 5 juli 1951 bezocht, tijdens
dezelfde reis waarop hij ook Amsterdam aandeed.
Verschillende medewerkers van Walt bevestigen dat hij
Disneyland beschouwde als geïnspireerd door Tivoli. In
zijn biografie: 'Walt Disney: An American Original'
schrijft Bob Thomas:
“It
was spotless and brightly colored and priced within
the reach of everyone. The gaiety of the music, the
excellence of the food and drink, the warm courtesy
of the employees - everything combined for a
pleasurable experience. "Now this is what an
amusement park should be!" Walt Enthused to [Mrs.
Disney].” |
Ooit beschikte Tivoli over een klein museum, maar dit is
enige tijd terug helaas gesloten. Het park kon mij dan ook
geen verdere informatie geven over Walt's bezoek aan het
park. Jammer, want wellicht had dit aanwijzingen
opgeleverd voor een eventueel bezoek aan de Efteling.
Het tweede park dat Walt met name noemde was Madurodam in
Den Haag. In welke mate dit een inspiratiebron vormde valt
op te maken uit de eerste ontwerpen voor Disneyland.
Daarop is een miniatuurland gepland onder de naam 'Lilliputian
Land', waar nadrukkelijk de geest van Madurodam in
rondwaart. Dit plan is echter nooit ten uitvoer gebracht.
Een vage echo ervan klinkt tegenwoordig nog door in
Storybook Land, een attractie in Disneyland1.
Een belangrijke sleutel tot de oplossing van het raadsel
van Walt's bezoek zou bij de Efteling zelf kunnen liggen.
Als hij het park immers bezocht heeft zou dat op z'n minst
in de annalen van het park z'n sporen moeten hebben
nagelaten. Tijdenlang was het park echter weinig
behulpzaam. Het ontbreken van een fatsoenlijk archief
speelde het park hierbij wellicht parten. Off the record
bevestigden bronnen binnen het park dat men er van
overtuigd was dat Walt het park inderdaad bezocht heeft.
Anton Pieck zou hem zelfs de hand geschud hebben. Een foto
van die toch wel historische ontmoeting bestond echter
niet.
Bij de Anton Pieck Club Nederland wist men niets van een
dergelijke ontmoeting, en evenmin kon men daar bronnen
vinden die dit konden bevestigen. Als zo'n ontmoeting
inderdaad plaatsgevonden had was dat blijkbaar in het
allerdiepste geheim gebeurd.
In deze onbevredigende situatie kwam gelukkig een einde in
mei 2002. Toen verscheen het prachtige boek: "De Efteling:
Kroniek van een Sprookje". Met deze uitgave zette het park
haar gouden jubileum luister bij, en ook de kwestie Walt
kreeg daarbij aandacht.
In het boek is het volgende opmerkelijke relaas te horen,
opgetekend uit de mond van voormalig Eftelingkopstuk
Reinoud van Assendelft de Coningh:
“'Als
PR-man ben ik er verantwoordelijk voor geweest dat
het verhaal over de aanwezigheid van Walt Disney in
de Efteling in de wereld is gekomen. Ik zei ooit
tegen een aantal verslaggevers dat Walt Disnsey best
wel eens in de Efteling geweest zou kunnen zijn.
Bekend was dat hij voor zijn plannen om een
attractiepark in de VS te bouwen ideeën in Europa
heeft opgedaan. Hij was in Denemarken, dat is zeker,
maar niemand weet of hij de Efteling ook bezocht.Er
zijn geen getuigen of foto's van. Nu zat ik, nadat
ik mijn verhaal aan de journalisten had verteld, in
een vliegtuig en las in het blad van die
vliegtuigmaatschappij dat Walt Disney ter inspiratie
in de Efteling was geweest.Het 'wellicht' was uit
het verhaal geschrapt. Het verhaal is zó'n eigen
leven gaan leiden dat zelfs de vice-president van
Disney, Ted Crowell, het relaas voor waar heeft
aangenomen. Hij zei bij de uitreiking van de
Applause Award in 1992 dat hij het niet gek vond dat
de Efteling die hoogste onderscheiding kreeg, want
het moest wel een fantastisch park zijn als Walt
Disney er was geweest en er inspiratie had
opgedaan....'” |
Hoewel
met dit verhaal nog niet alle vragen beantwoord zijn,
lijkt er vooralsnog weinig reden om van Assendelft's
reconstructie in twijfel te trekken. Eén vraag blijft
echter nog onbeantwoord. Waarom willen veel
Eftelingliefhebbers toch zo graag geloven dat Walt in
Kaatsheuvel geweest is? Voor het antwoord daarop moeten we
kijken naar de positie die Walt Disney inneemt in de
wereld van de attractieparken. Hoewel Walt geenszins de
uitvinder is van dit soort parken, kun je gerust stellen
dat hij het begrip gedefinieerd heeft. Net zoals hij in de
jaren voor de tweede wereldoorlog het begrip animatiefilm
definieerde gaf hij, daarbij uiteraard gesteund door vele
naaste medewerkers, het begrip amusementspark een nieuwe
dimensie. In zekere zin vond hij het begrip zelfs opnieuw
uit. En hoe je ook over leven en werk van de man denkt,
het valt niet te ontkennen dat de ontwikkeling van de Disneyparken een waterscheiding betekende in de
geschiedenis van attractieparken en attracties. In hun
pogingen de toch al roemrijke geschiedenis van de Efteling
nog verder te vergulden hopen sommige fans wellicht iets
van die allesoverheersende rol van Walt ook op 'hun' park
af te laten stralen. Wellicht werd dit nog versterkt door
het feit dat sommige doorgedraaide fans Disney als de
natuurlijke vijand van de Efteling zijn gaan zien. Wat zou
er dan mooier zijn dan een Walt die alles doodleuk gejat
heeft en er vervolgens goede sier mee maakte? Het spreekt
voor zich dat de uitglijder van van Assendelft in zo'n
gedachtegang moeiteloos een plaatsje kon vinden. Daarna is
het een eigen leven gaan leiden, om tenslotte opgepikt te
worden door schijnbaar onverdachte bronnen bij de IAAPA en
bij de Efteling zelf.
Overigens is de Walt Disney Company jaren na de dood van
haar oprichter wel degelijk op de hoogte van het bestaan
van De Efteling. Zo rouleren er bij de afdeling
Imagineering (verantwoordelijk voor de attracties)
homevideo's van Fata Morgana waar men erg enthousiast over
is. Men wisselt over en weer ervaringen uit, en in de
Eftelingburelen prijkt een beeld van de muizen uit
Cinderella. Een geschenk van Disney voor de hulp bij het
realiseren van hun eerste Europese park. En in de
autobiografie Werk in Uitvoering van Disneytopman Michael
Eisner lezen we de volgende onthullende passage over wat
toen nog Euro-Disneyland heette:
"In de
maand die ik [in 1988] in Parijs doorbracht ,
probeerde ik in de weekeindes samen met Jane en een
paar geïnteresseerde familieleden zoveel mogelijk
werknemers voor het park te werven en samen reisden
we door Europa om andere themaparken te bekijken.
Het leek ons essentieel om te weten waar de
concurrentie mee bezig was. We bezochten allerlei
parken, van Alton Towers in de East Midlands in
Engeland tot Gardaland in Verona in Italië en De
Efteling in Nederland, op ruim zeventig kilometer
van Rotterdam. Een aantal lag in een prachtige
omgeving en het werd onduidelijk dat we veel zouden
moeten investeren in landschapsarchitectuur om onze
landelijk gelegen attractie aantrekkelijker te
maken. Wat eens voor Walt had gegolden, gold nog
steeds: het beste en mooiste park was nog altijd Tivoli in Kopenhagen, waar veel aandacht is besteed
aan originele details, van de verlichting tot de
belettering op de borden. een paar andere hadden
geprobeerd Disneyland te imiteren maar schoten
behoorlijk tekort. Geen enkel park trok meer dan 2
miljoen bezoekers en dat waren dan hoofdzakelijk
dagjesmensen uit de omgeving. Wij moesten een park
zien te bouwen dat mensen als vakantiebestemming
zouden beschouwen." |
Dat
beide parken van elkaars bestaan op de hoogte zijn mag dus
wel duidelijk zijn. Het verhaal dat Walt in Kaatsheuvel
inspiratie op kwam doen lijkt echter, heel toepasselijk,
een sprookje.
1In
Disneyland Paris te vinden onder de naam Le Pays des
Contes de Fées.
Velen zijn
behulpzaam geweest bij het totstandkomen van dit artikel.
De volgende mensen wil ik speciaal noemen (in alfabetische
volgorde):
Paul Anderson (Persistence of Vision)
Reinoud van Assendelft
Riet de Haas-van Riemsdijk (Anton Pieck Club Nederland)
David Hartsuiker
Dave Smith (The Walt Disney Archives)
Leon de Waal
Ben Zwaan (brochureworld.org)
Beknopte bibliografie:
Diepstraten, Henk vanden, De Efteling, Kroniek van een
Sprookje (Baarn 2002)
Michael Eisner/Tony Schwartz, Werk in Uitvoering
(Amsterdam 1998)
Marc Elliot, Walt Disney, Hollywood's dark Prince, (New
York 1994)
The Imagineers, Walt Disney Imagineering, (New York 1996)
Bob Thomas, Walt Disney: an American original, (New York
1976/1994)
|