Twinkel banner deco  -|-  (c) Het WWCW 2001

  Van alles en nog wat - Adieu, Ton!

 
Adieu, Ton! - logo -|- (C) Het WWCW 2003
 

Op 31 januari 2003 ging Ton van de Ven, creatief directeur van de Efteling, officiëel met de V.U.T. Een leven lang ontwierp hij, als opvolger van Anton Pieck, voor de Efteling. Attracties als het Spookslot, Fata Morgana, het Volk van Laaf,  Droomvlucht en Villa Volta ontstonden op zijn tekentafel. Ton is zelfs na al deze successen bescheiden gebleven. Het WWCW-team wil echter het afscheid van deze bijzondere man niet zomaar voorbij laten gaan. Vandaar deze hommage aan de man die de Efteling maakte tot het park van vandaag. Het WWCW wenst Ton van de Ven al het goeds tijdens zijn verdiende V.U.T. Adieu, Ton!

  ~ Adieu, Ton!  ~

 
 
Ik weet nog goed dat ik in 1992 als dertienjarige jongen lang stond te wachten voor de inmiddels voormalige Ingang West. We waren vroeg, mijn moeder en ik, want dat waren we altijd als we naar de Efteling gingen. Tenslotte wilden we wel alles kunnen doen op die altijd zo speciale dag. Rechts naast het kleine maar mooie entreegebouw van Pieck, met die ingetogen kleuren die ik in geen enkele viltstiftenset vinden kon, stond een bord met het logo van de attractie die steeds werd omschreven als ‘Het mooiste dat de Efteling ooit was overkomen’: elfen, waterdruppels en het nieuwsgierigmakende woord “Droomvlucht” in zwierige lintachtige letters. Erachter rees een enorme, mysterieuze groene bunker op. Maar helaas, de Efteling moest zich onder het prachtige bord in een tekstje verontschuldigen; door problemen werkte “Droomvlucht” niet.

In de loop van de dag namen we een kijkje achter de met stenen tulpen getooide, bijzonder uitnodigende gevel van Droomvlucht. In de inmiddels reeds lang gesloten wachtruimte, waar luchtige bloemlampen hun zachte licht strooiden langs zijdebehang en over mooie vloerbedekking, konden nieuwsgierige Eftelingbezoekers -als zoethoudertje- op een projectiescherm kijken naar een documentaire over de attractie. Ik wilde eigenlijk niet blijven zitten op de bankjes, maar gaan kijken bij die vreemde gotische poort een eindje verderop, waar een duistere rotsgang de entree vormde tot de wereld van die attractie waar ik nog niet in kon. Je kon natuurlijk niet lopend het Kastelenrijk in, maar toch: die tunnel intrigeerde me enorm. Gelukkig dat ik toch maar even naar de documentaire ben gaan kijken, in plaats van alleen bij die poort. Het was daar, in de oude wachtruimte van Droomvlucht, dat ik voor het eerst écht onthield wie Ton van de Ven was.
 

Ton van de Ven - Tekening in karikatuurvorm: Bram Elstak -|- © Het WWCW 2003
Ton van de Ven, creatief directeur van de Efteling
werkzaam bij het park van 1965 tot 2003

Creatieveling, bevlogen visionair en hoeder van het sprookje.


Tot dan toe was ik zolang ik me kon herinneren al een gedreven kleine Eftelingfreak geweest, die, compleet met plattegrond (die ik na winterslange bestudeer- en besnuffelsessies toch écht wel van buiten kende) dictatoriaal door de Efteling stapte en dacht alles al te weten. Hoe fout kan een opvatting zijn want sindsdien heb ik me elke maand wel weer nieuwe Eftelinginformatie eigengemaakt. Ik hield al sinds de opening van het Carnaval Festival (toen ik vijf jaar was) een steeds groter wordende hoeveelheid knipselschriften bij, waarvan de kaften volledig bedekt waren met de kleurige stickertjes van de Gekroonde Eend. Maar ondanks dat fandom, waarvan ik toen echt dacht het iets heel bijzonders was (Internet was in 1992 immers nog iets voor universiteiten en in Kaatsheuvel temidden van al die abonnementhouders woonde ik niet), was ik nooit echt ‘fan’ van een bepaalde persoon binnen de Efteling. Het was altijd de Efteling als geheel. Het dagje uit. Dat zou na dit bezoek toch een beetje veranderen.

In de documentaire op het grote projectiescherm waren mensen in de weer met ladingen kunstbloemen. Er werden Bosgeestjes gegoten en trollen geschilderd. En tussen die typische documentairescènes waren stukjes interview gemonteerd. Interviews met Ton van de Ven. Gekleed in het inmiddels legendarische hawaiihemd vertelde hij over wiegende kastelen, wouden, watervallen, sterren en planeten. Ton’s stem is niet iets dat je zomaar vergeet. En mocht je dat vergeten, dan blijft toch tenminste het hawaiihemd je wel bij. Zo ook bij mij. Ik ben van die Eftelingdag eigenlijk alles vergeten. Het was er één uit zo velen. Op die documentaire na. Want daarop zag ik Ton van de Ven. De maker van al datgene dat ik bij elkaar droomde, nacht na nacht.

Opeens wist ik wie Fata Morgana had getekend. Wie het Spookslot ontwierp. Wie verantwoordelijk was voor de rare bouwsels en kolderieke bewoners van het Lavenlaar, en wie de Pagoda liet vliegen. De Efteling werd vanaf dat moment meer dan knipsels en een dagje uit. De Efteling werd zelfs nog meer dan die geweldige plaats waar ik steeds weer naar terug wil. De Efteling kreeg daar, ergens in 1992, een gezicht en een hoeder. Een klein beetje van de magie verdween daarmee, maar een nog steeds voortdurende en ongekende waardering kwam ervoor in de plaats.

Ik heb in de maanden daarna vaak in de krant gekeken of er iets over de Efteling geschreven werd. Misschien iets over de ontwerper van de Efteling, Ton, dacht ik. Maar het Eindhovens Dagblad is nooit erg scheutig geweest met Efteling-artikelen. Zo ook niet in de rest van 1992. Of “Dromen met open ogen” toen al op video te koop was weet ik eigenlijk niet. Misschien ook wel, maar in elk geval had ik de band zelf niet, want anders had ik die zeker wel grijsgedraaid. Gelukkig vond ik vrij snel wel een ander juweeltje terug op een videoband thuis met Eftelingfragmenten (al sinds jaar en dag nemen ze zo veel mogelijk op). Daarop stond namelijk een stukje van het programma “Klokhuis” waarin Ton met presentatrice Monique sprak over de Laven en een deel van het ontwerp- en bouwwerk van het Laar te zien was. Ik had niet eens de hele aflevering (het kost immers toch altijd een beetje tijd om een band te zoeken op ‘rec’ te drukken), maarja, beter dan niks.

Een jaar later zou ik in de buurt van de hoofdingang van het Lavenlaar aansluiten in de wachtrij van Droomvlucht. Hoe lang ik ook moest wachten: het kon me echt niets schelen. Droomvlucht diende gedaan te worden. En Droomvlucht was alles wat ik me had voorgesteld, en meer. De attractie Droomvlucht heeft het gewoon in zich om bezoekers volledig te verbluffen. Zeker de eerste paar keren dat ik de attractie deed was ik méér dan verbluft. Intussen heeft Fata Morgana zich stevig aan de top van mijn attractie-topvijf verankerd, maar toen was het Droomvlucht voor en na. Droomvlucht was écht het mooiste dat de Efteling ooit was overkomen. En Ton had het bedacht. “Tolkienachtig, maar dan anders”, zoals hij zelf zou schrijven. En ach: Lord of the Rings is het mooiste boek ooit geschreven. Dus dat past ook wonderwel bij elkaar.

Ik moet na het voorgaande wel eerlijk zijn. Een kleine biecht uit het hart: niet alle Ton-attracties hebben altijd direct evenveel indruk gemaakt. Ik kan me mijn eerste vaart door Fata Morgana vreemdgenoeg nauwelijks nog herinneren. Villa Volta vond ik in 1996 maar niks; was dit nu een huis “vol raadsels en geheimen?” De kater was natuurlijk niet van Pandadroom-niveau, maar een tegenvaller was het wel. Gelukkig is het met de Villa en de Fata allebei weer goed gekomen. We begrijpen elkaar nu een stuk beter, denk ik zo… die oosterse stad, die Victoriaanse villa en ikzelf.

Met de komst van het Huys van de Vijf Zintuigen, waarover het Eindhovens Dagblad nu eens wél berichtte, kwam het hele Ton-gedoe in een stroomversnelling. Er verschenen allerlei artikelen waarin Ton als ontwerper van dit geniale staaltje bouwkunst werd opgevoerd. Terechte aandacht natuurlijk. Het Huys van de Vijf Zintuigen is één van de meest bijzondere en geweldige bouwsels uit de moderne architectuur. Persoonlijk vind ik alleen het nieuwe Guggenheimmuseum van Gehry in Bilbao en de Sagrada Familia van Gaudi in Barcelona mooier. En dan hebben we het toch echt niet over de minste architectuur. Ton heeft met het Huys een permanent welkomstwoord neergezet voor de vele miljoenen die het bouwwerk passeren. Elke keer voel ik me daar weer even, heel even, piepklein, maar oh-zo thuis.

Ergens rond de tijd van het Huys kreeg ik ook de videoband “Dromen met Open Ogen”, als souvenir na een dag Efteling. De documentaire uit de Droomvluchtwachtrij in huis; wat wil een Eftelingfanaat nog meer. Ik heb de band inmiddels wel vijftig keer bekeken. Er zijn nieuwere en langere documentaires verschenen over het park. Maar toch blijft het die band die de essentie van het Eftelinggevoel op z’n best weet weer te geven. De betrokken medewerkers zijn gewoon stuk voor stuk specialisten op de top van hun kunnen. En hun aanvoerder schets voort; “Het zijn geen mooie tekeningen”, maar ik weet zeker dat menigeen ze maar wat graag achter glas zou plaatsen.

In 2002 kwam het jubileumboek, Kroniek van een Sprookje, uit. De presentatie vond op 31 mei plaats in het Kabouterdorp. Een slim gekozen lokatie ook: het dorp is namelijk een mooie combinatie van het werk van Ton en Anton. Het tweetal dat de Efteling bracht waar het park nu staat. De oudste overleed alweer jaren geleden, maar de jongste, die was er natuurlijk bij. Ton nam het eerste jubileumboek in ontvangst van een hardwerkende kabouter in de grote rode paddestoel. Zelf had ik het boek een half uurtje eerder al gekocht in de Marskramer, om vervolgens het Sprookjesbos in te snellen om bij de genoemde plechtigheid te zijn. Een kans om Ton in het echt te zien laat geen liefhebber lopen natuurlijk.

Toen kort na de plechtigheid Ton van de Ven een praatje maakte met Paul Beck, die ook aanwezig was, besloot ik dat het nu of nooit was om een handtekening van de maestro zelve in mijn Kroniek te laten zetten. Na vijf keer ademhalen stapte ik op Ton af, en vroeg hem het boek te signeren. Na een korte aarzeling omdat er nogal een lading andere Efteling-liefhebbers in de buurt stond (met natuurlijk allemaal een onbedwingbare handtekeningbehoefte) pakte Ton gelukkig toch m’n goedkope rode Parkertje aan en zwierde over het papier. Zowaar kreeg ik zelfs nog een hand, en Paul Beck vroeg of hij mijn vers gesigneerde kroniek eens door mocht bladeren, want hij had het boek nog niet gezien. Wauw! Dat was echt een geweldig moment. Het lijkt allemaal zo puberaal: blij zijn met een handtekening, maar ach, het was gewoon super! Tien jaar na de Droomvlucht-documentaire had ik een handtekening van Ton, en ik was er blijer mee dan wat dan ook.

De dag was sowiezo één van de meest bijzondere Efteling-dagen van het jaar. Twee WWCW’ers spendeerden het grootste deel van de dag voor de cameralens om te figureren in een mooi TV-item van RTL over de jarige Efteling en haar fans, en ’s avonds was er een speciale VIP-voorstelling van de Wonderlijke Efteling-show met magiër Hans Klok. Samen met de vaste kern liefhebbers waarmee ik het hele seizoen 2002 al opgetrokken had verlieten we het park, om daar tot ieders verwondering, vlak voor zijn eigen Huys, Ton weer tegen te komen. Dit keer stond hij in de rij voor de VIP-voorstelling van de “WES”, zoals fans de shownaam liefkozend plachten af te korten. Het was dit keer de WWCW-schrijver die zich over zijn Ton-shock heenzette en om een handtekening in zijn kroniek vroeg. Met een glimlach haalde de creatief directeur zijn pen tevoorschijn en signeerde duidelijk met plezier, terwijl zijn vrouw toekeek.

Uiteindelijk zouden die dag vrijwel alle aanwezige liefhebbers een signatuur in hun kroniek krijgen. Ik denk dat dat voor velen het mooiste jubileumgeschenk is geweest op die dag. Daar kan geen Wonderlijke Efteling-show, Pandadroom of straatentertainment tegenop.

Het jubileumjaar ging voorbij, de vierde Winter Efteling kwam en ging en plots was het januari 2003. Ton met de VUT. De kranten publiceerden de persberichten die de Efteling zorgvuldig voorbereid had. Menig krantenlezer zal er vlug even overheen gelezen hebben. Hoe belangrijk is immers het afscheid van een creatief directeur in een tijd waarin de media druk doende is met het verslaan van de zoveelste crisis rond Irak. Gelukkig zijn er genoeg mensen, waarvan ik er zelf heel wat ken, die de berichtjes niet zagen als de zoveelste kolomvulling, maar als het einde van een tijdperk. Ton weg uit de Efteling is een bijna onvoorstelbaar iets. Want Ton is bijna synoniem met de Efteling geworden. Natuurlijk was het Anton Pieck die de stylistische basis legde voor het park, maar zonder de exotische grootsheid en tegelijk ongekende intimiteit van de ontwerpen van Ton was de Efteling van vandaag niet wat ze is.
 

Ton van de Venplein -|- Foto: Roel Dansen † © het WWCW 2003
Het Ton van de Venplein in Marerijk - sinds 31 januari 2003


Misschien zien we hem nog wel eens in het park. In pak, coltrui of desnoods hawaii-hemd. Hoewel hij dat laatste écht niet nodig heeft om op te vallen voor zijn vele “fans”. Die herkennen hem toch wel uit duizenden. Want hoewel Ton altijd de bescheiden man is gebleven die zichzelf op de achtergrond placht te plaatsen, heeft zich inmiddels een ware groepering ontwikkeld rond zijn werk. Een groepering die misschien kleiner is dan die van zijn voorganger Anton Pieck, maar daarom niet minder fanatiek of verdiend.

Natuurlijk blijven we ook na het vertrek van Ton gewoon onder het imposante Huys van de Vijf Zintuigen doorlopen wanneer we de Wereld vol Wonderen betreden. We varen door Fata Morgana, Dromen in Droomvlucht en genieten in Villa Volta. Maar toch zal de Efteling – in elk geval voor mij - een klein beetje anders worden zonder Ton die in zijn “werkhol” zit te schetsen.

Tijdperken trekken voorbij, de toekomst wordt een gekoesterd verleden en de wereld draait gewoon door. De wereld van de Efteling is er één waar de tijd anders loopt dan normaal. De tijd heeft zich laten buigen door de inspiratie van een man met een ongekende creativiteit. Een inspiratie die werkelijkheid werd. De Efteling van nu is de droom van Ton van gisteren.

Meneer Van de Ven, het gaat u goed. Geniet van de rust. Schilder in uw eigen stijl, of verbouw uw huis. Maar vergeet niet dat de Efteling uw eigen achtertuin geworden is. Zorg dat de wouden blijven groeien. Ze wiegen immers als nooit te voren, zachtjes, tegen het avondrood.

   Adieu hoeder van het sprookje. Adieu, Ton!

   --Een WWCW'er

 

 
De achtergrondmuziek bij deze pagina is een bewerking van fragmenten uit "Winter on Watership Down", afkomstig van de soundtrack van de TV-serie "Watership Down" (naar het boek van Richard Adams). Compositie: Mike Batt. © Polydor Ltd. (Uk) 2000