abouters
in nood! Kabouters in nood!
We staan tegen de muur, we zitten in de boot!
We zullen holle bomen moeten kraken…
Want ze krijgen ons niet klein,
Althans niet kleiner dan we zijn –
Wij zullen dus een vuistje moeten maken!
euken
worden omgekapt
En paddestoelen platgetrapt,
Er is geen plek meer waar we kunnen leven.
De wereld wordt een tranendal
Met huizenblokken overal,
Wij worden door het mensenvolk verdreven,
Dus sluit je bij ons aan!
Het gaat om ons bestaan!
abouters
in nood! Kabouters in nood!
We staan tegen de muur, we zitten in de boot!
Wanneer het zin had, zouden wij gaan staken!
Als men ons probleem niet ziet
Ligt geen hoop in het verschiet,
Wij zullen dus een vuistje moeten maken!
ch wat
een onzekerheid!
Roodkapje is haar huisje kwijt,
De zeven geitjes gingen aan het zwerven.
Wij moeten steeds opnieuw op reis,
Ook Wolf en Holle Bolle Gijs,
Want altijd komt de mens het weer bederven.
Dus sluit je bij ons aan!
Het gaat om ons bestaan!
abouters
in nood! Kabouters in nood!
We staan tegen de muur! We zitten in de boot!
Wij houden vol, we zullen niet verzaken!
Hoort ons aan en zegt het voort!
De mens heeft ons bestaan verstoord,
Wij zullen dus een vuistje moeten maken!
nze dagen
zijn geteld,
Want eikenbos en heideveld
Zijn weggevaagd door snelle autowegen.
Wij zijn al jaren op de vlucht
Voor olie- en benzinelucht,
Daar kunnen wij kabouters niet goed tegen.
Dus sluit je bij ons aan!
Het gaat om ons bestaan!
abouters
in nood! Kabouters in nood!
We staan tegen de muur, we zitten in de boot!
Want voor ons en de natuur
Slaat al haast het laatste uur,
Wij zullen dus een vuistje moeten maken!
Wij zullen dus,
Wij zullen dus,
Wij zullen dus een vuist-je moeten ma-ken!
|