Het
zonnetje scheen en het was nog steeds lekker warm.
Wat had ik toch een mooie dag uitgekozen!
|
|
|
|
In het
Sprookjesbostheater was niemand. Ik ging er eventjes
lekker zitten uitrusten, er was immers plaats zat.
|
|
|
|
Ik ging
nog even tot ziens zeggen tegen de zes koningszonen,
die ieder kwartier moeten blazen. Dat lijkt me maar
saai worden op een gegeven moment.
|
|
|
|
Ezeltje-Strek-Je was lekker aan het genieten van de
zon. Hij was uit aan het rusten, het was immers een
drukke dag geweest. Die rust had hij wel verdiend.
|
|
|
|
Bij Hans
en Grietje kon ik het bijna niet laten om nog
eventjes wat te snoepen van het snoephuisje. Ik had
honger gekregen en wat zag het er toch allemaal
lekker uit!
|
|
|
|
En toen?
Wie kwam er toen? Juist! Maar kijk, hij speelt
liever met mij. Zodat het verhaal van de Efteling
nooit uit is. Ik kom er dus gauw eens terug.
|
|
|
|