Hij
leende de hand van Anton Pieck en verbeeldde 37 jaar lang
onze sprookjesfantasieën. Hij bedacht het Spookslot, Fata
Morgana, Droomvlucht en schiep de wereldwijd populaire
Laven. Nu rondt hij zijn allerlaatste creatie af: het
Efteling-theater. In het jaar dat
het sprookjesbos vijftig jaar bestaat, vertrekt creatief
directeur van de Efteling Ton van de Ven (58)
“Ik teken heel veel en scheur bijna alles
kapot. M’n hoofd is nooit leeg. Wel raak ik een beetje
vermoeid om steeds opnieuw de draad op te pakken waar je
al zo vaak aan hebt getrokken. Waar de inspiratie vandaan
komt, weet ik niet precies. Het helpt wel dat ik ben
opgegroeid in de natuur bij Acht tussen Oirschot en
Eindhoven. Ik struinde elke dag kilometers over de hei
waar fazanten opvlogen en je ’s avonds het idee had dat
je de maan kon pakken. Ach, soms is inspiratie het
onvermogen om op een intelligentere manier bezig te zijn.”
”Hoe gaat dat… Op een moment zegt het bedrijf de Efteling:
“We hebben een bedrag te besteden. De doelgroep is van
acht tot tachtig jaar. Het moet iets worden met nostalgie,
romantiek, iets van onze eigen rijke geschiedenis. En dan
stellen er mensen voor om iets te doen met Jeroen Bosch of
Pieter Breughel. Maar ik voel er weinig voor om een
schilderij van Bosch te gaan misbruiken, te
driedimensionaliseren en er vijftienhonderd mensen per uur
langs te voeren. Dus dan ga ik dansen, zo noem ik dat.
Denken, zoeken, proberen. Ik laat m’n potlood over het
papier gaan en droedel wat. Meestal ontstaat er een hoop
flauwekul. Maar soms gaan de vormen ineens prikkelen. Zo
tekende ik wat van die rare huisjes, waar je van alles in
kunt zien. Een beetje een luilekkerland. Daar heb ik toen
een volk bij bedacht: Luilekkerlanders. Ze laven zich aan
de huisjes; Laven. En zo ontstond het Land van Laaf met
bakkerij het Lariekoekhuys. Een ondernemer wilde de Laaf
op de markt brengen als alternatief voor de bestaande
tuinkabouters die hij lelijk vond. De laven worden nu in
meer dan vijfentwintig landen verkocht. Ik verdien er
niets aan, maar ik ben heel blij met het zakelijke succes.
Ik heb het altijd verwacht van de Laaf.
Karpers
Man in coltrui en blazer die shag draait in de hoop
dat hij iets minder zal roken. Zijn eerste bezoek
als kind aan de Efteling herinnert hij zich als een
deceptie. “Mijn fantasie was veel rijker dan wat ik zag.
Het mooiste vond ik Doornroosje met de geluiden van de
slapende kok. En de grote karpers in de vijvers. Zo groot
had ik ze nog nooit gezien. Sprookjespark d’n Efteling was
het toen.”
”Ik heb er nog steeds moeite mee om te spreken over Het
Bedrijf De Efteling. Voor mij was het altijd één grote
familie die wist van elkaars wel en wee. Men slofte door
elkaars disciplines, deed alles. Tekenen, metselen,
afwassen, boetseren, schilderen, helpen de geit bevallen.
Je moest wel, want er was niemand anders die dat deed.”
”Mijn eerste kantoor was gemaakt van plastic en panlatten
die tegen de raampartij van een loods waren bevestigd. Op
de legendarische woensdagen kwamen Anton Pieck en cineast
Peter Reijnders naar de kleicreaturen kijken. Met veel
enthousiasme kon Pieck een gedrocht
de hemel in prijzen, om het vervolgens detail voor detail
af te breken. De correcties leidden doorgaans tot een
vormloze massa zodat het uiteindelijk opnieuw moest worden
gemaakt.”
”Pieck was een beminnelijke man, die geen mensen wilde
kwetsen. Hij nam ook nooit een boetseerhoutje of mes ter
hand, want dan snijd je in het product van een ander. Ik
doe dat wel. Ik heb tot 1978 ook met mijn handen gewerkt.
Anton was per definitie een onhandig mens. Hij werkte
nooit in een tuin en in het huishouden had je niets aan
hem. Hij koketteerde ook met die onhandigheid. Anton
tekende en etste. Hij keek daarbij altijd liever naar het
verleden dan naar morgen. In die tijd was dat gedurfd. Ook
voor mij. Op de academie voor Industriële Vormgeving in
Eindhoven was ik opgevoed met de ontwerpen van het Bauhaus,
maar ik kon toevallig goed tekenen in die romantische
stijl.”
De wanden van zijn prefab-kantoor zijn er
mee behangen. Voor de leek lijken het allemaal werken van
Anton Pieck, maar Van de Ven verzekert dat kenners het
verschil heus wel zien. “Pieck had een hele eigen
lijnvoering, waardoor hij in de gehele wereld wordt
herkend. Hij maakte prenten. Ik maak tekeningen met een
doel. Mijn kinderen hebben misschien een of twee
tekeningen van me. Ze vragen me er wel om, maar mijn
tekeningen hebben een functie en die is niet om aan de
muur te hangen.”
Thuis heeft hij abstracte doeken hangen. “Maar voor het
publik maak ik dingen in een stijl die recht doet aan de
uitstraling van Anton Pieck en zijn kracht heeft bewezen.
|
Python
”Toen in 1980 de Python – de grootste achtbaan van
Europa – werd geopend om de groep jong volwassenen terug
te winnen, was Pieck sceptisch. Ook ik wilde helemaal geen
Lunapark-achtige ontwikkeling, maar je moet jongeren wel
eerst binnen de poort hebben om ze te verleiden tot iets
anders. En wat gebeurde er: je zag stoere jongens in
strakke leren pakken, de helm onder de arm en hun
motorbruid naast zich bij Sneeuwwitje staan. Dat was een
verworvenheid. Thrillrides zoals achtbanen en
wildwaterrivieren gaven jong volwassenen een alibi om de
Efteling weer eens te bezoeken.”
”Nu zie je dat mensen met graagte teruggrijpen naar
sprookjes. De behoefte aan verhalen, verbeelding en emotie
wordt alleen maar groter. Je zag het bij het huwelijk van
Willem-Alexander en Maxima en aan het succes van Harry
Potter. Ze hebben het land op z’n kop gezet. Het heeft te
maken met de verharding van de maatschappij. De dubbele
inkomens, de auto’s, de kinderopvang. Mensen willen zich
weer in oude waarden terugvinden. De beelden die hen als
kinderen emotioneerden, kunnen ze als ouders of
grootouders opnieuw beleven in het sprookjespark.”
”Het zal me moeite kosten om afscheid te nemen van de
Efteling. Van de ene kant krijg ik straks de gelegenheid
om mezelf te hervinden. Ik wilde vroeger schilderen,
beeldhouwen, producten ontwikkelen, maar de Efteling heeft
me altijd opgeslokt. Nu kan ik die weg weer inslaan. Maar
mijn afscheid voelt ook als een kind dat je afgeeft en
waarvan je niet weet hoe het door de ander zal worden
opgevoed.”
”Er is geen echte opvolger voor mij. Er is een groep
ontwerpers die zich bewust moet worden van de waarde van
de Efteling-traditie. Het zal
moeilijk zijn om die traditie in een veilig bed onder te
brengen. De verantwoordelijkheden zijn versnipperd en het
is niet gemakkelijk voor ontwerpers om de hand van een
ander te lenen, zoals ik heb gedaan. Ik wilde geen
stijlbreuk plegen. Maar veel mensen willen zich graag
onderscheiden. Ego speelt daarbij een belangrijke rol. Ik
heb daar niet zo’n last van.
Bank
”Dat betekent niet dat ik alles doe. Toen één van onze
partners, een bank, een reusachtige zitbank wilde in het
park, werd ik gevraagd om die te ontwerpen. Dat heb ik dus
geweigerd. De nieuwe Pandadroom van het Wereld Natuur
Fonds lag anders, vind ik. Het WNF is een partner die bij
ons past vanwege de ideële gedrevenheid. Met de attractie
heb ik me overigens niet bemoeid. Ik vond het een mooie
test-case te zien wat er gebeurt als ik er niet meer ben.
Ik wilde het proces niet verstoren. Het oordeel over het
eindresultaat is aan het publiek. Ik zou het niet zo
hebben gemaakt. De vorm clasht niet, maar het is geen
sprookje.”
”Mijn grootste angst is dat de Efteling op houdt te
beseffen wat voor sappen het oerproduct in zich heeft om
de toekomst zeker te stellen. Ik wil geen nurkse oude zeur
zijn die zich niet kan onttrekken aan een bejubeld
verleden. Maar ik heb wel het gevoel dat het mijn opdracht
is om het Efteling-gevoel te bewaken. Zo let ik namens de
erven Pieck op het werkt van Anton. Het is weliswaar
eigendom van de Efteling, maar je kunt er niet mee doen
wat je wil. Niet op een toiletpot plakken bijvoorbeeld.”
”Ik knijp mijn tenen soms bij elkaar bij bepaalde
opmerkingen. De Efteling staat open voor hedendaagse
ontwikkelingen, maar ze moeten wel worden ingepakt in een
romantische en nostalgische sfeer. Geen hallen dus met
elektronische spelletjes. Volkskunst, daar ligt de
oerkracht van de Efteling. Pieck heeft er altijd voor
gezorgd dat de kunst niet te gladjes werd, geen kunst met
een grote K, wat dat ook moge zijn, maar volkskunst.”
”Toen speeltuin De Efteling een sprookjesbos kreeg, gingen
er geen echte vaklieden aan de slag met de tekeningen van
Pieck, maar amateurs, echte liefhebbers. Als iets met
liefde is vervaardigd, dan ademt het dat ook uit. Het
appelleert aan het volkskarakter. Ik ben eens met de
vermaarde architect Aldo van Eyck door het park gelopen.
Hij was hier voor het eerst en ging helemaal om. Dat komt
omdat de Efteling niet over-done is. Het park is met een
zekere eerbied, een zekere integriteit tot stand gebracht.
Het is niet de grote schreeuw van de kitsch.”
Zijn laatste project is de bouw van en theater dat eind
van dit seizoen moet opengaan. “Dan kunnen we ook wat
anders laten zien dan dat ene ontroerende, bevroren
moment. Het was wel moeilijk om zo’n gebouw te ontwerpen.
Je kunt je fantasie niet de vrije loop laten gaan. Je moet
toch rekening houden met een podium, met een hoeveelheid
zitplaatsen, met uitgangen. Het liefst verbeeld ik een
niet bestaand sprookje, zodat je door geen verhaal wordt
bekneld, hooguit door de centen.”
In bed
”De beste ideeën ontstaan altijd ’s avonds in bed. Overdag
ben je aan het tekenen, maar het gaar stoven gebeurt
meestal liggend, turend in het donker. Als mensen vragen
hoe het wordt, dan zeg ik vaak: ik ben er al geweest. Ik
ken het eindproduct al. Het is veel moeilijker voor mij om
in stappen te denken.”
Graag had hij het park nog willen perfectioneren. “Meer
rustieke oude geveltjes en lieve pleintjes. De som van de
delen zou een attractie vormen. Er is wel geld voor, maar
gen applaus.”
Zijn eigen sprookjeswereld zou er anders uit zien dan die
hij maakt voor de Efteling. “Ik zou de mensen anders in
een sprookje willen plaatsen. Nu vertoeven ze in een
gecontroleerde wereld. Het lijkt me interessant dat je zo
wordt ondergedompeld, dat je er bijna in verdrinkt. Dat je
heel klein bent en het middelpunt van een gedroomde wereld
die je van alle kanten pakt.”
|
(c)
interview: Eindhovens Dagblad. Graphics en lay-out: Het Wonderlijke WC
Web. |
|