Titel: Interview Ton van de Ven - De Nieuwe Wereld
Auteur: n.v.t.
Harlekeyndatum: 20-4-2002

 

 

Op 8-4-2002 zond VRT radio 1 een uitvoerig interview uit met creatief directeur Ton van de Ven in het programma "De Nieuwe Wereld" met Friedl' Lesage. In dit interview gaat Ton in op de 37 jaar die hij bij de Efteling werkte en het 50-jarig jubileum van het park. Een mp3-bestand van dit interview is hier te downloaden. Let op: het bestand is 10 megabytes groot, en het interview duurt maar liefst 15 minuten.


(Tonvandeven.mp3 - 10.512KB)


Transcript: Paul Melssen, 9 april 2002

Friedl' Lesage: Dit is De Nieuwe Wereld met Friedl’ Lesage.
Holle Bolle Gijs, Langnek, Vrouw Holle en alle buren van het Sprookjesbos vieren eind mei de vijftigste verjaardag van hun dorp: de Efteling. Creatief directeur is Ton van de Ven. Hij volgde destijds Anton Pieck op, de geestelijke vader van het sprookjespark. Zevenendertig jaar lang was Ton van de Ven een van de weinige volwassenen die voor zijn ongebreidelde fantasie betaald werd. Volgend jaar legt hij de toverstaf neer. Ton van de Ven. Goeiemiddag.

Ton van de Ven: Goedemiddag.

FL: Hoe gaat u de vijftigste verjaardag van de Efteling vieren?

TvdV: Met gepaste trots. Terugkijkend op een lang leven in een sprookjesbos zie je ineens deze jubilaris in al zijn glorie daar aanwezig zijn.

FL: En ook met een paar extra attracties he?

TvdV: Ook met een paar extra attracties, zeker. We hebben een geheel nieuw groot theater gebouwd, met een echte professionele inrichting. En daarnaast hebben wij voor het eerst in ons bestaan een samenwerkingsverband, uh, zijn wij aangegaan eigenlijk met het WNF en daar hebben we ook nog een fraaie attractie uitgehaald.

FL: En wat is dat geworden?

TvdV: Dat is het PandaDroom, en het PandaDroom beoogt de mensen die op de Efteling zijn op een hele vriendelijke, leuke en attractieve manier bewust te maken van de zorg die wij met z'n allen moeten dragen voor onze lieve Moeder Aarde.

FL: Inclusief echte panda's?

TvdV: Echte panda's zullen er natuurlijk niet te zien zijn want die horen daar waar zij thuishoren in China. En we zullen zorgen dat ze genoeg bamboebladeren daar te eten kunnen krijgen. :)

FL: En wat gebeurt er in het Eftelingtheater?

TvdV: In het Eftelingtheater is in aansluiting op de show die we altijd gehad hebben een nieuwe Sprookjesshow tot stand gekomen, in samenwerking met dezelfde entertainers die we destijds hadden, en daarmee gaan wij de komende drie jaren weer ons publiek vermaken.

FL: Weet u nog, meneer Van de Ven, wanneer u als kind voor het eerst de Efteling heeft bezocht?

TvdV: Dat kan ik me nog vaag herinneren. Ik weet nog dat ik met een schoolreisje, zoals vele kinderen, de Efteling bezocht, ik was ongeveer 11 jaar, en ik weet ook dat dat voor mij een zekere teleurstelling had. Een teleurstelling in die zin, dat mijn eigen fantasie een beetje met mij op de loop was gegaan. Ik woonde in de bossen destijds, ik had dus veel tijd om over sprookjes na te denken. Ik was geweldig onder de indruk geraakt van een theatervoorstelling die ik ooit had gezien in het voormalige Philips Schouwburggebouw in Eindhoven en daar zag ik een uitvoering van Anneke Eldos’ Sprookjestoneel. En dat was voor mij een soort referentie. Toen ik de eerste keer de Efteling bezocht weet ik nog dat het niet echt leven van de sprookjesfiguren mij een beetje teleurstelde. Dat werd weer wat goedgemaakt door het kasteel van Doornroosje waar Doornroosje echt lag en waar de koks snurkten, maar daar waar ik tegen een pop aankeek die niets zei, die niet in kleren gestoken was, was ik een beetje teleurgesteld.

FL: En hoe zag de Efteling er verder nog uit, behalve dat kasteel?

TvdV: De Efteling was toen een verzameling van, nou laat ik zeggen een veertiental sprookjes in het Sprookjesbos, en de andere poot van de Efteling was Grootmoeders Speeltuin, een speeltuin tussen de bomen in een bos geplaatst met wat draaimolens en dan voornamelijk toch aangepaste speeltoestellen die er wat vrolijker uitzagen dan elders. Het waren waterpartijen met snaterende eenden en zwanen die er rondkruisten - wel geen goede uitdrukking maar goed - en ja dat was voor mij de Efteling toen.

FL: Hoe bent u uiteindelijk zelf bij de Efteling terechtgekomen?

TvdV: Nou dat was een heel toevallig iets, in die zin, ik was afgestudeerd aan de academie voor industriële vormgeving in Eindhoven en dacht mij op het pad van de industriële vormgeving te gaan begeven, maar in die tijd, ja je wist toch niet als je net van die school af was, of net van de academie af was, waar je naartoe moest, je speurde de kranten af en toen zag ik plotseling een advertentie waar men vroeg om iemand met mijn opleiding. Daar snapte ik niet veel van. Dat was de Efteling. En ik denk 'wat moet ik nou daar'. Maar ik denk 'weet je wat, je bent jong getrouwd, je moet toch van de straat af, en je moet eens een boterham gaan verdienen, ga daar eens kijken.' Nou was er wel één aspect, dat meetelde. De romantiek die had ik altijd al in me, want zelfs op die academie had ik het gepresteerd om een aantal illustraties te maken in verschillende technieken over een zelfde onderwerp, en dat was de Rattenvanger van Hamelen. Nou, als je dan in een sollicitatiegesprek dergelijke dingen naar voren brengt, dan heb je al een plus. (Ja, dat helpt wel natuurlijk.) Dat helpt wel.

FL: De sprookjeswereld van de Efteling is eigenlijk het geesteskind van Anton Pieck, he. Was u een bewonderaar van zijn werk?

TvdV: Ja ik was zeer zeker een bewonderaar van zijn werk. Ik had vele plaatjes van Anton Pieck gezien in boeken en ik smulde van die romantiek die daarin zat. En het was voor mij eigenlijk een hele schok om te ervaren dat ik bij m'n tweede sollicitatiegesprek - inmiddels wist ik wel dat Anton Pieck nog leefde - hem in levende lijve zag, want ik dacht 'hij is iemand van de vorige eeuw en hij bevindt zich niet meer onder ons'. (En toen zat-ie daar ineens) En toen zat-ie daar ineens, en hoorde aan wat de toenmalige leiding van de Efteling te vragen had en hij zweeg en heeft het hele gesprek gezwegen. Voordat het gesprek ten einde was had-ie één enkele vraag, en dat was, hij zei dat zo correct op zijn eigen manier, "Meneer Van de Ven, beheerst u het perspectief?" Waarop ik hem antwoordde dat dat zo was. Dat was helemaal niet zo, maar goed ik denk 'daar kun je nog wel wat aan doen'.

FL: En beheerst u het perspectief, ondertussen?

TvdV: Het perspectief beheers ik redelijk, ik kan er in ieder geval een beetje mee uit de voeten :)

FL: Maar u bent aangenomen, en u heeft uiteindelijk ook met Anton Pieck moeten samenwerken, he? Want het was een beetje de bedoeling om hem op te volgen. Wat voor man was hij?

TvdV: Nou, Anton Pieck was een uiterst beminnelijke man, die met heel veel zorg de ontwikkeling van een Efteling begeleidde, iemand die bijna nooit een onvertogen woord zou zeggen. Een stille man, hij wordt ook altijd een oester genoemd, sommige mensen noemden hem een eend, in die zin als je hem onder water duwt dan wordt die eend nog niet nat - hij leefde in zijn geheel eigen wereld. Maar, als je hem langer kende bleek ie veel toegankelijker te zijn dan velen hadden gedacht.

FL: Wat was het eerste sprookje waaraan u mocht meewerken, in de Efteling?

TvdV: Het eerste sprookje was het sprookje van uw koningin, Koningin Fabiola, dat waren de Indische Waterlelies. En dat was al totaal in concept gebracht en redelijk uitgetekend, maar na enige tijd vroeg Anton mij of ik delen daarvan in schets wilde brengen omdat hij, die toch da... nee die wekelijks kwam met zijn - laten we het even collega noemen - de technicus Peter Reijnders uit Eindhoven, die voor de bewegingen zorgde en voor andere ideeën in dat sprookje, niet altijd aanwezig kon zijn. Hij vond het leuk dat er iemand was met een hand die hij al herkend had als een tekenhand, dat die wat werk van 'm overnam. En dat ging dermate goed in zijn ogen dat ik zo in die tijd zijn vertrouwen won.

FL: Klopt het, dat u ook te horen bent, in dat sprookje?

TvdV: Het klopt zeer zeker, er staan - laten we het eenvoudig zeggen - Thaise wachters bij de ingang, en om te voorkomen dat het plein voor het sprookje vervuild zou worden door proppen en papier heb ik daar een vermanend gedicht geschreven en ingesproken en de stem die daar te horen is, dat is de stem van een jongen van 22 jaar oud, die eigenlijk - en daar verwonder ik me over - nog dezelfde is als die van vandaag. (Ik hoor het ja, ik herken u nu terug. En hoe klonk dat gedicht?) 'Gij mensenkinderen, in uw nietigheid, Hoort mij aandachtig aan!', zo gaat dat dan.

FL: U heeft nog meer figuren van stem voorzien he?

TvdV: Holle Bolle Gijzen, ja. (De beroemde Holle Bolle Gijs.) Ja. (En die zegt?) Ja, d'r zijn meerdere stemmen, ik heb zelfs stemmen gedaan - nou schrik niet - van hele hoge stemmen in de vorm van een dwerg die ergens zit en dat gaat dan van 'Papapapapapier! Hier!' en daar wordt dat dan gevolgd met een 'daaankjewellll...' En dat nog eens een keer voorzien van een zeker galm en echo.

FL: En de meest beroemde zin, met de diepe stem?

TvdV: De meest beroemde zin, met de diepe stem... ('Papier hier', he?) Papierrr Hierrr. (Hihi. Is fantastisch.)

FL: Hoe was het werken eigenlijk, in die tijd, in die begintijd, toen u er was?

TvdV: Dat is een hele vreemde maar nooit-te-vergeten manier van werken geweest. In die zin, alles was redelijk primitief. Toen de Efteling in zijn ontwikkeling begon was-ie nog primitiever. Toen werden de mensen die op een gegeven moment een stuk land hadden verkocht aan de Efteling om dat park op te zetten, die werden in die Efteling tewerkgesteld, zodat ze toch hun brood hadden want hun lapje grond was weg. En zulke mensen togen dan naderhand met hun eigen platte karren, paardjes en gereedschappen naar de Efteling. Want in dit materiaal was niet voorzien. En toen ik kwam, was dat natuurlijk wel iets verbeterd, maar het illustreert wel - wat ik nu ga vertellen - hoe je eigenlijk in je zelfredzaamheid geprikkeld werd dat ik m'n eigen kantoor nog even moest maken. Want temidden van een werkplaats waar met veel polyester en gips en vuil gewerkt wordt, moest ik ook wel eens een tekening vervaardigen en toen heb ik tegen een raam met een aantal pandatten en bouwplastic en een doosje punaises m'n eerste kantoortje gemaakt, en dat lukte wonderwel. Zo kon je dus ook op een redelijke manier je steentje bijdragen in de ontwikkeling van de Efteling.

FL: Op welk ontwerp bent u het meeste trots?

TvdV: Nou, dat is een vraag die heel veel gesteld wordt. Eigenlijk kan ik dat niet zeggen. Het is natuurlijk te makkelijk om de grote succesattracties op te gaan noemen, zoals een Fata Morgana, zoals een Droomvlucht... (Maar u heeft er toch eentje dat...) Wat ik wel leuk vind, zijn delen van sprookjes of hele kleine sprookjes, als is het maar een Raponsje, of al is het maar een, ach, in die lieve sfeer gebleven sprookje die de Efteling heeft groot gemaakt.

FL: Volgend jaar houdt u ermee op he, als creatief directeur (Ja.) Is de opvolging al verzekerd?

TvdV: De opvolging is altijd verzekerd in die zin dat nou, vele jonge ontwerpers nu de kans hebben gekregen om binnen de Efteling een plaats in de mand te zoeken. Een echte opvolging in de vorm van een persoon die op dezelfde manier acteert zoals ik, dat is er nog niet, en ik weet ook niet of dat in de toekomst wel kan. Ik ben daarin opgegroeid en heb van kleins af aan alles gedaan wat je voor de voeten kwam omdat er eenvoudigweg niemand anders was die het dan deed.

FL: Wat gaat u nu doen na uw afscheid?

TvdV: De waarheid gebiedt mij te zeggen dat ik met plezier een jaar sabattical zal gaan. Dat ik mij bezig ga houden met het wat herinrichten van mijn eigen woning, wat ga aanbouwen. En daarna ga ik mij bezig houden met ach, wat je toch niet laten kan, schilderen en tekenen maar dan op een totaal andere manier, beeldhouwen wat ik altijd heel graag heb gedaan. (Maar het blijft in de sector) Het blijft in de sector want het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan.

FL: Meneer Van de Ven, vorige week donderdag bent u ook nog eens geridderd he, had u dat verwacht?

TvdV: Nee dat was absoluut schrikken. Wat ik wel verwacht had was dat er op een gegeven moment na de eindiging van een dergelijke periode ergens een onderscheiding zou komen, of van wat dan ook. Maar ik had niet gedacht dat ik geridderd zou worden, omdat ik nou eenmaal geen Moeder Theresa ben, en een beroepsleven heb gehad waarin ik met plezier heb kunnen acteren en een invulling heb kunnen geven aan de emoties die je daarin kwijt kunt.

FL: Maar nu heeft u toch een sprookjesachtige titel he?

TvdV: Ja... (Dat is het minste wat u kan zeggen) Ik mis het paard eigenlijk nog. (Dat komt misschien nog).

FL: Alle informatie over de Efteling kunnen luisteraars terugvinden via onze web site: radio1.be. Ridder Ton van de Ven, geniet van de feestelijkheden.

TvdV: Dankuwel.

FL: Ennuh, de groeten aan Langnek he :)

TvdV: Dat zal ik doen.

FL: Bedankt.

TvdV: Ohkee.

(c) interview: VRT radio 1. Graphics en lay-out: Het Wonderlijke WC Web.

 

 

 
 

In Den Bonte Harlekeyn - Onderdeel van Het Wonderlijke WC Web - De Schoonste van het Land