Er was eens, heel lang,
geleden een kok. Hij kookte op een kasteel de
lekkerste dingen voor de koning, koningin en prinses.
Als de kok ziek was at de familie niets. Zelf konden ze
namelijk niet koken. Ze werden elke dag van het jaar
door de kok van het kasteel verwend met de lekkerste
dingen. De kok sloofde zich verschrikkelijk uit. Dat
moest ook wel, want zo zei de koning: ''Ik heb zo een
ander! Kook voor ons de lekkerste dingen of je zal
worden ontslagen!'' Daar was de kok dan ook erg bang
voor. Elke dag van het jaar at de koninklijke familie
iets anders. Oesters, vissticks, bonen, salade... Het
was een erg dikke familie geworden, want sporten en veel
bewegen deden ze niet.
Op
een dag liep de kleermaker uit de stad langs het
kasteel. Hij hoorde iemand huilen en snikken. Nu was de
kleermaker een goed mens. Hij besloot degene die daar zo
aan het huilen was te troosten. Toevallig stonde de
kasteeldeur open en hij liep naar binnen. Via een hele
lange trap kwam hij bij een torenkamer waar het gesnik
en gehuil vandaan kwam. De kleermaker deed de deur open
en zag daar de kok van het kasteel. Hij was rood en
huilde met zijn hoofd tussen zijn handen naast het
fornuis. Zachtjes kwam de kleermaker dichterbij. ''Wat
is er met je aan de hand?'' vroeg hij aan de kok. De kok
keek verschrikt op en ging staan. ''Niets,'' zei hij.
''helemaal niets.'' De kleermaker vond dat er wel wat
aan de hand was, anders zou jij niet zo erg gehuild
hebben. Na wat aarzelen begon de kok te vertellen.
''Van de koning moet ik
voor zijn gezin elke dag van het jaar iets nieuws koken.
Ik ben nu al meer dan twee jaar in dienst van de
koninklijke familie, maar heb alle gerechten uit de
wereld al gehad! Ik heb bij elk land al geďnformeerd of
zei misschien nog een nieuw gerecht hadden, maar nee...
Alles heb ik al geprobeerd.'' De kok begon weer te
snikken. ''Stil maar,'' zei de kleermaker. ''Maar wat
gebeurd er dan als je iets kookt was je al een keer
gekookt hebt? Onthoudt de koning dat allemaal?'' ''Nee,
hij houdt het bij in een speciaal boek. Net voor iedere
maaltijd controleert hij of we het niet al eens een keer
hebben gegeten.'' Ze hoorden iemand op de trap. ''Daar
zal je hem hebben.'' zei de kleermaker. Het was
inderdaad een chagrijnige koning die de torenkamer
binnenstapte. ''Wat doe jíj hier?'' bromde de koning
naar de kleermaker. ''Ik troost deze arme kok van U. Hij
moet elke dag iets anders klaarmaken, maar hij heeft
alle gerechten van de wereld al gehad!'' De koning werd
nu echt boos en knalrood. ''Wel alle donders! Maak dat
je hier wegkomt! En jij, luie kok, bedenk iets anders of
je wordt ontslagen!'' De kok kon niets anders bedenken
en liep met de kleermaker mee naar buiten. De kok was
ontslagen en verdiende nu niets meer. De prinses en de
koningin vroegen aan de koning wat ze de komende dagen
zouden gaan eten. ''Voorlopig even niets. Die kok komt
binnenkort wel terug met een nieuw recept.''
Daar had hij ongelijk
in. De kok kwam niet terug naar het kasteel. Hij was
dakloos geworden. 's Nachts logeerde hij bij de
kleermaker en overdag bedelde hij op straat. De koning,
koningin en prinses aten helemaal niets. Ze werden
steeds magerder en steeds zwakker. De koning vertikte
het om iets te eten wat hij al eens een keer op had.
Omdat hij alle recepten in de wereld al geproefd had
dronk hij alleen. Dat hield hij een aantal dagen vol.
Toen werd de koninklijke familie zó ziek dat ze heel de
dag in bed moest blijven liggen.
De zwakke en zieke
koning verlangde steeds meer naar eten. Toch at hij nog
steeds geen dingen die hij al eens op had. De koningin
liet haar onderdanen papieren in de stad ophangen met
daarop een oproep voor een recept wat de koninklijke
familie nog niet op had. De oude kok - die nog steeds
bij de kleermaker logeerde - zag de oproep en bedacht
een plan. Er was nog maar één recept in de hele wereld
dat hij nog niet voor de koning had klaargemaakt. Het
was een drankje waarvan je sterk werd. Dit had hij nog
nooit gemaakt voor de koning omdat ze al zoveel aten dat
ze niet sterker hoefden te zijn. ''Dat komt nu mooi van
pas!'' zei de kleermaker tegen de kok die het drankje al
aan het klaarmaken was.
Samen met de kleermaker
bracht de kok zijn drankje naar het kasteel van de
koning. Daar stonden een aantal andere mensen met
recepten waarvan ze dachten dat de koning ze nog niet op
had. Toen de echte kok en de kleermaker aan de beurt
waren dronk de koning het meteen op. Langzaam werd hij
sterker en hij stapte uit bed. Ook de prinses en de
koningin dronken het drankje en werden sterker. Pas toen
de koning helemaal weer de oude was viel het hem op dat
de kok dezelfde kok was als degene die hij had ontslagen.
Snel bood hij zijn excuses aan en nam de kok weer aan.
Vanaf toen mocht de kok zelf weten wat hij kookte...
... En
ze leefden nog lang en gelukkig...