De Geschiedenisrubriek ~ Een onvervalst stukje geschiedvervalsing (1972-1981 vervolg)
 

 


De Jaren Zeventig (vervolg)

1977
In dit jaar wordt gestalte gegeven aan het derde en laatste sprookje van Koningin Fabiola: Pipo’s Hemelreis in een Zeepbel. (Klik hier om het sprookje te lezen) Bovendien is Pipo’s Hemelreis in een Zeepbel na de Jongen Die op Reis Ging om het Griezelen te Leren het tweede sprookje dat in attractievorm buiten het Sprookjesbos wordt gepresenteerd. Bezoekers treden binnen in een fraai door Anton Pieck ontworpen herenhuis dat is verrezen aan noordkant van de Breughelbrink. Vanuit de statige entreehal worden zij door de woonkamer naar de voorshow in de kinderkamer geleid, waar tussen allerlei ouderwets speelgoed het bedje van Pipo staat opgesteld. Terwijl de kamer verduisterd wordt begint de in een hoek opgestelde muziekdoos te spelen en komt een blauwe zeep tevoorschijn, die de bezoekers mee wil nemen op hun reis in een zeepbel.
    Vanuit de kinderkamer gaat men vervolgens door een van de drie vensters naar ‘buiten’. In de verduisterde projectieruimte neemt men plaats in een enorme door sterren omgeven zeepbel. De verschillende stoelen in de zeepbel staan in een cirkel opgesteld en de vloer en de wanden ervan zijn doorzichtig. Wanneer de zeepbel zich gesloten heeft ziet de bezoeker onder zich een kleine stip, die groter en groter lijkt te worden. De zeepbel begint te schudden, om de sensatie te geven dat men aan het vallen is. De naderende stip blijkt de aarde te zijn, die met Nederland in het vizier snel dichterbij komt. Maar vlak voordat men de grond raakt, blaast de wind de bezoekers weer omhoog. De reis is begonnen.
    In de spannende rit in de zeepbel reist de bezoeker in een ongeveer vijf minuten durende film over verschillende plaatsen in Nederland. Zo vliegt men over steden als Amsterdam, Den Haag en Maastricht, maar ook over de Deltawerken en de Afsluitdijk, om aan het eind van de rit te landen in de Efteling. Onderwijl voorziet de door Lex Goudsmit ingesproken blauwe zeep het geheel van commentaar.
    De attractie is een variatie op de al bekende vluchtsimulator. De beeldprojector zit onder een naar binnen gebold doek. Een dunne laag mist versterkt het idee dat men in de wolken zit en de zeepbel zwiert rustig op en neer om het idee van wind te geven. De beelden in de film zijn opgenomen met een helikopter en met wolken worden telkens de overgangen gemaskeerd. Om de capaciteit van de attractie zo groot mogelijk te houden zijn in totaal drie zeepbellen gebouwd. Met de educatieve film over Nederland richt de Efteling zich bovendien duidelijk op een nieuwe doelgroep die steeds vaker het Kaatsheuvelse park aandoet: die van de buitenlandse bezoekers.
    Het daarnaast toenemende belang van souvenirs blijkt uit de opening van het verkooppunt In den Oude Marskramer aan de Breughelbrink. In een kleine binnenplaats kunnen bezoekers als tastbare herinnering aan hun dagje uit een aantal vaak unieke en soms ook minder unieke artikelen kopen.
    In de Speeltuin worden de uit Drachten afkomstige Zweefmolen en de Vlindermolen aan het aanbod toegevoegd. Beide zijn afkomstig van een kermisexploitant uit Breda en worden door Anton Pieck in een Eftelings jasje gestoken.
    Op de roeivijver zijn twintig nieuwe boten die de in verval geraakte oude roeibootjes vervangen.
Herberg ‘De Swaen’ aan de Breughelbrink geeft dit jaar onderdak aan een zeer speciale, doch eveneens onheilspellende gast. Een deel van het restaurant is verduisterd en afgeschermd van de rest. Hier kunnen bezoekers in een zeven minuten durende voorstelling een heuse Oosterse Geest bewonderen. De geest is een teaser voor de in het jaar daarna te openen nieuwe attractie die ter aanvulling zal gaan dienen op het spokenthema van De Jongen Die op Reis Ging om het Griezelen te Leren.

Voor "Pipo" bedenkt het park een ingenieus stukje techniek. De Oosterse Geest die dit seizoen in Herberg 'De Swaen' een voorproefje
op het Spookslot geeft.
De Speeltuin krijgt dit jaar flink wat nieuwe attracties. De Zweefmolen is misschien wel de populairste.

1978
Nabij de Breughelbrink wordt het een jaar eerder aangekondigde Spookslot geopend. In het oude slot, dat ligt in het verlengde van de kasteelruïne van de Jongen Die op Reis Ging om het Griezelen te Leren, is om de tien minuten een spektakel te zien dat door merg en been gaat. In de donkere gangen van het kasteel treffen bezoekers de onheilspellende voorshow aan, waar het sinistere geweeklaag van katten en het gegrom van krokodillen weerklinkt, waar een enorme behaarde arm met één vinger een enorme kandelaar vasthoudt, waar bliksem in een achthoekige zaal vier duivelse Vlederikken oproept en waar de Oosterse Geest zijn bezweringen uitvoert. Wie tot zover zijn lot heeft durven tarten en is gebleven wordt naar de spectaculaire hoofdshow geleid, waar een schouwspel volgt dat zijn weerga niet kent. In de ongeveer zeven minuten durende hoofdshow komt de verlaten en vervallen binnenplaats van het slot letterlijk tot leven. Grafstenen beginnen te dansen, schedels beginnen te bewegen, muren gaan heen en weer en hier en daar is zelfs een geest te zien, dit alles onder de muzikale begeleiding van de Danse Macabre van Camille Saint-Saëns.
    De bouw van het Spookslot wordt uitgevoerd door een extern bouwbedrijf, te weten Merckx uit Drunen. Het gebouw bestaat uit 400.000 stenen en 800 m3 beton. In het gebouw worden 10.000 meter kabel en 1000 meter persluchtleiding verwerkt; 500 spots en lampen zorgen voor de verlichting, terwijl het geluid via bandrecorders, twaalf versterkers en 166 luidsprekers ten gehore wordt gebracht. Het decor wordt vanuit het oogpunt van brandveiligheid gemaakt van echte stenen en stukadoorswerk.
    Hoewel hij de opzet samen met Anton Pieck ontwerpt, is Ton van de Ven voor de eerste keer helemaal zelf verantwoordelijk voor de eindontwerpen van het Spookslot. Het is zijn eerste grote opdracht en er zullen er nog vele volgen.
    Achter het Spookslot kunnen bezoekers in de Witte Walvis griezelig lekkere drankjes en hapjes kopen en daarnaast is Bij Jonas een selectie van souvenirs te koop.
    Elders in het park krijgen Aagje en Moortje er een nieuwe collega bij. Neefje is alweer de derde telg van de gestaag uitdijende Stoomtreinfamilie. Ze is vernoemd naar Kees Neve uit het dorp Zeeland, die de stoomtrein helemaal opbouwde in zijn oorspronkelijke staat. De uit 1914 afkomstige locomotief zet in de Efteling als passagierstrein haar carrière weer op de rails.

De door Ton van de Ven ontworpen voorgevel van het Spookslot. Spookachtige creaturen, ontsproten aan het brein van Ton, bevolken de ruïne. Het openingsjaar; direct zijn de rijen even lang als bij "De Jongen die op Reis Ging".
De achthoekige zaal waar de
Vlederiken te vinden zijn.
De hoofdshow; een spectaculair schouwspel zonder weerga. Bij Jonas kan men niet alleen spookachtige souvenirs kopen, maar raakt men ook weer bij de tijd.
     
Verbinding Efteling-Autotron

Op initiatief van Max Lips, de roemruchte eigenaar van het Lips Autotron Drunen, is dwars door de Loonsche en Drunense Duinen een stoomtreinverbinding aangelegd. Dagelijks rijden hier twee stoomtreinen op en neer tussen de Efteling in Kaatsheuvel en het Autotron in Drunen. Zowel de Efteling als het Autotron bieden een speciaal toegangsbewijs aan waarmee bezoekers gedurende een dag zowel het park als het museum onbeperkt mogen bezoeken. In de loop van die dag kunnen ze op vertoon van hun entreebewijs ook vrij op en neer reizen met de stoomtrein.

1979
Het nieuwe jaar kenmerkt zich vooral door veel verbeteringen aan het Sprookjesbos. Het hoofd en het lijf van de Bosbewaker en de buste van Kogeloog worden geheel vernieuwd. Beiden zien er gladder en expressiever uit en voldoen weer aan de verhoogde uiterlijke standaard die de Efteling door de jaren heen is gaan hanteren.
    Ook worden eindelijk de technische mankementen bij de Chinese Nachtegaal opgelost. De door zowel Ton van de Ven als Anton Pieck ontworpen vervangers worden desondanks toch in het Sprookjesbos bij de Chinese Nachtegaal geplaatst. Beide nieuwkomers zijn mythische creaturen, waar geen bestaand sprookje aan is verbonden:

De Dwergkoning: deze door Ton van de Ven bedachte en ontworpen sprookjesfiguur heeft zijn zetel in een uitgeholde boom, vanwaar hij met zijn norse blik uitkijkt over de bezoekers. Om Dwergkoning te doen bewegen wordt voor de eerste keer gebruik gemaakt van een nieuwe variant van het later in Fata Medina en Gullivers Reizen veelvuldig gebruikte schijvensysteem.
 
De Vliegende Draak: de door Anton Pieck ontworpen lichtgeraakte draak bewaakt een grote schatkist die verscholen ligt in de zwartgeblakerde, vervallen vierkante toren waarop hij is gezeten. Het systeem om de draak te doen bewegen bouwt de technische dienst onder leiding van Lex Lemmens op uit hydraulische componenten, iets wat voor de Efteling zeer vernieuwend is. Met name het afstellen van het exterieur van de animatronic op de techniek die van binnen zit bezorgt Lemmens de nodige hoofdbrekens.
     
"Idiote schetsen" van Ton van de Ven voor het Spookorkest en haar dirigent in het Spookslot. De Vliegende Draak; vervaarlijk rond- spiedend bewaakt het dier zijn schat. De altijd even norse Dwergkoning in
zijn holle boom.

    In het Spookslot is het Verhaal van het Spookslot toegevoegd, dat wordt verteld door Tom van Beek. Het verhaal gaat over de Graaf van Capelle van Kaatsheuvel, die door de heks Visculamia wordt vervloekt om de rest van zijn bestaan op zoek naar zijn dochter door de tomben van zijn vervallen slot te dolen, zonder haar ooit te vinden. Tevens wordt aan de hoofdshow van het Spookslot het Spookorkest toegevoegd. Onder de ontzielende leiding van een spookachtige dirigent speelt een macaber orkest mee op de muziek van Camille Saint-Saëns.
    Ingang West wordt de aangewezen hoofdentree van de Efteling. De grote bezoekersstromen, die nog steeds ieder jaar in omvang en nationaliteit toenemen, worden voortaan via het eenvoudige doch sierlijke bouwwerk het park in geleid. Bij de ingang kan de bezoeker Rolstoelen en Wandelwagens huren en is als extra service een Hondenkennel aanwezig, voor bezoekers die hun trouwe viervoeter hebben meegenomen. Daarnaast wordt aan het einde van de dag in souvenirwinkel Het Poortje nog een laatste kans geboden om een blijvend aandenken van het dagje Efteling mee naar huis te nemen.


1980
In het Sprookjesbos wordt een Nieuw Deel van het Kabouterdorp geopend, dat bestaat uit twee nieuwe door Anton Pieck ontworpen bouwwerkjes. In het grootste van de twee kunnen bezoekers via de onderkant een enorme paddenstoel binnenlopen, waarna zij via een trapje en een loopbruggetje een nog grotere paddenstoel betreden, alwaar een Schrijvende Kabouter druk bezig is zijn relazen op te tekenen. Onder deze grote paddenstoel zitten twee kabouters te vissen. Bezoekers kunnen hier de kabouter die in slaap dreigt te dutten wakker roepen.
    Aan de voorzijde van het tweede gebouw, met aan de zijkant een waterrad, staat een vriendelijk kaboutervrouwtje haar was te doen. Morrelt de bezoeker aan de klink van het tuinhek, dan opent de deur van het huisje en verschijnt haar kaboutermannetje, die met de vervormde stem van Martine Bijl te kennen geeft dat hij daar toch niemand ziet.
    Het is ook Martine Bijl die op 19 april samen met Anton Pieck het kabouterdorp opent. Pieck is op die dag 85 geworden en hij viert zijn verjaardag in de Efteling. Voor de gelegenheid is ook de burgemeester van Kaatsheuvel aanwezig, die Anton Pieck tot ‘eerste burgemeester van dit unieke dorp’ benoemt. Daarnaast benoemt hij Pieck tot grootofficier in de orde van Claeroen Claere Cantharel.

Anton Pieck ontwerpt een behuizing
voor twee nijverige lieden...
En een paddenstoel waaronder
het loos vissen is.
Binnen, in een Ton-tafereel, schrijft
men kabouterwereldlitteratuur.
     

Claeroen Claere Cantharel / Anno 1980


1981
Het sensatiegehalte van de Jongen Die op Reis Ging om het Griezelen te Leren is voor een groot deel van de jeugd niet meer genoeg. De achtbaan blinkt immers vooral uit in thema en minder in thrill-gehalte. Om aan het verhoogde verwachtingspatroon tegemoet te komen besluit de Efteling een nieuwe, meer wilde weg in te slaan. Het is slikken of stikken, zo redeneert men in de directiekamer.
    Daarom wordt de superachtbaan de Python, in zijn tijd de grootste van Europa, toegevoegd aan het parkaanbod. Deze Double Loop Cork Screw, die is ontwikkeld en wordt gebouwd door Vekoma, is het meest sensationele wat er op dat moment bij de Limburgse onderneming in de aanbieding is. De 5,5 miljoen gulden kostende achtbaan gaat over een lengte van 750 meter in twee loopings en een kurkentrekker vier keer over de kop, waarbij een hoogteverschil van 23 meter wordt overbrugd en een maximumsnelheid van 75 kilometer per uur wordt bereikt.
    De realisatie van de achtbaan zet de Efteling lijnrecht tegenover verschillende milieubewegingen, die de richting die het park met de bouw ervan inslaat wraken. Zij proberen daarom met juridische stappen de bouw ervan stop te zetten. De rechter stelt hen in het ongelijk. De Efteling ligt namelijk niet ín natuurgebied de Loonsche en Drunensche Duinen, maar aan de rand ervan. Bovendien heeft het park aan kunnen tonen dat de realisatie van de nieuwste attractie cruciaal is voor het voortbestaan van het park. De bezwaren tegen de realisatie van de Python, die hadden moeten leiden tot een bouwstop, worden derhalve allemaal verworpen.
    Voor de hongerige bezoeker is onder de Corkscrew van de Python het kleinschalige horecapunt De Kurketrekker gerealiseerd, waar onder andere ijsjes en milkshakes worden geserveerd. Even verderop wordt De Spreeuwenpot geopend, waar overheerlijke poffertjes op het menu staan.
De jeugdige bezoeker van het park kan op steenworpafstand van de Python zijn lol op in de Game Gallery. Hier kan hij tegen betaling verschillende kermisachtige spellen spelen, die variëren van balgooien en ringgooien tot schieten en hengelen. De grootte van de te winnen prijzen hangt af van het succes in het spel.
    Bij de Roei- en Kanovijver wordt Het Seylend Fregat geopend. Aan het twee balies tellende horecapunt kunnen vermoeide watersporters een natje en een droogje bestellen.
    De Efteling laat echter met de komst van de superachtbaan en de nieuwe richting die ze daarmee inslaat haar wortels niet in de steek. In het Sprookjesbos heeft namelijk, onder supervisie van Ton van de Ven, het Kasteel van de Schone Slaapster een flinke opknapbeurt gekregen. Voor de restauratie is een groot deel van het enigszins vervallen oude kasteel gesloopt en herbouwd. Het nieuwe kasteel is duurzamer gebouwd en het oogt authentieker. Bovendien is in de toren naast het vertrek waar Doornroosje slaapt voortaan de boosaardige Dertiende Fee te zien, die daar met een valse grijns zit te spinnen als de beste.
    Op 1 juni 1981 overlijdt de heer Van der Heijden. De oud-burgemeester, oud-voorzitter en mede-oprichter van de Efteling is 83 jaar geworden.

Ton van de Ven waagt zich aan een
 logo-ontwerp voor de
spectaculaire achtbaan.
De witte rails steekt —sierlijk voor de
 één, afschuwelijk voor de ander— af tegen  de groene bossen van
 het natuurpark.
Dat ook Efteling-iconen best nog beter kunnen bewijst Ton van de Ven met zijn renovatie van het Kasteel van de
Schone Slaapster.
     
Kraanven
 

Het bungalowpark ten zuiden van de Efteling wordt in dit jaar flink onder handen genomen. Zo krijgt het Café-Restaurant een fikse opknapbeurt, waarbij men het een meer Eftelingse uitstraling geeft en wordt het zwembad uitgebreid met een overdekt gedeelte. Bovendien wordt de capaciteit van het Kraanven verviervoudigd. Het bungalowpark gaat van 250 naar 1000 bedden. Op het terrein worden voortaan meer activiteiten georganiseerd en er wordt een buspendeldienst ingezet naar de Efteling.
   
   De Efteling zet met deze grote investering haar eerste stappen in de richting van de Wereld van de Efteling.
 
Plattegrond 1981, klik voor een vergroting -|- Kaart: Bram Elstak, © het WWCW 2005

 
Terug naar 1972          Verder naar het Navigatiescherm

 
 
© Het Wonderlijke WC Web, 2002 - 2005. Tekst: Jorn van de Wetering. Cartografie: Bram Elstak. Grafisch: Friso Geerlings