Het Sprookjesbos wordt uitgebreid met De Zes Zwanen (),
een sprookje van de Gebroeders Grimm. Tussen de Rode Schoentjes
en de Sprekende Papegaai zit Elisa, die zes jaar niet mag
spreken en lachen, op een klein eilandje hemdjes te naaien van
de asters die daar groeien. Ze doet dit zodat de zes zwanen,
haar betoverde broers die om haar heen zwemmen, weer in mensen
veranderd zullen worden.
Bij de Indische Lelies wordt een Niveauverschil
aangebracht in de tot dan toe gelijke vloer, zodat ook de
achterste toeschouwers zo optimaal mogelijk kunnen genieten van
het betoverende spektakel.
Op 21 juni 1967 krijgt de Efteling koninklijk bezoek.
Koningin Fabiola, die het een jaar eerder geopende sprookje
de Indische Lelies schreef, kan haar nieuwsgierigheid niet
langer onderdrukken en komt de uitbeelding van haar sprookje
bewonderen. Om 15:00 uur arriveert de vorstin samen met Prinses
Paola in de Efteling, alwaar zij wordt verwelkomd door
Burgemeester van der Heijden, Peter Reijnders en Anton Pieck. Na
een rondleiding door de Efteling en het Sprookjesbos arriveert
het gezelschap bij de Indische Lelies. De koningin is diep onder
de indruk en vol lof over de geleverde prestatie.
|
|
|
Koningin Fabiola
en prinses Paola van België bezoeken de Indische Lelies. |
Het in 1967
aangebrachtte niveauverschil zorgt ook nu nog voor een prima
zicht. |
De Zes Zwanen,
naar het
sprookje van Grimm. |
Al jarenlang wilde de Efteling een echte reus in het park. Die
wens komt in vervulling als in 1968 in het Sprookjesbos tussen
het Kabouterdorp en de Bosbewaker de Reus van Klein Duimpje
zijn intrek neemt in het Sprookjesbos. De meer dan 5 meter grote
Reus zit daar op een miniatuurkathedraal en kijkt, leunend met
zijn hoofd in zijn linkerhand, zwijgzaam uit over een
miniatuurstad. Terwijl zijn ogen onheilspellend heen en weer
bewegen zwaait hij langzaam zijn enorme houten knuppel op en
neer. Wanneer bezoekers door de voor dit tafereel geplaatste
alarmhoorn blazen, opent zich de poort van de stad, waarop een
miniatuurkaravaan van vluchtende mensen naar buiten komt gereden.
De reus komt hierop in actie en buigt zich naar voren, maar is
te laat om nog iets te kunnen doen.
Om tegemoet te komen aan de ouden van dagen, aan invaliden en
aan gebrekkigen wordt de Paardentram in gebruik genomen.
De tram, waarvan de aankleding ontworpen is door Anton Pieck,
rijdt door het park van het Carrouselpaleis tot aan de roei- en
kanovijver en vervolgens langs het Café-Restaurant weer terug
naar haar startpunt.
|
|
|
De Reus van
Klein Duimpje en de onfortuinlijke stad. |
Al weer veertien
jaar op de toren... |
Ondanks het
grote aantal nieuwe beziens-
waardigheden is eind jaren zestig de natuur nog altijd één
der hoofdattracties. |
Voor de vele bezoekers die moe of slecht ter been zijn, of die
gewoon even willen zitten, is er vanaf dit jaar nóg een
alternatieve vervoerswijze. Zij kunnen zich per Stoomtrein
verplaatsen over het ‘Miniatuur Stoomtreintraject no. 1’. De
Efteling was al sinds 1959 bezig geweest met het idee voor de
aanleg van een spoortraject in het park. Firma’s als
‘Spoorijzer’ te Delft, ‘Krekel’ te Apeldoorn en ‘Neve’ te
Vreeswijk konden het park echter niet bieden wat zij zocht. Toen
in 1968 tijdens deze zoektocht Aagje het pad van de Efteling
kruiste was men verkocht. De stoomlocomotief, die stamt uit
1911, is dan nog in gebruik in de Arnhemse Steenfabriek
IJsseloord.
|
|
|
Vanaf 1969 rijdt zij met zes door Anton Pieck
ontworpen wagons een driekwart ronde door het park over een 1800
meter lang traject. Dit loopt vanaf Station West bij het
Sprookjesbos, langs Station Oost bij het Zwembad naar Station
Noord bij het Café-Restaurant en weer terug.
In het midden van het park worden vanaf mei dagelijks
voorstellingen gegeven in Circus Roberti. Dit wordt
gedaan in dezelfde tent die in het hoogseizoen wordt gebruikt
voor het geven van kindervoorstellingen.
Aan het tot Liefdespleintje omgedoopte Liefdeslaantje in het
Sprookjesbos wordt een beeld van de Kleine Zeemeermin
toegevoegd. In de sobere uitvoering van het tragische sprookje
van Andersen prijkt de treurig kijkende meermin op een stapel
rotsen, met in haar armen een vis die water spuwt. Het gezicht
van de zeemeermin is gemodelleerd naar de vrouw van Ton van de
Ven.
Even verderop wordt op het Kastelenplein het tweede sprookje
van Koningin Fabiola geopend. De Smidse en de Herberg der
drie Jonkvrouwen ()
heeft een plaats gekregen rechts van de grot van Sneeuwwitje.
Buiten de Smidse is de smid hard aan het werk en binnen is de
prins te zien, terwijl deze in de kast van de smid de drie
jonkvrouwen ontdekt die de deugden Arbeid, Gezondheid en
Berusting verbeelden. In de naast de smidse gebouwde herberg
worden drankjes en lekkernijen geserveerd. Peter Reijnders
ontwerpt zelf de bewegingen van de poppen, maar ziet zich in
toenemende mate genoodzaakt zijn werk uit handen te geven. Zijn
technieken zijn vaak te complex en het materiaalgebruik is niet
duurzaam genoeg. Het is daarom het laatste sprookje waar Peter
Reijnders actief aan zal meewerken. Hij is bijna 70 jaar en
trekt zich uit het park terug, maar laat een schat aan ideeën
achter waaruit de Efteling in de navolgende jaren nog vaak zal
putten.
|
|
|
Anton Pieck
ontwerpt zijn Zeemeermin snel en met vaste hand. Het
resultaat is echter even effectief als altijd. |
Hoe sterk de
gelijkenis met mevrouw
Van de Ven werkelijk is? Tsja... |
De Jonkvrouwen
die door de prins
ontdekt worden in de smidse. |
Dat Anton Pieck een groot liefhebber is van miniatuurtreintjes
en treintjeslandschappen blijkt wel wanneer in 1971 in de
voormalige schuilloods annex rolschaatsbaan het Diorama
wordt geopend. Geheel in de stijl van zijn schilderijen en
tekeningen heeft hij hier zijn eigen treintjeslandschap
ontworpen. Achter een glaswand met een omtrek van zestig meter
is een romantisch aandoend, veelzijdig, maar vooral
gedetailleerd berglandschap te zien. Hier kan de bezoeker in
zowel een dag- als een nachtsetting tot in de finesses
uitgewerkte burchten, kastelen, stadjes, dorpen, boerderijen en
waterpartijtjes ontdekken. De kleuren zijn net als op de
aquarellen van Pieck verfijnd en ingetogen. Met veel
liefde en oog voor detail is deze attractie vanaf de ontwerpen
van Pieck tot in de kleinste torenpuntjes uitgewerkt door het
ontwerpteam, dat inmiddels onder de bezielende leiding van Ton
van de Ven staat. De treintjes die door het landschap rijden
zijn in samenwerking met Märklin speciaal voor de Efteling
ontwikkeld.
In Shangri-La wordt het tijdrovende sluizensysteem
vervangen door een nieuw systeem dat opereert met lopende banden.
Dit bevordert de doorstroom van de attractie, waardoor de
capaciteit aanzienlijk wordt verhoogd.
|
|
|
Anton Pieck zet
voor het Diorama een eindeloze stroom details op papier. |
Van een deel van
het Diorama
maakt Anton Pieck een fraaie prent. |
Het populairste
deel van de miniatuurstad: het donkere Duisterstee. |
|
|
|
Bergen en dalen... |
...steden,
torens, gevels... |
...en het
mysterie van de nacht. |
|