De Geschiedenisrubriek ~ Een onvervalst stukje geschiedvervalsing (1962-1971 vervolg)
 

 


De Jaren Zestig (vervolg)

1967
Het Sprookjesbos wordt uitgebreid met De Zes Zwanen (), een sprookje van de Gebroeders Grimm. Tussen de Rode Schoentjes en de Sprekende Papegaai zit Elisa, die zes jaar niet mag spreken en lachen, op een klein eilandje hemdjes te naaien van de asters die daar groeien. Ze doet dit zodat de zes zwanen, haar betoverde broers die om haar heen zwemmen, weer in mensen veranderd zullen worden.
    Bij de Indische Lelies wordt een Niveauverschil aangebracht in de tot dan toe gelijke vloer, zodat ook de achterste toeschouwers zo optimaal mogelijk kunnen genieten van het betoverende spektakel.
    Op 21 juni 1967 krijgt de Efteling koninklijk bezoek. Koningin Fabiola, die het een jaar eerder geopende sprookje de Indische Lelies schreef, kan haar nieuwsgierigheid niet langer onderdrukken en komt de uitbeelding van haar sprookje bewonderen. Om 15:00 uur arriveert de vorstin samen met Prinses Paola in de Efteling, alwaar zij wordt verwelkomd door Burgemeester van der Heijden, Peter Reijnders en Anton Pieck. Na een rondleiding door de Efteling en het Sprookjesbos arriveert het gezelschap bij de Indische Lelies. De koningin is diep onder de indruk en vol lof over de geleverde prestatie.

Koningin Fabiola en prinses Paola van België bezoeken de Indische Lelies. Het in 1967 aangebrachtte niveauverschil zorgt ook nu nog voor een prima zicht. De Zes Zwanen, naar het
sprookje van Grimm.

1968
Al jarenlang wilde de Efteling een echte reus in het park. Die wens komt in vervulling als in 1968 in het Sprookjesbos tussen het Kabouterdorp en de Bosbewaker de Reus van Klein Duimpje zijn intrek neemt in het Sprookjesbos. De meer dan 5 meter grote Reus zit daar op een miniatuurkathedraal en kijkt, leunend met zijn hoofd in zijn linkerhand, zwijgzaam uit over een miniatuurstad. Terwijl zijn ogen onheilspellend heen en weer bewegen zwaait hij langzaam zijn enorme houten knuppel op en neer. Wanneer bezoekers door de voor dit tafereel geplaatste alarmhoorn blazen, opent zich de poort van de stad, waarop een miniatuurkaravaan van vluchtende mensen naar buiten komt gereden. De reus komt hierop in actie en buigt zich naar voren, maar is te laat om nog iets te kunnen doen.
    Om tegemoet te komen aan de ouden van dagen, aan invaliden en aan gebrekkigen wordt de Paardentram in gebruik genomen. De tram, waarvan de aankleding ontworpen is door Anton Pieck, rijdt door het park van het Carrouselpaleis tot aan de roei- en kanovijver en vervolgens langs het Café-Restaurant weer terug naar haar startpunt.

De Reus van Klein Duimpje en de onfortuinlijke stad. Al weer veertien jaar op de toren... Ondanks het grote aantal nieuwe beziens-
waardigheden is eind jaren zestig de natuur nog altijd één der hoofdattracties.

1969
Voor de vele bezoekers die moe of slecht ter been zijn, of die gewoon even willen zitten, is er vanaf dit jaar nóg een alternatieve vervoerswijze. Zij kunnen zich per Stoomtrein verplaatsen over het ‘Miniatuur Stoomtreintraject no. 1’. De Efteling was al sinds 1959 bezig geweest met het idee voor de aanleg van een spoortraject in het park. Firma’s als ‘Spoorijzer’ te Delft, ‘Krekel’ te Apeldoorn en ‘Neve’ te Vreeswijk konden het park echter niet bieden wat zij zocht. Toen in 1968 tijdens deze zoektocht Aagje het pad van de Efteling kruiste was men verkocht. De stoomlocomotief, die stamt uit 1911, is dan nog in gebruik in de Arnhemse Steenfabriek IJsseloord.


Geen postkoets en geen trekschuit meer - / De spoortrein voert ons heen en weer.

    Vanaf 1969 rijdt zij met zes door Anton Pieck ontworpen wagons een driekwart ronde door het park over een 1800 meter lang traject. Dit loopt vanaf Station West bij het Sprookjesbos, langs Station Oost bij het Zwembad naar Station Noord bij het Café-Restaurant en weer terug.
    In het midden van het park worden vanaf mei dagelijks voorstellingen gegeven in Circus Roberti. Dit wordt gedaan in dezelfde tent die in het hoogseizoen wordt gebruikt voor het geven van kindervoorstellingen.

1970
Aan het tot Liefdespleintje omgedoopte Liefdeslaantje in het Sprookjesbos wordt een beeld van de Kleine Zeemeermin toegevoegd. In de sobere uitvoering van het tragische sprookje van Andersen prijkt de treurig kijkende meermin op een stapel rotsen, met in haar armen een vis die water spuwt. Het gezicht van de zeemeermin is gemodelleerd naar de vrouw van Ton van de Ven.
    Even verderop wordt op het Kastelenplein het tweede sprookje van Koningin Fabiola geopend. De Smidse en de Herberg der drie Jonkvrouwen () heeft een plaats gekregen rechts van de grot van Sneeuwwitje. Buiten de Smidse is de smid hard aan het werk en binnen is de prins te zien, terwijl deze in de kast van de smid de drie jonkvrouwen ontdekt die de deugden Arbeid, Gezondheid en Berusting verbeelden. In de naast de smidse gebouwde herberg worden drankjes en lekkernijen geserveerd. Peter Reijnders ontwerpt zelf de bewegingen van de poppen, maar ziet zich in toenemende mate genoodzaakt zijn werk uit handen te geven. Zijn technieken zijn vaak te complex en het materiaalgebruik is niet duurzaam genoeg. Het is daarom het laatste sprookje waar Peter Reijnders actief aan zal meewerken. Hij is bijna 70 jaar en trekt zich uit het park terug, maar laat een schat aan ideeën achter waaruit de Efteling in de navolgende jaren nog vaak zal putten.

Anton Pieck ontwerpt zijn Zeemeermin snel en met vaste hand. Het resultaat is echter even effectief als altijd. Hoe sterk de gelijkenis met mevrouw
Van de Ven werkelijk is? Tsja...
De Jonkvrouwen die door de prins
 ontdekt worden in de smidse.

1971
Dat Anton Pieck een groot liefhebber is van miniatuurtreintjes en treintjeslandschappen blijkt wel wanneer in 1971 in de voormalige schuilloods annex rolschaatsbaan het Diorama wordt geopend. Geheel in de stijl van zijn schilderijen en tekeningen heeft hij hier zijn eigen treintjeslandschap ontworpen. Achter een glaswand met een omtrek van zestig meter is een romantisch aandoend, veelzijdig, maar vooral gedetailleerd berglandschap te zien. Hier kan de bezoeker in zowel een dag- als een nachtsetting tot in de finesses uitgewerkte burchten, kastelen, stadjes, dorpen, boerderijen en waterpartijtjes ontdekken. De kleuren zijn net als op de aquarellen van Pieck verfijnd en ingetogen. Met veel liefde en oog voor detail is deze attractie vanaf de ontwerpen van Pieck tot in de kleinste torenpuntjes uitgewerkt door het ontwerpteam, dat inmiddels onder de bezielende leiding van Ton van de Ven staat. De treintjes die door het landschap rijden zijn in samenwerking met Märklin speciaal voor de Efteling ontwikkeld.
    In Shangri-La wordt het tijdrovende sluizensysteem vervangen door een nieuw systeem dat opereert met lopende banden. Dit bevordert de doorstroom van de attractie, waardoor de capaciteit aanzienlijk wordt verhoogd.

Anton Pieck zet voor het Diorama een eindeloze stroom details op papier. Van een deel van het Diorama
maakt Anton Pieck een fraaie prent.
Het populairste deel van de miniatuurstad: het donkere Duisterstee.
Bergen en dalen... ...steden, torens, gevels... ...en het mysterie van de nacht.
 
Plattegrond 1971, klik voor een vergroting -|- Kaart: Bram Elstak, © het WWCW 2005

 
Terug naar 1962          Verder naar het Naviegatiescherm

 
 
© Het Wonderlijke WC Web, 2002 - 2005. Tekst: Jorn van de Wetering. Cartografie: Bram Elstak. Grafisch: Friso Geerlings