Hallo lieve lezer,
Tijdens een
mooie en rustige winterdag hoorde ik van collega
De Uil dat het Wonderlijke WC Web een
brievenrubriek heeft geopend. Via deze rubriek
kunnen de Eftelingbewoners van alles laten weten
aan de bezoekers van de site. Natuurlijk was ik
zeer benieuwd wat er allemaal in die brieven stond
en de spoorwegbewaker (ja die met die slagboom)
heeft ze daarom aan mij voorgelezen (ik kan ze
zelf niet
lezen, omdat ik geen armen heb en
ik met mijn trappers die brieven niet kan
vasthouden).
De ingezonden
brieven vond ik erg boeiend, alleen ze waren wel
wat sombertjes. Het lijkt er wel op alsof wij hier
in de Efteling allemaal wat te klagen hebben. Nou
is er natuurlijk best wel het één en ander op te
merken over de gang van zaken, maar er zijn ook
heel veel dingen gebeurd die ons voordeel hebben
opgeleverd. Neem nu mijzelf. Sinds enkele jaren is
mijn leventje een stukje leuker geworden. Hoe dat
zo gekomen is? Wel lees mijn brief maar verder en
je zult erachter komen waarom ik (en trouwens ook
mijn vrienden) zo blij zijn.
Maar ach, ik
realiseer me ineens dat ik helemaal vergeten ben
mezelf voor te stellen. Ik ben De Pelikaan. De
meesten zullen nu verrast opspringen en roepen: Hé
ben jij dat draaiorgel in de Pieck Carrousel?, Nee
lieve lezer, dat ben ik niet. Toch kennen jullie
mij wel, ik ben te vinden in Ruigrijk, nouja
halverwege de weg van Reizenrijk naar Ruigrijk.
Als je over die weg loopt, zie je mij geregeld op
het spoor dat daar ligt. Gaat er al een lichtje
branden? Juist! Ik ben één van de traptreintjes en
maak deel uit van het Kinderspoor. Ik mag wel
zeggen een hele leuke job. Elke openingsdag van de
Efteling rijdt ik rustig mijn rondjes en breng ik
iedere passagier langs de mooiste plekjes, de
meest pittoreske huisjes, de spoorwegwachter die
er ook staat en uiteindelijk komen wij weer terug
in station De Blauwe Reiger, alwaar ik geduldig
wacht op weer een ritje. Nee mij hoor je niet
klagen.
Maar laat ik
niet teveel ingaan op mijn dagelijkse gang van
zaken, ik zou vertellen waarom mijn leven zo'n
stuk leuker geworden is. Mijn collega
traptreintjes en ik vermaken de bezoekers nu al
sinds 1954. In dat jaar reden we onze rondjes op
een tamelijk open gebied en vroegen wij ons wel
eens af wat wij in 's hemelsnaam op dat kale stuk
te zoeken hadden. Maar gelukkig werd het geheel
later netjes aangekleed en werd het meteen een
stuk aangenamer in dat hoekje van het parkdeel dat
later de naam West zou gaan krijgen. Vanaf onze
plaats konden we, als we ons goed uitrekten op het
spoor, de ontwikkeling van parkdeel West goed
volgen. In de eerste jaren gebeurde er niet veel
in dat gedeelte, maar vooral in de jaren'80 en '90
veranderde dat. Zo merkte ik dat het vertrouwde
gebalk van de ezel, dat regelmatig te horen was,
in 1984 plotseling verdwenen was. Het bleek later
dat ezelmans de wijk had genomen naar het
sprookjesbos. In datzelfde jaar zagen mijn
vrienden en ik ineens dat er aan de kant van
parkdeel Noord gebouwd ging worden. Er kwam een
groot gebouw met daarop enkele vrolijke figuren.
Later hoorden we dat dat het 'Carnaval Festival'
was. Naast het gebouw kwam nog een gebouw, het
zogenaamde Jokie de Prrretneuswinkeltje. Ook ving
ik af en toe een glimp op van een kikkerfontein,
maar die heb ik na een paar jaar niet meer gezien.
Verder nam ik rond 1988 weer iets nieuws waar: een
heuse kannibaal!
Brrr ik vond dat een partij eng! Gelukkig eet hij
geen treintjes en stond hij ver van ons vandaan.
De grootste
verandering in ons gebied kwam echter in 1990. Tot
onze grote schrik werd de speeltuin, die ons al
vanaf het begin gezelschap had gehouden,
afgebroken. Onthutst vroegen wij ons af wat dat
nou weer te betekenen had. Al snel kwam het
antwoord. Op het voormalige speeltuinterrein
werden namelijk merkwaardige bouwsels neergezet en
daaromheen een muurtje. Verder verrees er een
vreemde
hoge
rail. Totaal verbluft waren we hierdoor en even
vreesden wij dat we met z'n allen op die rare rail
moesten gaan rondrijden. Een waar spookbeeld, want
collega De Arend heeft, ondanks zijn naam,
vreselijk last van hoogtevrees. Al snel zagen we
echter dat er vreemdsoortige wezens over die rail
schoven. En net als wij
botsten ze ook wel eens! Na
wat links en rechts gepraat begrepen we dat de
vreemde nederzetting naast ons toebehoorde aan het
Volk van Laaf. Gerustgesteld hierdoor reden we
braaf onze rondjes, alleen, het zou na de komst
van onze luimige
buurtjes niet meer hetzelfde zijn als voorheen.
Vreemd genoeg leek het wel alsof er steeds minder
kinderen naar ons toekwamen. Oh we zagen ze wel
hoor, maar telkens als ze in de buurt van het
Lavenlaar kwamen, lieten ze ons links liggen en
liepen ze weer de andere kant op. Zelfs het
hartstochtelijke gekrijs van die baby op dat zitje
vlakbij ons, kon de bezoekers niet verleiden naar
ons toe te komen. Toch wat teleurgesteld schikten
we ons in ons lot en zagen we hoe in Noord opnieuw
een gebouw verscheen; Vogel Rok.
In dat gebouw (zo hoorde wel al
snel) reed een hogesnelheidstrein zijn rondjes
over een enge kronkelige rails.
Wanhopig als we waren deden we ons
best die laatste paar jonge
kinderen een leuk
(en iets minder snel)
ritje te geven, maar de lol was er
voor ons eigenlijk helemaal vanaf.
Daar zaten we dan: Voorgoed weggestopt in een
donkere hoek zonder veel bezoekers. Althans: dat
dachten we.
Maar in het
jaar 1999 gebeurde er iets opvallends. Een
delegatie van De Efteling verscheen en bestudeerde
ons spoorwegtraject met veel aandacht.
Nieuwsgierig als we waren probeerden we erachter
te komen wat er aan de hand was. Nou daar kwamen
we snel achter, want na het seizoen werd ons spoor
ineens afgebroken. We wisten niet wat ons
overkwam, zouden we nu dan toch na jaren trouwe
dienst worden afgedankt? Mijn collega treintjes en
ik werden 'opgeborgen' en angstig wachtten we af
wat er komen ging. Tijdens onze tijdelijke
afwezigheid hoorden we dat de Efteling zelfs in de
winter open zou gaan en hierdoor werden we
helemaal verdrietig, eindelijk gezelligheid in de
winter en dan mogen we er niet bij zijn? Maar we
bleken te vroeg conclusies getrokken te hebben,
want op een dag in 2000 werden we weer
tevoorschijn gehaald en zetten ze ons weer op de
rails. Blij als we waren keken we vrolijk in het
rond, maar wat was dat? De hele omgeving was
totaal veranderd. Daar waar we de laatste tijd dus
tegen die Lavenmuur en een
rommelig hoekje Efteling vol knutselspullen
koekeloerden, daar keken we nu ineens uit over een
prachtige vijver, waarin witte bootjes voorbij
schoven. Uiteraard maakten we snel allemaal een
rondje over het spoortraject en wat schetste onze
verbazing? Totaal nieuwe en bijzonder fraaie
huisjes, een molentje en de spoorwegwachter!
Hij bleek met ons meegegaan te zijn en hielp ons
uit de droom. Het kinderspoor had een nieuw plekje
gekregen. Nouja je begrijpt wel hoe verheugd we
waren, en wij niet alleen. De delegatie die eind
1999 naar ons kwam kijken, kwam weer langs en zij
keken zeer blij. Ook wij staken onze vreugde niet
onder stoelen of banken en we keken meteen al
reikhalzend uit naar het nieuwe seizoen.
Tegelijkertijd hielden we ook de laatste
vernieuwingen aan het spoor in de gaten en vooral
het nieuwe station De Blauwe Reiger vinden we nog
altijd geweldig. Ook de stem van de omroeper (per
coupé mogen slechts twee kinderen mee) is gelukkig
meeverhuisd. Affin,
meteen vanaf de start van het seizoen 2000 reden
we vol blijdschap onze rondjes en keken we onze
ogen uit. Niet alleen schoven de bootjes nu gevuld
met mensen voorbij, ook konden we regelmatig de
grote tempel tegenover ons aan de vijver omhoog
zien stijgen tot ver boven de boomtoppen. Vanuit
onze ooghoeken zien we ook zo af en toe een schip
boven de bomen uitkomen en we kunnen ook een glimp
opvangen van het plein waar de grote vogel Rok, de
kannibaal (ja gelukkig weer ver weg) en het
Carnaval Festival staan. Nee we waren er niet
bepaald op achteruit gegaan, dat hadden we al snel
in de gaten.
En nu zijn we
twee jaar verder en helemaal gewend aan onze plek,
maar we genieten er nog elke dag van. Wat een
schitterende locatie! Degene die deze verhuizing
bedacht heeft is voor altijd onze
Kinderspoor-kanjer! Wij rijden nog altijd vol
blijdschap onze rondjes en gezien de reacties van
de (meestal)
jeugdige passagiers, rijden zij
altijd vol enthousiasme met ons mee.
Er mag dan
wel eens kritiek zijn op de Efteling, wij zijn er
trots op hier te mogen wonen en werken.
Groeten,
|