Twinkel banner deco  -|-  (c) Het WWCW 2001

  Ingezonden brieven

 

Ingezonden Brieven Logo -|- Foto: Friso Geerlings - Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001

Post van hoog niveau. Nu denkt u natuurlijk direct aan één van de hooggeplaatste doorluchtige inwoners van de Efteling: de keizer van China, de pasha van Fata Morgana, de koning der trollen (alhoewel zijn status onder vuur ligt...) of toch de boze koningin. Mis. Het WWCW ontving een brief van misschien wel de allerbekendste inwoner van het park: Langnek. Lees hier wat deze oudgediende uit het park te melden heeft. Reacties op Dhr. Langnek's schrijven kunnen onder vermelding van reactienummer 009 gezonden worden (per post, e-mail of uil) aan het WWCW Team (Meer informatie in de colofon).

  ~ Langnek  ~

 

Brief Wapen -|- Scan: De Versamelaer - Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001

   Beste lezers,

Hoewel ik al jarenlang geen brieven meer geschreven heb, maakte ik onlangs iets mee, waardoor ik dit nu wel heb gedaan. Ik heb besloten de brief naar de redactie van het Wonderlijke WC Web te sturen, zodat jullie hem allemaal kunnen lezen.

Enige maanden geleden, het zal zo in de herfst van 2001 geweest zijn, hoorde ik enkele mensen op het plein, vlak voor mijn rots met elkaar praten. Nu is dat niet zo bijzonder natuurlijk, want per seizoen trekken er duizenden pratende mensen aan mij voorbij. Deze mensen echter vertelden elkaar dat het Sprookjesbos in 2002 precies 50 jaar bestaat. Omdat de groep die dat vertelde regelmatig in het park is en omdat ik ze wel vaker zie, ga ik ervan uit dat zij er wel verstand van hebben en dat het dus klopt. Al 50 jaar, wat een tijd zeg!

En nu ik er eens wat beter over ben gaan nadenken realiseer ik me ineens dat ik dus ook al 50 jaar bosbewoner ben. Ik moest meteen even terugdenken aan al die jaren geleden, toen ik, net uit dienst bij de koning als dienaar, in het Sprookjesbos aankwam, samen met mijn maatje Kogeloog. Vermoeid van alle avonturen, waarover je alles kunt horen als je een keertje bij me langskomt, vestigden wij ons in het bos. We hadden meteen al in de gaten dat er hier wat aan de hand was, want er werd druk gebouwd in het bos. Overal zag je werklui bezig om tussen de bomen de meest fraaie bouwsels neer te zetten. De rots bij het watertje, die overigens al in het bos aanwezig was, werd al snel door mij ingenomen. De bazen van het bos, de heren Anton en Peter (ja ik mocht ze zo noemen), vonden het prima dat ik daar ging zitten, op voorwaarde dat op het plein het verhaal van de zes dienaren ten gehore mocht worden gebracht. Uiteraard vond ik dat best, laat de kinderen maar horen hoe je door samenwerken verder komt in de wereld. Blij nam ik plaats op de rots en omdat ik nooit en nooit raak uitgekeken, komt het dat ik hier nog steeds zit…..

In het Sprookjesbos is uiteraard van alles te zien en te horen. In al die jaren heb ik de meest wonderlijke geluiden opgevangen. En het gekke is dat er steeds meer van die geluiden bijgekomen zijn. In de eerste jaren hoorde ik prachtige vogelgezang, muziek die mij sterk deed denken aan rode balschoentjes die door een zaal zwierden, trompetgeschal en een geluid dat ik tot nu toe nog steeds niet kan thuisbrengen. Ik hoor steeds kinderen joelen en op één of andere manier hoor ik dat gejoel vlak daarna weer. Het lijkt wel of er een papegaai in het bos zit, maar dat zal toch wel niet in dit koude kikkerlandje. Jaren later zag ik vanuit mijn rechter ooghoeken een huisje, waar een meisje met een rood kapje voor staat. Bij het huisje klinkt een stem, maar wat er gezegd wordt kan ik niet verstaan, maar er wordt ook gezongen. Ook hoor ik nu regelmatig gebalk van een ezel, een geluid alsof er een trillende steen in het bos ligt en luid gesnurk. Het gezang van de vogel die ik hoorde in het begin is verdwenen en vanuit die hoek klinken nu regelmatig grommende en onheilspellende geluiden. Vreemd genoeg gaat er aan die geluiden steeds een ander geluid vooraf, een geluid alsof er aan iets metaalachtigs getrokken word. Tot op heden weet ik nog steeds niet wat dat geluid is. De laatste verandering in het bos merkte ik vorig jaar. Schuin achter mij werd er ineens ook een verhaal verteld. Omdat ik niet steeds om kan kijken, weet ik niet waar dat geluid vandaan komt, maar ik vang wel steeds woorden op als: "Je mag zoveel Rapunzel eten als je wilt…"en "Onherbergzaam oord". Toch wel jammer dat ik niet van mijn rots af kan komen, ik heb tenslotte een afspraak met de Efteling dat ik mag blijven, mits ik wel op de steen blijf zitten en alleen maar vooruit en opzij kijk. Omkijken is helaas uit den boze, nouja die geluiden zijn ook leuk. Misschien dat er ooit eens iemand komt met foto's zodat ik ook eens de beelden bij die geluiden kan zien.

Ik had het net over mijn vriend en collega
-dienaar Kogeloog. Velen van jullie vragen zich natuurlijk af wat er met hem gebeurd is. Toegegeven, er staat een beeldje op het dak van het etablissement tegenover mijn rots, maar dat is natuurlijk niet de echte Kogeloog. Ik zal eens vertellen wat er gebeurde. Kogeloog mocht ook in het park blijven, maar hij moest dan wel met een wesp op zijn neus gaan zitten en net doen alsof hij zijn krachten kwijt was, zodat hij niet in staat was een wesp te verjagen. Nou je begrijpt dat dit voor Kogeloog een enorme afgang betekende. Ongeveer acht jaar heeft hij het volgehouden en toen was de maat vol. Kogeloog heeft mij nog gedag gezegd en is daarna teruggekeerd naar zijn vrienden Putoor, Heuvelbuik, Springkuit en Koukleum. Ik heb nooit meer wat van hem gehoord. Ook niet van de andere dienaren trouwens. Zelfs de prins en de prinses zijn nooit meer wezen kijken. Ik weet niet eens hoe het met ze is. Jaren geleden heb ik me eens laten vertellen dat ze zes zonen hebben gekregen en dat die zonen ooit een verbond hadden gesloten met een doortrapte tovenaarsleerling, waardoor ze nu als standbeelden in het Sprookjesbos, vlak achter me staan. Ik geloof hier helemaal niets van, want die prinsen blazen op de trompetten en ik weet zeker dat ik die trompetten al vanaf het begin heb gehoord, dan zouden ze dus al als baby op die dingen hebben moeten blazen, dus daar trapt ome Langnek mooi niet in. Maar op zich kan het me weinig schelen dat die dienaren en prins en prinses nooit meer langs geweest zijn. Ik heb inmiddels weer zoveel mensen leren kennen dat ik het best naar mijn zin heb en voorlopig zeker niet van plan ben om het bos te verlaten. Daarnaast heb ik ook al jaren gezelschap van een gezellige dikkerd die, recht tegenover mij, gezeten in een wagen om voedsel bedelt. Hij schijnt Holle bolle Gijs te heten, maar dat heeft ie zelf nooit tegen me verteld, dus dat heb ik ook alleen van horen zeggen.

Maar om nog even op het uitzicht om me heen terug te komen: ik heb dan wel verteld wat er in dat Sprookjesbos allemaal gebeurd was, maar ook in de ruimte waar ik op uitkijk als ik mijn nek heb uitgerekt is veel te zien. Aanvankelijk keek ik uit op stukken natuurgebied en ik heb ook zelfs een hertenkamp gezien. In de loop der jaren is er veel veranderd in dit uitzicht. Eerst verscheen er een luguber kasteel, waaruit van die enge geluiden komen en later verrees er een vreemdsoortige baan, waarover rare karretjes vliegen. Kennelijk vinden de mensen die dingen doodeng, want er wordt flink gegild als ze erin zitten. De rustige weg, waar voorheen weinig mensen liepen werd een jaar of zeven geleden ineens een stuk drukker. Waar je eerst amper iemand zag, trokken vanaf dat moment drommen mensen voorbij alsof ze net het park binnengekomen waren. Gek genoeg werd de liefelijke laan enkele jaren geleden omgebouwd tot luxueus wandelpad met lantaarns, fonteinen en een beeld van die gekke nar die nu ongeveer tien jaar door het park dartelt. Bovendien klinkt er ook mooie muziek. Of het allemaal nog niet genoeg is, is er onlangs een compleet nieuw gebouw aan dat wandelpad verschenen. Het is een vreemd rotsachtig gebouw, waarlangs watervallen kletteren. Overigens ben ik met dat laatste niet zo blij, aangezien ik nu de hele dag aandrang heb, maar niet van die rots mag afkomen. Hoewel ik het jammer vind dat het uitzicht zo veranderd is, besef ik dat dat de moderne tijd wel zal zijn. Aan de reacties van het publiek op het plein merk ik dat ze het nog altijd naar hun zin hebben in de Efteling en als zij blij zijn heb ik ook plezier. O.k. ik moet er wel eens wat voor overhebben, zo werd ik in de winter voorzien van een stel idiote oorkleppen en kreeg ik een zo mogelijk nog gekkere sjaal om, maar ik neem het op de koop toe. Ik ben in al die jaren van dat park gaan houden, maar dat is natuurlijk ook niet zo raar als je bewoner van het eerste uur bent.

   Vriendelijke groeten,

 

Zegel -|- Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001