Gevederde vrienden,
Nadat ik in me deze brievenrubriek door al die
epistels van die blaaskakige orgels heb heen
geworsteld, rees bij mij de vraag met welk recht
deze bovenmaatse fluiten denken te kunnen spreken.
Ze verwijten elkaar van alles en nog wat en
ondertussen zijn het de grootste minkukels die er
bestaan.
Het kan dan wel zo zijn dat ze vinden dat zij het
mooiste geluid maken, maar uiteraard kunnen ze in
de verste verte niet tippen aan mij! Ik, de
Chinese Nachtegaal, ben de absolute koning van de
zang. Mijn lieflijke geluid betovert iedereen. De
keizer van China én de dood zelf vielen niet voor
niets als een blok voor mijn klank. Mijn
kristalheldere zang inspireerde zelfs de mensen
van de Efteling en dus werd eind jaren '90 het
meest verstandige besluit genomen wat men maar kon
nemen: de Chinese Nachtegaal moest aan het
Sprookjesbos toegevoegd worden. Terecht
natuurlijk, je kunt argeloze doch
sprookjesminnende bezoekers immers niet zoiets
fraais als mijn stem onthouden.
Vanwege het unieke karakter van dit sprookje, werd
het paleis maar meteen op een zeer prominente plek
neergezet: het einde van de sprookjesbosroute.
Bezoekers bewaren op die manier onbewust het
lekkerste voor het laatst. Als ze langs die veel
te hard snurkende reus, dat irritante dansende
dwergje en die afschuwelijk vals spelende fakir
zijn geglipt, kunnen ze op die manier hun bezoek
aan het bos afsluiten met een oorstrelende
serenade van mijzelf. Ik moet eerlijk zeggen dat
ik al die bezoekers op dat moment ook helemaal zie
opfleuren, maar dat is ook niet meer dan logisch;
het verhaal van de Chinese Nachtegaal begint
immers somber, wordt steeds triester, maar dan!!!
Dan komt het moment dat ik mijn kunsten mag
vertonen. Wat moeilijk te zien voor de bezoekers
zing ik al parelend mijn hoogste, en telkens weer
wonderschone lied. Dat ik trouwens niet zo
opvallend in het sprookje aanwezig ben is op eigen
verzoek, ik heb immers mijn uiterlijk niet nodig
om op te vallen. Mijn stemgeluid is al meer dan
voldoende, zo vond ook dhr. Van de Ven die het
stulpje des keizers en mijn eigen nederige
zangtakje in de tamarinde ontwierp.
Nouja ik kan daar natuurlijk uren en uren over
vertellen, maar ik laat het liever aan u zelf
over. Betreedt het Chinese paleis en geniet met
volle teugen van het mooiste dat u ooit hebt
gehoord. Vergeet ook niet die zang vast te houden
in uw gedachten, want als u na uw bezoek aan mij
het bos uitloopt, komt u onherroepelijk uit in de
buurt van het Anton Pieckplein, waar u meteen weer
geconfronteerd wordt met dat gejammer van die
verdraaide, westerse orgels. Wie die dingen ooit
heeft uitgevonden moet zwaar gestoord zijn, zeker
als je ze vlak in de buurt zet van het mooiste qua
geluid op aarde!
Met de meest parelende groeten,
(De Chinese
Nachtegaal)
(Overigens ook het laatste door
Meester Ton van de Ven vormgegeven
Sprookjesbosdier)
p.s. Dat ik het mooiste zing van allemaal wordt
ook nog eens bevestigd door de Nachtegaal uit het
sprookjesmuseum (thans woonachtend in het ietwat
stoffige depot) en de Gouden Nachtegaal uit het
paleis. Beiden beseffen dat ze nooit tegen mij
opgekund hebben qua schoon- en helderheid van zang.
|