Was het u reeds
bekend dat...
...de toren precies tien meter en
één centimeter hoog is, inclusief windvaan?
...de vlecht in 2001 zo snel vies werd, dat de technici van
de Efteling met de handen in het haar zaten (letterlijk...) Besloten werd
om de vlecht dan maar in 2003 al te vervangen.
Waarschijnlijk zal de vlecht van Raponsje dus één van de
meest vervangen Sprookjesbos-elementen blijken te zijn. |
Wanneer niet lang daarna het eerste kind van het echtpaar
geboren wordt, haalt de heks het meisje op. Ze noemt haar
Raponsje en sluit haar op in een toren midden in het bos,
een toren zonder deur of trap en met alleen een klein
raampje bovenin. De heks brengt elke dag een bezoek aan
Raponsje. Raponsje moet dan haar meterslange, goudblonde
haar naar beneden laten zakken, waarlangs de heks vervolgens
naar boven klimt.
Een prins uit een ver land, op jacht in het bos, is op een
goede dag getuige van dit schouwspel. Hij vraagt het meisje
haar haren te laten zakken net zoals hij dat de heks heeft
horen doen en klimt naar boven. Dag na dag bezoekt de prins
het meisje in d e
toren, tot de heks dit ontdekt, Raponsjes vlechten afknipt
en haar naar een woestenij verdrijft. Wanneer de volgende
dag de prins arriveert en Raponsje vraagt haar haren te
laten zakken, gooit de heks de vlechten uit het raam.
Wanneer de prins bijna boven is, laat de heks de vlechten
los, zodat de prins naar beneden valt in de doornstruiken
onder de toren, waardoor hij blind wordt.
Jarenlang trekt de blinde prins door het land, op zoek naar
zijn Raponsje. Op een dag vindt hij haar en wanneer ze hem
al wenend om de hals vliegt en twee tranen zijn ogen
binnenglijden, kan hij weer zien. Hij neemt haar mee naar
zijn rijk, trouwt met haar en samen leven ze nog lang en
gelukkig.

De oorsprong
van het sprookje
Het sprookje van ‘Raponsje’ is het twaalfde sprookje uit de
Kinder- und Hausmärchen van de gebroeders Grimm. In het
Duits heet Raponsje "Rapunzel", een naam die soms ook wel in
Nederlandse versies gebruikt wordt. Het sprookje is een
bewerking van een sprookje dat de Grimms aantroffen in
“Kleine Romane” van Friedrich Schulz uit 1790. De Grimms
dachten dat Schulz het sprookje uit de mondelinge
overlevering had gehaald, maar in werkelijkheid is het een
vertaling van het Franse sprookje "Persinette" van de
Charlotte-Rose de Caumont de La Force. De oudste versie van
‘Raponsje’ is terug te vinden in de Pentamerone (1634-1636)
van Basile.
Het sprookje is zowel in Duitsland, Nederland als Vlaanderen
in de mondelinge overlevering aangetroffen. Het grootste
verschil tussen de mondelinge versies en de versie van de
gebroeders Grimm, is het einde. In de versies van de
mondelinge overlevering vlecht de prins een ladder en weet
Raponsje te redden uit de toren; het slot met de blinde
prins is afkomstig van La Force.

In veel (oudchristelijke) culturen knipten vrouwen hun haar
af wanneer ze trouwden (of wanneer ze in het klooster
traden, wat als “trouwen met God” beschouwd werd). Het lange
haar van Raponsje kan dan ook gezien worden als een teken
van haar maagdelijkheid. In vroegere edities van de Kinder-
und Hausmärchen ontdekt de heks de relatie tussen Raponsje
en de prins niet door een verspreking van het meisje (of
doordat ze de prins zelf ontdekt), maar wordt Raponsje
zwanger van de prins, waardoor haar steeds strakker zittende
kleding haar uiteindelijk verraadt. Het afgeknipte haar is
dan een wel heel duidelijke metafoor voor haar verloren
maagdelijkheid.

Het sprookje in
de Efteling
De toren van Raponsje werd in 2001 toegevoegd als
vierentwintigste sprookje in het Sprookjesbos, langs de weg
die van de Papegaai naar de Zeemeermin gaat. Hoewel Raponsje
pas op 18 mei 2001 in de toren verscheen, ziet de toren er
uit alsof hij al vele jaren in het Sprookjesbos staat. De
tien meter hoge toren werd ontworpen door Ton van de Ven,
die zich liet inspireren door foto's en tekeningen van
torens uit de Middeleeuwen. Het ontwerp doet terugdenken aan
de stadstorens uit Zuid-Duitsland, met de typisch haak naast
de venster die gebruikt werd om emmers en goederen aan een
touw naar beneden te la ten
zakken. Hoewel het minzaam glimlachende Raponsje boven in de
toren het hoofdpersonage is uit het sprookje, trekt in de
Efteling-versie de klimmende heks alle aandacht naar zich
toe. De heks klautert
zeven meter hoog de vlecht van Raponsje in, op een bijzonder
natuurlijke wijze. Hoewel het principe niet nieuw is, werd
het door de Efteling, in samenwerking met het Fijnaartse
bedrijf BOM Engineering, dat verantwoordelijk is voor het
meeste mechanische engineerwerk in de Efteling, helemaal
zelf opnieuw ontwikkeld. De ontwerpers vonden de
klimmotoriek van de kant-en-klaar-verkochte klimmende
animatronics te houterig en maakten daarom een eigen
mechanisch skelet dat aangekleed werd met polyester
lichaamsdelen. De heks ziet er lelijk maar niet
angstaanjagend uit, zodat kinderen gefascineerd maar zonder
schrik het sprookje kunnen bekijken.
Het verhaal bij het sprookje wordt verteld door Wieteke van
Dort, die in het Sprookjesbos ook al de sprookjes vertelt
bij ‘Roodkapje’, ‘De Rode Schoentjes’ en ‘Vrouw Holle’. In
een interview vertelde Wieteke van Dort hoe leuk ze het vond
om de verhalen voor het Sprookjesbos op te nemen: "Omdat de
Efteling jaren geleden niet goed wist hoe ze me konden
vergoeden voor mijn werk, en ik het park zo leuk vond, heb
ik de Efteling toen zelf voorgesteld me een
Efteling-abonnement voor het leven te schenken." In de jaren
zeventig filmde de zangeres ook een reclamespot voor het
park in het Sprookjesbos. Het sprookje van Raponsje is het
eerste verhaal dat de zangeres opnam sinds haar opname voor
het Loerhuys in het Lavenlaar in 1990. De
achtergrondgeluidjes van de kreunende en giechelende heks
zijn overigens niet van Wieteke van Dort, maar van
Efteling-ontwerper Robert-Jaap Jansen.
Omdat Raponsje een recent sprookje is, komt het niet voor op
de oude albums met luistersprookjes, of in het
Efteling-sprookjesboek van Martine Bijl. Wel is het te
vinden op de tweede CD met Efteling-sprookjes van ReDi
Entertainment. De TV-serie “Sprookjes” bevat op DVD nummer
drie ook een aflevering met dit sprookje. Bijzonder aardig
voor de Efteling-liefhebber is hierbij het feit dat de
scènes die zich afspelen in de toren van Raponsje ook
daadwerkelijk in de toren in het Sprookjesbos zijn
opgenomen.
Op 7 juli 2001 organiseerde de Efteling, naar aanleiding van
de officiële opening van het sprookje, een
Raponsje-verkiezing waarbij de meisjes met de langste vlecht
uit Nederland, België, Duitsland en Engeland werden
verkozen. Winnares werd de 28-jarige Patty
Gisbers-Jenniskens uit Heteren met een vlechtlengte van 172
centimeter. De Vlaamse winnares, Katalin Willems, liet haar
134 cm lange vlecht later dat jaar afknippen en schonk de
vlecht aan de Efteling. |