Was het u reeds
bekend dat...
...tegenover de Papegaai, tussen de
onderbegroeiing van het bos, een mysterieus ritselend geluid
te horen is? Alsof er zich kabouters in verschuilen...
...tijdens het
seizoen 2006 de Papegaai 's avonds niet uitschakelde met de
andere sprookjes van het bos? Tot diep in de nacht bleef het
beest de bosgeluiden om zich heen feilloos reproduceren. |
Op een bepaalde dag ontmoette het meisje weer een oud
vrouwtje, dat haar met een heel gek stemmetje vroeg:
"Meisjelief, kun je me vertellen wat de weg is naar het
kasteel?" Het meisje kon zich niet bedwingen, ze boog zich
voorover, schudde met haar handen zoals ze het vrouwtje had
zien doen, en schorde hees dat het kasteel vlakbij was. Het
vrouwtje, dat in werkelijkheid een oude fee was, werd zo
kwaad dat ze het prinsesje terstond veranderde in een
papegaai. Voortaan kon het meisje niet anders dan alles wat
ze hoorde nazeggen. Na een tijdje kreeg het meisje berouw,
toen ze inzag hoe onbeleefd ze wel niet was geweest, en toen
de oude fee dat merkte, veranderde ze het meisje weer in een
prinses. En vanaf dat moment was het meisje altijd heel lief
en aardig tegen oude en gebrekkige mensen.
De oorsprong
van het sprookje
Hoewel de meeste sprookjes in het Sprookjesbos teruggaan op
sprookjes van de gebroeders Grimm, Hans Christian Andersen
of Charles Perrault, zijn er ook een aantal sprookjes die de
Efteling zelf heeft verzonnen, zoals dat van ‘De Magisch
Klok’, ‘Het Bruidskleed van Genoveva’ en ‘De Vliegende
Fakir’. Ook ‘Het Stoute Prinsesje’, zoals het sprookje van
de sprekende papegaai eigenlijk heet, is door de Efteling
zelf verzonnen. Hoewel het sprookje nergens op deze
manier in het Sprookjesbos wordt aangeduid, is dit de naam
die het sprookje kreeg op de allereerste plattegrond van de
Efteling uit 1952. In het souvenirboekje dat je toen in het
park kon kopen, stond een korte samenvatting van dit door
Peter Reijnders bedachte sprookje; later zou in het
Efteling-sprookjesboek van Truus Sparla het sprookje van
‘Het Stoute Prinsesje’ in een uitgebreide versie worden
neergeschreven. Toen in 1974 het sprookjesboek van Martine
Bijl verscheen en het sprookje hierin niet werd opgenomen,
verdween het naar de achtergrond. ‘De Papegaai’ is niet
alleen één van de oudste sprookjes uit Sprookjesbos, maar op
die manier wellicht ook het onbekendste sprookje van
allemaal.
Het sprookje in
de Efteling
‘De Papegaai’, of ‘Het Stoute Prinsesje’ zoals dit sprookje
in 1952 heette, was één van de tien sprookjes waarmee het
Sprookjesbos van de Efteling werd geopend, samen met het
kasteel van ‘Doornroosje’, de put van Vrouw Holle, de grot
van ‘Sneeuwwitje’, ‘Langnek’, ‘De Kikkerkoning’, ‘De
Magische Klok’, de Kleine-Boodschapkabouter, de
kabouterhuisjes en de oorspronkelijke versie van ‘De Chinese
Nachtegaal’. In "Het sprookje van de Efteling" beschrijft
Bob Venmans hoe de papegaai, verborgen in een hoek van het
bos, "feilloos zeker alles nazegt wat je hem toeroept, zelfs
al zijn het wel eens woorden die niet helemaal door de
beugel kunnen". Het mechanisme waarmee de papegaai alles
herhaalt, "zolang het oog rood is", werd in het begin van de
jaren vijftig door Peter Reijnders bedacht. Van twee
bandrecorders ontwierp Reijnders een ingenieus toestel dat
zowel kon opnemen als afspelen via een luidspreker en
microfoon die in een door Anton Pieck ontworpen nis
verborgen waren achter de vleugels van de bontgekleurde
vogel. Later werd het toestel vervangen door nieuwere
analoge en digitale apparatuur (de spoelen van de
bandrecorder moesten zo vaak vervangen worden dat de
papegaai algauw één van de meest storingsgevoelige sprookjes
van het bos werd), maar aan het principe van Reijnders bleef
men trouw. Ondanks het feit dat opnameapparatuur gemeengoed
is geworden, blijven kinderen nog steeds even verbaasd
kijken naar de wonderlijke sprekende vogel als ruim een
halve eeuw geleden.
Het Dagblad Oost Brabant schreef in 1952 over dit sprookje:
"Op een zware eikenbalk zit een wonderpapegaai. Spreekt de
bezoeker nu enige woorden in, dan begint even later de bek
van de vogel te bewegen en hoort de spreker zijn eigen
woorden op 'papegaaientoon' weerklinken. Het dier herhaalt
letterlijk alles en het ingenieuze en volkomen onzichtbare
apparaat dat dit bewerkstelligt, bewijst alleen al de
onbegrensde vindingrijkheid van de constructeur, de heer
Reijnders." Pas bij een complete
estetische en technische revisie van het sprookje in 2005
keerde het beweeglijke bekje van de Papegaai terug; de vogel
had het daarvoor een kleine eeuwigheid met statische, dichte
snavel moeten doen. Wellicht ter compensatie van zoveel
verwaarlozing kreeg de Papegaai tegelijk met zijn herstelde
snavelmechaniek ook een prachtig nieuw verenkleed in fraai
ingeschaduwde oranje- en groentinten.
Noch in het sprookjesboek van Martine Bijl, noch op één van
de CD's met luistersprookjes vind je het verhaal van ‘Het
Stoute Prinsesje’ terug. Wel staat de vogel afgebeeld op één
van de tien Efteling-dukaten van ‘Ezeltje Strek Je’. |