Was het u reeds
bekend dat...
...de muts die de keizer van China
draagt in de tv-serie “Sprookjes” ook in het decor te vinden
is? Het rode hoofddeksel ligt naast het bed van de keizer,
net voor de gordijnen waarachter zijn “goede en slechte
daden” zich vertonen.
...de animatronic van de Dood, die
als Pepper’s Ghost reflectie te zien is op het bed van de
keizer, geplaatst is in de met bollen gedecoreerde “kist”
midden in de publieksruimte van het sprookje?
...er in de paleistuin een koe
rondloopt? Helemaal aan het eind van de voorstelling van
'De Chinese Nachtegaal'
is, tussen het zachte gefluit en gefladder van de vogels in
de paleistuin door, ineens het luide geloei van een koe te
horen. Het geloei is overigens alleen in de Efteling zelf te
horen en niet op Efteling CD 1, die een opname van het
verhaal van het sprookje bevat.
|
Toen de keizer van China over de nachtegaal hoorde, gebood
hij een dienaar op zoek te gaan naar de vogel en hem uit te
nodigen op het paleis, zodat de nachtegaal zijn liedjes kon
zingen voor de keizer en de hele hofhouding. Toen het kleine
vogeltje begon te zingen was de keizer zo ontroerd dat hij
hem zijn gouden pantoffel om de nek wou hangen, maar de
vogel weigerde deze eer: "Ik heb uw tranen gezien,
majesteit, en dat is uw grootste geschenk."
Op een dag ontving de keizer een pakje van de keizer van
Japan waarop geschreven stond: "Nachtegaal." In het pakje
zat een gouden nachtegaal, bezet met diamanten, robijnen en
saffieren. Er zat een sleuteltje bij en als je de vogel
opwond, dan klonk een prachtig deuntje. De keizer van China
was zo blij met dit geschenk dat hij meteen de hele
hofhouding samenbracht om te luisteren. Hij liet de
namaakvogel ook duetten zingen met de echte nachtegaal, maar
die was gauw verveeld: de gouden nachtegaal kon maar één
lied zingen en dat zong dit steeds weer opnieuw. De echte
nachtegaal vloog dan ook weg, diep de tuinen in.
"Niet
erg," vond de keizer, "de mooiste vogel hebben we nog." En
daarop mocht de gouden vogel weer spelen, nacht na nacht, in
dat schitterende porseleinen paleis. Tot ineens "prrr" en
"tzsssk" en "wzzzz" klonk en de vogel stilviel. Hij was
gebroken. Het werd akelig stil in het paleis. De keizer liet
de vogel repareren maar de mechaniek was zo versleten dat de
vogel slechts één keer per jaar meer mocht optreden. Daarop
stuurde hij weer z'n dienaar het bos in, om de echte
nachtegaal te halen. Maar de nachtegaal wou niet meer naar
het paleis komen. Niet veel later werd de keizer ernstig
ziek. Heel het land was bedroefd, want alle mensen hielden
veel van hun keizer. In het paleis werden overal tapijten
gelegd zodat het drentelen van de bedienden de zieke keizer
niet zou storen.
De keizer, alleen in zijn kamer, kon ’s avonds nauwelijks
nog ademen. Het was, alsof er iets op zijn borst drukte.
Toen hij de ogen opsloeg, zag hij dat de dood al op zijn
borst zat. Hij droeg de gouden kroon van de keizer, zijn
sabel, en het prachtige vaandel. Achter de fluwelen
gordijnen het keizerlijk bed doken allerlei geesten en
vreemde gezichten op; ze vertelden hem van zijn goede en
slechte daden tijdens zijn leven, en ratelden maar door
elkaar voort. “Maak muziek! Breng de Chinese trom!”,
stamelde de doodzieke keizer die dit alles niet wilde horen.
Maar het mocht niet baten. Tot, plots, vanaf een hoge tak in
de paleistuin bij het raam van ’s keizers slaapkamer, de
échte nachtegaal klonk. Hij zong zo mooi als altijd, en wist
zelfs de dood ter verleiden tot het teruggeven van de kroon,
het sabel en het keizerlijk vaandel. De nachtegaal zong voor
de dood over een kerkhof, met witte rozen en groene velden
tussen de graven. De dood ging zo verlangen naar die plek,
dat hij oploste in mist en wegzweefde uit het raam.
De keizer wist niet hoe hij
de nachtegaal moest bedanken. “Uw dank is niet nodig,” sprak
de nachtegaal, “want ik heb immers uw tranen gezien, en dat
is meer dan dank genoeg.” De dienaren van de keizer kwamen
’s morgens zijn kamer in, rekenend op de dood van hun vorst.
Verrast keken ze op, toen deze hen begroette met een stevig:
“Goedemorgen!”.
De oorsprong
van het sprookje
"De keizer van China is een Chinees." Met deze
veelgeciteerde zin begint het sprookje van De Chinese
Nachtegaal dat geschreven werd door de Deense schrijver Hans
Christian Andersen. Het verschilt van vele van de andere
sprookjes in het Sprookjesbos in dat het niet het resultaat
is van een vaak eeuwenlange mondelinge traditie, maar
ontstaan is uit de verbeelding van één schrijver op één
bepaald moment. Andersen (1805-1875) publiceerde in de loop
van zijn leven 156 sprookjes die hij steeds in kleine
bundels van vier uitgaf. Zijn bekendste sprookjes zijn onder
andere ‘Het Lelijke Jonge Eendje’, ‘De Zeemeermin’, ‘De Rode
Schoentjes’, ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’, ‘De Prinses
op de Erwt’, ‘De Nieuwe Kleren van de Keizer’, ‘Het
Standvastige Tinnen Soldaatje’ en ‘De Tondeldoos’. Overigens
staat het sprookje in veel Andersen-bundels onder de titel
“De Nachtegaal”. Dat het geheel zich in China afspeelt,
blijkt dan slechts uit het sprookje zelf.
Andersen droeg het sprookje op aan Jenny Lind, een beroemde
Zweedse operazangeres van zijn tijd. Ze stond om haar
buitengewoon mooie stem in heel Europa bekend als “De
Zweedse Nachtegaal”.
Het sprookje in
de Efteling
‘De Chinese Nachtegaal’ was één van de tien sprookjes toen
het Sprookjesbos zijn poorten opende op 31 mei 1952. Op de
plaats waar nu Draak Lichtgeraakt zijn schat bewaakt, zat
toen op een tak de Chinese nachtegaal, ontworpen door Anton
Pieck. Onder de vogel was een grote rotspartij, omgeven door
een gracht. Tussen de rotsen groeiden rode, blauwe en gele
bloemen die opengingen, zoals
‘De
Indische Waterlelies’, wanneer de nachtegaal begon te
zingen. Peter Reijnders had hiervoor een mechanisme bedacht
met voetballen waar met een pneumatische pomp lucht in
gelaten werd. Er was lang en hard gewerkt aan het sprookje,
en het mechanisme werd ontelbare keren veranderd, maar
steeds opnieuw ging het effect de mist in. "Het sprookje zat
constructief niet zo goed in elkaar en zorgde keer op keer
voor storingen en verwarring," vertelt Ton van de Ven in een
interview. "In overleg met Anton Pieck besloten wij destijds
om de Chinese nachtegaal te verwijderen. Op het muurtje
tekenden we de draak, zoals die er nu nog staat." Dat
gebeurde in 1979. De kronkelige tak waarop vroeger de
Chinese nachtegaal zat is er echter nog steeds, en als je
goed kijkt kun je hem nog steeds tussen de vele planten door
zien steken.
In 1999 werd in de Siertuin van het Sprookjesbos het kasteel
van de keizer van China gebouwd. Het schitterende paleis,
naar een ontwerp van Ton van de Ven, is opgevat als een
groot ommuurd gebouw met een hoge toren met errond een
Chinese tuin met rotspartijen, seringen en watervallen. Het
paleis is één van de imposantste gebouwen van het hele
Sprookjesbos. In het paleis is de kamer van de keizer te
zien; in ongeveer vijf minuten wordt het verhaal verteld
(door Angelique de Boer) en uitgebeeld. Hiervoor werden
animatronics ontworpen van de zieke keizer, twee dienaren en
de Dood, die als een Pepper's Ghost tijdens de voorstelling
op de keizer wordt geprojecteerd. Er wordt bovendien op een
prachtige wijze gebruik gemaakt van licht- en windeffecten.
Naast het bed van de keizer staat de gouden nachtegaal, op
een tamarindetak boven het publiek zit de echte nachtegaal
(die pas zichtbaar wordt aan het eind van de voorstelling).
Eén van de mooiste details zijn de kleine bloempjes, in de
paleistuin, die opengaan wanneer de echte nachtegaal begint
te zingen.
Een treffende hommage aan de oorspronkelijke uitvoering van
dit sprookje. Andere subtiele details zijn helaas notoir
defect; zo bevatten de lampions in de tuin van de keizer
eigenlijk een prachtig effect van rondfladderende motjes.
Dit sprookje was één van de drie sprookjes die in 1999 aan
het Sprookjesbos werden toegevoegd. Tot in 1998 stond in het
Sprookjesmuseum op het Herautenplein de gouden nachtegaal
uitgestald, maar die werd aan het begin van het seizoen 1999
uit het museum weggehaald (de gouden nachtegaal die vroeger
in het museum stond en de gouden nachtegaal die nu in de
kamer van de keizer staat zijn echter niet dezelfde). Sinds
eind 2004 is de oude nachtegaal gelukkig weer te bewonderen
in zijn oorspronkelijke vitrine in het Efteling-museum aan
het Anton-Pieckplein.
Het sprookje is opgenomen in het sprookjesboek van de
Efteling "Sprookjes van de Efteling", voorzien van tekst van
Martine Bijl en de tekeningen van Anton Pieck die gebruikt
werden voor de eerste versie van het sprookje in het
Sprookjesbos. Je vindt een hoorspelbewerking van het
sprookje ook op CD op het vijfde album met
Efteling-sprookjes (CNR 100.392-2). De originele opname van
het verhaal uit het Sprookjesbos, voorgelezen door Angelique
de Boer, vind je terug op de CD "Mooiste Muziek van de
Efteling ― deel 1". Het sprookje is ook te vinden op de
derde DVD met de afleveringen van de TV-serie “Sprookjes”.
Bij het opnemen van deze aflevering is erg goed gebruik
gemaakt van de decors van het sprookje in de Efteling. De
acteur die de keizer speelt, beleeft zijn bijna-sterfscène
zelfs in het bed waar normaal de animatronickeizer ligt. |